Goudse Pijpen

 |  Pijppraat 2009 | Terug naar Wegwijs van Carpe Lunam | index Archief |

zaterdag
26 december

2009

Tuimelen

Bij het zien van zwemwedstrijden op de tv heeft het mij altijd geïntrigeerd hoe de borstcrawlers keren. Vlak voor dat zij het keerpunt met hun handen kunnen aanraken, maken de zwemmers een soort halve koprol en zetten met hun benen tegen het keerpunt af om de terugweg te aanvaarden. Dat moest ik toch ook onder de knie kunnen krijgen.

De dagen voor Kerstmis is het lekker rustig in het zwembad; maandagmorgen bijvoorbeeld zwommen we even met z'n vieren rond.  Voor mij een mooie gelegenheid om het tuimelkeerpunt te oefenen. Dat gaat nogal gepaard met wat gespetter en bij normale drukte wekt dat de irritatie op van vrouwen die hun haar droog willen houden. Bovendien is de kans groot dat door mijn te verwachten ongecontroleerde bewegingen een botsing met een andere zwemmer ontstaat.

Al eerder had ik in het zwembad goed gekeken toen een zwemster begeleid door haar trainer het kunstje perfect uitvoerde. Het even nadoen viel zwaar tegen; ik raakte steeds het spoor volledig bijster. Een badmeester dacht waarschijnlijk dat ik in nood verkeerde en kwam een kijkje nemen.
~ Wat bent u nou voor een rare capriolen aan het maken?, wist hij. Ik legde het hem uit wat de bedoeling was.
~ Tja, ik ben er niet op gekleed anders zou ik het even voordoen, was zijn commentaar en dat was tevens het einde van zijn instructie.
Toen ik een paar dagen later weer aan 't kloten was, schoot een andere badmeester mij te hulp met:
~ Je moet veel later de tuimeling inzetten, maar persoonlijk houd ik er niet van. 't Is veel gemakkelijker om even aan te tikken met een hand en dan gewoon om te draaien. 

Tussen Kerst en Oud en Nieuw zal het waarschijnlijk weer rustig zijn en waag ik nog wat pogingen. Luctor et emergo.
 
vrijdag
18 december

2009
IJspret

~ Twee keer 65+ voor de hel.
~ Dat is dan tien euro, links af, zaal twee en veel plezier, zei de caissière van de bioscoop.

Om vast in de stemming te komen voor de schaatstoertochten van waarschijnlijk de aankomende week keken mijn vrouw en ik naar de Hel van '63, een film over de barre Elfstedentocht van 18 januari 1963. 't Was die dag de koudste dag van de koudste winter van de vorige eeuw en bovendien barstte 's avonds bij zo'n achttien graden vorst nog een ijzige storm los. Gedesoriënteerde schaatsers waanden zich in Siberië. Er vielen wonder boven wonder geen doden, maar veel deelnemers kregen te maken met afgevroren ledematen, botbreuken, bevroren ogen en geslachtsdelen. Slechts 69 schaatsers van de tien duizend toerrijders bemachtigden het fel begeerde kruisje.

't Is dat in de film veel fragmenten waren opgenomen van de televisiereportage over het gebeuren die dag, want anders was het een magere vertoning geworden. De verhaallijnen rondom de vier hoofdrolschaatsers waren nogal kneuterig en ongeloofwaardig. Wij zaten in ieder geval warm en comfortabel naar de ijspret te kijken, de kou buiten na afloop viel rauw op ons dak.
 
zaterdag
12 december

2009
Tophit

Het vullen van de ipod met muziek is een nostalgisch karweitje. Zoekend in de cd's en lp's kom je allerlei liedjes tegen die ik in het verleden bijna stuk heb gedraaid. Eén liedje echter heeft altijd als nummer één op mijn tophitlijst aller tijden gestaan. Daardoor komt het een aantal keren - uitgevoerd door verschillende artiesten- in mijn 'verzameling' voor.

Goodnight Irene hoorde ik voor het eerst op een soort schoolfeest aan 't begin van de jaren vijftig. Het werd gespeeld door een schoolband die speciaal voor die gelegenheid was geformeerd. Een leerlinge uit een hogere klas - ik meen me te herinneren dat zij Ineke van Zwieten heette - was de zangeres die het met veel verve bracht en de hele zaal zong iedere keer het refrein enthousiast mee.

