Goudse Pijpen

| Pijppraat 2007 | Terug naar Wegwijs van Carpe Lunam | index Archief |

zaterdag
22 december 2007




  
Pinnen
Tegenwoordig loop ik meer dan voorheen in de supermarkt rond te dolen; de gebroken pols van mijn vrouw is daar debet aan. Ondertussen weet ik dat pakjes lucifers bij de schoonmaakartikelen staan, zakjes boerenkool bij de kleine vleeswaren liggen en magere rookworsten in het schap bij de potjes augurken zijn te vinden.

Woensdag stond ik bij de kassa achter een heel oude dame. Zij wilde pinnen en na het gebruikelijke geklooi met het lezen van haar bankpasje tikte zij haar pincode in. 'Verkeerde code, nog maar en keer', zei de caissière vriendelijk. 'Ik weet 'm echt niet meer', was het olijke antwoord. Achter mij raapten luitjes hun spulletjes van de band en smeerden 'm naar een andere kassa. De caissière stelde voor de 22,75 dan maar contant te betalen, maar de haastig getrokken portemonnee bevatte niet meer dan vijftien euro. Het vrouwtje kwam zelf met de oplossing: 'Is Roland er niet? Hij helpt mij altijd zo fijn hierbij.' Via de geluidsinstallatie werd Roland opgeroepen bij kassa 1 te verschijnen en een jonge gast meldde zich. Uitleg was niet nodig; hij haalde haar pasje kordaat door de pinautomaat, toetste een pincode in en klaar was kees.

'Zou die jongen soms haar kleinzoon zijn of weet hij de pincodes van al die foeragerende krasse knarren uit z'n hoofd?'  Met die vraag bleef mooi ik zitten.
  
zaterdag
15 december 2007 

pijpenmal Martijntje met stopper
Prijs
Van de week kreeg pijpenmaker Adrie Moerings uit handen van de burgemeester van Gouda de Hart van Goudaprijs aangereikt. Jaarlijks wordt deze prijs toegekend door een Goudse organisatie van journalisten, politici en mensen uit het bedrijfsleven. Adrie kreeg hem voor zijn promotiewerk voor Gouda en de keramiekindustrie.De burgemeester: 'Moerings heeft Gouda nationaal en internationaal op de kaart gezet.' 

Ongetwijfeld ging dit eerbetoon vergezeld van een goed gevulde envelop voor een reisje samen met zijn vrouw naar een aangenaam oord. Een lintje kan daar in ieder geval niet tegen op, hoewel de Militaire Willemsorde gaat wel vergezeld van een jaarlijkse toelage.

Dat laatste vertelde mij jaren geleden een buurman - oud-Indiëganger - die jaarlijks met een zestal krijgsmakkers een lekker dineetje kreeg aangeboden door één van hen en drager van zo'n medaille. Met de toelage werd het gelag betaald, omdat deze maat vond dat zij er meer recht op hadden dan hij. Hoe dat zo?
Mijn buurman:

"Tijdens de politionele acties in Oost-Indië liep onze patrouille in een hinderlaag en kwamen wij zwaar onder vuur te liggen. Gerrit Twijnstra die geen gevechtservaring had, raakte zo in paniek dat hij met achterlating van zijn geweer in een klapperboom klom en zich tussen de grote bladeren angstig en totaal over de rooie verborg. Ondanks flink tegenvuur bleek de overmacht zo groot, dat onze sergeant besloot tot terugtrekking. Deze verordonneerde Gerrit uit de boom te komen, maar noch gevloek en gedreig met de doodstraf wegens het niet opvolgen van een dienstbevel tijdens oorlogstijd noch een waarschuwingsschot over het hoofd van Gerrit kon hem ertoe vermurwen naar beneden te komen. Ten einde raad werd om grote verliezen te voorkomen besloten om zonder Gerrit het hazenpad te kiezen.
In rustiger vaarwater aangekomen werd gezamenlijk afgesproken dat van het gebeuren - mede tot troost van het meisje en de ouders van Gerrit, van wie ongetwijfeld intussen de strot was doorgesneden -  een eervolle rapportage zou worden gegeven. Het zou zo geweest zijn dat Gerrit met constant vuur onze aftocht afdekte om zich daarna bij ons te voegen. Aangekomen in ons kampement werd door de commandant een versterkte gevechtspatrouille uitgezonden om Gerrit op te sporen. Hij was echter onvindbaar en werd met het verhaal van zijn heldenrol als vermist en waarschijnlijk gesneuveld geregistreerd.

Veertien dagen later verscheen aan de poort een Javaan met op zijn riksja een totaal vervuilde en uitgewoonde Gerrit. Hij was helemaal van de wereld en kon absoluut niet vertellen waar hij al die tijd had uitgehangen. Na verloop van tijd was hij in staat  zijn heldenrol aan te horen, maar begrijpen deed hij het niet. 

Maanden later werden wij streng verhoord door een paar hotemetotems uit Bandoeng. Wij konden niet anders dan onze oorspronkelijke versie handhaven en als wij geconfronteerd werden met tegenstrijdigheden in onze verhalen, wimpelden wij dat af met 'Hebben de kogels wel eens jullie om de oren gevlogen?' en bovendien snapten wij de hele heisa niet: het was toch goed afgelopen.  Dat hem uiteindelijk zo'n grote medaille werd uitgereikt, was voor Gerrit maar vooral voor ons een macabere verrassing. Ieder jaar proosten wij op onze held en lullen over die goeie ouwe tijd."
 

zaterdag
8 december 2007 
Ziekenhuis
Zondagmiddag brachten mijn vrouw en ik van ongeveer één uur tot een uur of vijf door bij de spoedeisende hulp van het ziekenhuis in Gouda. De wachtkamer was al bevolkt met klein leed: een jongen op krukken met zijn ouders en een meisje vergezeld van haar moeder. De jongen had een ram bij het voetballen gekregen en het meisje had een pink die de verkeerde kant uitwees door een stoeipartij. Later kregen we onder andere nog gezelschap van een knul met een gehavende oorschelp opgelopen bij een vechtpartij, een Pool met een flink gat in z'n hoofd en een vrouw die zich bij het hockeyen had verstapt en met een rolstoel naar binnen werd gereden. De jongen met het gerafelde oor vertelde dat hij nooit vocht. Dat ontlokte de opmerking van een ander uit het gezelschap dat dat dan misschien wel de reden was dat hij er zo bekaaid was afgekomen. 'Ook gevochten?, vroeg ik de Pool. 'Nee van de fiets gevallen.' 

Tussendoor kwam nog het bericht binnen dat de fietsenstalling van het ziekenhuis door een rukwind was omgewaaid en een aantal in de buurt geparkeerde auto's ernstig had beschadigd. De brandweer was druk doende om de kluwen verbogen ijzeren stangen te ontwarren. Onze auto stond gelukkig elders.

Waarom waren wij daar eigenlijk? Die morgen was mijn vrouw tijdens het schaatsen op de ijsbaan in Utrecht onderuit gegaan. Haar pols deed verrekte pijn en daarom was ze maar even te rade gegaan bij de EHBO-post van de baan. Men veronderstelde daar een flinke kneuzing of misschien wel een gebroken pols. Ze kreeg het advies om even naar het ziekenhuis in de buurt daar te gaan om een foto te laten nemen. Met een mitella om en haar keurig ingepakte arm gingen wij op weg, maar besloten toch maar gelijk door te rijden naar het ziekenhuis in Gouda. Helaas bleek daar dat haar pols was gebroken. Tja, voorlopig zes weken onder de pannen, terwijl sporten toch zo gezond is.
 
zaterdag
1 december 2007 

Trein
Vrijdagmiddag stapte ik in de trein naar Utrecht om wat boodschapjes te doen. Na precies op tijd om 12.23 uur te zijn vertrokken, begon de trein - amper op gang - rap snelheid te minderen om op een inhaalspoor halverwege Gouda en Woerden tot stilstand te komen. De conducteur riep om dat we gingen combineren met een andere trein. Ergens verderop was de bovenleiding kapot en hoe minder treinen hoe vlotter het zou gaan. Van dat vlot kwam niet veel terecht, want even voor Woerden strandden we weer en de conducteur kwam met het verrassende bericht dat we terugkeerden naar Gouda. Van het waarom en het hoe verder kon hij ons niet verder inlichten, maar zo gauw hij meer wist, zou hij het doorgeven.

Een batterij aan mobieltjes kwam te voorschijn; afspraken werden afgezegd, vervangers werden gezocht om lessen e.d. over te nemen; wachtenden verderop werden aangeraden maar zonder de beller verder te reizen en een Duitser lichtte zijn achterban in dat hij per auto zou komen. De terugreis naar Gouda verliep zonder problemen, hoewel ons naar de richting Utrecht een viertal treinen op volle snelheid kruisten. Dat gaf natuurlijk wat commotie: zij wel en wij niet.

Weer in Gouda terug om 13.10 uur zonder nog iets van de conducteur te hebben gehoord, stonden de perrons vol volk en loeide de omroep over bussen en andere aanwijzingen. Ik had het wel gezien en ging weer naar huis.
Thuis keek ik even naar teletekst:

13.00 uur  Utrecht - Rotterdam/Den Haag/Leiden
De beperkingen als gevolg van een defecte reizigerstrein tussen Utrecht CS en Den Haag/Rotterdam zijn voorbij.
De vertraging zal geleidelijk afnemen.

Bijna niks aan de hand dus.

Vrijdagavond:
Bij mijn optreden in de Waag draag ik om er ook echt uit te zien als een pijpenmaker altijd wat ouwe plunje en daarover een schort met  klei- en verfplekken. Vrijdagavond tijdens een etentje voor de vrijwilligers van de Waag had ik uiteraard mijn normale kloffie aan. Hoor ik achter me iemand zeggen: 'Jeetje, wat ziet de pijpenmaker er netjes uit.'
 

zaterdag 
24 november 2007

schild Gouds pijpenmakersgilde, museumgoudA

Opgeleukt
Op de etage van De Waag waar de oude ambachten worden gedemonstreerd staat een grote maquette van de Goudse markt. Aan de rand zijn bordjes aangebracht met daarop een toelichting over de gebouwen. Daarbij zit een knop om in het betreffende object het licht aan te doen, zodat je weet over welk pand het gaat. Daarnaast vertellen de gidsen graag nog wat meer en vooral over het stadhuis kunnen ze lekker uitweiden. En natuurlijk worden vragen over van alles en nog wat beantwoord. Bijdehandjes komen dan met: 'Het echte stadhuis heeft voor de ramen luiken en hier op de maquette ontbreken ze?' 'Dat klopt,' hoor ik dan, 'na de oorlog werd het in verval verkerende stadhuis gerestaureerd en een belangrijke rol speelde daarbij burgemeester James. Uit zijn koker kwamen de luikjes en de achterkant van het stadhuis gaf hij wat meer allure door het van een trapgevel te laten voorzien.'

Rondkijkend kom je in de zijgevel een tijdens de restauratie geplaatst  5½ meter hoog monument tegen als herinnering aan de oorlogsslachtoffers. De mechanische poppenkast aan de andere kant is van veel latere datum; die heeft hij dus niet op zijn geweten.

Van de week lees ik in een lokale krant dat deze burgemeester toen ook zichzelf een plekje in de geschiedenis van het stadhuis heeft toegedacht; zijn in hardsteen uitgehouwen portret is aangebracht boven een poortje in de zijgevel. Zou hij koningin Juliana, die in 1952 het opgeknapte stadhuis inwijdde, haar op zijn eigen tronie hebben gewezen met de woorden: 'Kijk, majesteit, dat ben ik nou!'?
 
zaterdag 
17 november 2007

Notebook perikelen
Een paar weken geleden heb ik ter vervanging van m'n gedateerde pc een notebook aangeschaft. Lekker zo'n klein apparaat en als ik m'n gegevens heb verhuisd, kunnen de knots van een beeldscherm en de computerkast deur uit.

Tegenvaller was wel dat ik het met geen mogelijkheid voor elkaar kreeg om e-mail te ontvangen en te versturen. Ondanks dat ik heel precies de gegevens uit het oude apparaat heb overgenomen en allerlei instellingen op het account op een andere manier uitprobeerde, bleef het huilen met de pet op. Afgelopen dinsdag was het HCC*-avond, waar deskundige vrijwilligers van die club je wel een handje willen helpen. Dus ik met notebook op pad. De zaal zat vol met vooral grijze koppen, waarvan de meesten voor een lezing over een nieuwe vliegsimulator kwamen. Die trokken zich terug in een belendend zaaltje om met een Fokker te vliegen. Verbazingwekkend dat zoveel lui thuis achter pc of laptop het luchtruim kiezen.

