Goudse Pijpen

 | Pijppraat 2008 | Terug naar Wegwijs van Carpe Lunam | index Archief |

zaterdag
27 december 2008

Top 2000

Gisteren - tweede kerstdag - startte de uitzending van de Top-2000 op radio 2. Dat werd ik gewaar door de twee pagina's die mijn krant afgelopen woensdag aan 't fenomeen wijdde, want zo'n fervente luisteraar van radio 2 ben ik niet. Vaak neem ik in het weekend het programma For the record van Mart Smeets en Leo Blokhuis ('s nachts van een tot twee) op een bandje op en ik luister een enkele keer 's avond een uurtje naar Het theater van het sentiment.

De krant gaf op die twee pagina's een volledige programmering; per uur van uitzending werden alle nummers vermeld. Nieuwsgierig was ik of mijn geliefde deuntjes er ook bij stonden. En inderdaad een aantal van mijn populaire artiesten stonden ook op de lijst. Ik kwam onder andere Nina Simone, Ry Cooder, Randy Newman, Van Morrison tegen, maar naar mijn sinds de jaren vijftig favoriete nummer Goodnight Irene zocht ik tevergeefs. Volgend jaar maar eens actie ondernemen om die ook op de lijst te krijgen.

In het zwembad galmde de kerstmuzak je om de oren. 'Word je er niet hartstikke knettergek van?', vroeg een zwemmer aan de schoonmaker. 'Het gaat wel, maar aan 't eind van de week als ik het onderhand twintig keer heb gehoord, komt het wel m'n oren uit.'
zaterdag
20 december 2008

schild Gouds pijpenmakersgilde, museumgoudA
Kerstkaarten

De eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog vielen er bij mijn ouders op Nieuwjaarsdag of de dag erna hoogstens een tiental nieuwjaarswensen in de bus. Een paar in de vorm van een ansichtkaart en de rest een soort visitekaartje met G.N. en de naam van de afzender. Als ik me goed herinner zat er een postzegel van twee cent op.

In de loop van de afgelopen week kieperde de postbode tegen de veertig kaarten in onze brievenbus. Daaronder zat prachtig verzorgd en vermoedelijk prijzig drukwerk.

't Mooist zijn de kaarten die door de zenders zelf in elkaar zijn gezet. Al weer heel wat jaren geleden prutsten mijn vrouw en ik zelf ook wat in elkaar, maar wij vonden dat gedoe maar een hels karwei en het resultaat was ook al niet om over naar huis te schrijven. Des te meer bewondering voor lui die op linnen een kerstmotiefje borduren of van papier bloemetjes en strikjes maken om daarmee een kaart kunstig op te fleuren. Van een met de hand getekende kerstwens viel onze mond ook open. Dergelijke kaarten fabriceren kost naar mijn idee minstens een uur per stuk en als je er dan zo'n twintig wil versturen wordt het een echt monnikenwerkje. Petje af dus.

zaterdag
13 december 2008

Serieus

Toen we afgelopen zondag ons gebruikelijke wandelingetje maakten, passeerde ons een fietsster. "Joh", zei m'n vrouw, "dat is die eigenaardige onderwijzeres van de lagere school van onze jongens." Het klopte, ik wist zelfs haar naam nog en het waarom.

Op het tussenrapport van onze zoon in de derde klas had zij als opmerking geschreven Dicky moet wel serieus blijven ! Om bij het tienminutengesprekje over dit rapport enigszins beslagen ten ijs te komen, leek het mij verstandig om bij onze zoon te rade te gaan.
"Hebben jullie een aardige juffrouw?",
"Ja, dat gaat wel, soms is ze aardig, maar ze kan ook wel boos zijn",
"Ook op jou?",
"Ja",
"Vertel".
En toen kreeg ik dit te horen:
De juffrouw had een half uurtje uitgetrokken om de kinderen vragen te laten stellen over van alles en nog wat, 't gaf niet waarover. Aanvankelijk gaf niemand gehoor, maar na enig aandringen kwam onze zoon met de vraag: "Hoe oud bent u eigenlijk?" Dat wilde de juffrouw voor geen geld prijs geven, ook niet nadat de andere kinderen er enthousiast blijk van gaven dat ook wel te willen weten. Nijdig maakte zij een eind aan de vrije vragerij en zette de hele club aan het rekenen.

Dat was nog niet alles. Een andere keer moesten de kinderen soorten paarden opnoemen. Naast het Belgische, Zeeuwse en Friese paard kwamen het rijpaard en de pony voorbij. Dat was te weinig. Onze zoon probeerde het met zeepaardje. Dat viel niet in goede aarde: dom, dom, dom, dat was toch helemaal geen paard.

Tja, wat moet je daarmee aan als de onderwijzeres daar serieus over zou beginnen. Het gesprekje verliep echter vlekkeloos en vlot. Vorige gesprekken waren wat uitgelopen en zij had bij ons kennelijk haast om weer op schema te komen. Dus alles koek en ei: redelijke cijfers, prima gedrag en geen bijzonderheden. Ook ik bleef met de vraag zitten hoe oud ze nou wel zou zijn.
zaterdag
6 december 2008


Oefening geslaagd (2)

Eind jaren vijftig waren de gloriejaren van de Bescherming Bevolking (BB). De organisatie was redelijk voorzien van manschappen door een ingevoerde noodwachtplicht. De BB had als taak het verrichten van steun aan de bevolking onder bijzonder omstandigheden zoals de gevolgen van een atoomaanval vanachter het IJzeren Gordijn, maar ook grootschalige rampenbestrijding.

Het hoofd van de BB in Gouda vond in die tijd dat er maar eens geoefend moest worden op een flinke treinramp. In overleg met de stationschef werd die geënsceneerd op Lombok, het terrein met de lossporen van station Gouda. Er werden twee voor de sloop bestemde goederenwagens geplaatst die in de brand konden worden gestoken en op een ander spoor een reizigersrijtuig, waaruit slachtoffers moesten worden gered. Wagenmeesters uit Utrecht krikten aan één kant het rijtuig een flink stuk op, zodat de reddingsbrigade het niet al te gemakkelijk zou hebben.

Uiteraard was het ongeluk gepland op de oefenavond van de BB, zodat onmiddellijk tot actie kon worden overgegaan. De stationschef moest op enig moment tussen acht en negen uur alarm slaan. Geschminkte slachtoffers met een kaartje waarop de verwondingen stonden gemeld, namen die avond plaats in het rijtuig en een paar rangeerders stonden klaar om met behulp van stro en petroleum de hens in de wagons te steken.

Ik zat eerste rang als toeschouwer, want ik had late dienst als perronopzichter. Om precies acht uur zei de ouwe, zoals wij de stationschef noemden: "Waarom zal ik langer wachten?" en belde de BB op. Even later liet hij de rangeerders de hens in de wagons steken en de passagiers mochten gaan schreeuwen. Realistischer kon het niet.

Om tegen kwart voor negen kwam de BB-colonne op het Stationsplein aanzakken en even later slenterden de troepen van de BB het rampgebied binnen. De gewonden werden opgepord om weer wat te krijsen, want zij hadden ondertussen de moed opgegeven. De commandant van de BB constateerde dat de wagons volledig waren uitgefikt en het volgende gesprek ontspon zich tussen hem en de ouwe:
"Wat maakt je me verdomme nou klaar, de wagons zijn al uitgebrand",
"Ze zijn pas een poosje na achten aangestoken",
"Je had wel eens kunnen wachten totdat we aankwamen",
"Het ongeluk gebeurde om acht uur",
"Je hebt de oefening mooi verkloot, er is niks meer te blussen".
Einde overleg; de ouwe liep gepikeerd weg.
Nadat de hele reutemeteut tegen half elf was vertrokken heb ik de ouwe getroost met: "Hoe zou dat nou gaan bij een atoomaanval?".
zaterdag
29 november 2008


Voetbal kijken

Onze kleinzoons zijn enthousiaste voetballers en hun opa gaat als het niet al te rot weer is zijn jongens bij tijd en wijle aanmoedigen. Voor je verdriet hoef je het niet te doen, want het is reuze vermakelijk. Ouders gaan meestal nog meer uit hun bol dan de voetballertjes zelf, maar goed dat is het oude liedje. Voor de rest is het lachen geblazen met chaotische toestanden voor de doelen, ongelooflijke rare doelpunten, onwaarschijnlijke missers en spelertjes die hun grote broeders in het betaalde voetbal proberen te imiteren.

Van de week maande m'n stamhouder me met: "Kom je zaterdag kijken, opa?" en daarom stond ik vandaag op een Boskoops sportcomplex kou te lijden. Het ploegje van mijn kleinzoon prikte binnen de kortste keren drie ballen achter de doelman van de tegenpartij. Geen wonder want de mannen wonnen bijna elk persoonlijk duel en combineerden erop los.

Na de rust raakten de gemoederen ineens verhit. Mijn kleinzoon - niet te beroerd om een flinke duw of trap uit te delen - maakte een overtreding en de scheidsrechter gaf de tegenpartij een vrije trap. Eén van zijn teamgenoten was kennelijk een andere mening toegedaan en begon tegen de scheidrechter te mauwen. Dat liep zo uit de klauw dat de scheids hem een rode kaart aan z'n broek smeerde. Dit was de eerste keer dat ik bij dit soort wedstrijdjes een rode kaart zag trekken, trouwens geel kwam er ook nooit aan te pas. Het 'slachtoffer' liep jankend en schreeuwend van woede naar de spelersbank en z'n elftalleider was niet te beroerd om het veld in te stappen om bij de arbiter verhaal te halen. In een mum van tijd stonden de kerels te bekken. Het eind van het liedje was dat de arbiter met een weids gebaar de elftalleider van het veld zond.

Na de spelhervatting legde de scheidsrechter ineens het spel stil. Hij ging de spelers tellen van het team van m'n kleinzoon. En verdomd hij telde er toch elf, terwijl hij er net één had uitgestuurd. Alsnog werd een invaller naar het spelersbankje teruggeroepen en kon weer verder worden gevoetbald.

Nog geen tien minuten later opnieuw verwikkelingen: de scheids kreeg het aan de stok met één van z'n grensrechters. De laatste werd zo kwaad dat hij z'n vlaggetje op de grond smeet. Waar het precies omging was voor de toeschouwers en spelers onduidelijk, maar uiteindelijk raapte de grensrechter zijn vlaggenstokje weer op en ging de wedstrijd onverdroten voort.

Na afloop zochten de elftalleider en het jong van de rode kaart de arbiter weer op en pruttelden nog wat na. Mijn kleinzoon en z'n maten liepen lachend het veld af: zes nul gewonnen.

zaterdag
22 november 2008

IJzervreter

Met een laatste training sloot de bijna 86-jarige Joop Kat vandaag zijn loopbaan als trainer bij de Langlaufvereniging Gouda af. Niet dat hij met lichamelijke ongemakken had te kampen, maar de groep Masters die hij onder zijn hoede had, was dermate uitgedund door ziekte, verhuizing of ander ongemak, dat Joop geen zin meer had om nog voor die paar lui helemaal uit Bunnik te komen.

Een aantal van Joops vroegere leerlingen was van heinde en ver komen opdraven om niet alleen aan deze laatste training mee te doen, maar ook om te genieten van z'n gezellige verhalen tussendoor of om te bewonderen hoe fit hij nog is. Hij rent net de heuveltjes op alsof het niks is en z'n skitechniek is nog steeds perfect. Behalve het skilopen is Joop trouwens ook nog actief op de schaatsbaan in Utrecht, waar hij op z'n racefiets heen toert.