Het liedje Goodnight Irene - aanvankelijk Irene - stamt uit de jaren dertig en staat op naam van Huddie Ledbetter en John Lomax. Na de dood van Huddie 'Leadbelly' Ledbetter eind 1949 werd het dé tophit in Amerika. Er is zelfs een gekuiste versie; in de originele versie van Leadbelly is de tekst: ~ I'll get you in my dreams, maar veel artiesten veranderden dat naderhand in: ~  I'll see you in my dreams.

Op zijn eerste lp Chicken skin music vertolkt Ry Cooder onder andere Goodnight Irene. Toen ik eens een concert van hem bijwoonde, vroeg hij na een aantal nummers gespeeld te hebben: ~ Wat willen jullie horen? Een kakofonie van titels werden in zijn richting gebruld, maar Goodnight Irene was er niet bij en ik hield beschroomd de kaken op elkaar.

Na een aanhoudend slotapplaus en geroep kwam Ry Cooder het toneel weer op en ja hoor hij zong als toegift Goodnight Irene. Later baalde ik een klein beetje; had ik nou maar geroepen, dan had ik mooi het idee gehad dat hij het voor mij had gezongen.

 
zaterdag
5 december

2009
Sinterklaas

Medelijden heb ik met hulpsinterklazen als ze door de stad schuifelen of in warenhuis en scholen voor een kinderschaar hun kunstjes vertonen. Iemand die daar geen ervaring mee heeft, weet niet half hoe rot je je voelt met die lange jurken aan, met die knellende mijter op je hoofd en hoe de opgeplakte pruik en baard van kunststof jeukt.

Ruim anderhalf jaar nadat ik met de Vut was gegaan, had ik wat geld nodig voor een idee ten behoeve van leden van een patiëntenvereniging. Een aardig plannetje hebben is één, maar de uitvoering liep nogal in de prijzen en bij dat soort verenigingen is altijd een chronisch geldgebrek, terwijl ook nog eens het salaris van de betaalde directeuren een hogere prioriteit heeft. Op zoek dan maar naar een sponsor en die gevonden bij m'n laatste werkgever. Die was zo genereus om jaarlijks vijfduizend gulden in het projectje te steken. Er zat voor mij een addertje onder het gras; als tegenprestatie zou ik op hun eerstvolgend sinterklaasfeest als goedheiligman moeten optreden. Erg enthousiast werd ik er niet van om voor volwassenen de joker uit te hangen, maar tja wat doe je in zo'n situatie.

De pieten - twee secretaressen van het bedrijf - hadden het perfect georganiseerd: professionele uitdossing gehuurd, schminkspullen voorhanden en een draaiboek inclusief de uit te spreken vermaningen. Door hen werd ik ook beplakt, beschilderd en in de lappen gehesen. Zo opgetuigd betrad ik zwetend als een zeehond de feestzaal.

De baard begon al snel te zakken en het spreken ging niet al te jofel vanwege de bossage voor m'n mond en de door de tandarts tijdelijk geplaatste voortand met een plaatje. Ik reikte onder andere ijsmutsen uit aan luitjes die veelvuldig kankerden over de slechte werking van de airco, waardoor het altijd te warm was op de kamers. De leden van de ondernemingsraad werden verblijd met een T-shirt met daarop de kreet OR, zodat ze voldoende herkenbaar zouden zijn voor het personeel om hun ongenoegens te spuien. Kortom, die middag stak ik vele vroegere collega's een stok tussen de benen.

~ Joh, ik herkende je gelijk aan je loopje toen je binnenkwam en de rest van de zaal toen je je mond opendeed, vertrouwde m'n vroegere kamergenoot me later toe. Vandaar dat bij het afscheid uit volle borst het 'Zie de maan schijnt door de bomen' werd gezongen.
   
vrijdag
27 november
2009
HME

Met een paraplu in de tas op naar de HCC-dagen, een onderdeel van HME dat staat voor Home Multimedia Entertainment. Vanaf station Utrecht CS liep ik met een grote stroom voornamelijk jongens en grijze mannen richting Jaarsbeurshallen aan de Croeselaan.

Dit jaar hebben leden van HCC (Hobby Computer Club) één dag vrije toegang tot deze beurs. Vorig jaar moest er betaald worden en dat had waarschijnlijk een slecht effect op het aantal bezoekers met als gevolg magere verkoopresultaten. Eerlijk gezegd zou ik niet zijn gegaan als er twaalfenhalve euro neergeteld had moeten worden.