Wat overbleef waren mensen met problemen. Net als bij de dokter netjes op je beurt wachten, maar anders was dat je hier mee kon genieten van andermans ellende. Dat ging dan over een memorystick die het niet deed (oplossing: van slot doen door een schuifje om te zetten) tot het tot tweemaal toe verdwijnen van alle gegevens van de pc.

Mijn probleem was voor de expert een peulenschilletje. Een aantal zaken waren totaal verkeerd ingevuld; zo kon dat in geen honderd jaar werken. Mijn verweer dat het op de oude pc op aangeven van de provider echt zo was ingevuld, maakte geen indruk. Ter plekke werden de gegevens ingevuld zoals die volgens hem zou moeten zijn, maar jammer genoeg kon het daar niet uit worden geprobeerd. En inderdaad de volgende dag bij het inloggen kwamen de e-mails netjes binnen, maar versturen ho maar. Dat heeft me nog een uurtje gekost om uit te vogelen waar dat aanlag.

Eerdaags komt de postbode met een pakket om zelf ADSL te installeren. Tja ...

* Hobby Computer Club 

zaterdag 
10 november 2007

De Uithof, zondagmiddag:
Om te zorgen dat het schaatsen niet in een verdomhoekje geraakt, zijn we met de kleinzoons naar de ijsbaan in Den Haag gegaan. Het was wel weer even wennen, maar na een paar rondjes met enigszins onvaste tred of om in schaatstermen te spreken met een wankele streek peddelden we als vanouds rond. Dat kwam mede omdat we volop de ruimte hadden; kennelijk was het voor velen door de hoge temperatuur nog geen echt schaatsweer.
't Mooiste zou zijn als er binnen niet al te lange tijd zich een flinke vorstperiode aandient, zodat we met de jongens een tochtje op natuurijs kunnen rijden. Die kunnen dan later voor de dag komen met: 'Ik heb in de jaren nul met m'n grootouders nog  .....' 

De Waag, donderdagmiddag:
Voor een paar uurtjes ging de Waag open voor een Russisch gezelschap. Een vrijwilligster van Russische komaf had zich intensief voorbereid om haar landgenoten een smeuïg verhaal voor te zetten, de kaarsenmaakster stond klaar met opgewarmde potten met kaarsvet om kaarsen te dompelen, de video was bedrijfsgereed om het kaasmaken te laten zien en ik zat op m'n krukje in de pijpenmakerij. De Russen hadden een uur voor ons uitgetrokken; wel krap maar het lukte net. Onze Russin zou mijn toelichting vertalen, maar daar kwam zij gauw op terug met 'Doe het maar in het Engels, dat verstaan zij ook.'  Hele aardige lui met een applausje toen ik een bijkans gaaf pijpje uit de mal toverde en bedankjes bij het weggaan.
 
zaterdag 
3 november 2007
Een kloek boek
Begin jaren tachtig kocht bij De Slegte in Utrecht voor ongeveer een tientje een facsimile-uitgave van 'Het Koninkrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks van naar de natuur geteekende schilderachtige gezichten en beschreven door J.L. Terwen'. Voor het origineel uitgegeven tussen 1858 en 1862 door Van Goor te Gouda werd in 1985 op een antiquarische boekenbeurs zonder blikken of blozen 9800 gulden gevraagd.

Het is een lijvige pil van meer dan 800 pagina's, waarin Terwen als 'voetreiziger ons land doorwandelt en de lezer opmerkzaam maakt op de talrijke natuurlijke schoonheden en zonder juist een streng nauwkeurige geografische-statistieke beschrijving te leveren, terwijl hij hier en daar eenige opgaven te dien opzigte niet achterwege laat'.

Alleen aan Gouda wijdt de schrijver zo'n zestien pagina's met natuurlijk gravures van het stadhuis en de St Jan. Om een idee te geven hoe nauwkeurig de man te werk ging hierna een stukje van wat hij over de Goudse pijpenmakerijen vertelt:
'Naarmate de bierbrouwerijen en andere takken van bestaan verminderden, namen de pijpenmakerijen in aantal en bloei toe, en wel zo, dat het vervaardigen van aarden pijpen in de 17de en 18de eeuw het hoofdbestaan der inwoners werd. Gouda voorzag niet alleen geheel Nederland van zijn uitmuntende, alom vermaarde pijpen, maar zeer aanzienlijke hoeveelheden werden ook naar naburige landen uitgevoerd, waardoor veel welvaart onder de ingezetenen verspreid werd. In het jaar 1686 bedroeg het getal der pijpenmakerijen niet minder dan 250, in 1751 zelfs 374; doch toen was ook de groote bloei dezer nering voorbij; de buitenlandsche verzendingen hielden door de zware belastingen, die men in Engeland, Frankrijk, Pruisen en Brabant ter begunstiging van eigene fabrieken begon te heffen, bijna geheel op; nog vele andere oorzaken werkten tot den val van dit bedrijf mede, dat weldra alleen in Gouda bestaan bleef, maar ook min of meer kwijnde, waarvan snel toenemende verarming der bevolking het gevolg was. Ook thans (circa 1855) nog neemt het getal der pijpenfabrieken met elk jaar af; men telt er nog 54, waaronder veel kleine, en meer en meer schijnt het, dat binnen korte tijd slechts weinige groote zullen overblijven, daar het den kleinen bazen onmogelijk is, de mededinging met den groote vol te houden. Men rekent, dat heden nog omtrent 1.200 mannen en vrouwen  in de pijpenfabrieken hun brood verdienen, maar dezen behooren dan ook grootendeels met de baanders tot het armste gedeelte der bevolking'.

En dan te weten dat er nu nog zo'n stuk of vier amateur-pijpenmakers in Gouda actief zijn.
 
zaterdag
27 oktober 2007

 

 

De Waag, donderdagmiddag:
Eindelijk kon ik bezoekers, die na mijn verhaal over de merkjes in de pijpen informeerden naar mijn merk op hun wenken bedienen. De graveur heeft een heel gedetailleerd reliëfstempel voor mij gemaakt met de afbeelding van een maantje met oog, neus, mond en zelfs een wangetje. Of er na het bakken van de pijp nog iets zichtbaar is, ben ik razend benieuwd naar. Het apparaatje ziet er in ieder geval professioneel uit en na het zien van mijn stempeltje zijn mijn bezoekers ervan overtuigd met een echte pijpenmaker te maken te hebben.

Veel bezoekers zou je eigenlijk niet meer verwachten, toch kwam er deze middag nog wat aanloop uit Bulgarije, Californië, Canada en van wat Nederlanders met hun (klein)kinderen.

Ingaande volgende week donderdag gooit de Waag zijn deuren dicht, dus voor mij begint de winterslaap. Op 8 november gaat de poort  voor een paar uurtjes open voor een Russisch gezelschap dat Nederland bezoekt in het kader van de onderwijssamenwerking tussen Nederland en Centraal- en Oost-Europa. Dat wordt dus pijpenmaken op cultureel hoog niveau.
 
zaterdag
20 oktober 2007


Kaarsvetruïne
Al sinds de jaren zeventig stond er bij ons op de slaapkamerkast een bouwsel van m'n zoons, in een aantal kerstvakanties in elkaar gevogeld met kaarsvet en opgebrande lucifers. De lucifers vormen het geraamte waarover kaarsvet van brandende kaarsen werd gegoten om de hele handel aan elkaar te kitten. Ieder jaar werd de ruïne wat hoger totdat de mannen er tabak van kregen en het op de kast belandde. Een paar weken geleden heb ik het tijdens een flinke regenbui buiten gezet, zodat het stof eraf spoelde en daarna meegenomen naar de Waag.  Daar staat het nu te pronken in de kaarsenmakerij om graag met vuur spelende jongetjes op een idee te brengen. Van de week heb ik twee jochies met hun moeder de nodige bouwinstructies gegeven.

De Waag, donderdagmiddag:
Storm liep het niet, maar toch wipten Spanjaarden, Japanners, Peruanen, Indonesiërs, Canadezen en Nederlanders binnen. De Spanjaarden klapten in hun handen toen de mal open ging en het pijpje eruit getild werd. Een Indonesisch meisje wilde met me op de foto en dat kon natuurlijk.

 
zaterdag
13 oktober 2007

 

De Waag, donderdagmiddag:
Welgeteld zo'n acht personen kwamen een kijkje nemen in de pijpenmakerij. Over het algemeen zijn de bezoekers goed gehumeurd, maar deze keer had ik een sikkeneurig Amerikaans echtpaar aan de haak; een gezellig praatje kon er niet vanaf. Chagrijnig of niet, ze mochten ieder een oude pijpenkop uit kiezen en daar doken ze - zoals alle Amerikanen trouwens - op af als een bok op een haverkist.
De vrouw moffelde er in de gauwigheid twee in d'r tasje, maar haar vent vroeg of hij nog een tweede mocht uitzoeken. Ze zullen wel vier kleinkinderen hebben gehad, dus toe maar.

Marmeren.
De pijpjes die in de Waag worden gemaakt, zijn van simpele aard: niet beschilderd en niet geglazuurd. Om ze toch wat meer jeuïgheid te geven, ben ik wat gaan experimenteren met rode klei. Na het kneden van de witte klei stop ik er hier en daar een propje rode klei in. Bij het uitrollen van de klei geeft dat een gemarmerd effect, dat ook nadat de pijp in de mal is gemaakt, bewaard blijft. Na het bakken wordt de lichtrode vegen nog iets donkerder. 'Zo', zegt één van de museumgidsen dan, 'zit je weer te fröbelen.'
 
zaterdag
6 oktober 2007

 

De Waag, donderdagmiddag:
Mijn idee dat het een rustig middagje zou worden, kwam helemaal niet uit. Behalve vijf Israëli, vier Schotten, en wat loslopende Nederlanders, kwamen drie gezelschappen van ongeveer twintig man de Waag binnenvallen.

De gezelschappen waren personeelsuitjes. De stemming zit er dan goed in: de baas betaald en niet werken. Als er vrouwen bij zijn, voelen een aantal kerels zich meestal geroepen om zich uit te sloven door wat slimme en lollig bedoelde opmerkingen in mijn richting te roepen. Ik probeer dan te reageren met een tegenvraag. Als iemand bijvoorbeeld iets roept in de trant van:  'Geeft u de pijp ook aan Maarten?'  - dat is trouwens de tophit - dan bats ik terug met: 'Mag het ook in de wilgen zijn?' Het werd laat; om vijf over vijf naam de laatste groep applaudisserend de benen.
  

zaterdag
29  september 2007

De Waag, woensdagmiddag:
Donderdagmiddag had de tandarts me uitgenodigd voor het trekken van een kies; vandaar deze sessie op woensdag. Het was niet al te druk, wel een aanloop van gezellige mensen: Chinezen uit Taiwan en Peking, Duitsers en wat Nederlanders. Toen ik één van de Chinezen vroeg waar hij vandaan kwam, antwoordde hij China. 'Beijing?', veronderstelde ik met waarschijnlijk de verkeerde intonatie, want hij reageerde onmiddellijk met: 'Hoe weet jij dat ik uit Beijing kom?' Van mijn antwoord ''t Is de enige stad die ik in China ken', keek hij toch een beetje op. Toch moest ik samen met z'n vrouw op de foto..

Goudse kermis, 27/9-2007Deze week is de Goudse kermis, voor en achter De Waag staan kermisattracties opgesteld die ieder hun eigen deuntje blazen. Een tering herrie dus. Het Goudse politiebureau staat sinds enige tijd buiten de stad en de Waag is voor de kermisweek geconfisqueerd als kantine voor de ordebewaarders. De koelkast was volgeladen met vette happen en calorierijke sauzen om het slikken te vergemakkelijken. Dozen met allerlei soorten zoetigheid waren binnengebracht om de stemming bij het korps erin te houden. Afgelopen zondag was de Dam tot Damloop, hardlopen Amsterdam-Zaandam, 10 Engelse mijlen. Veel deelnemers kankerden op de meedoende politiemensen; net voorbij het IJ begonnen die al te wandelen en liepen behoorlijk in de weg. Nu begrijp ik de oorzaak: te veel verkeerd voedsel naar binnen gewerkt en te vol gevreten basten.
 

zaterdag
22  september 2007


Pijpenmerken
Vanaf halverwege de zeventiende eeuw begonnen de pijpenmakers in Gouda hun pijpen te merken. Zij plaatsten in de hiel van de pijp - het uitsteeksel onder de kop van de pijp - met een stempel een merkje om hun product te onderscheiden van die van de concurrent. Het pijpenmakersgilde registreerde het merk in het gildeboek, maar ook werd het merk afgebeeld op een groot houtenbord dat in de gildekamer hing. Iets in die trant vertel ik de bezoekers in de Waag en laat dan ook een aantal gemerkte pijpenkoppen zien. Vaak wordt dan gevraagd: 'Wat is nou jouw merkje?' Tja, daar sta ik dan zonder merkje, maar ik kan nu vertellen dat eraan wordt gewerkt. Eerst ben ik bij een edelsmidse langs geweest, maar die zag geen kans om zo'n miniatuurstempeltje te maken. Zij zette me trouwens wel op het goede spoor; zij verwees mij naar een graveur.  Die wist alles van pijpenmaken, begreep mijn bedoeling en beloofde me de komende weken een reliëfstempeltje te maken. Mijn merkje wordt een afbeelding van een maantje; al eerder gebruikt trouwens, maar omdat de maan in m'n naam zit, moet het dat toch maar worden..