Na afloop werd Joop - jaren geleden al tot erelid benoemd - in de kantine van de club in het zonnetje gezet. Één van de oudste masters overhandigde hem een envelop met inhoud met onder andere de woorden 'om een paar voetbalschoenen van te kopen.' Joops vrouw kreeg een mooie bos bloemen als compensatie voor de tijd dat zij Joop had moeten missen. "Gaf niks hoor, lekker rustig!", sprak zij.
zaterdag
15 november 2008


De Baldakijn, vrijdagavond:

Sinds begin oktober heeft het Kaas- en Ambachtenmuseum zijn deuren gesloten om aan de winterslaap te beginnen. Aan de vrijwilligers die afgelopen seizoen actief waren, bood de stichting die het museum en de winkel beheert ter afsluiting een etentje aan. Gekozen was voor de Baldakijn, een Japans wokrestaurant hier in Gouda. Om rond half acht waren naar ik schat zo'n veertig hongerige actievelingen present.

Ik koos het gezelschap van m'n drie collega-pijpenmakers, want in de Waag komen zij op andere dagen en daardoor zie ik ze nauwelijks om onze vorderingen en zaken rondom pijpenmakersvak door te nemen.

In zo'n wokrestaurant wordt een etentje al gauw een vreterij: lekker dingen om zelf op te scheppen. Je hebt dan al gauw de neiging om maar te blijven peuzelen. Kortom de meesten gingen tegen half elf volgetankt en met een vette bek naar huis.
zaterdag
8 november 2008

Oefening geslaagd

Gisteren eindigde de overstromingsoefening. Op de radio hoorde ik aan 't begin van de week een reportage over het 'redden van een dijk' met behulp van een flink stuk zeil dat tegen de dijkwand werd gespannen. In de krant stond een foto van wat kerels die met zandzakken liepen te sjouwen in de buurt van Katwijk. Het weer hielp niet echt om de juiste entourage te creëren; in plaats van storm, regen en hagel was het aangenaam herfstweer met zo nu en dan een lekker zonnetje op de bol. Uiteraard was het commentaar van de overheidsfunctionarissen lovend: de oefening was geslaagd, nuttig en leerzaam. Eigenlijk had ik graag eens achter de schermen gekeken, want ongetwijfeld zullen er heel wat competentiegevechten zijn losgebroken tussen de verschillende bestuurslagen, waardoor om maar wat te noemen de mannen op de dijk de zandzakken van de ene plek naar de andere moesten slepen. Wat ik heb ervaren tijdens grote - nota bene hiërarchisch aangestuurde - legeroefeningen in Duitsland in de jaren vijftig zijn chaos en een ongeorganiseerde bende. Overigens waren deze exercities ook altijd geslaagd.

Toen ik een jaar of elf, twaalf was, heb ik een heel wat lager niveau met andere jongens van mijn padvindersgroep als gewonde mogen figureren bij een EHBO-oefening. Op een doordeweekse zomeravond gingen we per fiets naar Bilthoven en op een parkeerplaats vlak bij de plek des onheils kregen we een kaartje uitgereikt met daarop de kwetsuren die we hadden opgelopen. De fietsen konden we daar achterlaten en we werden door iemand van het organisatiecomité naar onze plaats in het naburige bos gebracht. Met twee andere kornuiten werd ik in een bosje gestationeerd met de opdracht te gaan schreeuwen als de redders binnen onze gezichtsveld zouden komen. De verwondingen op onze kaartjes waren niet misselijk: ik had bijvoorbeeld een open beenbreuk en de andere jongens ook iets rampzaligs. "Dat zou ongetwijfeld een ritje in een ziekenwagen worden", constateerden we verheugd.

Een half uur later begon kennelijk de oefening: we hoorden sirenes van ziekenauto's en even later renden lui in uniform met brancards op enige afstand voorbij. We schreeuwden moord en brand, maar ik weet nu dat een goed EHBO-er eerst kijkt naar de gewonden die geen mond meer open doen. Bij elke beweging op afstand kresen wij erop los, maar aandacht ho maar. Na enige tijd keerde de stilte in het bos terug. Wij vermaakten ons ondanks onze zware verwondingen met een dennenappelgevecht en zijn vervolgens van takken een hut gaan bouwen. Toen het begon te schemeren kwam één van de maten op het idee om maar eens terug te gaan naar de parkeerplaats als we nog kans wilden maken op een ritje in de ziekenwagen. Daar waren nog twee EHBO-ers aanwezig die met de fiets in de hand stonden te ouwehoeren. Wij lieten onze kaartjes zien, maar dat maakte geen enkele indruk: "Het is afgelopen, jullie kunnen wel weer naar huis gaan." Als geslagen honden dropen wij af.
zaterdag
1 november 2008

De Waag, donderdag:

Een 32-koppig gezelschap zou om even over tienen de Waag bezoeken en speciaal voor de pijpenmaker komen. Of die mensen dat zelf hebben gezegd, laat ik maar even in het midden, maar ik was wel present om tien uur. Spijt heb ik er niet van gehad, want het waren aardige en geïnteresseerde mensen. De rest van de dag kwam er zo nu en dan wat klantjes binnenwandelen, waaronder een Frans sprekend gezin uit Brussel. Gelukkig sprak de moeder een aardig woordje Nederlands, zodat die mooi als vertaalster kon optreden. Uit mijn mond zullen bezoekers geen Frans kunnen horen: met moeite zou ik er vier woorden uit kunnen persen.

Na half vier werd het erg stil en om vier uur heb ik het pand voor dit jaar verlaten. Vrijdag gaat de Waag tot april op slot en begin ik dus voor wat betreft het pijpenmaken aan mijn winterslaapje.

Misschien kom ik nog in actie als docent pijpenmaken, want men heeft mij gevraagd of ik in principe bereid zou zijn om aan studenten van de beroepsopleiding Keramiek hier ter stede het pijpenmaken te leren. Daar leek mij wel wat en ik wacht dus maar rustig af of ik inderdaad nog een carrière ga maken in de klei.

zaterdag
25 oktober 2008

De Waag, donderdagmiddag:

Het liep niet storm, maar de loop bleef er zo'n beetje de hele middag in. Oudere dames, grootouders met hun kleinkinderen en gezinnetjes met hun kroost, die de herfstvakantie met wat leerzaams wilden optuigen, zagen er brood in entree te betalen voor de plateelschilderes, de pijpenmaker en een video over kaasmaken.

Één meisje moest van de hoed en de rand van het pijpenmaken weten, want zij moest een werkstuk maken over haar belevenissen in de vakantie. Voor dat doel leent een bezoekje aan de Waag zich natuurlijk uitstekend.

Bij elkaar toch nog zo'n 25 kijkers.

Duim

Na afloop van de séances in de Waag ging ik per fiets weer naar huis. Voor de stoplichten op het grote plein bij het station moest ik even wachten. Voor mij stond een vrouw met haar buurvrouw te kwetteren: "Ja, z'n duim werd er helemaal afgerukt en het verbrijzelde restant kon er in het ziekenhuis niet meer worden aangezet. Omdat hij voor z'n werk zijn duim absoluut niet kan missen, hebben ze z'n grote teen netjes geamputeerd en die er nu opgezet. 't Is wel een raar gezicht."
Doordat het licht op groen kwam, gingen verdere intimiteiten aan m'n neus voorbij. Graag had ik nog geweten hoe de nieuwe duim zich zou gedragen als hij afkomstig was van een zweetvoet.

zaterdag
18 oktober 2008
De Waag, donderdagmiddag:

Op weg naar de Waag zag ik een flinke rij kinderen voor de bioscoop staan; ja, natuurlijk herfstvakantie in deze contreien en dat zou ook wel eens kunnen betekenen dat er veel volk over de vloer zou komen in de Waag. Dat viel tegen want uiteindelijk hield de teller bij twaalf stil. De bezoekers - waaronder een meisje uit Korea - kwamen aardig over de middag gespreid, zodat bij ons de gang er een beetje in bleef.

Duik in de Gouwe

De botsing van de Thalys en de koploper vorige week bij station Gouda deed me terugdenken aan een ontsporing van een wagon in een goederentrein vlak voor de Gouwebrug nabij station Gouda en de daarop volgende botsing op de brug van een in volle vaart rijdende tegenligger met de ontspoorde wagon. Daardoor vielen twee wagons van de brug; één in de Gouwe en de ander half op de kant en half boven het water. De Gouwe was nog bedekt met een flink pak ijs, want die nacht, zondag 3 maart 1963, had het nog zo'n vijftien graden gevroren. Op die dag werd trouwens de laatste autotocht over het IJsselmeer gehouden met ongeveer 1000 auto's. Op de webstek van de Goudse Brandweer http://www.brandweergouda.nl/geschiedenis/0307.html staat een verslag van het gebeuren bij de Gouwebrug met een paar aardige foto's.

Een paar weken later in de nacht van zondag op maandag werden de wagons uit de Gouwe gehesen. Een aantal balleboffen uit Utrecht vonden dat ze bij dit schouwspel aanwezig moesten zijn en kwamen bij mij - die zondagavond had ik dienst als perronopzichter op station Gouda - om een taxi voor hen te regelen inclusief een taxibon, zodat ze zelf de portemonnee niet hoefden te trekken.

Als één van de laatste hoge omes kwam ir T. het perronopzichtersverblijf binnenvallen. Erg vrolijk was hij niet met het vooruitzicht om die nacht blauwbekkend bij het water te staan, eerder knap chagrijnig. Toen hij z'n taxibonnetje had, begon hij uit te pakken: "Wat een klere bende is het hier en wat is daar in godsnaam gebeurd?" Hij wees naar de restanten aan de muur van een wasbak die 's ochtends was afgebroken doordat een machinist daarop half was gaan zitten of leunen. Dat wilde ik hem graag uitleggen: "Vanochtend wilde een machinist even z'n handen wassen, hij draaide de kraan open en precies op het moment dat het water de wasbak raakte, donderde die plotseling naar beneden en viel op de grond aan diggelen." Vol onbegrip keek T. mij aan en met een "En jij gelooft dat, en jij gelooft dat?" beende hij vervolgens het lokaal uit.
zaterdag
4 oktober 2008

De Waag, donderdagmiddag:

Zo nu en dan verpestten een paar flinke buien het humeur van bezoekers aan de binnenstad. Een aantal kwam in de Waag om te schuilen en als de regen wat aanhield, besloten zij entree te betalen en een kijkje onder andere bij mij te nemen. Gezinnen uit Duitsland en Engeland, stellen uit Boston en Brazilië en wat Nederlanders hielden op die manier droge voeten. Kalmpjes aan dus.


Afgetroefd.

Terwijl een jonge stratenmaker op onze parkeerplaats bezig was, naderden hem een stuk of zes Marokkaanse vrouwen met voorop een wat jongere vrouw die trouwens net zo was ingepakt als de rest. "Ga je trouwen?", vroeg de jongen vrolijk aan zijn leeftijdsgenootje. "Zie ik er dan zo mooi uit?", kaatste het meisje lachend terug. De stratenmaker deed nog wel z'n mond open, maar er kwam geen geluid meer uit.
zaterdag
27 september 2008


Antje en Guurtje

Een heel enkele keer vragen bezoekers waarom bij de pijpenmallen etiketjes staan met meisjesnamen. Bijvoorbeeld een Duitse uit Stuttgart wees daarbij op de mal Antje omdat zij zelf zo heette en een Noordhollandse had daarbij die met Guurtje op het oog, de naam van haar grootmoeder.

Het antwoord is eenvoudig: de daarmee gemaakte pijpen heten zo. Daar kom ik meestal niet mee weg en dan heb ik twee verklaringen voorhanden.