Vooral in de hal met een markt van computer gerelateerde spulletjes, kon je bijna over de hoofden lopen. Complete computers in flinke dozen verlieten de kramen tegen afbraakprijzen. De kramen met inktcartridges voor printers deden zo te zien goede zaken. Op een vorm van garantie hoef je niet te rekenen vermoed ik, want aan verkoopbonnetjes wordt niet gedaan.

In de hal met computerspelletjes zijn vooral jongeren die gelegen op kussens oorlog aan 't voeren zijn. Zelfs het leger is present met een stand. Natuurgetrouw kun je in Uruzgan vanuit kamp Holland op patrouille om met de Taliban te knokken. Als ze het leuk en spannend vinden, kunnen ze zich aanmelden voor het echie. Absurd.

Een paar jaar geleden kwam je nog thuis met linnen tasjes, petjes, sleutelhangers, cd's met programmatuur en stickers om in mijn geval de vuilnisbak mee te versieren. Even heb ik nog in een lange rij gestaan voor een gratis dvd, maar dat duurde me toch te lang. 

Na dik anderhalf uur had ik het wel gezien. De buit was dit jaar een set luidsprekertjes voor de ipod à 5 euro, een usb-stekker voor twee euro en twee ballpoints voor nop.
   
zaterdag
21 november
2009
Pijp-art

De beroepskleipijpenmaker zal de laatste dertig jaar vooral pijpen hebben gemaakt die in de smaak vielen van toeristen die een souvenir van Gouda mee naar huis wilden nemen. Hij sierde daarom zijn pijpen op met beschilderingen van molentjes of de klassieke opsmuk zoals op Delfts blauw gebruikelijk is. Vooral buitenlandse toeristen trokken graag hun portemonnee om meer dan tien euro voor een echt met de hand vervaardigd pijpje neer te leggen. Het pijpje was echt handwerk maar of de molentjes er echt met de hand op waren geschilderd of met behulp van transfers erop terecht waren gekomen vraag ik me af. Het verkocht in ieder geval goed.

Toen de door mij gemaakte pijpen ergens op begonnen te lijken, vond de winkel van de Waag het zonde om ze zomaar in de droogbakken te laten liggen. Dus de pijpen kwamen bij de souvenirs te liggen; ze waren ten slotte gemaakt met gereedschap en materiaal van de Waag en de verkoop ervan zou iets van de kosten kunnen compenseren. En zo waar: er werd zo nu en dan een pijpje verkocht.

Omdat het klassiek beschilderen mijn kunnen ver te boven gaat, zocht ik een andere manier om mijn sobere witte pijpen wat aantrekkelijker te maken. Met het op een bepaalde manier mixen van rode, blauwe en witte klei werd al een zeker 'kunstzinnig' resultaat verkregen.  Na glazuren ontstaat een gemarmerd pijpje dat - zo bleek afgelopen zomer - aardig in de smaak valt bij de bezoekers van de Waag.

Zo zie je maar weer: zelfs ontwikkeling in de pijpenmakerij.

 
donderdag
12 november
2009

La Mamba

Met het Mexicaanse liedje La Mamba op de achtergrond en een sombrero op het hoofd of om de nek jasten een stuk of zes spuitgasten van het huisartsencentrum ons - de zogenaamde risicogroep - het vaccin tegen de Mexicaanse griep in de arm. 

Het begon bij aankomst al vrolijk: een ongelooflijk lange rij op de weg voor het centrum. Overigens was het nog wel gezellig om in de rij te staan met lotgenoten. Een passerende automobilist hield er de stemming in met: ~ Hebben jullie brood meegenomen? Een fietser wist nog: ~ 't Is zeker voor niks.
Tussen de wachtenden bij ons in de buurt ontstond nog een discussie over het prikloon dat de artsen zouden opstrijken. Iemand veronderstelde tien euro. Dat vond een ander nogal veel: ~ Daar kunnen ze dan een leuke vakantie van gaan houden. Het zal best heel wat meer zijn werd nog verondersteld, want het uitschrijven door een assistente van een herhalingsrecept ligt al in de buurt van de twintig euro.
Het wachten viel nogal mee: binnen een half uurtje zat het spul in de arm.

Wel navrant dat in Mexico zelf de inentingen pas eind november gebeuren, omdat dan daar de vaccins pas beschikbaar zijn.
  
zaterdag
7 november
2009
In 't voorbijzwemmen (3)

Een man komt geheel gekleed de zwemhal binnenlopen.
~ Kijk daar is Herman; komt zeker vertellen wat hij mankeert, klinkt het vanuit de koffiehoek.