De Waag, donderdagmiddag:
Toch nog een redelijke aanloop: 2 vrouwen uit Illinois (U.S.A), een gezin uit Melbourne, een vrouw met haar ouders uit Slowakije, een jongen en een meisje uit België en een handje vol Nederlanders.
   
zaterdag
15  september 2007


De Waag, donderdag:
Zo rustig is het dit seizoen nog niet geweest: voor enen geen hond te bekennen en daarna druppelden enige bezoekers binnen. Buitenlanders waren daar niet meer bij, wel kwamen twee schooljongens van een jaar of zestien die van hun geschiedenisleraar een werkstuk moesten maken. Jan - de kaasmaker - en ik hebben ze in ieder geval volgestouwd met het verleden van Goudse kaas en pijpen.
Verder kwam een vijftal gepensioneerden naar het pijpenmaken kijken. Zij maakten per boot een tripje aangeboden door hun voormalige werkgever. Mijn moeder kreeg tot haar dood op haar 92ste ieder jaar een kerstpakket van het bedrijf waar mijn vader had gewerkt. Dat werd  bezorgd door een man die mijn vader nog had gekend en die bovendien nog een poosje gezellig bij haar bleef kletsen. Zulke bazen zijn er dus nog steeds
.

Op het eind van de dag schreed een aantal stemmig geklede lieden met een kleurige corsage op de Waag binnen. 'Naar een trouwerij op het stadhuis geweest?', opperde ik. Nee, zij waren leden van de Rotary en een dagje uit. Zij praatten met een tamelijk bekakte tongval, maar ik durfde het niet aan om - zoals we vroeger op mijn werk wel eens deden - te informeren naar het dialect dat zij spraken. Mensen nemen meestal afscheid met iets van 'Nou, bedankt' of 'Leuk en bedankt', maar zij namen de kuierlatten met een luid uitgesproken  'Onze waardering voor uw deskundigheid.' 'Zeg dat wel', mompelde ik terug.
 
zaterdag
8 september 2007


De Waag, donderdag:
Even voor tienen was ik present in de pijpenmakerswerkplaats. M'n tas had ik net geopend toen er al zo'n dertig leerlingen in de leeftijd van zestien tot achttien jaar van een school in de buurt van Münster zich voor de tafel meldden. Dat kwam me eigenlijk slecht uit, maar gelukkig stond de kaasmaker een etage hoger wel klaar om z'n voorstelling te geven, zodat ik de hele bende omhoog kon sturen en rustig m'n spulletjes kon uitpakken en de benodigde mallen van het ophangbord kon schroeven. Een dik half uur later kreeg ik hen op m'n dak. Wat ik wel aardig van die gasten vond, dat zij aan t slot van m'n showtje applaudisseerden.

Eén jongen bleef hangen en had een vertrouwelijke vraag: 'Kun je met deze pijpjes ook hasj roken?'  Ik heb het hem afgeraden, omdat met een tabakspijp je gelijk de volle laag krijgt en je voordat je er erg in hebt tegen de vlakte slaat. Beter is om een klein glazen waterpijpje te kopen, waarbij je de rook kunt mengen met gewone lucht.  Waar hij dat in Gouda kon kopen wist ik niet en de prijs schatte ik op zo'n zes tot acht euro. Vrijdag - hun laatste dag in Nederland - ging de klas naar het Anne Frankhuis in Amsterdam. In die buurt zal het lastig worden zo'n waterpijpje op te duikelen.

Na Amerikanen uit New York City en Philadelphia, een Braziliaanse uit Porte Alegre, Zwitsers, Duitsers en Nederlanders kwam om vier uur nog een gezelschap van een twintigtal vrouwen - de meeste van middelbare leeftijd - uit de Achterhoek. Die waren al min of meer duf geluld en sjokten na mijn bijdrage zonder een applausje naar de kaasmakerij. Bij een clubje van dit soort vrouwen zal ik voortaan informeren wat hun kerels nou op zo'n dag uitspoken; dan komt er misschien wat leven in de brouwerij. 

Op weg per fiets van de Waag naar huis moest ik voor een verkeerslicht wachten. Naast mij stopte een auto, de bestuurster stapte uit, begaf zich naar de voorkant van de auto, trapte driftig tegen het voorwiel en stapte weer in.  Een medefietser: 'Zo ..., een deskundige behandeling.'
 
zaterdag
1 september 2007

 

 

De Waag, donderdag:
Het verst weg kwamen een moeder en haar twee dochters uit Japan om een pijpje te zien maken. In tegenstelling tot hun landgenoten die meestal in een groepen Europa bezoeken, reisden de drie op eigen kracht rond. De oudst dochter sprak gelukkig Engels, zodat het voor mij niet al te ingewikkeld werd. Natuurlijk wilden zij ieder graag een oude pijpenkop met een merkje erin uitzoeken en toen die uit de 18de eeuw bleken te stammen, maakte moeders haar tasje open en overhandigde mij spontaan twee van papier gemaakte miniatuurtjes van een geisha. Heel kunstig gevouwen en te gebruiken als boekenlegger.

Het was de laatste dag van de Goudse kaasmarkt en naar mijn idee was er minder volk op de been dan de vorige donderdagen, maar toch liepen nog Amerikanen, Polen, Duitsers en Spanjaarden en Nederlanders de Waag binnen.

Bibliotheek, vrijdag:
Terwijl ik mijn boeken in m'n fietstas deed, stond in de poort een vent met z'n mobieltje te bellen. Ik hoorde niet alleen hem lullen, maar ook de man aan de andere kant van de lijn. En ja hoor die stond aan de andere kant van de binnenplaats. Bij het voorbijlopen zei ik tegen de beller: 'Kijk daar staat hij'. Die keek verbaasd in de aangegeven richting en reageerde met: 'Verrek je hebt nog gelijk ook, bedankt'.
 
zaterdag
25 augustus 2007


'Niet juist'
In OVT (Onvoltooid Verleden Tijd, geschiedenisprogramma  van VPRO-radio) van afgelopen zondag werden enige plekken bezocht, waar de West Indische Compagnie (WIC) in het verleden actief was geweest. Onder andere bezocht men een oud fort aan de Goudkust in West-Afrika.
De lokale gids vertelde dat vanuit dit fort in de zeventiende en achttiende eeuw slaven werden ingescheept om naar Amerika te worden vervoerd. Dat moest op een sluikse manier gebeuren, vandaar dat er tunnels waren gegraven en geboord om de onvrijwillige passagiers aan boord te knuppelen. 'Niet juist,' zei later een bij het reportageteam aanwezige historicus gespecialiseerd in de geschiedenis van de WIC, 'via dit fort werd uitsluitend goud geladen, dat afkomstig was van een goudmijn die stroomopwaarts was gelegen aan de rivier hier vlakbij. Vanaf andere forten aan de kust werden wel slaven ingescheept.'

Toen ik donderdag even buiten voor de Waag een pijpje stond te roken, kwamen een stel vrouwen naar het naast de Waag gelegen hotel de Zalm gelopen. Voorop een jonge vrouw die stopte bij de ingemetselde steen in de zijmuur van het hotel. Toen in 1670 de herbergier van de Zalm zijn pand wilde vergroten, kreeg hij van het stadsbestuur te horen dat de daklijst minstens 6 voet (1,70 meter) lager moest blijven dan die van de Waag. Hij was daar zo chagrijnig over dat hij in de zijgevel - goed zichtbaar vanuit de Waag - een steen liet plaatsen met de spottende tekst Niet te hoogh, Niet te Laegh, Van Passe. Het groepje vrouwen werd door hun aanvoerster getrakteerd op: 'Dienstmeisjes in de zeventiende eeuw bepaalden toen al hun eigen CAO. Zij gingen de herbergen af en waar zij het meest konden verdienen, hapten zij toe. De herbergier van de Waag had nogal wat personeel nodig en plaatste daarom een steen in de muur met doelend op zijn redelijke betaling: Niet te Hoogh, Niet te Laech, Van Passe.' 

De Waag, donderdag:
Eindelijk weer eens een Zwitser, maar ook Canadezen, Italianen, Duitsers, Fransen, een Mexicaanse en onder de Nederlanders grootouders met hun kleinkinderen bekeken het maken van een pijpje
Met een groepje doofstommen zonder enige begeleiding kwam ik in de problemen; zij beheersten de gebarentaal en konden liplezen, maar wel in het Frans. Dat werd dus handen- en voetenwerk.
  
zaterdag
18 augustus 2007

 

Corrupt
Vorig jaar schreef ik een keer iets over het kopiereliëf dat de voorkant van De Waag siert. Aan de wand van het lokaal waar de pijpenmakerswerkplaats zich bevindt, hangt het origineel en als het niet al te druk is bij de pijpenmakerij geef ik daar wat uitleg over.

De nauwkeurige beschouwer ziet onder andere dat de schrijver - de zittende man links - met z'n linker voet het gewicht van de kazen manipuleert. Natuurlijk breng ik dat voetje onder de aandacht en afhankelijk van de toeschouwers wordt de uitleg heel kort of wat langer. Fase 1 is met de vinger ernaar wijzen, fase twee is met m'n voet een drukbeweging maken, fase 3  het mondeling uiteenzetten dat de man met z'n voet de kazen wat zwaarder maakt.
Het gros van de bezoekers heeft 'm door bij fase 2, maar mannelijke bezoekers uit het Middellandse Zee gebied beginnen meestal bij de vingerwijzing al te lachen. Vooral Fransen, Amerikanen en Engelsen hebben een volledige uitleg nodig.
Zegt dat iets over de volksaard? Nee, hoogstens dat de een wat meer oog heeft voor de vindingrijkheid van oplichtertjes en fraudeurs of die dingen ziet die de meeste mensen ontgaat. Dat laatste werd door een schrijver waarvan mij de naam is ontschoten, omschreven als het talent om in 't voorbijgaan de gelukzaligheid te kussen.

De Waag, donderdag:
Amerikanen uit Maryland, gezinnen uit Israël en Italië, Spanjaarden uit Barcelona, Duitsers, Belgen en vele Nederlanders waren van de partij.
 
zaterdag
11 augustus 2007


Kaarsen maken
Op de donderdagen dat ik in het Ambachtsmuseum aan het pijpen maken ben, heb ik dit jaar nog geen kaarsenmaker bezig gezien. Als het niet al te druk is, doe ik wel eens een poging de bezoekers iets over het maken van kaarsen te vertellen. Met enige schroom laat ik dan termen vallen zoals dompelen, gieten en rollen. 
In de Waag wordt alleen gedompeld; in een ketel zit gesmolten paraffine waarin een ijzerdraad constructie waarop vier pitten zijn gespannen, wordt gedompeld. Erin, eruit, wachten tot de was is gestold en dit steeds opnieuw totdat de kaars zijn juiste dikte heeft bereikt. 
De gesmolten paraffine of stearine kan ook in een vorm worden gegoten, waarin een pit is gespannen. Soms wordt ook later de pit met een naald in de kaars aangebracht.
Bij het rollen van een kaars wordt een enigszins gestold brok kaarsvet op een vlakke ondergrond geplaatst en met een degenrol plat uitgewalst, dan worden de randen eraf gesneden. Dit vel kaarsvet wordt om een pit gerold en de kaars is klaar. Bijenwaskaarsen worden vaak met kant en klaar gekochte matjes op deze manier gemaakt.
Een kaars heb ik nog nooit gemaakt, maar in het land der blinden .....