Mannen krijgen dit te horen: pijprokers hebben een sterke moederbinding, zij willen hun hele leven lang blijven zuigen. De pijp met een vrouwennaam is in hun geval een substituut.

Vrouwen krijgen de waarheid: bij het inventariseren van de pijpenmakerij hadden de mallen natuurlijk een nummer kunnen krijgen om ze uit elkaar te houden. In dit nummer zouden zelfs de eigenschappen van de mal kunnen worden opgenomen. Zo ingewikkeld hoefde het nu ook weer niet en daarom kregen ze namen van voormoeders uit mijn stamboom. Zo uniek bleek dit niet te zijn. Laatst hoorde ik dat een ambachtelijk sigarenmaker de sigaren de namen van z'n dochters had gegeven. Z'n assortiment was hopelijk niet al te groot.

Antje uit Stuttgart kreeg een pijp Antje mee naar huis, zij was er erg verguld mee.

De Waag, donderdagmiddag:

Zo'n hoogstens tien bezoekers druppelden in de loop van de middag binnen, waaronder een Pools echtpaar. Lekker rustig zou je zeggen, maar er was kermis op de Markt met sirenes en bonk muziek. Ergo een tering herrie.

zaterdag
20 september 2008




Delfts blauw

De plateelschilderes die vaak op donderdag optreedt om bezoekers van De Waag te vermaken, had al verschillende keren aangeboden om een pijpje te beschilderen. Een paar weken geleden is het er dan eindelijk van gekomen. Zij overtuigde mij ervan dat het best wel meeviel met de nabewerking; opnieuw bakken, glazuren en weer bakken. Vooral het glazuren zoals ik het bij de beroepspijpenmaker had gezien stond me tegen. Uit een emmertje gevuld met glazuur vulde hij een kannetje die hij vervolgens over de pijp uitgoot. Een gespetter en een knoeizooi van heb ik jou daar. De pottenbakster die voor mij de pijpen bakt liet me haar manier zien: met een kwastje zorgvuldig insmeren en klaar was kees. Het eindresultaat was verbluffend, een echt Delfts blauw pijpje, dat donderdag al verkocht had kunnen worden aan een bezoekster. Jammer voor haar, maar het blijft voorlopig thuis even op het dressoir liggen om de show te stelen.

Vandaag heb ik glazuur en verf gekocht om met behulp van m'n vrouw - heeft meer kaas gegeten van tekenen en schilderen - aan 't experimenteren te slaan.

De Waag, donderdagmiddag:

's Morgens zou het knap druk zijn geweest, maar 's middags waren de klanten op de vingers van m'n handen te tellen. Opvallend was het bezoek van een Amerikaan: pijpenmaken interesseerde hem niet, plateelschilderen had hij niets mee en kaasmaken deden ze ook in Wisconsin, waar hij 'sad to say' vandaan kwam. Zat kennelijk in een dippie.

zaterdag
13 september 2008

Afstemming

Met enige verbijstering keken mijn buren en ik dinsdagmorgen toe hoe ons enkele weken geleden opgehoogde en opnieuw betegelde laantje door een stel kabelleggers werd opgebroken. Er was kennelijk vergeten dat de lantaarnpalen van een nieuw kabeltje moesten worden voorzien. Mijn opmerking dat de lantaarnpalen volgens de tekeningen van de gemeente een ander plekje zouden krijgen, maakte geen enkele indruk. Na het leggen van de kabel werden de tegels provisorisch op hun plek gelegd en waar de straat was verzakt door het graven van de diepe geul werd de boel de boel gelaten.

Om wat voor reden onze voortuin zo'n 35 cm naar de straatkant was opgeschoven, kon niemand vertellen, maar de brandkraan bij een van de buren ligt daardoor nu voor de helft in zijn tuin. Na z'n tuin te hebben opgehoogd plaatste hij z'n hekje weer aan de rand van z'n iets vergrote tuin, waarmee de brandweer niet echt gelukkig werd. Kraan iets verplaatsen zou je denken, maar nee over de hele lengte van de straat moet die 35 cm weer terugkomen. Dus opnieuw de schop erin.

De Waag, donderdag:

Een half uurtje eerder gekomen voor het bezoek van twee groepen Fransen die niet van uitslapen hielden. De afstemming was ook hier niet optimaal, want ze arriveerden tegelijkertijd waardoor zo'n zestig man om m'n tafel stonden. Ze hadden gelukkig iemand bij zich die mijn steenkolen Engels in het Frans vertaalde. Enige vrolijkheid ontstond toen een Française vroeg hoe lang zo'n pijpje nou meeging en ik antwoordde: "Tot je hem laat vallen."

Verder verschenen wat Amerikanen die op de fiets door Nederland toerden, een Chinese, Spanjaarden en wat Hollandse dagjesmensen uit alle windstreken.
zaterdag
6 september 2008




De Waag, donderdag:

Op de overloop van de etage waar de oude ambachten zijn gesitueerd, bevinden zich de toiletten. Op de deuren daarvan wordt met een heel apart pictogram aangeduid wat zich daarachter bevindt. Zo apart dat mensen met hoge nood zich bij ons melden met de vraag waar toch de wc's zijn. Voor alle zekerheid voegen we aan onze vingerwijzing nog toe dat het snorretje voor de heren is en de vlechtjes voor de dames. Dan valt het kwartje.

Veel gekker kwam ik een tijdje geleden in een restaurant tegen: op de deur van het herentoilet hing een portret van John F. Kennedy en op die voor de dames lachte Jacqueline Kennedy de bezoeksters schalks toe. In Nederland zou Willem en Maxima meer voor de hand liggen.

Bezoekers: Drie groepen - waarvan twee Duits, ieder van om en nabij de twintig personen - en een aantal loslopers van allerlei pluimage.

zaterdag
30 augustus 2008



De Waag, donderdag:

Wat ik me zo nu en dan afvraag is wat m'n toeschouwers vinden van de verhalen die ik tijdens het maken van een pijpje ophang. Van de lui die halverwege m'n showtje stilletjes wegschuiven of die me na afloop hartelijke bedanken al of niet bekroond met een handdruk of een applausje is het duidelijk. Tussen die twee uitersten kan ik het slecht beoordelen: 'bedankt' of 'leuk'.

Sporadisch komt er achteraf een reactie binnen van bezoekers die m'n visitekaartje hebben meegenomen of een pijpje - met label waarop m'n e-mail adres - hebben gekocht. Zo zond een Engelse per e-mail een drietal foto's van m'n optreden, elk zo'n 1 mB groot, terwijl m'n pc toen nog via een gewone telefoonverbinding aansluiting op het internet had. Dat kostte een dik half uurtje en de foto's waren bewogen. Toch een aardig gebaar. Uit Taiwan zond een vrouw een foto die geen van m'n programma's tevoorschijn kon toveren. Kennelijk een geavanceerde techniek die mijn laptop nog niet de baas kon.

Deze week een hele aardige respons. Een Engels meisje van een jaar of elf twaalf samen met haar jonger broertje en moeder vertelde dat zij in het voorjaar ook al een keer was geweest. Zij was er nu weer omdat zij vond dat haar jonger broertje het pijpenmaken ook moest zien. Haar moeder vertelde dat dochterlief voor school een werkstuk had gewijd aan het pijpenmaken. Een paar dagen na haar presentatie was een klasgenoot met een oud kleipijpje die z'n vader in de rivier had gevonden op school verschenen. Opnieuw reuring in de klas.

Aantal bezoekers 189, die naar mijn idee niet allemaal voor m'n werktafel hebben gestaan.
zaterdag
23 augustus 2008

De Waag, donderdag:

De vraag waarom het pijpenmaken in de zeventiende en achttiende eeuw zo'n snelle en succesvolle ontwikkeling in Gouda doormaakte, wordt maar sporadisch gesteld. Deze dag was het weer raak en ik spui dan hetgeen ik zo hier en daar heb gelezen.

Allereerst was er een flinke vraag naar pijpen toen het roken in de zeventiende eeuw een grote vlucht nam. Over de oorzaak daarvan is een apart verhaal te schrijven.
Maar waarom was juist Gouda een goede plek om een pijpenmakerij te beginnen? Tot de uitrusting van een pijpenmakerij behoorde behalve de gereedschappen zoals mallen en dergelijke een oven. Een oven laten bouwen kostte een behoorlijke som gelds, maar in Gouda kon het zonder deze investering te doen. Hier was namelijk al sinds de Middeleeuwen een florerende pottenbakkers industrie actief en in de ovens van de pottenbakkers konden de pijpenmakers tegen een passende vergoeding hun pijpen laten bakken. Beide partijen voeren hier wel bij: de pijpenmakers behoefden geen dure ovens aan te schaffen en de pottenbakkers genereerden extra inkomsten. In de natuur wordt zoiets een symbiose genoemd.

Decennia lang liep deze samenwerking op rolletjes, maar in de loop van de achttiende eeuw ontstonden ruzies over allerlei zaken. Natuurlijk over het bakloon; de pottenbakkers berekenden volgens de pijpenbakkers de prijsverhoging van de turf uit Reeuwijk in z'n geheel aan hen door. De pijpenbakkers ergerden zich ook aan het feit dat de pottenbakkers aan hun eigen bakwerk de prioriteit gaven en het bakken van pijpen op de lange baan werd geschoven. De geschillen liepen soms zo hoog op, dat het stadsbestuur zich genoodzaakt zag om aan het gekrakeel een einde te maken door te interveniëren. Door al dit gedoe en andere oorzaken - bijvoorbeeld invoerheffingen in het buitenland om eigen producten te beschermen - raakte de pijpenindustrie aan het eind van de achttiende eeuw min of meer in verval. Maar mijn pijpjes worden nog door een pottenbakster gebakken.

Aardige lui uit Griekenland, Italië, Jordanië, Amerika en Nederland maakten hun opwachting. Totaal zo'n 208 personen.

zaterdag
16 augustus 2008

De Waag, donderdag:

Soms word je met een vraag overvallen waar je niet onmiddellijk raad mee weet. Na mijn verhaal over de Engelsman William Baernelts, die vanaf 1617 Gouwenaren het pijpenmaken leerde en dat honderd jaar later zeker een derde van de Goudse bevolking betrokken was bij dit ambacht, vroeg een Engelsman hoeveel bewoners de stad toen kende. Uitgaande van het huidige aantal van 70.000 bewoners, was mijn antwoord 30.000.

's Avonds ben ik nog even de boeken ingedoken of dat een beetje klopte. De Winkler Prins schatte dat het aantal bewoners in 1514 meer dan 20.000 was, dus ik dacht even dat ik aardig in de richting zat. Terwen in het Koninkrijk der Nederlanden telde in 1796 echter 11.700, een reden dus om wat verder te kijken. Vandaag in de bibliotheek noemde Duizend jaar Gouda van de historische vereniging Die Goude de volgende aantallen:
1477: 13.000
1514: 8.500
1674: 10.000
1725: 16.000
1760: 11.000
Een volgende keer kom ik dus met ongeveer 15.000 bewoners voor het begin van de achttiende eeuw op de proppen.

Canadezen, Engelsen, Spanjaarden, Israëli, Amerikanen en Nederlanders waren getuigen van het maken van een pijpje.
zaterdag
9 augustus 2008

De Waag, donderdag:

Een rommelige dag was het; het onweer en de hoosbuien waren daar debet aan. Daardoor kwam een ander soort publiek binnen, namelijk zij die slechts een droog heenkomen zochten nu terrassen blank stonden en winkels werden gesloten vanwege het binnenstromende water. De schuilers keken even en hobbelden weer verder om een stoel te zoeken. Wel erg geïnteresseerd waren onder andere Zuid-Koreanen, Turken, Spanjaarden, Duitsers en wat Nederlanders, totaal 168 bezoekers.