Tijdens 't schoolzwemmen van de zomer:
Het is nogal fris 's morgens en daarom drukken de meeste scholieren zich in het kleedhok. Ze zingen een Afrikaans liedje, de meisjes vertolken de hoofdmelodie, de jongens begeleiden het met hoeba, hoeba, hoebawa. Het klinkt verrekte goed, zelfs ontroerend. Na afloop hoor ik een jongen zeggen:
~ Ik snap er niks van, José, 't is zo'n leuk liedje en jij zit met tranen in je ogen.

Twee mannen:
~ Hij is nu getrouwd met een vrouw uit Woerden.
~ Heeft ie nog steeds dat meisje erbij?
~ Wat dacht je.

 

zaterdag
31
oktober 2009

 


De Waag, donderdagmiddag:

Het is weer zover: de Waag begint aan 't eind van de week z'n winterslaap. Het was dus voor mij het laatste optreden dit jaar. Aanloop was er trouwens genoeg; zo rond de dertig bezoekers hadden er drie en een halve euro voor over om kaas- en pijpverhalen aan te horen.

Onze gasten kwamen uit Zuid Afrika, Australië, Thailand en Nederland. Onder die Nederlanders een groep bankemployé's die hun jaarlijks uitstapje in Gouda vierden. Ze kwamen pas om kwart over vier aanzakken, terwijl ik meestal om half vijf m'n bullen begin in te pakken. Dat betekende overwerk en dat was heel lang geleden.



Tijdens de wintersluiting van de Waag gaat een door de kaasboer ingehuurde scenograaf  de 'scene' (spreek uit sien) van de kaarsenmakerij, het atelier van de plateelschilderes en  de pijpenmakerij creëren. Veel affiniteit met authentisiteit en sfeer van het oude ambacht valt bij haar en de kaasboer tot nu toe niet te bespeuren: de oude werkset, de huidige werktafel, de oude droogbakken en de houten plaat met de oude pijpenmallen lijken in hun 'scene' geen kans te maken. Ik zie het wel, een scène zal ik er niet om maken.
 
vrijdag
23
oktober 2009

De Waag, donderdagmiddag:

Eigenlijk rekende ik op een rustige middag om wat pijpen te maken met mallen waarmee het lastig is er een fatsoenlijke pijp uit te krijgen. Bij voorbaat gebruik ik die al niet bij demonstraties om mezelf een 'afgang' te besparen.

Aan die moeilijke mallen kwam ik niet toe. Amper had ik m'n hebben-en-houen geïnstalleerd of twee kinderen met hun moeder en twee Braziliaansen stonden voor de tafel. De kinderen hadden oude pijpenkoppen in hun tuin gevonden en wilden nu het naadje van de kous weten. Daar ging het onderdeel 'oude merkjes op de pijpen' in als zoete koek.

Daarna kwamen een vader met z'n kinderen waarvan de voorouders bekende Goudse pijpenmakers waren geweest, een echtpaar uit de Verenigde Staten, een echtpaar uit Nederland, vier Russinnen en een gezin uit Frankrijk. Zo'n vier keer m'n hele verhaal inclusief het maken van een pijp afgedraaid.

Even uitblazend en een kopje thee drinkend in de Waagwinkel kocht een Bulgaar een pijpje Antje. Hij wilde wel eerst weten of het echt Gouds was.
~ Ja hoor, daar zit de maker, was het overtuigende antwoord van de verkoopster.
 
zaterdag
17
oktober 2009

Floris

Rondsjokkend afgelopen dinsdag in het hoogkoor van de Catedral de la Seu in Barcelona bewonderden mijn vrouw en ik het prachtige houtsnijwerk van de 14e-eeuwse banken. Boven elke zitplaats was een wapenschild aangebracht en bij sommigen was aangegeven van wie dat schild was geweest. Zat er nog een bekende bij? In ieder geval een snuiter met een Hollands klinkende naam: Floris d'Egmont, senhor d'Isselstein.
~ Was hij soms de graaf van Egmond die samen met de graaf van Hoorn op de Markt in Brussel door Alva een kopje kleiner werd gemaakt?, vroegen wij ons af.

Nee, bleek thuis toen de encyclopedie erop werd nageslagen. De in Brussel terechtgestelde graaf was Lamoraal van Egmond.

