De verdwenen trouwring Op 14 augustus 1960 maakten wij ons klaar voor de huwelijksplechtgheid die zou plaats vinden in de Lodwijkskerk aan het Steenschuur in Leiden. Wij woonden op de begane grond in een studentenhuis aan de Herensteeg, slechts enkele straatjes verwijderd van de kerk maar hadden besloten dat stukje toch met een trouwauto af te leggen. En dat had onverwachte gevolgen. Wij hadden ons zoals toen gebruikelijk in officiéle kleding gehesen, Rees in een mooie witte rok met sluier en ik in heus rokkostuum. Het trouwboekje van de gemeente was zorgvuldig in een doorzichtige hoes gestoken en de trouwringen waren daarbij gegaan Zo kon er niets misgaan, althans dat dachten we. Terwijl de klokken begonnen te luiden kwam de trouwauto voorrijden. Wij verlieten ons huis met de hoes steving in de hand en stapten in de auto die even doorreed om de eerste volgauto ruimte te geven. Maar schrik, toen ik even keek of alles in orde was zag ik dat er nog maar één ring in de hoes zat. Misschien op grond gevallen. De chaufeur gevraagd of hij even gaan wilde zoeken. Want grabbelen onder je bruid hoort niet bij de goede gewoonten op zo'n dag. Maar geen ring te zien. Chauffeur weer terug en een stukje verder gereden om tweede volgauto te laten voorrijden en sein gegeven aan de mensen die moesten instappen om eerst even op de straat of in huis te zoeken of de ringen daar soms terecht waren gekomen. Intussen was er die kleine druk bevolkte steeg de nodige consternatie onstaan. Iedereen ging meezoeken, de putdeksel werd zelfs gelicht om te kijken of de ring daar niet was ingerold en ook in huis was het speuren naar de ringen begonnen. Geen resultaat, de ontbrekende ring bleef onvindbaar. Intussen was de spanning in de trouwauto flink opgelopen. Zonder in de kerk gezegende ringen ben je niet echt getrouwd. Ik de auto uit voor overleg met een van de getuigen. Zou ik zijn ring even mogen lenen. Passen zou die zeker want mijn vriend Arie was een grote kerel. Hij was rereformeerd maar bleek er geen bezwaar tegente hebben straks met een r.k. gezegende ring door het leven te gaan. Intussen werd het hoog tijd dat de stoet zich in beweging ging zetten naar de Lodewijkskerk. Het werd een mooie dienst, met drie heren (priesters) zoals dat toen heette (allemaal collega's van scholen waar ik toen biologieles gaf) en een goed gevulde kerk, mede dankzij de met een bus aangevoerde leerlingen van de school van Rees uit Wateringen. We hadden een lunch geregeld in De Doelen waarook de receptie was. De geleende ring was inmiddels teruggegaan naar de rechtmatige eigenaar, ons met een probleem achterlatend want zonder ring kon je niet op huwelijksreis, je werd in de tijd door menig hotel nog gewoon geweigerd. Nu wilde het geval dat de ringen door een goudsmit waren gemaakt die in een steeg even verderop zijn winkel en werkplaats had. Zo kwam het idee op om de ontbekende ring nog die middag te laten bijmaken en dat lukte. Wel zou het even tijd kosten maar dat losten we op door de receptie met een uur te verlengen waar niemand bezwaar tegen had. We moesten daarna snel op weg naar Rotterdam waar mijn ernstig zieke moeder (had MS in ver gevorderd stadium) op ons wachtte om ons in vol ornaat te zien. Daarna naar het Rijnhotel aan de Kruiskade om de volgende dag op de zware Heinkelscooter met z'n tweeën richting Zuid-Tirol in Italië te vertrekken. We hadden een goede reisverzekering afgesloten en daar bleek een verloren trouwring zo waar in te passen. Na de terugreis werd het boekje met de trouwfoto's afgeleverd en daar zat een mislukte foto in (er was licht bij het ontwikkelen van de filmrol bij gekomen) waarop weliswaar vaag te zien was dat ik bij het verlaten van het huis nog beide ringen nog in de hoes had zitten, zij het dat ik de hoes al een beetje naar beneden had omgedraaid. Het bewijs was geleverd, die de ring moest op straat zijn gevallen of direct daarna in de auto er uit zijn geglipt. En hoe ging het verder met de verdwenen ring. Terug van de verder goed verlopen huwelijksreis hebben vanwege verzekering op het politiebureau aangifte gedaan van de verdwijning. Daar zeiden nog eens kontakt op te nemen met de autoverhuurder. De ervarin leert dat er nog wel eens boven water komt bij het schoonmaken van de auto. De man van het autoverhuurbedrijf reageerde nogal boos. Als die een ring gevonden had had die dat al lang gemeld, zo zij hij. Na twee weken ging de telefoon, de ring was terecht! Wat was het geval. De auto werd eens in maand grondig schoongemaakt. Bijzondere omstandigheid was dat op de dag van de schoonmaak net de vuilcontainer was geleegd want toen de schoonmaker het asbakje wat aan de achterkant van de voorstoel was bevestigd wilde omkieperen in de lege container hoorde hij een tik en toen hij keek wat er was gevallen zag hij een ring die hij anders zeker niet had opgemerkt! Dat was dus een groot toeval. De oplossing van het raadsel is dat ik bij het instappen mijn hand met gedraaide hoes kennelijk precies boven de asbak heb gehouden en de ring er toen net uit gegleden moet zijn. Zo had ik dus twee ringen, de oorspronkelijke zit nu al 60 jaar aan mijn hand. En de tweede? Wel die hebben we weer bij de goudsmit kunnen terugbrengen en het geld terug gekregen. Eind goed al goed! |