Gaten dichten

Op weg van de Waag naar huis zag ik pas hoe het had geplensd; een verkeersplein stond grotendeels blank. Het was dieper dan ik dacht, fietsend ging ik er tot de enkels in. Thuis gekomen lagen alle tegels er op het oog normaal bij en dat was een meevaller, want meestal vallen er gaten na dit soort zondvloeden. 's Avonds kwam een buurman m'n kruiwagen lenen omdat hij een gat in z'n terras had van een omvang die hij niet met een emmertje zand kon dichten. De volgende dag bleek dat het ook in onze tuin foute boel was; bij de schuurdeur lag een tegel een beetje scheef en een klein tikje met de voet was genoeg om 'm naar beneden te laten vallen. M'n vrouw zakte vervolgens bij het raam naar beneden en na nauwkeurige inspectie had ik bij elkaar zo'n vijf verzakkingen. Gelukkig zijn ze in de buurt de straten aan 't ophogen, dus zand was zo op te scheppen. Ik kon mijn gatjes met ieder een halve kruiwagen dichten, mijn buurman kon z'n aardverschuiving met zes kruiwagens dicht krijgen. Een overheidsfunctionaris zei enige weken geleden dat Nederlanders rekening moeten houden met natte voeten. 't Is even wennen.
zaterdag
2 augustus 2008

De Waag, donderdag:

Bij binnenkomst van de Waag zag ik dat de entree en de begane grond van de Waag een metamorfose hadden ondergaan. De ingang was opgekalefaterd met twee oude stoelen, kazen, een teiltje en een houten bak, terwijl binnen het tableau met het kaasmeisje en de koe aangevuld met kazen en tulpen waren verdwenen. Het kaasmeisje had het - uit het onmiddellijke zicht - hogerop gezocht. Jammer, want vooral Amerikanen lieten zich graag naast de pop en de koe op de foto zetten. In plaats hiervan wat oude tuinstoelen, mandje, teiltje, kazen en een tegeltjesschilderij. Voorts waren de mandjes met de koopwaar vervangen door houten bakken.

Het zat al een tijdje in de pen. De stichting die tegenwoordig de Waag beheert, had aanvankelijk een binnenhuisarchitecte gespecialiseerd in het inrichten van musea ingehuurd en later een 'scenenologe', die bepaalde scènes zou creëren om een bepaalde beleving op te roepen. De nu geknutselde stillevens lieten bij niet onmiddellijk het kwartje vallen. Toen ik 's middags buiten even een pijpje rookte, werd ik door een voorbijganger op het paard geholpen. Zijn vrouw vroeg hem: "Wat zou dit hier zijn, een braderie?" Hij: "Dat zie je toch, een uitdragerij." Bingo, ik was eruit.

Een tamelijk rustig middag bij de pijpenmakerij: zo'n ruim honderdvijftig bezoekers, waarbij een groep van zo'n twintig kinderen. Hun leidster vertelde dat zij sigarettenrook verschrikkelijk vond stinken, maar de tabak van haar grootvader vond zij heerlijk ruiken. "Hoe ruikt dat dan?", vroeg een ventje. Mijn tabakszak ging rond en mijn tabak werd goedgekeurd. Toen de voorstelling was afgelopen, kwam een meisje bedremmeld vragen of zij ook nog even mocht ruiken.
zaterdag
25 juli 2008

Schuiten en schepen

Op de Nederlandse wateren vaart onderhand een complete vloot van historische vaartuigen rond. De afgelopen dagen liet een gedeelte daarvan zich bewonderen op de Goudse Havendagen. De grachten, singels en de IJsselkade lagen vol met schepen van allerlei kaliber en pluimage; van een kaasschouw tot grote stalen schepen. Bovendien had een vereniging van eigenaars van historische schepen een reünie in Gouda belegd, waardoor een groter aantal schepen dan andere jaren acte de présence gaf. Notarisbootjes en salonboten van ver voor de oorlog waren echter niet van de partij; die vierden in Meppel hun eigen feestje.

Een rondje door de stad langs grachten en singels was vandaag echt de moeite waard: shantykoren zongen op diverse plekken in de stad hun 'Op de woelige baren' en 'Als de klok van Arnemuiden' of deden dat op schuiten die op het water rondvoeren, vissers uit Monnikendom bakten visjes bij hun zalmschouwen, touwslagers vlochten hun touwtjes, nettenboeters haakten hun visnetjes en kunstenaars showden hun schepen op schilderijen en tekeningen. En natuurlijk de vaak prachtig gerestaureerde schepen.

Een trekschuit - de 'Jan Salie', nagebouwd en uitgerust met een fluistermotor - keerde eindelijk ook terug in de Goudse wateren en tegen betaling kon men zich rond laten varen. De bedoeling is dat tijdens de vakantieperiode de toeristen van deze attractie gebruik kunnen maken om de stad eens van een andere kant te kunnen bekijken. Zijn ze ten minste even van het gesjouw af.

De Waag, donderdag:

Prachtig weer en desondanks zochten tegen de tweehonderd mensen de binnenkant van De Waag op. Het bordje met 'De pijpenmaker is even een pijpje roken' bleef daardoor in de kast.

zaterdag
19 juli 2008


Keet

Grote borden aan de grens van onze wijk kondigden het maanden geleden al aan: ophoging en herinrichting van ons buurtje. Er vielen brieven in de bus van de gemeente die de broodnodige voorlichting en inspraak organiseerde. Uiteraard kregen de bewoners ook de nodige aanwijzingen hoe te handelen met de voortuintjes die door de ophoging van meer dan een halve meter min of meer in een put zouden komen te liggen. In ieder geval geen zand en aarde van de aannemer gebruiken, was de in 't oog springende boodschap.

Twee weken geleden is de echte keet los gebarsten. De parkeerplaats is ontdaan van asfalt en bestrating en volgestouwd met tegels, diverse soorten straatstenen en stoepranden. Ons laantje is deze en volgende weken onder behandeling. De tegels zijn gedeeltelijk afgevoerd en er is een nieuw buizenstelsel aangelegd voor de afvoer van regenwater. Gisteren werd een eerste golf zand de straat in geschoven en de komende week volgt nog zo'n portie. Dan wordt het echt uit de tuin klimmen.

De Waag, donderdag:
's Avonds was ik totaal uitgeluld: 186 bezoekers kwamen voorbij, waarvan sommigen verwachtten dat ik ze in 't Duits, Engels, Frans en Spaans toesprak. Duits en Engels sprekenden werden min of meer op hun wenken bediend, de rest kon 't bekijken.

zaterdag
12 juli 2008

De Waag, donderdag:

't Was een troosteloze bedoening op de Kaas- en Ambachtenmarkt; het regende pijpenstelen, de kazen lagen onder plastic zeil en er was nauwelijks een hond te bekennen. Waar waren dan al die toeristen? Zij zochten een droog heenkomen en daar profiteerde onder andere de Waag van. Maar liefst 141 betalende bezoekers kwamen binnen, waaronder lui uit Zwitserland, Zuid-Afrika, Israël, Taiwan, Hongarije en Brazilië.

Voor de Zuidafrikanen kon ik m'n praatje in het Nederlands doen, mits ik maar langzaam sprak. Mooie gelegenheid om míjn Zuidafrikaans te spuien: suikerbossie ek wil jou hep, suikerbossie ek zal jou krijg, een tophit uit m'n jeugd. Verbaasd waren ze over het feit dat Gouda als eerbetoon aan de Zuidafrikaanse vrijheidsstrijders van weleer een aantal straatnamen naar hen heeft vernoemd zoals de Jopie Fourieweg, F.W. Reitzstraat, Cronjéstraat, De la Reijlaan, Chr. de Wetstraat, Dr Leijdsstraat, Krugerlaan en Joubertstraat. Dat was voor mijn bezoekers nog de goeie ouwe tijd toen gestreden werd voor het oranje, blanje, bleu aan de vlaggenmasten. Ondertussen hangt er weer wat anders, toch nog met rood, wit en blauw erin.

zaterdag
5 juli 2008

 

Afval

De afgelopen week verbleven mijn vrouw en ik in een stacaravan - chalet in het jargon van de uitbaters van het park - op de Veluwe om vandaar uit wat rond te fietsen en te wandelen.

Een aantal jaren geleden was het nog zo dat bij vertrek aan 't eind van zo'n huurperiode de zakken met afval in een grote container werden gegooid en klaar was Kees. Meestal hing daar de geur van een vuilnisbelt. Op dit 'landgoed' had de moderne techniek toegeslagen; tegelijk met de sleutel van het chalet ontvingen we één penning om een zakje met vuil te kunnen lozen in een vuilpersapparaat. Voor meerdere zakjes konden bij de receptie penningen worden gekocht à € 0,50 per stuk. Ogenschijnlijk lijkt het een milieuvriendelijke bedoening, maar ik vermoed dat in het omringende bos menig portie rotzooi wordt gedumpt.

Halverwege de week ging ik met een zakje vuil te veld. Even het bedieningsvoorschrift gelezen en daarna aan de gang met fase één: de penning inwerpen. In het te openen deurtje was geen beweging te krijgen. Door op een knopje te drukken, kwam mijn penning gelukkig weer te voorschijn. Na zo'n drie keer vergeefs de handeling te hebben uitgevoerd, hield ik het voor gezien en besloot met m'n afval weer terug te keren. Net toen ik op de fiets zou stappen, komt er een man aan die aan z'n kleding te oordelen tot de werknemers van het kampement behoorde. "Hij doet 't niet", riep ik 'm toe. Terwijl ik nog met de penning in m'n hand stond, liep hij kordaat op 't apparaat af, gaf een enorme ruk aan 't deurtje en die vloog open. Ik plaatste mijn vuilnis in het kastje, sloot de deur en de machinerie begon inwendig te kreunen. Mijn redder in nood sprak me belerend toe over eerst lezen en dan doen. Na zijn prevelement bedankte ik hem voor z'n hulp en liet trots mijn penning zien. "Potdorie, dan zit er toch iets goed fout", concludeerde hij.

De Waag, donderdag een week geleden:

Pijpenmaken gedemonstreerd voor een groep van zestien Duitsers, drie Finnen, een meisje uit Florida, een Duits echtpaar en een stuk of zeven Nederlanders.

zaterdag
21 juni 2008

Broertje

Om het bewegingsmechaniek wat gaande te houden, trek ik sinds begin mei driemaal in de week wat baantjes in het binnenbad vlakbij ons in de buurt. Net als bij het ski- en hardlopen tref je daar mensen aan die op hun eigen manier en naar eigen kunnen bezig zijn. Bij het baantjes zwemmen zijn de volgende clubjes te onderscheiden:
~~ de sporters die - soms begeleid door hun trainer met een stopwatch in de hand - in een hoog tempo in de borstslag heen en weer roffelen en bij het keerpunt zelfs een prachtige omkeerbuiteling maken;
~~ de trimmers doen het kalmer aan; sommigen trekken een bepaald aantal baantjes of zijn gewoon een half uur of drie kwartier aan het zwemmen in de slag die hen goeddunkt;
~~ de kletsers staan in ondiepe gedeelte wat te ouwehoeren of peddelen al lullend heen en weer;
~~ de koffiedrinkers verschijnen wel in zwempak, duiken onder de warme douche, maar laten zich niet te water. Met een grote kan koffie installeren zij zich aan de rand van het zwembad aan een tafeltje. In het voorbijgaan vang ik kreten op zoals falende nieren, een gescheurde endeldarm, lekkende hartkleppen en reuma in de ellebogen. Van de week hoorde ik een vent zeggen: "Arthur heeft ook een beroerte gehad!" "Gut", zei een ander, "ik dacht dat je op onze leeftijd geen broertje meer kon krijgen."