Onze Floris leefde van circa 1469 tot 1539. Hij was eerst stadhouder van Friesland en later van Holland, Zeeland en West-Friesland.
Als ridder van het Gulden Vlies woonde hij kennelijk in 1519 een door Karel V in Barcelona georganiseerde bijeenkomst van de Orde bij. Een plekje was in ieder geval voor hem gereserveerd.

Spaanse wijn was waarschijnlijk niet aan hem besteed, want zijn bijnaam was 'Fleurken Dunbier'. In de volksmond werd zijn vader Frederik van Egmond aangeduid met 'Schele Gijs'.
 
zaterdag
10
oktober 2009
De Waag, donderdagmiddag:

Het is onderhand afgelopen is met de aanloop van dagjesmensen en toeristen. Eén pijpje werd slechts gemaakt voor bezoekers van de Waag. Het was dan wel voor een groep van zestien Duitsers die echt waren geïnteresseerd in het maken van Goudse kaas en de Goudse kleipijp.

Het verhaal over het Goudse pijpjes halen op de schaats had bij deze mensen het meeste succes. Bij het laten zien van de Friese doorlopertjes krijg je dan vragen als: 
~ Van welk hout is de schaats gemaakt? 
Ik vermoedde beukenhout, maar ja wat is beuken in het Duits. In de hoop dat het Nederlandse woord op die van het Duits zou lijken, heb ik maar nadrukkelijk 'beuken' geantwoord.
~ Buche, riep een man en op mijn om er van af te zijn 'jawohl' werd instemmend geknikt. Bijna vanzelfsprekend komt de vraag hoe de schaatsen ondergebonden moeten worden en dan ben ik niet te beroerd om een demonstratie schaatsen onderbinden te geven. De mevrouw die het slachtoffer was van deze exercitie kreeg een Gouds pijpje mee naar huis; het bewijs dat ze in Gouda op de schaats was geweest.

De collega die het kaasmaken uit de doeken deed, kwam later met tien euro bij me langs.
~ Heb je vijf euro terug?
~ Hoezo, ik heb toch niks van je te goed?
~ Tip van de moffen!
Hij is net als ik van vóór de oorlog.
 
zaterdag
3
oktober 2009

De Waag, donderdagmiddag:

't Was bij binnenkomst gelijk aan de bak. Er stonden ruim 30 leerlingen van een Franse middelbare school voor de Waag te wachten om het kaas- en pijpverhaal van collega Jan en mij aan te horen. Jan nam het voortouw, zodat ik even tijd had om mijn gereedschap uit te pakken en om de pijpenmakerij bedrijfsklaar te maken.

Hun lerares sprak gelukkig Vlaams en zij was al eerder met een groep in de Waag geweest. Zij tolkte niet alleen onze verhalen, maar voegde haar eerder opgedane kennis aan haar vertaling toe. Soms mondde één zinnetje van mij uit in een ellenlang verhaal van haar in het Frans.

't Leuke aan dit soort groepen is dat wij aan 't eind van ons showtje werden beloond met een enthousiast applaus. Ook vond de lerares dat in 't Hollands afscheid moest worden genomen. Na een un-deux-trois van haar brulde de hele bende 'Tot ziens' en om mijn reactie met 'Au revoir' moesten ze toen lachen.

Daarna nog drie pijpen gemaakt voor achtereenvolgens twee Roemeense meisjes, een Nederlands echtpaar en een Spaans-Nederlands stel.
 
zaterdag
26
september 2009

De Waag, woensdagmiddag:

Keboenk, keboenk denderde het door de Waag. Kermis op de markt met elke attractie z'n eigen lawaaiige presentatie. De topper was de zweefmolen. Niet zo'n gewone zweef, waarbij je in een bakkie stapt en voor de veiligheid nog een kettinkje voor je buik wordt aangehaakt en dan zwieren maar. Nee, dit toestel hees zijn klantjes vastgeklemd in hun bakkie met een flinke beugel eerst tot stadhuishoogte en begon daarna al draaiend steeds hoger en hoger te klimmen. Het uitzicht moet fantastisch zijn en de prijs is navenant: achtenhalve euro liet ik me vertellen. Tja, je kunt ook de St. Jan beklimmen.