De Waag, dinsdag en donderdag:
Dinsdagmiddag speelden mijn kleinzoons voor pijpenmaker onder leiding van opa. De mannen vinden dat hartstikke interessant, vooral het gedoe met buitenlanders zoals een stel Colombianen die uitsluitend Spaans spraken. Aan het eind van ons verhaal gaan de pijpjes de oven in, maar ja dat kunnen we niet zichtbaar maken, omdat de oven nog niet aanwezig is. Een doosje lucifers bracht uitkomst.
Op de regenachtige donderdag gingen bezoekers van de kaasmarkt massaal overdekt in de Waag recreëren. Onder hen waren Chinezen uit Hongkong, Fransen, Italianen, Ieren, Spanjaarden en Australiërs.

 
zaterdag
4  augustus 2007

 

Blauwe en witte jassen
Waarover mensen staan te prakkiseren tijdens mijn pijpenmakersshowtje zal mij eigenlijk een biet zijn, maar als ze vragen gaan stellen totaal buiten de orde schiet mijn inlevingsvermogen soms tekort. Zo onderbrak een Australische mijn uitleg met: 'Can you tell me what the difference is between men with a blue and a white coat?' Het verschil tussen kerels met een blauwe en een witte jas, waar sloeg dat nou op? Ze zag het onbegrip op m'n gezicht en zou het wel even laten zien. Ze nam me mee naar het raam en wees op de kaasmarkt die beneden ons aan de gang was. En ja hoor, daar liepen zoals elke donderdagmorgen als boeren verklede mannetjes rond met een lullig petje op, een rode zakdoek om de hals en een blauwe boerenkiel aan en de zogenaamde kaashandelaren hadden zich uitgedost in witte doktersjassen.
Later die dag vroeg een Amerikaans meisje of dat gedoe op de markt echt was. 'Be honest', voegde zij eraan toe. Ik antwoordde eerlijk: 'Ja, het is een echt; een poppenkast voor toeristen.'  Zij tegen haar vriendinnen: 'Ik zei het toch, ik zei het toch, het is allemaal fake.'

De Waag, donderdag:
Bijna de hele dag constant mensen voor de werktafel, waaronder Australiërs, Amerikanen, Japanners, Belgen, Duitsers en Engelsen.

 
zaterdag
28  juli 2007

 

De Waag, donderdag:
Een stel Canadezen vond de Friese doorlopertjes stukken interessanter dan het gedoe met de pijpjes. De doorlopertjes hangen bij een foto uit 1933 waarop schaatsers behangen met Goudse pijpen de terugreis naar Rotterdam aanvaardden. De luitjes - ijshockeyers - doken onmiddellijk op de schaatsen af en waren met stomheid geslagen dat op dit soort dingen kon worden geschaatst. Dus volgde een demonstratie schaatsen onderbinden en zij moesten toegeven dat het kien in elkaar zat. Voor zo'n situatie als dit had ik in m'n tas ook een paar houten noren meegenomen en hetzelfde ritueel volgde. Vervolgens was ik niet te beroerd om m'n verhalen over schaatstochten op te hangen en door te pruttelen over hoe en door wie dat schaatsgebeuren wordt georganiseerd. 'Elke winter?', vroegen zij. Tja, was dat maar waar; de laatste keer was misschien wel tien jaar geleden, climate-change! 
Twee Chinese vrouwtjes moesten per se met mij op de foto, kennelijk om het thuisfront te laten zien wat voor rare wezens hier rondlopen. Hun lol kon trouwens niet op, want ze bleven schateren.
Een man nam met een videocamera het maken van een pijp van a tot z op. Toen hij even problemen met het apparaat had, fluisterde zijn vrouw me toe: 'Hij heeft het ding pas, staat er de hele dag mee te goochelen.'
Twee Israëlische kinderen mochten een oude pijpenkop uitkiezen om mee te nemen. Toen zij in het mandje stonden te graaien om er eentje met een merkje uit te vissen, kwam hun pa tussenbeide met: 'Hoeveel gaat dit kosten?'  Waarschijnlijk was hij in Nederland al eerder te grazen genomen, maar dit maal kwam hij er zonder z'n portemonnee te trekken vanaf.


Aanbevolen:
In de avonduren het nageouwehoer over het Skûtsjesilen op Omrop Fryslân TV met de schippers en de beste zeilers aan wal ; gezellig en humoristischer dan de Tour de France.
 
zaterdag
21  juli 2007

ingangspoort  museumgoudA en vijfkoppige pijp uit het museumGouds pijpenmuseum
De collectie kleipijpen uit het vorig jaar november ontruimde pijpenmuseum De Moriaan heeft een waardige plek gekregen in het Catharina Gasthuis. De ruimte is sfeervol ingericht en de pijpjes liggen er gelikt en overzichtelijk bij. Het geheel heeft een beetje de uitstraling van een sjieke juwelierswinkel.
De makke is wel dat er weinig of niets over de mooie spulletjes in woord of beeld wordt verteld. Bij elk pijp is en bronzen plaatje aangebracht met een nummer, maar dat heeft verder geen vervolg. Het zou toch aardig zijn om bijvoorbeeld te weten uit welke periode zo'n ding stamt.  'Als u een volgende keer komt misschien wel, wie weet!, reageerde een suppooste toen ik haar hierop attendeerde. Ook het meeste pijpenmakersgereedschap is in het magazijn verdwenen; ongetwijfeld pasten de roestige werktuigen en de afgeleefde werktafel slecht in deze opzet. Jammer.

De Waag, woensdag:
Rustig middagje wat aantal bezoekers betreft. Een echtpaar uit Florida was speciaal voor het pijpenmaken naar de voormalige werkplaats van Adrie Moerings getogen. Gelukkig had iemand hen verwezen naar de Waag en zagen ze toch nog een pijpje ontstaan. Daarna nog wat Nederlanders voor de tafel en om een uur of vier passeerden me een groepje Engelsen me in alle haast; zij moesten als de gesmeerde bliksem naar de St Jan voor de Goudse glazen. Inderdaad een logische keus.

 

zaterdag
14 juli 2007

Pilote
'Onze ballon wordt bestuurd door een vrouw; dat geeft wel een veilig gevoel', zei mijn vrouw toen we zondagavond in het busje - met op de aanhanger de ballon - stapten om af te reizen naar de opstijgplek. M'n zoon en ik hadden voor onze verjaardagen een ballonvaart cadeau gekregen en de aanhang ging ook mee. We stegen op in Woerden en  met oostelijke wind voeren we op fietssnelheid richting Gouda. Onze kleinzoons vermaakten zich prima met het kijken naar treinen, auto's en koeien onder ons. Van enige nervositeit of spanning was geen sprake; het gaat allemaal zo rustig en vanzelfsprekend dat je je totaal op je gemak voelt.
Onze pilote had tussen Haastrecht en Stolwijk een prima landingsterrein uitgezocht: op de voorgrond een sloot en daarachter een groot weiland zonder hekken en schrikdraad. Door wat later een inschattingsfoutje werd genoemd flikkerde ons mandje precies in die sloot. M'n zoon stond tot aan z'n borst in het water, ik tot aan mijn middel en de rest variërend van knie tot heup. Vrouwen en kinderen gingen als eerste van boord en terwijl m'n zoon en ik nog in het modderige water stonden, troostte de pilote ons met de woorden: 'Gelukkig is de ballon nog droog.'  Voor onze kleinzoons kon de dag niet meer stuk en ze konden de volgende dag op school een pittig verslag over hun weekend ophangen.
Een pijpje roken na afloop om de stank te verdrijven was er niet bij; tabak en pijp hadden ook een bad genomen. 

De Waag, donderdag:
Grote aanloop, op de rustige momenten sprak ik met Duitsers, Israëli, Amerikanen uit Colorado en Virginia, Engelsen en Polen.

 
zaterdag
7 juli 2007


'Je ziet er als een echte pijpenmaker uit, maar je schoenen verraden je', zei donderdag een bezoeker van De Waag. Hij had gelijk: mijn schort zit vol verfvlekken, m'n broek met olievlekken en het T-shirt wat ik droeg is ook al zo'n jaar of tien oud, maar m'n schoenen waren keurig gepoetst en daar moest volgens hem ook wat kalk- en kleismurrie opzitten. Dat poetsen van schoenen zit waarschijnlijk in de genen. M'n vader - zoon van een orthopedisch schoenmaker - werd het poetsen van schoenen met de paplepel ingegoten en hij infecteerde z'n kinderen ook weer met het poetsvirus. De schoenen van m'n zoon zien er trouwens ook meestal perfect uit. Wat je al niet meekrijgt van je voorouders.

Na de demonstratie kaasmaken was er even een oploop bij de pijpenmakersshow. Om dan te gaan uitvissen waar ieder vandaan komt, laat ik maar achterwege. Daarvoor en daarna gaf ik uitleg aan een Canadese, een Italiaan, een gezin met twee kinderen uit Israël, een moeder met haar zoon en dochter uit Quebec en ten slotte een stel uit Zweden. De Canadese vrouw had meer belangstelling voor m'n meegebrachte Friese doorlopertjes dan voor kleipijpen. Zij had op een antiekmarkt een paar gekocht en wilde van mij meer daarover weten. Zo kon ik aan haar nog wat schaatsverhalen kwijt en natuurlijk een demonstratie schaats aanbinden. Waar een pijpenmaker al niet goed voor is.

M'n pijpjes beginnen ook in de smaak te vallen; die dag werden er  maar liefst negen stuks verkocht zo werd me uit de winkel van de Waag gemeld. Ze gingen o.a. mee met Canadezen en Hongaren. Geinig. 
 
zaterdag
30 juni 2007


'Stelt geen moer voor'
Afgelopen weken klaagden bezoekers van de Waag, dat ze tevergeefs naar Gouda waren gekomen voor de Goudse Kaas- en Ambachtenmarkt.  Dat het festijn nog niet van start was gegaan klopte, maar informatie op internet suggereerde iets anders.

Donderdag was het dan eindelijk zover: met een kort toespraakje van de kaaskoningin begon om tien uur de show. Bij de oude ambachten was net als vorig jaar armoe troef. 'Stelt geen moer voor', kankerde één van mijn bezoekers in de Waag. 

Ook in de Waag was de bezetting matig: geen pottenbakker, geen plateelschilder, geen kaarsenmaker, wel werden er kaas en pijpen gemaakt. Toch was de aanloop in de Waag goed te noemen. Vanaf tien uur tot een uur of half vier had ik bij het pijpenmaken over bekijks niet te klagen. Ik heb het niet precies bijgehouden maar ze kwamen weer uit alle windstreken: Schotland, Tsjechië, U.S.A (o.a. lui uit Kansas), Hongarije, Japan, Noord Brabant en uit Gouda zelf.

De organisatie van de Havendagen in Gouda had vorige week wel wat leuke oude beroepen bij elkaar weten te trommelen: o.a. een touwslager, een glazenier, een koperslager, een mandenmaker, een zilversmid, zeilmakers en scheepsbouwers die een oude schuit restaureerden.  Bovendien werd het publiek opgevrolijkt met zang van havenkoren - sommige voeren per schuit door de grachten - met namen als de Bataven, de Kadeklinkers, het Viswijvenkoor en de Gebekte Wijfies.
 
zaterdag
23 juni 2007

Pijpenkabinet
Toen ik vorig jaar een kijkje nam in het Pijpenmuseum De Moriaan aan de Westhaven in Gouda, was het daar een rustige boel. Achter de balie bij de ingang zat een mevrouw die onmiddellijk bekende geen idee te hebben van wat er in het museum te bekijken viel en verwees voor eventuele vragen naar een tafel met boeken die ik kon aanschaffen. Op de etage waar de pijpen en aanverwante spullen stonden uitgestald, was geen hond te bekennen. Pure zelfbediening dus.
Sinds december vorig jaar is de collectie van het pijpenmuseum verhuisd naar Museum GoudA en is De Moriaan apothekersmuseum geworden.

Hoe anders verloopt een bezoek aan het Pijpenkabinet aan de Prinsengracht 488  in Amsterdam. Een enthousiaste pijpenkenner vertelt honderduit over de geweldige verzameling pijpen afkomstig uit heel de wereld. In het bezit van het Pijpenkabinet zijn onder vele andere de vroegste pijpen ter wereld, ruim 3000 jaar oud en gevonden in een grafveld in Laos. Van kleipijpen maken had hij ook kaas gegeten en zijn aanwijzingen bijvoorbeeld met betrekking tot het bakken van pijpen kwamen goed in mijn kraam te pas.
In het souterrain van het sfeervolle grachtenhuis bevindt zich de museumwinkel  met een sortering hedendaagse pijpen waar geen sigarenboer tegenop kan. Pittige prijsjes, dat wel.