De Waag, donderdagmiddag:

Van dichtbij kwamen een stuk of tien Nederlanders en van verre drie Peruaansen, een Mexicaans stel en een Amerikaans echtpaar uit de buurt van Seattle. En dat allemaal om mij een pijpje te zien maken.

zaterdag
14 juni 2008

Oranjegevoel

In het laantje waar ik woon, is het redelijk rustig voor wat betreft de voetbalmanie; aanvankelijk was slechts één huis met vlaggetjes opgetuigd, maar na de wonderlijke overwinning van gisteravond tegen Frankrijk is ook aan het andere eind van de straat een sliert rood-wit-blauw verschenen. In een buurt verderop is op de parkeerplaats een grote tent neergezet met de nodige versieringen daar omheen, waar de aanwonenden gezamenlijk kijken, drinken en feesten. Dit soort activiteiten wordt door de gemeente gesponsord door het ter beschikking stellen van een pakket met versieringen. Dat scheelt dus weer in de prijs van een biertje.

De Waag, donderdagmiddag:

Misschien was er wel een beetje oranjegevoel in De Waag, maar het daarbij behorende uiterlijke vertoon van oranje vlaggen en ballonnen was in ieder geval niet te bespeuren. Ook heb ik niemand kunnen betrappen die over voetbal begon.

Na enen druppelden een Duits gezin met twee kinderen, een Moskoviete, een Duits echtpaar, twee vrouwen uit Koeweit, een Japanse en een paar Nederlanders binnen.

zaterdag
7 juni 2008


De Waag, donderdagmiddag:

Het liep bepaald niet storm, maar met de paar bezoekers die binnenkwamen heb ik mij in ieder geval best vermaakt. Hopelijk zij ook met mij.

Een jong stel uit San Francisco waren mijn eerste klantjes; vooral toen ik begon over het Goudse pijpjes halen op de schaats waren ze een en al enthousiasme. Daarom kwamen ook de toertochten op de schaats ter sprake. Dat vonden ze al helemaal cool.

De man van een Duits echtpaar uit Berlijn moest van de hoed en de rand weten over het pijpenmaken en het gebruik van de kleipijp. Hij wilde bijvoorbeeld weten hoe zo'n pijp met een vrij smal rookkanaal werd schoongemaakt. Daar kwamen dan de pijpenbranders ten tonele die voor een halve cent of meer indertijd de pijpen schoonbrandden. Nou hij had een open haard en had er wel fiducie in om een kleipijpje te gaan roken. Later hoorde ik dat hij in de winkel op de begane grond van de Waag na uitvoerig uitproberen twee exemplaren had aangeschaft. Zijn vrouw had er maar gelijk twee delftsblauwe asbakken bij gekocht.

Een Israëliër, drie vrouwen uit Amerika en een Duits gezin met twee kinderen maakten de middagvisite compleet.
zaterdag
31 mei 2008
Hofstedendagen

Het vorige weekend kon weer gezellig worden geslenterd over de Bloemendaalseweg in Gouda om hier en daar een kijkje te nemen bij door de 'bewoners' georganiseerde activiteiten en een praatje te maken met bekenden. Het was de 31ste editie van dit jaarlijkse festijn en de deelnemers hadden zich weer flink uitgesloofd. Zij hadden bovendien de mazzel dat het weer meewerkte.

Deze weg is een oude veenweg met aan weerszijden boerderijen die van het platteland bijna tot in de stad loopt. Toen in de jaren zestig en zeventig een nieuwe wijk ten noorden van Gouda werd gepland, zegde de gemeente toe dat het oude karakter van deze weg gehandhaafd zou blijven. Helemaal heeft het stadsbestuur zich niet aan haar woord gehouden: er verrezen een verpleegtehuis, een school en een paar dure villa's aan dit leuke laantje. In de door de gemeente aangekochte boerderijen vestigden zich een kinderboerderij, een ruiterclub, een kunstencentrum, allerlei sociale en culturele instellingen en gewoon nog wat lui die in hun eigen woning zijn blijven wonen.

Mijn vrouw en ik namen onder andere een kijkje bij een imker, demonstrerende edelsmeden, beeldhouwers en kunstschilders. Vooral kinderen konden overal aan de bak: poppenkast, clowns, gratis ponyrijden, bouwen aan draken, muziek en dans.

In de plaatselijke pers lees ik dat het waarschijnlijk de laatste editie is geweest van de Hofstedendagen; de gemeente gaat de boerderijen verkopen. Voorstelbaar is wat dat betekent: projectontwikkelaars aan de slag, boerderijen tegen de grond, bouw van kapitale villa's en het gezellige boerenweggetje wordt het nieuwe domein voor hoge waardigheidsbekleders en patsers.

De Waag, donderdagmiddag:
Toen ik om even voor enen binnenkwam was Adrie Moerings - Gouda's laatste professionele pijpenmaker en vorig jaar gestopt - bezig de laatste hand te leggen aan vijfenzestig pijpjes die hij die ochtend samen met een hulpje in elkaar had gedraaid. Kennelijk kan hij zijn oude beroep nog niet helemaal vergeten.

Bij mij trokken daarna een gezin uit Engeland (vijf personen), een echtpaar (NL), een man (NL) en drie Canadezen met een Nederlandse begeleider voorbij.

zaterdag
24 mei 2008

Mezen

Sinds jaar en dag hangen er aan de achtermuur van ons huis twee vogelkastjes en een spreeuwenpot. Van woningnood onder de vogels is niet veel te merken. In het verleden hebben slechts eenmaal koolmezen gebruik gemaakt van een kastje en in de spreeuwenpot hebben vorig jaar mussen genesteld.

Dit voorjaar heeft een paartje pimpelmezen zijn domicilie gekozen in onze achtertuin. Deze mezen zijn iets kleiner dan de koolmees en hebben helderblauw op kop en rug. De eieren zijn ondertussen uitgekomen en de bedelgeluiden van de jongen zijn goed te horen. Het voeren door de ouders is in volle gang en nu is ook goed te zien wat een acrobatische vliegers de kleine vogeltjes zijn; komen van grote afstand in één lange vlucht precies in het gat van het kastje terecht. De jonkies zitten zo nu en dan op de uitkijk en eerdaags zullen ze de grote sprong wagen. In een hoge berk verderop zitten kraaien en eksters op hun gemak de situatie te observeren.

De Waag, donderdagmiddag:
Armoe troef: slechts twee geïnteresseerden kwamen binnenwandelen om mijn kunstje te bekijken.
zaterdag
17 mei 2008
In de familie

In de jaren tachtig begonnen mijn oudste zoon en ik met het verzamelen van voorouders en inmiddels is er een bestand ontstaan van tegen de 4000 personen. Naast gegevens zoals geboorte, trouwen en overlijden werd zo mogelijk onder andere ook hun beroep vastgelegd. Dan kom je beroepen tegen zoals kurkensnijder, zakkendrager, wolkammer, tapper, rijtuigschilder en vlashandelaar om er maar eens een paar te noemen. Toen ik van de week iets nakeek in de stamboom, viel mijn oog toevallig op een figuur die pijpfabrikant was geweest. Indertijd heb ik daaraan nauwelijks aandacht besteed, maar nu ik zelf met kleipijpen van doen heb, ben ik verder gaan zoeken en kwam er zowaar nog twee tegen.

Nu was het interessant om te achterhalen of deze pijpenmakers een eigen merk hadden en wanneer ze actief waren als pijpenmaker. Dat lukte. Het betreffen de voorouders van mijn kleinzoons, t.w.:
~ Anthony van Wijmen, pijpmakersbaas te Gouda, actief van 1786 tot 1827, merken dubbele anker en GB gekroond;
~ Johannes Boer, pijpfabrikant te Gouda, actief van 1823 tot 1865, merk MK gekroond;
~ Geertruy van Wijmen, pijpenmaakster voor haar huwelijk, dochter van Anthony.

Bij de oude pijpenkoppen gevonden op mijn vroegere moestuin kwamen deze merkjes jammer genoeg niet voor. 't Moet toch lukken die op de kop te kunnen tikken.

De Waag, donderdagmiddag:

'Rustigjes aan' was het parool; een vrouw uit Singapore samen met een vrouw uit Maleisië, een Duits paar uit Osnabrück, een gezin met vier kinderen uit de buurt van Berlijn en een echtpaar uit Roosendaal lieten een pijpje maken.

De Aziatische dames moesten van de hoed en de rand weten. Niet alleen op pijpelogisch gebied, zij wilden bijvoorbeeld het verschil tussen Nederlanders en Duitsers weten. Wat moest ik daar nou mee? Met mijn antwoord dat ze een andere taal spreken en wat harder praten waren ze ogenschijnlijk tevreden.

zaterdag
10 mei 2008


De Waag, donderdagmiddag:

Het was prachtig weer, maar eigenlijk niet om in De Waag te zitten. Toch zochten nog wat toeristen en ander volk verkoeling in ons dik bemuurde gebouw. Een Nederlands gezelschap van zo'n tien personen kwam net nadat ik mij had geïnstalleerd binnenvallen. Jan - de gids - was zo vriendelijk de club eerst naar een etage hoger mee te nemen om hun wat over kaas te vertellen. In de loop van de middag verschenen voor de werktafel een vijftal Engelsen, wat Nederlanders, twee Amerikanen uit Memphis en een meisje en een jongen uit Seoel. Het verhaal over het Goudse pijpjes halen op de schaats begin ik meestal met de vraag of ze weten waarvoor de Friese doorlopertjes dienen. Aziaten en Zuid-Amerikanen hebben vaak geen flauw benul, maar het Koreaanse meisje zei het gelijk: schaatsen. De jongen legde uit de zij een fanatiek schaatsster was en ja toen was het ouwehoeren over de Elfstedentocht en andere tochten die 's winters in Nederland worden georganiseerd. "Als er tenminste nog eens ijs komt", vertelde ik bij een buitentemperatuur van 25º Celsius, tien graden boven normaal.
zaterdag
3 mei
2008


De Waag, dinsdagmiddag:
M'n kleinzoons zagen het wel zitten: met opa een pijpje maken. Dus we trokken per fiets gezamenlijk naar de Waag om wat te kleien. Onder toeziend oog van wat Braziliaanse en Nederlandse bezoekers fabriceerden m'n pijpenmakersknechten een viertal pijpjes. Eén daarvan kon de toets van de kritiek niet doorstaan en ging linea recta de prullenbak in, de geslaagde exemplaren gaan naar de pottenbakker om te bakken. Na dik anderhalf uur waren de mannen het zat en besloten we de seance bij de ijscoboer op de Markt.

De Waag, vrijdag:
Donderdag en vrijdag waren de keramiekdagen. De donderdag stond er iets anders op mijn programma, zodat ik de vrijdag voor m'n rekening nam. Dan mis ik wel node Jan, de vaste gids op donderdag in de Waag. Nu moest ik het doen met een gids die de aanwezigheid van een pijpenmaker min of meer ziet als een storend element in zijn vast repertoire.
Erg druk was het niet bij de pottenbakkers op de markt, maar dat heeft wel als voordeel dat de bezoekers rustig bij alle kramen kunnen kijken. Een echte samenscholing was er steeds als er kandidaten optraden voor de titel 'hoogste-vaas-draaier'.
Bij ons druppelden van alles en nog wat binnen: twee Oekraïensen, een zestal Amerikanen, een vrouw uit het Zwartewoud, twee Italianen, een Spaans en een Frans gezin en een stuk of zes Nederlanders met hun kinderen.