Nu mijn donderdagse optreden deze week was verschoven naar de woensdag had ik met een andere gids te maken. Dat betekende dat ik kon meegenieten van wat andere verhalen. Zijn relaas over het maken van Goudse kaas werd bijvoorbeeld afgesloten met de vraag:
~Heeft u zelf wel eens kaas gemaakt?
Nee, geen hond had dat uiteraard gedaan.
~ Ik weet zeker van wel. Als baby heeft u na de borst of de fles ongetwijfeld boertjes gelaten. Daarbij kwam vaak wat korrelige prut mee. Ja echt waar, het begin van kaas!


Drie keer een pijpje gemaakt voor achtereenvolgens vier Australiërs, één Japanse en vier Nederlanders.
 
zaterdag
19
september 2009

 De Waag, donderdagmiddag:

Van alles en nog wat wandelde binnen. Een oud-vrijwilliger kwam met een kennis nog even koekeloeren wat de zogenaamde renovatie teweeg had gebracht. Erg enthousiast werd hij er niet van, bespeurde ik. Voor de Japanners, Duitsers, Polen, Ieren en een Thaise kon de dag niet meer stuk toen ze na het verhaal over het Goudse pijpjes halen een oude pijpenkop mochten meenemen als bewijs dat ze in Gouda waren geweest. Totaal 19 personen namen een kijkje.

's Middags om drie uur werd het 'museum'-gedeelte gesloten vanwege een bijeenkomst met klanten van de kaasboer en daarom zat ik al om elf uur achter de werktafel van de Waag. Jammer voor de toeristen die aan 't eind van de middag hun bezoek hadden gepland. Maar ja: wie betaalt, bepaalt.
 
zaterdag
12
september 2009

Caféblauw

~ Wat een verschrikkelijk kleur blauw. Heeft dat een reden?, kankerde een bezoekster toen zij vorige week de gerenoveerde eerste etage van de Waag betrad.
~ Geen idee, kreeg zij als antwoord. Terwijl het er toch gelikt uitziet, kwam het bij mij trouwens ook wat onaangenaam over. Een vrijwilligster drukte zich nog sterker uit:
~ Getverderrie, het lijkt wel een Grieks café!

Afgelopen woensdag werd de renovatie door mensen van de kaasboer - huurder van het pand - aan de vrijwilligers uitgelegd. De scenograaf oftewel de ontwerpster gaf onder andere een toelichting op de gekozen kleur blauw. Het zou een kleur zijn die in de VOC-tijd ontstond nadat uit het Verre Oosten ingrediënten werden meegebracht om dit speciale blauw aan te maken. Het bijzondere eraan is dat het insecten afschrikt en het daarom bijvoorbeeld in Afghanistan wordt gebruikt in keukens, eethuizen en dranklokalen.

Toen pas begon ik het te snappen: een kennelijk dermate onnatuurlijke kleur dat sommige mensen en beesten er chagrijnig van worden of ervoor op de vlucht slaan. Op de bijeenkomst die morgen in de blauwe zaal was het ook te merken. Een toehoorder kreeg het zo benauwd, dat hij uitriep:
~ Als dat hier zo gaat, ga ik net zo lief naar huis.
't Is wat.

De Waag, donderdagmiddag:

Zes keer voerde ik mijn toneelstukje op voor in totaal om en nabij de twintig personen.
 
 
zaterdag
5 september 2009

De Waag, donderdagmiddag:

Tegen de dertig toeristen beklommen de trappen om de video over kaasmaken met uitvoerige mondeling toelichting te bekijken en mijn pijpenmakersshowtje gade te slaan. Behalve Nederlanders waren ook Duitsers, Oostenrijkers, Amerikanen, Spaansen, Belgen en Russen van de partij.

Twee oude dames schuifelden langzaam voorbij de pijpenmakerij. Op mijn vraag of ze wilden zien hoe een kleipijp werd gemaakt, antwoordden ze:
~ Nee hoor, doet u geen moeite; we willen alleen maar wat rondkijken. Pijproken doen we niet en onze mannen zijn al dood. Dus daar hoeven we 't ook niet voor te doen.

Het kaasverhaal van Jan - mijn vaste maat op zolder - begin ik onderhand uit het hoofd te kennen. Door een vraag van een bezoeker ontspon zich deze keer een discussie over gaten in de kaas. Jan had verteld dat in echte Goudse kaas geen gaten zitten en de man beweerde dat die er bij sommige soorten kaas juist in moesten zitten. Over en weer werden wat soorten genoemd. Jan rondde dit onderwerp af met:
~  Ik weet niet hoe het met U is gesteld, maar ik eet toch liever de kaas dan de gaten.
 
zaterdag
29 augustus 2009

Zeilen

De heisa rondom het meisje dat een rondje met haar zeilboot om de wereld wil maken, maakte me nieuwsgierig naar de boot waarmee zij dat dan wel zou gaan flikken. Op de voorpagina van mijn krant stond van de week een foto van haar boot met zijzelf lachend op de voorplecht. 't Was een flink zeiljacht en ik moet er niet aan denken hoe ik dat apparaat in m'n eentje de goede kant op zou moeten krijgen.

