Welk kleurtype ben ik?

We gaan uit van de seizoenen 
Lente, Zomer, Herfst en Winter.

Welke kleuren flatteren mij het meest? 
Dit gaan we nu uitzoeken door middel van dit systeem.

Het Wintertype: (Koel)

Huid: 
heeft overwegend een blauwe ondertoon, (is vaak moeilijk te zien).
Veel wintertypen hebben een grijs-beige huid, meestal zonder rose.
Veel Wintertypen hebben een olijfkleurige huid.
Al is het Wintertype koel toch kan het wintertype ook iets warms hebben
b.v. sproeten of een duidelijk beige huidkleur
Een wintertype kan ook een blanke huid en donkere haren hebben.
(Wintertypen hebben meestal geen rozige wangen)

Haren:
Het wintertype heeft vaak donkerbruin of zwart haar.(Glanzend)
Het wintertype word meestal mooi grijs-wit.
Bijna iedereen heeft wel een beetje rood in de haren maar bij 
wintertypen is dat heel subtiel.

Ogen:
De Wintertypen kunnen zwartbruin, groen, blauw of hazelnootkleur ogen hebben,
met een diepe tint. Meestal hebben de ogen van Wintertypen een groot 
contrast tussen iris en oogwit, daaraan kan je makkelijk zien of je een 
Winter of Zomertype bent. Het wit van een Zomertype is meestal wat zachter 
dus minder contrast tussen iris en het wit van de ogen.

De algehele indruk van een Wintertype is KOEL.

Winterkleuren:
Winterkleuren zijn donker, helder en hebben een blauwe ondertoon.
Mijd alle kleuren met een sterk gouden ondertoon zoals oranje, perzik, goud, 
geelgroen, oranjerood en geelbruine tinten.


Wit:
Wintertypen zijn de enige die zuiver wit kunnen dragen, maar wolwit 
gaat ook erg goed.

Zwart:
Wintertypen kunnen erg goed zwart dragen, maar er zijn enkele typen die beter 
antracietgrijs kunnen dragen omdat voor hen zwart te hard is.
Zie voor verdere kleuren het Kleurenpalet wat bij het Wintertype past.

Kleurenpalet

 

 

Het Zomertype: (koel)

HUID:
Zomertypen hebben een blauwe ondertoon met vaak rose in hun huid, 
sommige zomertypen zijn blond en bleek
Je herkent ze aan de rose kringetjes onder de huid op de blanke 
plekken van het lichaam.
Zomertype met een vaalbeige huid zien er beter uit als ze 
koele kleuren dragen.
Ook kunnen zomertypen sproetjes hebben.

Haren:
Kinderen als zomertypen zijn erg blond, de kleur varieert 
van wit tot goudblond.
Als de kinderen de leeftijd van 15 jaar hebben bereikt wordt het haar vaak
donkerder en kan de kleur veranderen in asblond, of asbruin.
Omdat het haar van de zomertypen in de zomer erg bleekt zijn de zomertypen 
in de zomer blond en in de winter asbruin.
Het grijzingsproces van het zomertypen gaat geleidelijk .
Van peper en zoutkleur naar grijs en dan wit.
Koele kleuren passen erg goed bij zomertypen.

OGEN:
Zomertypen hebben vaak blauwe, groene, of grijze ogen. soms hebben ze een 
lichtbruin of hazelnootachtige kleur.
De blauwe of groene ogen hebben meestal in de iris een soort wit web dat eruit
ziet als gebarsten glas.
Zelden zie je zomertypen met bruine ogen.
Het oogwit van Zomertypen hebben een romige kleur en is in zacht contrast met
de iris.

Zomerkleuren:
De kleuren zijn licht en gedempt met een blauwe ondertoon.
Zomertype met blond haar moet oppassen met de donkerste kleuren zoals donker blauwgroen,
donker blauwrood of bordeaux want deze kunnen te hard zijn bij het gezicht.

WIT:
Kies liever voor wolwit dan wit, het is wat zachter.

Roze, beige, bruin.
Als je beige draagt moet er in dat beige altijd wat roze zijn verwerkt, 
maar geen ivoor of geel.
Als je bruine tinten draagt moet je opletten dat er een roze ondertoon in zit.

Grijs
Alle soorten grijs kan een zomertype dragen van licht tot donker, 
maar oppassen voor geelgrijs!

Blauw
Je kan bijna alle blauwe tinten dragen, maar grijsblauw staat mooier dan 
helder marineblauw.

Groen:
Als je groen wilt dragen kies dan voor de blauwgroene tinten, van licht 
pastel tot midden en donker blauwgroen. 
Als je een zomertype bent met bruine ogen staan deze kleuren erg mooi.