De keramiekdagen stonden in het teken van Marokkaans aardewerk. Wat merkten de vrijwilligers daarvan in de Waag? Wij werden getrakteerd op Marokkaanse zoete hapjes; het was te eten.

zaterdag
26 april
2008

De Waag, donderdagmiddag:

't Kon niet op: maar liefst meer dan zestig personen kwamen pijpenmaken kijken. Amper was ik om even voor enen binnen of ik werd geconfronteerd met een groep van circa 22 uitgelaten huisvrouwen uit Alphen a/d Rijn. Tijdens mijn 'conference' over de oude pijpenkoppen vroeg een wat oudere dame het woord. Haar man zat bij de archeologische vereniging en van hem wist zij dat ook Alphen a/d Rijn een bloeiende pijpenindustrie heeft gekend en daardoor werden ook daar veel vondsten gedaan. Haar verhaal kon ik beamen en er aan toevoegen dat daarover in die tijd enige animositeit ontstond, omdat die gasten de merken gebruikten van hun Goudse collega's.

Een uur later kwam een badmintonclub uit Wateringen binnen. Weer een gekakel van hier tot Tokio, want het waren 26 vrouwen met hun trainer. Zij waren nog vrolijker als de huisvrouwen en ik permitteerde het me om wat psychologie van de koude grond te bedrijven door te vertellen waarom de mallen en de daarin gemaakte pijpen in onze pijpenmakerij vrouwennamen hadden. Pijprokers lijden namelijk aan een sterke moederbinding: zij willen blijven sabbelen. Het sloeg gelukkig goed aan.

Tussendoor en daarna nog wat loslopende figuren: o.a. een echtpaar uit Oregon, twee Duitsen, een viertal Polen, twee Nederlanders en een man en vrouw uit vermoedelijk Azië. De laatste twee hadden er halverwege mijn verhaal ineens tabak van en liepen weg. Tja, dat gebeurt ook.

zaterdag
19 april
2008
De Waag, donderdagmiddag:

Vorig jaar waren al eens schoolklassen met kinderen in de leeftijd van zo'n jaar of zestien voor de werktafel van de pijpenmakerij verschenen. Nu kwamen twee klassen met zes- en zevenjarigen; om één uur de eerste lading van zo'n dertig stuks en om twee uur nog zo'n portie. Dit was hele andere koek: losse handjes die alles moesten betasten en een tering herrie. Maar er was anders als bij de groteren ook sprake van een zekere interactie. Vragen door mij gesteld in de trant van 'Wie heeft wel eens een pijpenkopje gevonden?' werden enthousiast beantwoord en zij waren ook niet te beroerd om mij het vuur aan de schenen te leggen.

Tussendoor en daarna kwamen een Engels gezin met twee kinderen, twee Engelse echtparen, stellen uit Australië en de U.S.A., twee Hollanders en een moeder met twee jongentjes uit Gouda op bezoek. Die twee jochies - vriendjes - waren eerder in de middag met hun klas binnen geweest en één had z'n moeder zo gek gekregen om opnieuw naar de Waag te komen. Dat werd een pijpje maken voor moeders met uitleg van de mannen.

Vrijdags kwam trouwens uit één van de klassen een meisje met haar moeder naar de Waag. Zij had een pijpenkopje gevonden met een merkje en nu wetend dat daar meer achter school, moest zij de pijpenmaker spreken om de maker te achterhalen. Jammer er was geen pijpenmaker. Het werd op een andere manier opgelost: zij kreeg via e-mail bericht over haar pijpenkopje.

zaterdag
12 april
2008

Doorrokertje

Oudere bezoekers komen vaak met de vraag 'Mijn opa had vaak een doorrokertje, maar hoe kwam dat plaatje nou op de kop van de pijp?' Zij bedoelen dan een pijpje dat Opa van zijn kinderen cadeau kreeg, waarmee hij flink doorsmokend langzaam een figuurtje op de kop zichtbaar maakte. Opa pafte zich wezenloos, omdat de gulle gevers natuurlijk hondsnieuwsgierig waren wat er op zijn pijp te voorschijn zou komen.

De uitleg: voor het bakken van de pijp werd met een aniline potlood een tekening op de pijpenkop gemaakt. Zo'n potlood is de voorganger van de ballpoint; het geschrevene of getekende kon niet worden weggegomd. Tijdens het bakken van de pijp verdween de blauwachtige tekening, maar door het roken werd de pijp enigszins bruin, behalve op de plekken waar de aniline was aangebracht, waardoor de tekening in wit zichtbaar werd. Later werd deze methode geperfectioneerd door met witte tinglazuur een handgeschilderd plaatje aan te brengen met hetzelfde resultaat. De grotere Goudse pijpfabrieken brachten de afbeeldingen aan met behulp van een gedrukt transferplaatje of met een rubberen stempel.

M'n dienstmaat die de vorige week in de Waag kwam kijken en mij het voorgaande hoorde debiteren tegen bezoekers, zei later: 'Joh, ik heb nog een ongebruikt doorrokertje thuis liggen en ik kom dat wel een keertje langs brengen.' Afgelopen donderdag reikte hij het mij aan met de woorden: 'Over een maand of zo kom ik wel naar het plaatje kijken.' Ik moet dus knap doorstomen.

De Waag, donderdagmiddag:
Een rustige middag: een Pools stelletje op huwelijksreis, een Engels gezin met twee dochters, twee dames uit het Goudse en m'n dienstmaat met z'n doorrokertje.

zaterdag
5 april
2008


De Waag, donderdagmiddag:
't Was minder druk dan vorige week, maar er kwamen heel gezellige lui over de vloer. Zij kwamen uit België, Engeland, Hongarije, Costa Rica en ons eigen land.
Twee Hongaarse meisjes gingen helemaal uit hun dak toen ik de pijpenmerkjes liet zien en er wat over vertelde. Alle merkjes van mijn verzamellinkje oude pijpenkoppen werden gefotografeerd en ook mijn eigen stempel ontkwam er niet aan om van alle kanten te worden vastgelegd. Eén van hen bleek een aanstaand zilversmidse, vandaar.

Een oude dienstmaat kwam ook nog even buurten. Hij verraste me door een pijpje met een knoop in de steel mee te nemen en die mij cadeau te doen. Dit soort pijpjes zijn niet om te roken, maar werden vroeger veel gekocht in de tijd dat vanuit plaatsen in de omgeving per schaats Gouda werd bezocht om een Gouds pijpje te halen. Hij vertelde dat het pijpje op de schaatsmuts werd bevestigd met een veiligheidsspeld. Een uitvoerig verhaal over het Goudse pijpjes halen is te vinden op
http://home.planet.nl/~berthon/toertoch/goudsepijpen.htm .

Aan de pijpenmaker in kaas show heb ik een element toegevoegd: bellen blazen. Vaak vragen de bezoekers waarvoor de pijpjes nu nog gebruikt kunnen worden. Er staat een potje zeepsop gereed met twee pijpen om te laten zien wat Nederlanders in hun jeugd met een kleipijp deden. De ook aanwezige plateelschilderes gaf deze middag een deskundige demonstratie bellen blazen weg; zij ving zelfs los zwevende bellen met de pijp heelhuids weer op. Het was trouwens haar idee.

En dan nog dit:
Goede kennissen reageerden afgelopen weken op het stukje Kaas in Pijppraat van begin maart. Hun opmerkingen kwamen neer op: 'Hé joh!, jij bent wel erg rekkelijk geworden door als vrijwilliger bij een kaasboer te gaan werken.' Door wat over een op te richten stichting te mompelen, zou ik de lucht niet kunnen klaren; zij zouden mij onmiddellijk om de oren slaan met: van wie is die stichting, zitten er ook vrijwilligers in het bestuur, wie betaalt en bepaalt? Dus ik kom er hier maar eerlijk voor uit: net zoals ik eens onbezoldigd opsporingsambtenaar was, ben ik nu onbezoldigd pijpenmaker bij een kaashandelaar en dat laatste puur voor m'n eigen lol.
zaterdag
29 maart
2008


Reuze bellen blazen

Nemo, bellen blazen Paasvakantie was er dit jaar niet bij voor onze kleinzoons, maar toch waren ze de dinsdag na Pasen vrij vanwege een onderwijzersvergadering.

De hele dag thuis hangen met de maten zagen mijn vrouw en ik niet zo zitten en we besloten eens naar Nemo in Amsterdam te gaan. Nemo pretendeert een science center te zijn en dé plek om spelenderwijs bezig te zijn met wetenschap en technologie. Onze verwachtingen waren zoiets van 'we zien wel en als het niks is gaan we weer gauw naar huis.'

Het beetje sneeuw zorgde er voor dat de treinenloop min of meer in de knoop zat, maar via Utrecht karden we toch in anderhalf uur naar Amsterdam CS. Vandaar was het nog een kwartiertje lopen naar het grote gebouw in de vorm van een mammoettanker. Omstreeks twaalven na een tien-minuten-rijtje voor de kassa begon het feest.

Pas om kwart voor vier konden we de mannen zover krijgen dat we de trein gingen opzoeken. Zij hadden onder andere enorme bellen geblazen, aan de gang geweest in een 'ballenfabriek', de motoren opgestart van hoog opgehangen miniatuurvliegtuigjes met behulp van een spiegel, aan het bouwen geweest in een stroomversnelling om de maximale stroomopwekking van watermolentjes te bereiken en het bijwonen van een amusante show over kettingreacties.

Aan zeker de helft van de attracties waren we trouwens niet toegekomen. Die komen - als oma en opa weer wat moed hebben verzameld - over een half jaar of zo aan bod.

De Waag, donderdagmiddag:

Amper was ik - dit jaar voor de eerste keer - binnen of er stond al een Engels gezin met drie kinderen voor de werktafel om het pijpenmaken te aanschouwen. Dus rustig m'n spulletjes etaleren en het gereedschap klaar zetten was er mooi niet bij. Later meldden zich nog Belgen, vrouwen uit Woudenberg en Gouda en een groep Spanjaarden uit Bilbao.

Totaal negentien personen deze keer en dat is eigenlijk geen slechte score voor een druilerige koude dag.

zaterdag
22 maart
2008

Handjeklap

Het was er lekker weer voor: allerlei paperassen ordenen en het vervelende klusje van het belastingformulier invullen. Het belastingprogramma had ik al opgehaald en eigenlijk viel het wel mee. Het programma deed het en dat is andere jaren ook wel eens mis geweest. Dan wilde ik na het invullen de hus verzenden en dan lukte dat niet. 'Als u de software voor 22 februari heeft opgehaald, moet u dat maar weer opnieuw doen, in uw versie zit nog een foutje', was het antwoord dat ik na telefonische raadpleging kreeg. Veel bijzondere dingen heb ik tegenwoordig gelukkig niet, dus de verzendknop kon snel worden aangetikt.

Zo'n dertig jaar geleden was het nogal eens een gemodder met de bijzondere lasten en de belastingdienst leek zich wel te concentreren op jongens die niet het meeste verdienden en toch wat flinke aftrekposten hadden. Zo werd eens mijn post autokosten opgevoerd bij de ziektekosten door de belasting gedeeltelijk afgekeurd. Met de brief van de inspecteur toog ik naar de belastingdeskundige van de vakbond. Die had er geen zin in: "Nee dat kun je niet maken, 't wordt een hopeloze zaak." Een kennis die op het betreffende belastingkantoor werkte, wilde geen uitspraak doen over zaken van een collega. Nadat hij had gevraagd wie de zaak behandelde, liet hij zich ontvallen: 'Stug volhouden!'