Bij het pijpenmaken donderdag bekijks van een echtpaar uit Ermelo, vier vrouwen uit Zeeland, een gezin met twee kinderen uit Oregon (U.S.A. ), een drietal Australiërs, drie Hagenaars en twee Brabanders.
Commentaar van de laatsten na een kennelijke iets te vlotte uitleg: 'Ho ho eens even, kun je niet ondertitelen?' 
 
zaterdag
16 juni 2007


Tip
Fooien geven is niet mijn sterkste punt. In een restaurant waar ik netjes wordt bediend, heb ik er geen moeite mee om bij het afrekenen een bedragje bovenop de rekening te doen. Mijn probleem doemt meestal op in situaties waarbij ik me afvraag of ik met een tip de ontvanger niet in verlegenheid breng. Bijvoorbeeld bij een rondleiding in Pompeï werd door de reisorganisatie een in Italië wonende Nederlandse wetenschapster ingehuurd om voor het gezelschap het verleden te doen herleven. Het werd een niet alleen leerzame, maar ook een vrolijke en amusante tocht door de ruïnes. Toen aan het eind van de rit sommige mensen naar haar toe schuifelden om haar op min of meer sluikse wijze een muntje in de hand te drukken, kwam dat bij mij wat gênant over.
Afgelopen donderdag na een wat mijn betreft leuk gesprek en een demonstratie van het maken van een pijpje probeerde een bezoeker me twee euro in de hand te drukken. Ik voelde me toen min of meer in mijn niet meer aanwezige kuif gepikt en heb 't vriendelijk glimlachend weggewuifd. Waarom? Tja, het was toch mijn gevoel dat hij mij door dit gebaar op een typisch plekje had neergezet. Ach, misschien wilde hij ook alleen maar aardig zijn.

In de loop van de middag werden pijpjes gemaakt voor twee Koreaanse vrouwen vergezeld van hun kinderen, een stel waarvan de vrouw uit Spanje en de man uit Mexico kwam en twee studenten respectievelijk uit Dubai en Mexico die in Rotterdam een Hbo-opleiding volgden. Een gezelschap van Duitse vrouwen passeerde na de demonstratie kaasmaken de pijpenmakerij in grote haast; zij moesten hun bus halen, die ook zonder hen onverbiddelijk op tijd zou vertrekken. Jawohl, Ordnung muss sein
  

zaterdag
9 juni 2007

Een vrouw uit Zuid-Afrika wilde graag voor haar vader een pijpje kopen. Natuurlijk probeerde ik haar er eentje van mijn makelij aan te smeren; goedkoop en origineel. Die vlieger ging mooi niet op, zij moest per se een in de vitrine van de Waag liggend met Delfts blauw beschilderd exemplaar hebben uit de overgebleven voorraad van voormalig pijpenmaker Adrie Moerings. Inderdaad een stuk mooier dan de mijne, maar wel bijna tien euro duurder. Daar maalde zij niet om. Tabak moest er ook bij en daartoe verwees ik haar naar de tabakswinkel op de Markt. Nee, dat was niet de bedoeling: er moest gewoon wat tabak in de aangeschafte pijp. Dus heb ik die maar gestopt met wat tabak uit mijn zakje.

Er belde een man op uit Best. Een week daarvoor had hij bij z'n bezoek aan De Waag een leuk kruidenkaasje gekocht. Tijdens het bezoek van kennissen serveerde hij een glaasje wijn en sneed hij vol trots het lekkers uit Gouda aan. Dat laatste lukte hem niet; keihard en onder het gele omhulsel zat een gipsachtige materie. De medewerkster van de Waag had het onmiddellijk door, er was een etalage-exemplaar verdwenen. Vorig jaar waren ze er ook al één kwijt.
 
De demonstraties pijpenmaken werden verzorgd door mijn leerling die er al aardig sjoege van begint te krijgen. Volgende week woensdag gaat hij het waarschijnlijk in z'n uppie optreden. Bij ons langs kwamen: een vrouw uit Israël, twee vrouwen uit Zuid-Afrika, waarvan één zich vanwege de onzekere toestand daar zich in Nederland had gevestigd, een Engelsman die Nederlands had gestudeerd en onze taal onberispelijk sprak en om kwart voor vijf een gezelschap van zo'n vijftien personen die ons in grote haast passeerden zonder een blik op de pijpenmakerij te werpen. Dat kwam ons eigenlijk wel goed uit: inpakken en wegwezen.

 

zaterdag
2 juni 2007

Op de toonbank van het Gouds Kaas- en Ambachtenmuseum liggen tussen allerlei ander snuisterijen prachtig in cellofaan verpakt de pijpen Antje, Jaapje en Martijntje te koop. Vorige week had ik de in het museum en thuis gemaakte pijpen laten bakken bij een pottenbakster en het resultaat was zodanig dat de dames van het winkeltje onmiddellijk het assortiment met de pijpjes hebben uitgebreid. De prijzen variëren van ongeveer drie  tot zes euro en dat vind ik flink aan de maat, maar ja alles is tegenwoordig schofterig duur.

Donderdag hadden mijn leerling en ik niet te klagen over het bezoek. Een gezin uit Groningen, twee Afrikaansen, een echtpaar uit Bergambacht, een Zwitserse uit Brig, een Duitser uit Leipzig en een grootmoeder met haar kleinzoon hier uit de omgeving kwamen in de loop van de middag buurten.

De Afrikaansen liet ik voor de lol een uit Afrika afkomstige uit hout gesneden pijp met een prachtige kop zien. Zij werden er helemaal vrolijk van en vonden het de allermooiste pijp, waar die kleidingen van ons niet tegenop konden.
 
Na mijn uiteenzetting dat de pijpenmakerij in Gouda in de zeventiende en achttiende eeuw tot grote bloei kwam, stelde de grootmoeder me een slim vraagje: 'Waarom vestigden de pijpenmakers zich juist in Gouda?' Het antwoord had ik een keer gelezen: de pijpenmakers konden in Gouda een goede start maken, omdat aanvankelijk de aanleg van ovens niet nodig was. Gouda had toen al een groot aantal pottenbakkerijen met ovens, waarin nog ruimte genoeg was voor het meebakken van pijpen. Uiteraard brachten de pottenbakkers voor deze dienst wat in rekening, maar dat woog niet op tegen de kosten die de aanleg van een oven met zich meebracht. De vraag waarom die pottenbakkers juist in Gouda zaten, bleef gelukkig achterwege.

 
zaterdag
26 mei 2007


Donderdagmiddag kwamen maar twee vrouwen uit Polen, twee vrouwen uit Duitsland en een echtpaar uit Ridderkerk bij het pijpenmaken langs. Lekker rustig dus en dat kwam goed uit. Een eventueel toekomstig vrijwilliger hield mij namelijk gezelschap om te bekijken of het pijpenmaken iets voor hem was en in alle rust kon hij met klei en mallen gaan stoeien. Over het resultaat kon hij best tevreden zijn, want aan het eind van de middag lagen er van zijn hand twee leuke pijpen te drogen. Of hij het pijpenmaken echt bij hem is aangeslagen, blijft nog even de vraag; volgende week komt hij nog een middagje kijken.

Vrijwilligers
Het blijft natuurlijk lastig mensen te vinden die bereid zijn als vrijwilliger oude ambachten te demonstreren. Van de ongeveer twaalf mensen die zich indertijd aanmeldden als toekomstig pijpenmaker zijn er nu drie overgebleven. Het grootste deel haakte om niet precies te peilen redenen af.
Vrijwilligers kunnen naar beweegreden grofweg worden verdeeld in drie categorieën:
~ profijtvrijwilligers:
zij doen het werk om aanzien te verwerven, ervaring op te doen voor een toekomstige baan, hopen op omzetting van het vrijwilligerswerk in een betaalde baan, kennis op te doen over hun ziekte ingeval van patiëntenverenigingen e.d. of  hun c.v. op te sieren met een belangrijke bestuursfunctie;
~ hobbyvrijwilligers:
zij willen zonder verdere pretenties wat van hun vrije tijd nuttig besteden aan een hun passende bezigheid, waarbij bijvoorbeeld het ontmoeten van andere mensen van allerlei pluimage een leuke bijkomstigheid is;
~ pur sangvrijwilligers:
zij zetten zich eenvoudigweg uit liefde in voor de medemens en/of werken uit levensovertuiging mee aan het oplossen van problemen in onze maatschappij. In deze groep figureren de vrouw die belangenloos haar oude buurvrouw helpt tot en met de man die zonder verdere bijbedoelingen voorzitter is van een speeltuinvereniging.

Het Ambachtenmuseum zal haar medewerkers moeten zoeken in de groep hobbyvrijwilligers die ook een beetje willen profiteren van de mogelijkheden van De Waag wat betreft gereedschap en materiaal.

Bovenstaande indeling heeft overigens niets te maken met de kwaliteit van het geleverde werk; dat hangt helemaal af de persoonlijke instelling van de vrijwilliger. Wel kan de opsomming nuttig zijn bij het beoordelen of iemand in aanmerking komt voor een penning, erelidmaatschap of een lintje. Mijn idee: uitsluitend de pur sangvrijwilliger.
 
zaterdag
19 mei 2007

Pottenbakkersfestival
De pottenbakkers hadden mazzel; op beide Goudse Keramiek Dagen - vroeger Gouds Pottenbakkers Festival - scheen het zonnetje lekker en de temperatuur was aangenaam.

Prachtige gelegenheid dus om op je gemak wat over de Markt heen en weer te hobbelen en hier en daar een kijkje te nemen. Anders dan op Hemelvaartdag was het vrijdag voor de middag bovendien lekker rustig, behalve bij de kraam waar benodigdheden voor pottenbakkers werden verkocht. Dat was de kraam die goede zaken deed en bij de anderen was over 't algemeen het parool: 'Kijken, kijken en niet kopen.' Voor de niet-kenner van keramiek zijn de potjes en schalen ook wezenloos duur, omdat de meeste bezoekers er geen benul van hebben hoeveel uren handwerk er in de vervaardiging van een voor hun ogen simpel vaasje zitten.

Het Ambachtenmuseum in de Waag profiteerde mee van de drukte op de Markt en mede door de toegangsprijs te verlagen tot twee euro was het daar gezellig druk.

Vandaag was mijn oefensessie en in de loop van de middag keken elf mensen toe. Zij kwamen uit Trier, Noorwegen, Rotterdam, Ridderkerk en Heerlen. 

De foto's beginnend links boven met de klok mee:
* pottenbakker bezig met het draaien van een vaas;
* een op afstand met touwen aangedreven draaischijf;
* twee kramen met koopwaar;
* twee deelneemsters aan de wedstrijd hoogste vaas draaien met vijf kilo klei gedurende zes minuten, zij haalden 50 en 48 centimeter, de hoogste vaas tot dat moment was 79 cm (Adrie Moerings), de uiteindelijke winnaar werd Thomas König met 82,5 cm, vorig jaar haalde de winnaar 90 cm;
* Adrie Moerings - laatste keer deelnemend als pottenbakker, mijn leermeester pijpenmaken - in z'n kraam bezig met de administratie van de wedstrijd 'hoogste vaas'; 
* keramiste bezig met haar mobiele oven.

 

zaterdag
12 mei 2007

Afgelopen donderdagmiddag waren er amper wat bezoekers op de ambachtenetage van de Goudse Waag: een man op leeftijd en een Italiaans paar. Desalniettemin heb ik me prima vermaakt met het uitproberen van door mij nog niet gebruikte kasters (mallen) en het afwerken van te bakken pijpen.

De ouwe baas kwam ongeveer gelijktijdig met mij binnen en vertelde dat hij uit Abcoude bij Amsterdam kwam. Ja dat kende ik wel vanwege een schaatstocht daar in de buurt, een tocht bij vriezend weer in de mist en waarbij de schaatsers voortdurend werden gewaarschuwd voor het bevriezen van de ogen. Steeds knipperen met de ogen was het parool. De Botsholttocht wist hij en er was toen nog een brugwachter verdronken. Hoe kwam dat, wilde ik weten. Door het ijs gezakt natuurlijk. Hij zou eerst de rest wel bekijken en bij mij terugkomen om het pijpenmaken te bekijken als ik m'n spulletjes voor de dag had gehaald. Toen ik voor hem klaar zat, riep hij vanaf de trap dat hij naar huis ging.

