Tito de Alencar Lima wordt geboren op 14 september 1945 in
Fortaleza, de hoofdstad van de Staat Ceará in Brazilië. Door zijn sterk
rechtvaardigheidsgevoel zet hij zich vanaf zijn 12de jaar in voor
achtergeblevenen in de samenleving. Hij sluit zich aan bij de JEC, ontstaan
vanuit de Belgische Kajotterij, en wordt afdelingshoofd voor Noordoost-Brazilië.
Om sterk te staan tegen de dictatuur, die in 1964 een aanvang neemt, treedt hij
in 1966 in bij de paters Dominicanen en vertrekt naar São Paulo. Ze sluiten
vriendschap met de communist Carlos Marighella en vormen met hem de ALN, de
Nationale Bevrijdingsbeweging.
Door de strijd tegen de generaals belandt Tito in handen van de kille
moordenaar, commissaris Sérgio Paranhos Fleury. In de gevangenis van São Paulo
wordt hij door martelen onherstelbaar toegetakeld naar lichaam en ziel.
Verbannen naar Frankrijk maakt hij, na ruim vier jaar strijd tegen zijn beul
Fleury, die bezit van hem genomen heeft, op 10 augustus 1974 een eind aan zijn
leven met de boodschap: “Ik kan alleen maar leven als ik sterf”.
In 1983 worden zijn stoffelijke resten in triomf teruggevlogen naar Brazilië en
bijgezet in zijn geboorteplaats Fortaleza. Zijn dood wordt door de Brazilianen
gezien als een overwinning op de dictatuur. Zijn zwijgen om geen verraad te
plegen, heeft van hem een martelaar gemaakt. Een voorbeeld voor jongeren die
willen vechten voor vrede en gerechtigheid in de wereld.
© Ben Strik 2005
Zie hier het nieuwe boek. Er is op internet al veel informatie over te vinden, dus ik beperk me hier tot het geven van een paar links.