Ooit huurde ik een enkele keer voor een middag een 16 m² om op de plassen hier in de buurt te spelevaren. Ook hebben we eens bij de Friese meren een vakantiehuisje gehuurd inclusief een zeilboot. Wat mij toen in Friesland opviel was dat bij het huurcontract voor een paar centen extra ook een verzekering werd afgesloten tegen een eventuele zeilramp op het water.

In de krant las ik op een gegeven moment over de ellende van een man die met een huurboot op de plassen hier een stevige aanvaring had veroorzaakt. Hij ging de boot in voor duizenden guldens; niet alleen draaide hij op voor de schade aan de andere boot, maar de bootverhuurder draaide hem ook nog eens een flinke poot uit.

~ Is er eigenlijk nog wat verzekerd?, informeerde ik bescheiden bij mijn botenverhuurder bij het eerstvolgende tochtje.
~ Als je niet kan zeilen, moet je bij mij geen boot huren, snauwde hij me chagrijnig toe. Nooit meer een bootje bij hem gehuurd.

De Waag, donderdagmiddag:

Een gezellige middag met hoogstens een stuk of tien bezoekers. Mooi tijd om wat te ouwehoeren met mijn medevrijwilligers en samen te kankeren over onze kaasboer - de kaasgroothandel die de Waag runt - en het waarschijnlijke resultaat van zijn renovatie van de eerste etage van de Waag. Meest markante uitspraken:
~ Als 't zo gaat kunnen we wel thuis blijven; er valt niks meer te vertellen.
~ Dit jaar met nog geen stukje kaas thuis gekomen.
 
     
zaterdag
22 augustus 2009
Voetbal

Het gebeurt het nog maar zelden dat ik voor de televisie ga zitten om een hele voetbalwedstrijd uit te zitten. Als het niet al te slecht weer is, stap ik voor de wedstrijden die m'n kleinzoons spelen graag op de fiets om de kunsten van de mannen te gaan bewonderen. Bovendien is het langs de lijn bij de jongens gezellig en is het soms lachen geblazen als ouders zich nog meer opwinden over vermeend onrecht dan de spelertjes zelf.

Volgende week begint de competitie weer voor de jeugd en vooruitlopend daarop speelde vandaag Jodan Boys E1 van mijn jongste kleinzoon een oefenwedstrijd tegen Olympia E1.

Het spel golfde op en neer en ogenschijnlijk deden beide teams nauwelijks voor elkaar onder. Alleen waren mijn kleinzoon en z'n maten wat doelgerichter. Tevreden gingen zij naar huis met een 8-2 overwinning.

De Waag, donderdagmiddag:

Geen voorstelling: temperatuur 30,5° Celsius in de schaduw van m'n achtertuin. Tel er voor de zolder van de Waag gerust maar een paar graden bij. De klei kan er wel tegen, maar een hedendaagse pijpenmaker raakt dan oververhit.
 
zaterdag
15 augustus 2009

De Waag, donderdagmiddag:

Toch zeker meer dan dertig volwassenen en kinderen volgden mijn zes of zeven voorstellingen pijpje maken. Geen tijd gehad trouwens om zelf een pijpje te roken.

Als de pijp bijna klaar is, plaats ik altijd mijn merkje op de pijp. De pijpenmakers noemden dat vroeger het ringen van de pijp. Vaak willen mensen weten hoe zo'n merkje eruit ziet en dan laat ik ze één van mijn gemerkte pijpen zien. Met een beetje geluk ziet wel een toeschouwer dat het een kwart maan is en dan leg ik vervolgens uit dat de maan in mijn naam zit en nu ook in mijn pijpen.