De Italianen kwamen uit Turijn, aardige en geïnteresseerde mensen. De vrouw sprak Engels en ik was niet te beroerd een paar Italiaanse woorden te spuien op het moment dat ik de mal opende en daarin een gave pijp bleek te zitten: a pericoloso sporgezi. Dat of iets anders gespeld stond in de jaren vijftig op een koperen bordje in Italiaanse treinrijtuigen en betekent zoiets als 'Niet uit het raam hangen.' 
 
zaterdag
5 mei 2007


Vrijmarkt
Onze kleinzoons konden om half zeven nog net een plekje veroveren op de vrijmarkt die op Koninginnedag op de Raam in Gouda werd gehouden. Sommige lieden waren 's nachts om twee uur al present om beslag te leggen op een goede plaats. De handel van onze mannen bestond uit voor hun afgedaan speelgoed en wat overbodige rotzooi van zolder. Twee belegen kostuums van hun oude heer gingen gelijk als eersten over de toonbank en in de loop van de ochtend volgde een gedeelte van hun speelgoed. Om een uur of twee hielden ze de handel voor gezien. Thuis werd natuurlijk als eerste de opbrengst geteld: 79 euro, hun dag kon niet meer kapot.

De Waag zat die dag verstopt achter een groot podium, waarop 's morgens een meidengroep stond te springen met bijbehorende keelgeluiden. Het muziekkorps de Pionier marcheerde eenzaam door de buitenwijken om bij verpleeg- en ziekenhuizen wat nummertjes ten gehore te brengen.

Woensdagmiddag: een 'lesje' pijpenmaken gegeven aan een mogelijk toekomstig pijpenmaker. Hij deed het niet slecht, dus hopelijk krijgen we uitbreiding van het pijpenmakersgilde.
Donderdagmiddag: In de loop van de middag kreeg ik bezoek van tien Polen, twee Amerikaanse dames uit de buurt van Chicago, een Nederlandse oma met haar kleinzoon, twee echtparen uit de U.S.A., een echtpaar uit Australië en op de valreep een Frans gezin met twee kinderen. De moeder was gelukkig van Nederlandse komaf, want mijn Frans beperkt zich tot bonjour en adieu.

 
 

zaterdag
28 april 
2007

Noodkreet Waag
Zo opende de Goudse Post deze week in vette grote letters zijn voorpagina met daaronder 'Groot tekort aan vrijwilligers, sluiting attractie dreigt!'  en een toelichting waarin wordt uiteengezet waarom nu een flinke behoefte aan versterking van het korps vrijwilligers is ontstaan. In het kort komt het erop neer dat onvoorzien door verhuizing, ziekte en privé-omstandigheden een aantal vaste krachten afscheid heeft moeten nemen.
Een paar pagina's verder wordt onder de kop 'Boeiend werk in de Waag!' een uitvoerige oproep gedaan om zich als vrijwilliger aan te melden.

Er zou inderdaad wat meer leven in de brouwerij moeten komen, zeker wat het ambachtendeel van het museum betreft. De pijpenmakerij is mager bezet met drie man die ieder één middag voor hun rekening nemen. Een pottenbakker en een plateelschilder heb ik dit jaar nog niet gezien en een kaarsenmaker sporadisch.

Het pijpen- en kaarsenmaken kan in het museum worden geleerd, terwijl amateurpottenbakkers en -plateelschilders (m/v) daar hun kunsten aan een nauwelijks kritisch publiek afkomstig uit alle werelddelen kunnen vertonen. Interesse: De Waag, tel. 529996 van 12.00 tot 17.00 uur op di t/m zo.

Op mijn middag kwamen langs: een Venezolaan, vier Fransen, twee Hongaren, een echtpaar uit Maryland (USA) en een groepje van een zestal Amerikanen.
 
zaterdag
21 april 
2007


Aanwinst
Met het hiernaast afgebeelde materieel gaf de laatste Goudse beroepspijpenmaker Adrie Moerings in zijn werkplaats z'n pijpenmakersshow voor toeristen en geïnteresseerde klanten. Een simpel stevig tafeltje en een bankje, beide op maat gemaakt door z'n vader, waarop een kleine pijpenbankschroef en een rolgoot zijn gemonteerd. Het is een bijzondere handige werkset om in de auto mee te nemen voor demonstraties buiten z'n werkplaats. Adrie zat er mee in de vakantieweken op de Goudse Kaas- en Ambachtenmarkt, maar ook verscheen hij op plateelmarkten in binnen- en buitenland. Zelfs een autodealer die z'n nieuwe auto's presenteerde heeft hem eens ingehuurd.

Zijn attributen staan nu in de Waag, want het behoorde tot de spulletjes die het museum heeft overgenomen. Daar zijn de leerling-pijpenmakers mee in hun sas; zij kunnen met deze mobiele werkplaats hun kunsten nu ook buiten de Waag vertonen.

Het was donderdagmorgen aardig druk geweest met bezoekers, maar toen ik om één uur verscheen was het meer dan rustig. Aan m'n werktafel verscheen een Japans stel met hun ongeveer tienjarige dochter. Het hele gebeuren werd uit en te na digitaal op video en foto vastgelegd. en ik ontkwam er niet aan om samen met de dochter voor een kiekje te poseren. Twee oudere echtparen uit Hannover kwamen ook op bezoek. Eén van de mannen sprak behoorlijk Nederlands en ik vroeg hem of hij speciale bindingen met Nederland had. Zijn antwoord: 'Ik vind Holland een zeer interessant land en een mooie taal hebben, en daarom heb ik me het Nederlands eigen gemaakt.'


  
zaterdag
14 april 
2007


Donderdag klokslag één uur verschenen in de pijpenmakerij van de Waag een twintigtal scholieren uit Noord-Frankrijk in de leeftijd van zo'n jaar of zestien, zeventien. Hun begeleidster sprak gelukkig Nederlands met een Vlaamse tongval en vroeg me hoe we in 't vat zouden gieten: 'Geeft u tijdens het pijpenmaken uitleg in het Frans of zal ik uw praatje vertalen?' Ik koos voor het laatste, want ik zou niet verder komen dan 'Papa fume un pipe.' Vooraf had zij mij iets delicaats toe te vertrouwen.Een paar jaar geleden had zij namelijk met een groep opgeschoten Franse jongelui een bezoek gebracht aan een pijpenmaker en daar was een min of meer gênante situatie ontstaan. Pijpenmaken in het Frans heeft ook een seksueel getinte betekenis en iedere keer als het woord pijpenmaken viel, barstte de club in gegniffel uit. De pijpenmaker begreep niets van de lol en was min of meer aangeslagen van het gedoe. Dus gewapend met deze voorkennis behoefde ik volgens haar niet in de stress te geraken. Wat 'faire un pipe' in z'n schunnige betekenis was, wilde ze mij niet uitleggen: 'Begin ik alsnog te blozen.'  Het Franse woordenboek thuis stammend uit de jaren vijftig kende de uitdrukking ook niet, dus ik blijf  in het ongewisse. Het viel trouwens mee; een paar knapen in de achterhoede deden wat lacherig toen de term viel, maar de rest had zichzelf aardig onder controle.

Het was die middag een komen en gaan. Behalve de Fransozen kwamen een echtpaar uit Engeland, gezinnen uit Dresden en Keulen, vijf volwassenen en vier kinderen uit Amerika, een meisje uit Oostenrijk en een gezelschap van zo'n vijftien tot twintig politiemensen voor de werktafel het kunstje bekijken. Zo'n grote groep lijkt moeilijker, maar dat is het niet. Om een beetje zicht op het gebeuren te hebben, staan de toeschouwers dan niet op je lip en hebben niet zo gauw in de gaten als er een verfomfaaid pijpje uit de vorm komt. Wat dat betreft ging het aardig goed, al behoren mijn pijpjes niet tot kwaliteitsklasse 1.
   
zaterdag
7 april 
2007


Donderdag gingen de grote deuren van de Waag open voor het nieuwe seizoen van het Gouds Kaas- en Ambachten museum. Om half elf was ik present om de drommen volk die binnen zouden stromen het pijpenmaken te laten zien. Dat was gezien het begin van het seizoen niet te verwachten, maar in de loop van de dag meldden zich bij mij gezinnen met kinderen uit Bremen, Stuttgart en Hannover, Amerikanen uit Connecticut, meisjes uit Ottawa en een Deense jongen met z'n Hollandse vriendin.

Goudse pijpjes halen
Aan m'n minishow in de Waag zijn twee elementen toegevoegd: schaatsen en pijpenkoppen. In de pijpenmakerij hangt een uitvergroot artikel uit de Goudsche Courant met een foto uit 1933 van schaatsers die uit Rotterdam kwamen om Goudse pijpjes te halen. Aan m'n toeschouwers vertel ik daar wat over: uit de wijde omgeving van Gouda kwamen 's winters via bevroren rivieren, weteringen, kanalen en sloten jong en oud per schaats naar Gouda, kochten hier stroopwafels en Goudse pijpen en uitgedost met deze attributen aanvaardde men de terugreis. Weer thuis konden ze dan bewijzen dat ze in Gouda waren geweest en dat ingeval de pijpen nog heel waren de schaatskunst goed meester waren. Op de foto is nauwelijks te zien op wat voor schaatsen die lui voortkrabbelden en daarom heb ik een paar oude doorlopertjes van voor de Tweede Wereldoorlog meegenomen. Nederlanders herkenden die dingen nog wel, maar buitenlanders staarden met ongeloof naar de stukken hout met een reep ijzer, een paar leren bandjes en de schaatslinten. De onvermijdelijk vraag hoe die schaatsen een beetje stevig onder de voeten bleven zitten, kwam vrijwel onmiddellijk en ik moest als toegift een lesje schaatsen onderbinden geven.

Van Golda, de archeologische vereniging in Gouda, heb ik een zakje pijpenkoppen gebietst en aan het slot van m'n demonstratie mochten deze week buitenlanders en kinderen uit een bonbonschaaltje een pijpenkopje uitkiezen. Dat wilde wel; er werd naarstig gezocht naar een mooi merkje en de voorkeur ging ook nog uit naar koppen waaraan te zien is dat ermee is gerookt. Hopelijk krijgen ze geen problemen bij de douane wegens het smokkelen van cultuurhistorische bodemschatten.

Het praatje over doorlopertjes en het weggeven van pijpenkoppen lijkt aan te slaan, dus die houden we er voorlopig in.
 
zaterdag
31 maart 
2007


De pijp aan Maarten
Het is er dan toch van gekomen: aanstaande maandag verkoopt  Adrie Moerings - pottenbakker en pijpenmaker te Gouda - zijn laatste spullen tegen afbraakprijzen en geeft definitief de pijp aan Maarten. Donderdag ben ik nog even bij m'n leermeester langs geweest en heb gebruikmakend van z'n 50% opheffingskorting twee pijpjes gekocht. Ze zijn van het type pijpen die ik zelf kan maken en kunnen als vergelijkingsmateriaal dienen om de eigen frutsels op vakbekwaamheid te schatten.
Hij was druk met opruimen en vroeg me een aantal keren: 'Kun jij dit nog gebruiken?' Ik vertrok bij hem met twee gevulde fietstassen met onder andere een pak klei en een zak met schelpenzand. Wat moest hij en wat moet ik met schelpenzand? Adrie had een paar koerduiven en de bodem van de kooi was met een laag schelpenzand bedekt. Ik gebruik het zand om slakken op afstand te houden van primula's en hosta's.  

Volgende week donderdag wordt  het Goudse Kaas- en Ambachtenmuseum wakker uit haar winterslaap. De eerste schermutselingen voor mij zijn achter de rug, namelijk geholpen bij het inrichten van de pijpenmakerij. De Waag was afgelopen winter verhuurd aan een evenementenbureau en gereedschap, versiering  en materiaal waren op zolder opgeslagen. Het was nog wel een gezoek op die zolder, want de spullen waren hier en daar neergekwakt, maar het overgrote deel werd teruggevonden. Wat mij betreft kan de pijpenmakersshow weer beginnen.
 
zaterdag
24 maart 
2007


Ophogen (2)
Na de acht kuub zand van vorige werd afgelopen dinsdag twee kuub zand en woensdag nog eens acht kuub aarde op de parkeerplaats gelost. Dat werd door mijn vrouw en mij op tot en met donderdag een uur of half vijf naar de achtertuin gekruid. Iedere keer als ik kruiwagen aarde in de tuin kieperde, dacht ik: 'We hebben nooit genoeg', kwam ik weer bij de grote berg op de parkeerplaats dan vroeg ik mij af hoe we het ooit in de tuin zouden kwijt raken. Uiteindelijk kwam het precies op z'n pootjes terecht: de tuin ligt weer op flinke hoogte en vrijdag en zaterdag kon ik met de herplant beginnen. Zoals altijd gebeurt waren door het heen en weer gerag met de kruiwagen een aantal tegels scheef en verzonken komen te liggen en vooral bij de randen kon ik aan het hertegelen. Morgen nog wat schermutselingen met bodembedekkers en dan is dit feestje ook weer achter de rug.