Zo ging er toch een bezwaarschrift de deur uit. Voortvarend snel reageerde de belastinginspecteur. Of ik wilde komen praten en dus zat ik al gauw in het belastingkantoor. Het werd een geëikel van hier tot Tokio; hij mocht niet meer dan een bepaald aantal kilometers goedkeuren en ik lag dwars met 'de auto heeft ze toch gereden.' Het leek niks te worden, maar met mijn 'Dan dien ik wel een beroepschrift in bij de belastingrechter in Rotterdam' kreeg de zaak een hele andere wending. Heel rechtschapen kwam mijn opponent met het volgende: "Als we straks voor de rechter staan, is de kans heel groot dat die ons te verstaan geeft dat wij samen tot overeenstemming moeten komen. Dat kunnen we dan beter nu gelijk doen. Ik stel u voor dat u het aantal kilometers verlaagd tot een voor mij acceptabel niveau en dat ik de kilometerprijs zodanig verhoog dat u op hetzelfde bedrag uitkomt." Na wat gereken was de zaak snel beklonken. Hartelijk namen wij afscheid.

zaterdag
15 maart
2008



Omhoog

Het spektakel is begonnen; de bomen die in de weg staan voor de ophoging en herinrichting in onze wijk zijn omgezaagd. Van te voren kregen we per brief een tekening met daarop aangegeven welke bomen het loodje moesten leggen, maar gelukkig waren de twee beuken voor ons huis niet de klos.

Al maanden geleden vielen er brieven in de bus met de plannen en uitnodigingen voor voorlichtingsavonden. De belangrijkste veranderingen zijn dat het hele gebied een 30 km-zone wordt met drempels, het asfalt wordt vervanging door normale bestrating en wat aanpassingen op de parkeerterreintjes voor de auto's. Het ophogen maken wij nu voor de derde keer mee. Het straatniveau moet zo'n halve meter stijgen, maar voor dat gebeurt moet het buizenstelsel van de regenwaterafvoer en de water-, gas-, telefoon- en televisieaansluiting omhoog worden gebracht. Dat houdt in dat de voortuintjes ook grondig worden omgespit. Voorlopig zitten we dus een aantal maanden flink in de rotzooi.

De Waag, donderdag:
Met Pasen gaat het Kaas- en Ambachtenmuseum in De Waag weer open en daarom ben ik bezig geweest de pijpenmakerij gebruiksklaar te maken. Omdat in de winterperiode de Waag voor allerlei activiteiten werd verhuurd stonden alle spullen achter slot en grendel op een kleine zolder. Die werden dus eerst naar beneden gesjouwd en op hun organieke plekje geplaatst. De pijpenmallen kregen weer hun plaatsje aan de wand. Dat was nog het vervelendste karweitje, want ze moeten stuk voor stuk worden vastgeschroefd anders zijn ze binnen de kortste keren in handen van het dievengilde.

Het pijpenmakersgilde kan met Pasen zijn eerste pijpje in elkaar kleien, zelf start ik de donderdag daarop.
zaterdag
8 maart
2008


Kaas

Ieder jaar aan 't eind van de winterslaap is het maar weer de vraag of het Kaas- en Ambachtenmuseum in de Waag opnieuw zijn poorten opent. Het al of niet toekennen van een subsidie van de gemeente Gouda is daar debet aan. Dit jaar kwam er nog een onzekere factor bij; het bestuur van de stichting waar het museum onder valt, had het bijltje erbij neergegooid.

Begin februari viel er een brief van de wethouder in de brievenbus, waarin hij de problemen opsomt maar daarin ook met een oplossing aan komt dragen. De gemeente Gouda gaat de Waag van wat ik maar noem gemeubileerd verhuren aan kaashandelaar Uniekaas. Met gemeubileerd bedoel ik dat de hele rataplan van kaasmaken en oude ambachten inclusief het volk dat daar mee bezig is, voorlopig in het gebouw blijft om toeristen te vermaken.

Afgelopen donderdag was er voor de vrijwilligers een voorlichtingsmiddag in de burgerhal van het stadhuis. De wethouder lichtte het gebeuren toe, sprak ons uiteraard in lovende bewoordingen toe en introduceerde enige medewerkers van Uniekaas. Die kwamen na hem aan bod met onder andere een filmpje en lesje over kaas. Het laatst kwam een wat in het jargon waarschijnlijk een sales supervisor wordt genoemd aan de bak met grootse plannen van wat de Waag in de toekomst voor hen in Nederland en de rest van de wereld gaat betekenen. Tussendoor werd kaas geproefd vergezeld van een drankje.

Ja daar zit je dan met een stuk kaas achter de kiezen en een glas wijn in de hand: vrijwilliger bij een kaashandelaar. Bovendien vielen de zinsneden 'in het begin blijft alles bij het oude' en 'voorlopig veranderen we niets' mij net iets te veel. Mijn conclusie: even aanzien wat het wordt, maar het zal wel het begin van het eind van mijn carrière als pijpenmaker zijn.

Na afloop zat de stemming er goed in: met een soort kerstpakket gevuld met een aantal soorten kaas plus wat tierelantijnen gingen we huiswaarts

zaterdag
1 maart
2008

Flauwekul

Het figuurtje in de sculptuur voor het belastingkantoor heft wanhopig zijn handen ten hemel. Terecht, want al jaren komen belastingbetalers door geknoei en bureaucratie bij die dienst in zotte en onoverzichtelijke situaties terecht.

Eind 2005 handelde ik wat zaken af van mijn overleden moeder. Uiteraard kreeg ook de belastingdienst kennis van haar overlijden en voor de zorgtoeslag die zij zou gaan krijgen vulde ik een mutatieformulier in. Toch werd in januari 2006 een maandelijkse termijn van die toeslag op haar rekening gestort. Een telefoontje hielp niet, want in februari herhaalde zich dat. Na een aantal contacten met de belastingtelefoon werden die bedragen in mei teruggevorderd en uiteraard netjes op hun rekening gestort. Dat leek dus opgelost totdat eind juni een verbazingwekkend beschikking binnenkwam waarin de zorgtoeslag over geheel 2006 zijnde € 403 moest worden terugbetaald. De juffrouw van de belastingen die mij probeerde wijs te maken dat alles van zelf in orde kwam, nam ik maar niet serieus en diende toch een bezwaarschrift in.

Het antwoord kwam half november 2006 in de vorm van een betalingsherinnering, waarin werd gedreigd met een aanmaning met de daaraan verbonden incassokosten. Per brief de belastinginspecteur zelf benaderd met het verzoek zijn administratie op orde te brengen en mij te vrijwaren van aanmaningen en dergelijke. Dat hielp niet echt, want in zijn antwoord kreeg ik uitstel van betaling totdat over het in juni ingediende bezwaarschrift zou worden beslist. Een half jaartje rust trad aan.

Brief van de belastingdienst juli 2007: 'Ik neem uw aanvraag (?) zorgtoeslag in behandeling.' De ambtenaar die ik toen aan de lijn kreeg, gaf het volgende advies: "Allemaal flauwekul, slaat nergens op, gewoon alles negeren!" Kort daarna werd op de rekening van wijlen mijn moeder een bedrag van € 403 gestort, waarop de juffrouw van de belastingtelefoon reageerde met: "Dat geld moet u opzij leggen, u hoort nog van ons." Dat gebeurde een maand later: of ik het abusievelijk uitbetaalde bedrag maar terug wilde storten en dat het liefst met de acceptgirokaart van juni 2006. Dat wilde ik wel, mits ik een beschikking zou ontvangen dat er van een schuld geen sprake meer was. Dat ging niet echt van harte, want eerst kwam een condoleancebrief binnen en een beschikking over 2007 met bedrag nul en pas eind september 2007 een beschikking dat de belastingdienst niets meer had te vorderen.

Dik anderhalf jaar aan 't klooien met die lui en dat allemaal zonder 'Excuses voor het ongemak.'
zaterdag
23 februari
2008

Telefoon

In Pijppraat van omstreeks half januari vertelde ik dat ik adsl inclusief telefoon ging installeren. Op de door de provider aangegeven dag ging ik aan de slag met het in de instructie genoemde gereedschap en het ontvangen materiaal. Adsl aan de praat krijgen was niet zo'n probleem, hoewel ik de in de handleiding aangegeven wijze voor mij niet bruikbaar was. Het werkte in ieder geval perfect. Het opgang krijgen van de telefoon leek ook een makkelijk kunstje, maar dat kreeg ik niet voor elkaar. Na telefonisch contact met de technische dienst bleek dat het onderdeel telefoon van mijn contract domweg achterwege was gebleven. Niet getreurd, want de zaak was in vijf tot tien dagen geregeld en een brief met een registratiecode zou daarvan melding maken.

Begin februari werd het tijd om aan de bel te trekken. Een juffrouw meldde me dat er hard aan werd gewerkt en opnieuw over vijf tot tien dagen was het okidoki. Half februari was er nog geen brief gearriveerd en telefonische navraag leerde dat er nu echt iets aan werd gedaan.

Afgelopen dinsdag viel er een brief van KPN in de bus; mijn telefoon werd de volgende afgesloten. Er was nu in ieder geval beweging en ik verwachtte natuurlijk een brief van mijn provider met registratiecode. Die hoop was ijdel en hun servicedesk was woensdag, donderdag en vrijdagmorgen onbereikbaar. Vrijdagmiddag kreeg ik dan eindelijk iemand te pakken die me aan een registratiecode heeft geholpen en toen was het snel gepiept.

Technisch lijkt het allemaal perfect in orde, maar zo gauw er mensen aan te pas komen gaat het mis en word je met een kluitje in het riet gestuurd. Voor de telefonische service rekent men dan nog dertig cent per minuut, waarin je wordt getrakteerd op allerlei mededelingen van zaken die elders in het land zijn misgelopen eindigend met de kreet 'Excuses voor het ongemak'. Daarna vertelt men pas dat wachten geen zin heeft en dat later of de volgende dag beter gebeld kan worden. De telefoonkosten voor de hele expeditie bedroegen ongeveer zo'n dertig euro.

Kortom: op 19 november met het gedoe gestart en nu de eindstreep bereikt. 'Het is maar spel', lul ik dan maar tegen mezelf.

zaterdag
16 februari
2008
Gloeilamp

International Space Station Afgelopen zondagmorgen vertelde astronoom Govert Schilling in het radioprogramma Vroege vogels over de koppeling op zaterdagavond van het op donderdag gelanceerde ruimteveer Atlantis met het internationaal ruimtestation (I.S.S.). In z'n vrachtruim bracht Atlantis het Europese Columbus-module - een laboratorium - mee, dat in de dagen erna aan het I.S.S. werd vastgeschroefd.

Vrijdags ervoor was op het nieuws te horen dat het ruimtestation die avond van 18.33 uur tot 19.05 met in z'n kielzog het ruimteveer van west naar oost over Nederland zou komen, dus om half zeven liep ik buiten te sporten om het gevaarte te aanschouwen. M'n geduld werd zwaar op de proef gesteld: pas even voor zevenen passeerde aan de hemel een flinke gloeilamp en twintig minuten later trotterde als een schemerlampje Atlantis er achteraan.