Geel:
Zomertypen dragen licht citroengeel, of bananengeel, 
maar draag vooral geen goudkleurige tinten.

Roze:
Ook de roze tinten hebben een blauwe ondertoon.
Warmroze tinten staan lichtblonde typen het best.

Rood:
Framboosrood, watermeloenrood, blauwrode tinten, rodekooltinten.

Kleurenpalet

 

Herfsttype: (warm)

Huid:
Er zijn 3 typen herfst: de lichtivoorkleurige huid, romige perzikhuid en de
sproetige en goudbeige huid (Roodharige)
Veel herfsttypen zien er wat bleekjes uit, ze zien er beter uit in donkere 
of warme kleuren.

Haar:
De herfsttype heeft een duidelijke rode of gloedvolle kleur in het haar.
De kleur kan variëren van kastanje tot koper, of van rossig naar rood.
Ook donkergoudblond tot warmbruin.
Het herfstype wordt niet opvallend grijs, maar warm en zachtgrijs.

Ogen:
De ogen van een herfsttype zijn meestal goudbruin of groen.
Soms komen er bij herfsttype intens blauwe en petrolblauwe ogen voor.

Kleuren:
Wit:
Roomwit is je beste wit (of een beetje beige).

Bruin en beige:
Warme aardetinten staan je erg goed. 
Donker chocoladebruin en mahonie zijn diepe kleuren en soms ietwat te donker 
voor sommige herfsttypen.
Alle herfsttypen kunnen goed camel, kaki en geelbruine kleuren dragen.

Blauw:
Zuiver marineblauw is het enige blauw voor een herfsttype, 
alle soorten petrolblauwe kleuren staan wel heel goed maar neem dan wel de diepere kleuren.
Paarsblauw (donker) met een violette glans staat het best.
Donker paars staat ook erg goed.

Groen:

Groentinten zoals jade, grijsgroene tinten, olijfgroen, let erop dat ze wel een 
gouden ondertoon hebben.
De lichtgrijs groene tinten staan erg flatteus.

Goud en geel:
Het herfsttype kan veel goudkleuren dragen, van mosterd tot stralend goudgeel.

Oranje:
Terracotta en roestkleuren staan je erg goed.

Perzik en zalmkleur:
Alleen de diepere kleuren zijn geschikt.

Rood:
Alle kleuren rood zijn goed als ze maar een oranje ondertoon hebben.
Rode tinten kunnen bruinachtig zijn en lijken dan op terracotta.
Kies nooit voor bordeaux!!!

Kleurenpalet

 

Lentetype: (warm)

Huid.
Het lentetype heeft een lichtgouden of ivoorkleurige huid met vaak rozige wangen, 
ze bloost gemakkelijk.
Sproeten komen veelvuldig voor bij lentetypen en hebben een goudbruine kleur.
De huid is meestal helder en zuiver.

Haar:
Het haar is meestal vlasblond, geelblond, honingkleurig, rossig, 
goud of donkerbruin.
Als het grijs wordt is het meestal wat gelig of creme kleurig.

Ogen:
De kleur van de ogen zijn meestal blauw, groen, petrolblauw met wat 
geelbruine vlekjes in de iris.
Ook bruine ogen komen voor maar die zijn dan wel goudbruin of hazelnoot.

Kleuren:
Wit:
Het beste is ivoorwit of romig wit (wolwit gaat ook voor donkerharige)
maar geen zuiver wit.

Grijs:
De grijstinten kunnen allemaal als er maar een gele ondertoon in zit en 
helder zijn.

Blauw:
Je kan het beste kiezen voor marineblauw omdat het licht en helder is.
Ook donkerblauw mag als het maar fel en helder is.
Veel soorten blauwgroen en turkoois staan goed.
Paasblauw of tinten met violet erin staan heel flateus.
Vermijd tinten die bleek of dog overkomen!

Bruin en beige:
Warm beige, geelbruin.
Draag geen kaki kleuren vlak bij het gezicht, maar voor een rok of broek 
gaat het natuurlijk wel.
Sommige lente typen dragen liever grijstinten in plaats van camel of bruin.

Goud en geel:
Goudkleur moet licht en helder zijn.
Zachtgeel zoals zeemleergeel staat erg mooi.

Rood:
Helderrood of oranjerood.

Groen:
Geelgroen (van pastel tot fel)

Roze en perzik:
Alle warmroze tinten staan goed. (warmroze heeft een ondertoon van geel)

Oranje:
Neem lichtoranje maar nooit feloranje.

Violet:
Midden violet staat het beste.
Neem geen donker paarse tinten.


naar Kleurenpalet