CVI
Juli vorig jaar ontstond deze rookwolk aan de Croeselaan in Utrecht toen het CVI-gebouw *) tijdens de voorbereidende werkzaamheden van de sloop geheel ongepland en spontaan in elkaar flikkerde. Kennelijk zat er nog wat eigengereidheid van z'n vroegere bewoners tussen het beton. Vrijdag laat in de middag kwamen zo'n tweehonderd van die bewoners voor een reünie bijeen, maar er was hoegenaamd geen aandacht voor het filmpje dat het instorten van ook mijn eertijdse werkplek liet zien. Vrolijkheid heerste alom over het weerzien van oude makkers en collega's. Bijna ontroerend was het hoe blij sommigen werden als ze na zo'n twintig of dertig jaar hun oude maatjes weer konden begroeten. Tussen neus en lippen door ving ik deze nog op van iemand die zijn ondertussen aangekweekte lichaamsomvang stond te verklaren: 'Ach, je moet tevreden zijn met je eigen lijf en ik heb er gelukkig veel van.'

*) CVI: Centrum voor Informatieverwerking, niet meer bestaand 

zaterdag
17 maart 
2007


Ophogen (1)
Na een paar dagen gehijs en gesleep met planten, tegels, straatstenen en zand doen mijn vrouw en ik het vandaag en morgen kalmpjes aan.
 
De achtertuin had namelijk een ophoogbeurt nodig; zo eens in de zes jaar moeten we aan de bak om nog in ons huis te kunnen komen. Vorige week werd tien kuub zand en acht kuub aarde besteld en afgelopen donderdag werd het zand op een naburig parkeerterreintje gedeponeerd. Woensdag was ik aan 't ruimen geslagen: kleine planten in kisten, straatsteentjes en een gedeelte van de tegels in de poort buiten de tuin gestald.

Het zand arriveerde om kwart over negen, maar ik was al vroeg in de weer om de parkeerplaatsen die op de kortste afstand van de tuin lagen met eigen auto en een vuilnisbak vrij te houden. Na de koffie en met het zonnetje op de bol gingen we aan de slag. Vrijdag om een uur of vier had m'n vrouw het zand de tuin ingereden en ik zo tegen de driehonderd tegels weer op z'n plek gelegd. Helemaal klaar met het zand zijn we nog niet; we komen nog zo'n twee kuub zand tekort. Bij de vorige ophogingen klopte het steeds aardig, maar in de loop der jaren zal een kuub ook steeds minder zijn geworden. Aanstaande dinsdag wordt alsnog twee kuub zand bezorgd en dan kunnen de nu nog resterende vijftig tegels er ook in worden getimmerd. Tot woensdag lopen we op dijkjes door de tuin: dan gaat acht kuub tuinaarde voor een weer normaal tuintje zorgen.
 

zaterdag
10 maart 
2007


Volgzaam
Met een pijp bungelend in je mond is er altijd wel iemand die een praatje wil maken. Laatst vroeg mij iemand de weg en toen ik hem dat had gewezen, vroeg hij: 'Mag ik vragen wat voor tabak jij rookt?' Stof voor een kwartier geouwehoer en dat door hem werd afgesloten met: 'Hoe moest ik er ook alweer komen?'

Mojave woestijn: op weg van Palm Springs naar Phoenix, 7 mei 1990Ook in landen waar de taalbarrière het onmogelijk maakt met de bevolking te communiceren, kan de pijp aanleiding zijn tot een simpel contact. Als je bijvoorbeeld in Peking op straat liep, speelde zich het volgende ritueel af: een Chinees tikje je op de schouder, liet zijn pijp zien, we glimlachten naar elkaar, ik pakte mijn pakje tabak, hij liet zijn tabak ook zien, we stopten een pijpje van elkaars tabak en namen lachend afscheid. Meestal was de Chinese tabak eigen teelt zonder dat het was gefermenteerd; het brandde dan ook als een fakkel.

Op een parkeerplaats onderweg van Palm Springs naar Phoenix door de Mojavewoestijn was het contact met een pijprokende Amerikaan iets diepgaander. Na het gebruikelijke geklets over pijp en tabak vertelde hij dat hij onderweg was naar Mexico; hij ging een vrouw halen. Over het waarom lichtte hij ons in: had zijn vrouw de deur uitgedonderd en was gescheiden. Amerikaanse vrouwen deugden namelijk niet, lui met een gat in hun hand en bovendien nog een grote bek. Vandaar dat hij op zoek ging naar een Mexicaanse. Die konden goed koken, deden het huiselijk werk met plezier, waren volgzaam en konden beter met geld omgaan, omdat ze het niet breed waren gewend. Na hem succes en geluk te hebben toegewenst zetten wij onze reis voort. Het commentaar van m'n vrouw was kort en krachtig: 'Wat een akelige rot vent'.
  
zaterdag
3 maart 
2007


Opruimen
Vandaag organiseerde onze skiloopvereniging de finale van de opruimingswerkzaamheden van de baan gelegen op het terrein van het zwembad de Tobbe. Alle kunstloipes en glijmatten en bijbehorend spul moeten tijdig voordat het zwembad open gaat, zijn verwijderd. Gelukkig kan het worden opgeslagen naast de kantine van de club die ook op het terrein staat.

Toen mijn vrouw en ik vanochtend opstonden, regende het pijpenstelen en er was deze week al behoorlijk wat naar beneden gekomen; bijna 60 mm viel er in onze achtertuin. Met een paraplu op begaven we ons om kwart voor negen naar het wat later bleek modderfestijn. In de loop van de ochtend groeiden het aantal werkers tot zo'n dertig man/vrouw en de regen werd geleidelijk minder.

De vrouwen kuisten de huurski's, -stokken en -schoenen, de mannen ontfermden zich over de matten, kunstloipes en het materiaal dat onder de loipes en matten was aangebracht. Een gedeelte van de loipes werd met een hogedrukspuit behandeld. Aanvankelijk werd het materiaal met een auto en aanhangwagen naar de opbergplaats getransporteerd, maar de grasmat had daar te veel van te lijden. Een handkar werd ingeschakeld en door een paar goed afgetrainde sporters bediend.

De keuken was goed bevrouwd; koffie, thee, chocolademelk, tomaten- en erwtensoep zorgden voor een optimale conditie. Na afloop was gelegenheid jezelf met de hogedrukreiniger af te spoelen. Mijn uitrusting was voor dat soort fratsen minder geschikt; dat werd thuis uitkleden op de keukenmat.

  
zaterdag
24 februari
 2007


Schoolplein
De kleinzoons hadden voorjaarsvakantie
en ze kwamen een paar dagen bij ons logeren. Dat betekende één dag met de trein naar Naturalis in Leiden. Dit reisje maakten we nu onderhand voor de derde of vierde keer, maar door de steeds wisselende onderwerpen, waarbij jeugdige bezoekers actief aan allerlei proeven kunnen deelnemen, hebben de maten het daar gruwelijk naar hun zin.
 
Natuurlijk hebben ze ook geprobeerd een kleipijpje te maken en met een beetje hulp werden twee pijpjes gefabriceerd, die er nog geeneens zo rot uitzagen.

Bij hun bagage zat uiteraard een bal, want er moest met opa worden gevoetbald. Zondagmiddag gingen we naar het met kunstgras aangelegde trapveldje in de buurt om wat te pingelen. Jammer, het was bezet door twee teams van volwassen kerels die net hun partij begonnen, dus wij moesten op zoek naar iets anders. Het schoolplein vlakbij ons huis was geen alternatief, omdat het tegenwoordig is beveiligd met hoge hekken. Desondanks rammelde één van de jongens aan het toegangshek en verdomd het ging nog open ook. Het hek werd op een kier gezet en wij konden aan de bak. 'Klik', hoorden we nog geen minuut later; het hek was dichtgegaan en met geen mogelijkheid meer open te krijgen. Eerst een rondje gemaakt om te kijken hoe we uit onze zelf min of meer gecreëerde gevangenis met hekken van twee meter hoog en puntige spijlen konden ontkomen. Lauw loene met de klep dich, zoals ze in Utrecht zeggen. Ik voelde me wel wat vals in de arie gefloten, maar de kleinzoons waren onverstoorbaar. M'n jongste kleinzoon Stan opperde een complottheorie: 'Ze hebben ons in de val laten lopen, opa.'  Lars was meer oplossingsgericht: 'We slaan een ruit in, kruipen erdoor, lopen door de school, slaan aan de andere kant waar geen hekken zijn er nog eentje in en we zijn eruit.'  Uiteindelijk kwamen we tot overeenstemming: we zouden proberen Stan over het hek te krijgen en die zou oma met een keukentrap gaan halen. Zo gezegd, zo gedaan. Stan werd door mij op het hek getild, hij kon terwijl ik hem vasthield precies tussen de scherpe spijlen staan en heb hem met de armen door de spijlen langzaam naar beneden laten zakken. Oma wist niet precies wat ze van Stans verhaal moest denken, maar ging toch maar met de keukentrap op pad. De keukentrap werd over het hek gemanoeuvreerd, helaas pasten onze schoenen niet tussen de spijlen om een redelijke sprong te kunnen maken. Oma en Stan waren niet te beroerd om een stuk van de ladder thuis op te halen. Met de ladder aan de buitenkant en de keukentrap aan de binnenkant konden Lars en ik met een beetje gedoe ons bevrijden.
Een dag later gingen we weer voetballen. Oma: 'Niet op het schoolplein, jongens!'
 
zaterdag
17 februari
 2007


Hefboom
In de jaren zeventig meldde ik mij op het spreekuur van mijn toenmalige tandarts met in mijn hand een losgeraakte pas ingezette kroon. 'Onmogelijk, een door mij geplaatste kroon zit nog vaster als een gezonde kies', was zijn commentaar. Daar viel dus niet tegenaan te lullen, maar bij het afscheid probeerde ik eigenwijs als ik toen was toch mijn visie te spuien: 'Ik rook pijp en als die in m'n mond hangt werkt dat min of meer als een hefboom en wordt de nepkies misschien wel los gewrikt door het voortdurende heen en weer gewiebel.' 'Onzin', was zijn repliek.
Een zes weken later was ik weer present met de opnieuw losgeraakte kroon. 'Rookt u soms pijp?', vroeg hij en ik gaf dat volmondig toe. Hij pakte uit een kast een model van een compleet gebit, stak een ballpoint tussen de kiezen en gaf een demonstratie hoe een pijp beweging in een kroon kon krijgen. In zijn toelichting gebruikte hij zelfs de termen 'hefboom' en 'loswrikken'. 'Zou het?', jende ik, waarop hij: 'Geen twijfel mogelijk!
 '
 
zaterdag
10 februari
 2007


SneeuwGroenhovenpark te Gouda op donderdag 8 februari 2007
Donderdag was er een flink pak sneeuw voorspeld. Het KNMI had zelfs een weeralarm gegeven en de spoorwegen reden na negen uur 's morgens met een beperkte dienstregeling. Het viel allemaal nogal mee en dat flinke pak kwam er niet van.

Onze langlaufvereniging speelde keurig op de sneeuwval in en opende de materiaalhut, zodat skimateriaal voorhanden was om een paar ommetjes in het naastgelegen park te maken. Prachtige entourage, alleen de bergen op de achtergrond ontbraken. Ook de heuvel op het loipeterrein kon nu met echte sneeuw worden uitgeprobeerd; dat laatste viel een beetje tegen omdat de dunne laag sneeuw snel was weggeremd.

RTL4 zag er wel wat in om wat mooie winterse plaatjes met skilopers te schieten voor haar programma Editie NL. Zij filmden en interviewden een dik uur en om kwart over zes zaten mijn vrouw en ik met een rooie kop voor de buis om hun werk te aanschouwen. Om even over half zeven belde mijn jongste zus: 'Ik zag je op de televisie!'