Het ruimtestation I.S.S. was niet alleen op die vrijdag te bekijken. Op www.heavens-above.com staat precies aangegeven wanneer en waar het gevaarte langs komt. Het leven binnen en buiten boord van het ruimtestation is rechtstreeks te volgen via www.nasa.gov/multimedia/nasatv/ . Van dat laatste krijg je in ieder geval geen pijn aan je nek.
zaterdag
9 februari
2008


Paleis Noordeinde, zijvleugel met op 1e verdieping het Bruine kwartierHet Bruine Kwartier

Jaren na de bijna-aanvaring op het strand van de koninklijke ruiterij met het Maander voetvolk (zie Pijppraat vorige week) kondigde ik bij het secretariaat van de koningin per brief met wel gekozen woorden en de nodige onderdanigheid mijn bezoek aan het paleis Noordeinde aan. Een verre neef uit Nieuw-Zeeland kwam namelijk op bezoek en het plan was om hem te laten zien waar en hoe onze voorouders in vroegere tijden hadden geleefd. Op het programma stonden onder andere het dorpje Benschop, het paleis Noordeinde en de Oude Delft in Delft.

Kamer 2.11 van het Bruine kwartier in paleis NoordeindeHet paleis Noordeinde was zo interessant, omdat onze voorvader Gerrit Noordanus (1776-1840, kabinetwerker in Den Haag) in 1817 en daarna voor het paleis Noordeinde eenvoudig meubilair in mahonie en eiken leverde voor de privé-vertrekken en de personeelskamers, zoals chiffonnières, secretaires, verschillende soorten tafels en zo'n tweehonderd stoelen. In 1825 maakte hij een betimmering van tropische houtsoorten voor een aantal vertrekken van het paleis die later met het oog op deze betimmering, zouden worden aangeduid als het 'Bruine Kwartier'. Hij maakte het er zo gezellig, dat zowel Claus als Beatrix ervoor kozen daar hun werkkamer te hebben. Een kort bezoekje zou voor mijn neef het hoogtepunt van zijn reis naar Nederland kunnen betekenen.

Dat feest ging mooi niet door. Baron Bentick, intendant van de koninklijke paleizen, verwees me door naar de Rijksvoorlichtingsdienst die uitstekend fotomateriaal voorhanden zou hebben. Nu maar hopen dan Beatrix de rijksappel snel aan Maarten geeft en naar Drakestein afnokt; Maxima lijkt me de beroerdste niet.

Bronnen:
www.paleizen.nl, Antiek oktober 1974

zaterdag
2 februari
2008

Paardenvolk

Welgeteld twee vlaggen met wimpel telde ik toen ik donderdag de stad inreed en zelfs op het stadhuis had men de vlag op de verjaardag van ons staatshoofd binnengehouden. Een fervente aanhanger van het koningshuis kun je mij niet noemen, maar wel vertel ik graag hoe mijn vrouw en ik heel even in de nabijheid van de koningin verkeerden.

Eind jaren tachtig en begin jaren negentig maakten wij ieder jaar in september een wandeling langs het strand van Hoek van Holland naar Den Helder of andersom. Per trein gingen we naar Hoek van Holland, sjouwden langs het strand naar Scheveningen en gingen per tram en trein weer naar huis om te slapen. De volgende dag per trein en tram weer naar Scheveningen om dan naar Noordwijk te lopen. Dan weer per bus en trein huiswaarts. Op die manier belandden we uiteindelijk in een dag of zes in Den Helder, maar als het rot weer was hielden we het een dagje of dagen voor gezien en bleven lekker thuis. Binnen veertien dagen was het altijd gepiept.

In een jaar dat het parcours Den Helder-Hoek van Holland was gekozen, kwam ons tussen Katwijk en Scheveningen in de verte een horde paarden tegemoet. Net als de meeste wandelaars liepen we op het midden van het strand omdat het zand daar niet zo rul was. De ruiters reden in een pijlvorm en de lui voor ons weken automatisch naar de zijkanten uit. Wij bleven op het verharde stuk strand lopen. De ruiters gingen dichter op elkaar rijden; kennelijk om ons min of meer te dwingen zijwaarts uit te wijken. Daar had ik nou net geen zin in en met mijn vrouw in m'n kielzog stapte ik op de punt van de pijl af. Alle ogen van de paardenlui waren op ons gericht en toen ik naast het hoofd van het voorste paard was, keek ik recht in het bangige gezicht van de majesteit. Eenmaal voorbij de kont van de koninklijke knol merkte mijn vrouw laconiek op: 'Jee, het is Trix'.

zaterdag
26 januari 2008
Angklung

Op zoek naar wat oude ordners kwam ik achter de luiken van de zolder m'n zo'n zeventien jaren geleden in Bandoeng gekochte angklung tegen. Zo muzikaal als de gezinnen waarin mijn ouders opgroeiden waren, zo amuzikaal ben ik, maar met de angklung kan ik goed overweg.

Een angklung is een met de hand gemaakt muziekinstrument van bamboe. Twee bamboekokers hangend in een raamwerk geven, als ze heen en weer worden gerammeld een welklinkend geluid van één toon. Wil men een melodie spelen dan heeft men een aantal angklungs nodig met verschillende tonen.

Indertijd waren mijn vrouw en ik in Bandoeng aanwezig bij een voor toeristen georganiseerde openbare les in het muziek maken met een angklung. Een stuk of veertig 'muzikanten' kregen een instrument in handen gestopt. De orkestmeester leerde ons eerst hoe het apparaat moest worden vastgehouden en hoe we moesten rammelen. Vervolgens maakte hij ons attent op het op de angklung aangebrachte cijfertje. Die moesten we goed in ons hoofd prenten en als hij het cijfertje afriep moesten de overeenkomstige angklungs schudden. Dat verliep vlekkeloos en de volgende fase was dat hij op grote flip-over vol met cijfers willekeurig getallen met een stok aanwees. Afwisselend lang en kort en dat klonk al aardig. Eigenlijk waren wij niet meer dan marionetten die naar de pijpen van de angklungmeester dansten. Van een volgend blad van de flip-over met cijfers zou een echte melodie worden gespeeld en tot stomme verbazing van ons spelers klonk ineens het liedje 'Sarina een kind uit de dessa' door de kampong. Het klonk zo mooi, dat sommigen een traantje moesten wegpinken.

Zelf met een angklung spelen of een liedje horen: Nixward New Media Creations
zaterdag
19 januari 2008


 

Vliegeren
Mijn vrouw dook van de week de bioscoop in om the Kite Runner oftewel de Vliegeraar te bekijken, maar hoewel ik in mijn jeugd veel heb gevliegerd leek het hele verhaal mij een te lange zit.

Het vliegeren in mijn jeugd begon met een aan een touwtje bevestigd stuk papier, daarna omstreeks mijn elfde jaar kreeg ik een grote vlieger van mijn ome Dik. Toen die in de prak lag, werd het tijd om zelf zo'n ding in elkaar te prutsen. De gekochte vliegers waren ruitvormig, maar net als de jongens in de straat maakte ik een vierkante; eenvoudig te maken, wel met een nadeel: ze stonden niet zo mooi stil in de lucht. Wij hadden maar één doel: de vlieger in de lucht houden. Bijzonder saai eigenlijk als je kijkt wat die jongens in Azië met een vlieger doen. Zij smeren hun touw in met glaslijm en met allerlei capriolen in de lucht proberen zij het lijntje van een andere vlieger door te snijden. Spannende en oogstrelende luchtgevechten dus.

Meer dan tien jaar geleden liepen mijn vrouw en ik langs een strand benoorden Auckland en uiteraard stopten we bij een man die stond te vliegeren. Zijn vlieger stond boven zee ver voorbij de branding en door een praatje met de vliegeraar werd ons duidelijk dat hij stond te vissen. Inderdaad vissen en hij was niet te beroerd om ons uit te leggen hoe dat in z'n werk ging. Met een werphengel kon hij moeilijk de branding overbruggen en met de vlieger kon hij rustiger water bereiken, waar ook de vis in grote getale rondspartelde. "Je hebt wel een probleem als de wind de andere kant op staat", opperde ik. Nee dus. "Hier is het eiland vrij smal en is de wind aanlandig, dan ga ik naar de andere kust."
Zoek je op Google met de zoekterm 'kitefishing', dan kom je tot de ontdekking dat deze van oorsprong Polynesische bezigheid inmiddels ook aan de kusten van Australië en Florida wordt beoefend. Dan wel met geavanceerde vliegers met dubbele lijnen en een extra lijn voor het vissen.
zaterdag
12 januari 2008


Adsl installeren

Half november zou het pakket om adsl te installeren worden bezorgd. In plaats daarvan arriveerde er een brief van de provider waarin hij schreef dat de opdracht niet werd geaccepteerd. De netwerkbeheerder kon een en ander niet realiseren om een zestal redenen. Ik moest zelf maar uitplussen welke reden voor mij van toepassing was, deze dan verhelpen en een nieuwe aanvraag indienen. Dat schoot lekker op en bovendien kon ik me niet voorstellen dat een van de redenen om mijn situatie sloeg.

Op naar de KPN-winkel en daar trof ik een vent die van de hoed en de rand wist; hij vertelde me dat een aantal telefoonaansluitingen in Gouda op een oude centrale stonden - de zogenaamde buitenlijnen -, waarmee geen internetverbinding mogelijk was. Hij keek het even op z'n computer na en verdomd onze telefoon stond nog op de 'buitenlijn'. Daar wist hij wel wat op: gewoon verhuizen, want dan wordt de oude verbinding verbroken en de nieuwe komt in de nieuwe centrale. Ik was nog zo bijdehand om te vragen waarheen ik dan wel moest verhuizen, maar dat was voor hem kat in 't bakkie: naar uw eigen adres. Een verhuisformulier werd ingevuld, waarop ik verhuisde van m'n huidige adres naar m'n huidige adres. Eind december vond de 'verhuizing' plaats en daarna heb ik me opnieuw bij de provider aangemeld.

Gisteren arriveerde dan eindelijk de doos met spullen en een bericht vergezeld van codes en wachtwoorden. Aanstaande maandag kan ik aan de slag met splitter, modem, stopcontacten, snoertjes en stekkertjes. Mocht volgende week geen Pijppraat verschijnen dan heb ik waarschijnlijk wat fout gedaan.
zaterdag
5 januari 2008

Aardappels schillen

Rond de jaarwisseling kwamen de kranten met een bericht dat door zwaarlijvige mannen met gejuich zal zijn ontvangen: een onderzoek had uitgewezen dat dikke mannen boven de 55 anderhalf jaar langer leven dan hun slanke leeftijdsgenoten. Hun plannen om in het nieuwe jaar zich wat te beperken, te gaan anjabakkeren of wat meer te bewegen konden zo de prullenmand in. Zonder sores weer ongegeneerd smullen en smikkelen.

Enige voorzichtigheid is echter geboden met dit soort onderzoeken; een week later kan een ander onderzoek weer aantonen, dat het precies andersom is. En ja hoor, vandaag stond in de krant dat men de overleden dikbuiken van onder de 55 had moeten meetellen. Daardoor had het onderzoek zich beperkt tot de aller taaisten.

Onderhand elke week word je verrast door onderzoekers die van alles en nog wat beweren. De oogst van de laatste weken om je leven te verlengen: geen bananen eten wel kiwi's, ouderen wel witte brood maar geen volkoren en mediterraan eten tegen longaandoeningen. De laatste aanbeveling die ik hoorde was van een voedseldeskundige. Die verkondigde heel serieus dat appels ongeschild naar binnen konden worden gewerkt, maar dat aardappels voor het consumeren moesten worden geschild. Lust je dan nog peultjes?

  Voor PIJPPRAAT andere jaren naar Archief