't Is natuurlijk best leuk en aardig dat skilopen, maar ... tegen schaatsen in de vrije natuur kan het natuurlijk niet op, ook niet in de wintersportlanden. Wat is er mooier dan de schaatsen onderbinden bij de ijsclub van Haastrecht en de Vlist afschaatsen tot het molentje voorbij Bonrepas en daar de Lopikerwaard induiken om met een grote bocht weer bij het vertrekpunt te belanden. En een dagje op de schaats over de Reeuwijkse of Nieuwkoopse Plassen is evenmin te versmaden en breek me de bek niet los over de Grote Princenhoftocht, de Elfmerentocht beiden in Friesland en de Noorder Rondritten in Noord-Groningen, de walhalla's voor de schaatsliefhebbers. Dit zijn zo maar een paar voorbeelden en het lijstje kan gemakkelijk worden aangevuld met andere fantastische tochten. De grote vraag blijft: 'Wanneer gaat het nou eens stevig vriezen, zodat we over de Gouwzee kunnen raggen?' 
 

zaterdag
3 februari
 2007


Trekschuit
Na anderhalve eeuw komt de trekschuit in Gouda terug en de aanstaande uitbaters beloven dat er aan boord een Gouds pijpje kan worden gerookt. Niet als geriefelijk vervoermiddel voor de forensen naar Utrecht, Den Haag of Rotterdam, maar als toeristische attractie. Althans als de plannen van de initiatiefnemers worden gerealiseerd. Het schuitje van zo'n vijftien meter lang en ruim drie meter breed kan zo'n dertig passagiers vervoeren en gaat rondvaren in de Goudse wateren. Het moet nog gebouwd worden, maar de verwachting is dat dit fenomeen in september/oktober aanstaande in de Goudse grachten is te bewonderen.

In de 17de en 18de eeuw was de trekschuit een aantrekkelijk vervoermiddel; sneller en geriefelijker dan in een rijtuig over hobbelige kleiwegen bolderen, want dat was bijna een marteling De eerste trekschuiten waren open boten, niet echt comfortabel als het regende en waaide. Al snel verschenen schuiten met een opbouw van zeildoek. Jan met de Pet bivakkeerde tijdens de reis in deze tent vlak achter de mast, daarachter lag de roef met houten zijwanden voorzien van vensters. De aandrijving geschiedde door paardenkracht of gewoon 'bomen' door het knechtje van de schipper. Langs de trekvaarten waren jaagpaden aangelegd, zodat paard en z'n begeleider (de jager) de boot met een redelijke snelheid konden voorttrekken. Er was over water een geregelde verbinding tussen de plaatsen in Holland en bij afvaartplaatsen was een strakke organisatie opgebouwd. Een ambtenaar legde lijsten aan van passagiers en gaf die mee aan de schuitenknecht. Waren er passagiers te veel voor een bepaalde bestemming, dan rukte een volgende schuit aan.

De plannen klinken bijzonder goed, maar één onderdeel namelijk het aan boord een Gouds pijpje roken kunnen ze wel vergeten. De anti-rookbrigade zal na de eerste berichtgeving in de pers de mouwen al hebben opgestroopt  en de messen hebben geslepen.

- tekening trekschuit van Carl Fuchs circa 1880
- foto"s museumhaven Gouda uit eigen archief
- getipt over dit onderwerp door Richard Brusik.
 
 

zaterdag
27 januari
 2007

Abel Tasman
Dat de pijpenmakerij in de zeventiende eeuw in Gouda zo'n grote vlucht nam, was mede te danken aan de aanwezigheid van ovens voor de pottenbakkerij. Het niet hoeven bouwen van een oven scheelde de pijpenmakers een flinke investering en de pottenbakkers verdienden met het bakken van de pijpen een leuk centje bij. Een ander raakvlak met plateel is het feit dat ik in het Ambachtenmuseum de naaste collega's een plateelschilderes en een pottenbakker zijn. Daarom lees ik tegenwoordig ook artikelen over plateel en aanverwante zaken als dat toevallig voor m'n ogen komt.

Deze week werd in de plaatselijke pers aangekondigd dat op 9 februari in het stedelijk museum  van Gouda - tegenwoordig MuseumgoudA geheten - het verschijnen wordt gevierd van het Gouda Pottery Book. Het driedelige wetenschappelijk handboek beschrijft in het Engels de geschiedenis van een groot aantal fabrieken en producenten van Gouds plateel. De schrijver verzamelde alle gegevens over ontwerpers, plateelmakers, decors, modellen, 2600 werknemers en 1600 merken. 

Waar ik dan paf van sta te kijken is dat de auteur van dit lijvig werk Ron Tasman een Nieuw-Zeelander is. Weliswaar is hij van Nederlandse afkomst, maar je zou eerder verwachten dat dit soort monnikenwerk door een hier geboren en getogen fanatiek verzamelaar ter hand was genomen. Nee dus, een man die op een paar graden na onze tegenvoeter is. Wat ik me wel afvroeg of hij een nazaat zou zijn van Abel Tasman, de ontdekker van de twee eilanden aan de andere kant van de wereld. 

Ook kan hij een zoon of kleinzoon zijn van Adriaan Kok die na de oorlog naar Nieuw-Zeeland emigreerde. Hij had het daar geweldig moeilijk met zijn naam; overal waar hij zijn naam opgaf werd stiekem gelachen of er werden grappen over gemaakt. Hier in Nederland zou natuurlijk hetzelfde zijn gebeurd als hij Adriaan Lul had geheten. Hij was dat op een gegeven moment zo zat dat hij naar de Nederlandse ambassade toog om zijn naam te laten veranderen, maar een naamsverandering was dermate kostbaar dat hij daar maar van afzag, omdat hij dat absoluut niet kon bekostigen. Een tijdje later sprak hij over wat andere zaken een juridisch adviseur en vertelde hem en passant over zijn voortdurende pijnlijke situatie met betrekking tot zijn achternaam. De jurist legde hem uit dat hij voor 12 shilling en zes pence zijn naamswijziging zou regelen. Hij koos als nieuwe achternaam Tasman vanwege het Hollandse tintje en de bekendheid van die naam in Nieuw-Zeeland. Ik had toch liever voor Cook gekozen om de originele naam toch enigszins trouw te blijven.
(Bron lotgevallen Adriaan Tasman: Tasman's Legacy, the New-Zealand - Dutch Connection)
 

zaterdag
20 januari
 2007


NeXity Gouda
De groene zoom tussen de spoorbaan Gouda - Rotterdam/Den Haag en de Jamessingel te Gouda is in korte tijd veranderd van een prachtig natuurgebied met hoge bomen en moestuintjes in een troosteloze vlakte. Alle bomen en struiken zijn geveld en er is geen vogeltje meer te bekennen. Ook de roodborstjes die me 's winters tijdens het spitten gezelschap hielden en de fazanten die me in het vroege voorjaar een beetje pestten door m'n tuinbonen uit de grond te lichten, hebben hun heil elders moeten zoeken. In de sloot die de tuinen scheidde van de weg zouden nog beschermde vissoorten rond zwemmen: de bittervoorn en de grote modderkruiper. De gemeente meldde dat die worden gevangen en elders uitgezet. Dat zal een flink geworstel worden om die modderkruipers boven water te krijgen.

Het gekapte hout ligt te wachten op bezitters van een open haard. De krant meldde dat de stammen gratis konden worden afgehaald en het scheen vorige week zaterdag een drukte van belang te zijn geweest Toch lijkt het of de manie van kampvuurtje stoken in eigen huis onderhand is afgelopen, want langs de kant van de weg ligt nog genoeg materiaal voor een flink fikkie. Om de tegels die mijn mede-moestuinders en ik indertijd langs de kant van de weg neerzetten, werd bijna gevochten; de auto's met aanhangwagens van heinde en ver veroorzaakten bijna een verkeerschaos op het fietspad.

In de buurt van mijn vroegere tuin de Hortus Lunaris is men al bezig met voorbereidingen voor de toekomstige 'parkweg'  Zo te zien waren een paar mannen bezig met diepteboringen in het veenachtige gebied. In de loop van dit jaar gaat men eerst kabels en leidingen verleggen, dan een flinke baal zand erover. Over het zand komt een funderingsmatras dat op palen wordt vastgezet.

De Hortus Lunaris waar mijn kleine verzameling pijpenkoppen werd geraapt, ligt er desolaat bij: het toegangsbruggetje  - mijn kleinzoons hadden het over de Brieneroordbrug - is aan barrels geslagen en ligt half in de sloot en de gekapte bomen en ontwortelde struiken geven het beeld van de dag na een wervelstorm.

Op een landelijke vastgoedbeurs werd vorig jaar het Spoorzone-project gepresenteerd onder de naam NeXity Gouda. Met zo'n lullige naam als Spoorzone krijg je de handen van investeerders natuurlijk niet op elkaar en nog minder geld uit hun zakken; daar moet iets origineels en een leuke façade voor worden bedacht. Als je NeXity in Google intoetst, krijg je maar liefst 518000 treffers op je bord. Dat is niet niX.
 

zaterdag
13 januari
 2007


Groenland
In de Nieuwsshow van de TROS op Radio 1 kondigde Mieke van de Weide vandaag de onderwerpen aan die in het programma de revue zouden passeren en zij besloot met: 'En dan hebben we het ook nog over de opwarming van de aarde." Dit onderwerp haalt bijna iedere dag de krant, radio en tv met de meest onheilspellende toekomstvoorspellingen. 'Allemaal onze eigen schuld door de uitstoot van uitlaatgassen en allerlei andere troep dat we de atmosfeer in blazen en we moeten er snel iets aan doen', is meestal de slotconclusie.

Deze week kwam er toch een kentering in het gebruikelijk stramien; een aantal geleerden stond zeer sceptisch tegenover het idee dat menselijk handelen schuldig was aan de verandering van het klimaat. Zij zijn van mening dat de opwarming vooral een natuurlijke oorzaak heeft, zoals een natuurlijke cyclus van 1500 jaar, die is gemeten in ijsboorkernen, oceaansedimenten en stalagmieten. Die metingen bestrijken een periode van tegen de één miljoen jaar. Ook een heel leuk argument was dat toen rond het jaar 700 Groenland werd ontdekt er geen sneeuw was te bekennen. Vandaar de naam.

Hoe het ook zij: in m'n tuintje bloeit de fuchsia, de sieraardbei produceert haar bloemetjes en aardbeitjes, de normaal kaalgevreten vuurdoorn heeft nog genoeg besjes voor een strenge winter en m'n gras groeit dat het een lieve lust is. De tjiftjaf en baltsende buizerds heb ik niet gezien en de koolmezen komen slechts voor de vetbol in de tuin, maar zingen ho maar. Ik steek m'n neuswarmertje maar eens aan.
 

zaterdag
6 januari
 2007


Een 'hoge'
In het Volkskrant magazine van 30 december stond een portrettenreeks van in 2006 overleden bekende persoonlijkheden. Daaronder bevonden zich  twee personen met een pijp in de mond namelijk Hubert Lampo, een Vlaamse schrijver die op 12 juli overleed en Jan van Oort, de bedenker van Paulus de Boskabouter, overleden op 29 november. Kennelijk was geen ander portret van hen beschikbaar, want de tijden dat iemand met sigaar of sigaret in de krant werd afgebeeld of dat André van der Louw, Bubi Brugsma en Godfried Bomans op de televisie driftig met hun pijp in de weer waren zijn onderhand voorbij. Het is trouwens een kwestie van gewenning, want toen ik laatst een stukje zwart-wit televisie Koos Postema met brandende sigaret tussen de vingers terugzag, vond ik het een absurd gezicht.

Sonja Barend was vorige week nog één keer op televisie te bewonderen. Toen de bij haar laatste uitzending aanwezige burgermeester van Amsterdam zijn ambtsketting omgordde, hoopte ik even op een beetje sensatie. 'Die koninklijke onderscheiding gaat Sonja vast weigeren', dacht ik even. Maar nee, zij vroeg slechts aan een bekende of het een 'hoge' was en vroeg zich even later wel af waaraan zij de penning wel verdiend zou hebben. Toen Volkskrant-columnist Jan Blokker jaren geleden werd onderscheiden, kreeg ik ook een beetje een rare smaak in de mond. Zijn rubriek ademde naar mijn idee een sfeer van aversie tegen regenten en hun ridderordes en toch pakte hij een lintje aan. Toen hem om opheldering werd gevraagd, antwoordde hij dat zijn kinderen hem hadden aangeraden het aan te pakken. Zijn rubriek heb ik sindsdien links laten liggen.
Eigenlijk moet Youp van 't Hek maar eens worden voorgedragen. In z'n conferences maakt hij zoveel propaganda voor het koningshuis, dat hij best in aanmerking mag komen voor een 'hoge'.
  
  Voor PIJPPRAAT andere jaren naar Archief