~ Dat is ook toevallig, zo heet ik ook, zei vanmiddag een mevrouw. En toen ging het gesprek ineens over de buurschap Manen, de Stichtse, Delftse en Haagse tak Van Maanen en hoe de naam bij mijn voorvader Jan Dirkszn was blijven hangen. Of we familie van elkaar waren, was op het eerste gezicht niet vast te stellen. Het gemeenschappelijke was in elk geval dat onze voorouders afkomstig waren uit Manen. Tja, zo spreek je nog eens iemand over wat anders.
 
zaterdag
8 augustus 2009

Geknoopt fietsen

Tijdens de schaft van een fietstochtje zaten mijn vrouw en ik op een bankje op gehoorafstand van fietsknooppunt 62. Nog niet bekend met het fenomeen las ik op het informatiebord hoe het ongeveer werkte:

Je kunt een route fietsen door de bordjes te volgen van het ene genummerde knooppunt naar het andere genummerde knooppunt. Op elk knooppunt staat een informatiebord met een overzichtskaart. 

Met behulp van dit systeem kun je je eigen fietstocht samenstellen. Op een gekochte kaart of op internet kijk je op welk knooppunt je wilt beginnen en stippel je een route uit. Je schrijft de nummers in de juiste volgorde op een briefje en fietsen maar. Niks geen gedoe meer met een fietskaart op je stuur.

Bij ons knooppunt was het die twintig minuten een gaan en komen van knooppuntrijders, die niet te beroerd waren om elkaar te helpen. Absurd klinkt het gelul in nummertjes: 
~ Wij moeten terug naar 68, maar hoe?
~ Kijk, daar ligt 68. U neemt dan eerst 93, dan 95 en 96 en vandaar uit naar 68.
Even later arriveert een ouder echtpaar, de vrouw werpt een blik op het bord.
~ Wij moeten naar 62, zegt ze tegen haar man.
~ Dit is 62, mompelt hij gelaten.
De vrouw raadpleegt een papiertje en het getal twaalf valt. Na wat gedelibereer gaan ze op pad. Vijf minuten later staan ze er weer.
~ Zeg 't maar, weet de man te bedenken.

De Waag, donderdagmiddag:
Te warm om pijpen te maken en dertig graden Celsius was ook geen fietsweer. Dus rustig een beschaduwd plekje in de achtertuin gezocht.

 
zaterdag
1 augustus 2009

Pijpvuller

Van een familielid in Nieuw-Zeeland kreeg ik een klein blikken apparaat cadeau. Op de kop staat wat het is: BARON'S PIPE FILLER. Kennelijk is het niet zo maar wat, want er is ook nog patent op aangevraagd; PATENTNO 15637-09 en Made in England.

Het aparaatje bestaat uit twee onderdelen die in en uit elkaar kunnen worden geschoven. De naam suggereert dat ik er mijn pijp mee kan vullen. Maar hoe? Mijn pijp is er wel ermee te stoppen, maar dat is veel ingewikkelder dan het gewoon met de vingers te doen. Kennelijk zie ik iets over het hoofd.
 

Googlen op internet bracht geen uitkomst: ergens werd de term pipe filler gebruikt voor de driepoot stopper, krabber en doorsteekpin.  Voorts nog pipe fillers voor olietankers of bij de produktie van buizen. Wie het weet mag het zeggen; heel graag zelfs.



De Waag, donderdagmiddag:

Zo'n zes keer gaf ik de pijpenmakers voorstelling voor totaal 25 mensen. Daaronder waren Belgen, Denen, en Hongaren.
 
zaterdag
25 juli 2009

Klokken

Tijdens de renovatie vorig jaar van het toilet en de badkamer waren we niet zo slim om de klok in de gang en die in de keuken op een stofvrije plek op te bergen. Resultaat was dat beide uurwerken na afloop van het gehak en geslijp de pijp aan Maarten gaven.

Een schoonmaakbeurt door een klokkenmaker lag dus voor de hand, maar het blijft dan niet alleen bij kuizen.
Vaak nog wat radertjes en asjes vervangen en dan zit je gauw op reparatiekosten waar je u tegen zegt. Na wat oriëntatie leek het karweitje wel uitvoerbaar door een leek zoals ik. De voornaamste ingrediënten voor een wasbeurt waren wasbenzine en klokkenolie. Aan mijn zwager Henk - een ervaren zelfdoener - vroeg ik waar klokkenolie te koop was. 
~ Daar gebruik ik WD-40 voor en wasbenzine gebruik ik niet; ik blaas het uurwerk schoon met de fietspomp, was zijn antwoord. 
Het mooiste was nog dat WD-40 in mijn eigen schuurtje stond om de sloten te smeren. Het klusje was zo geklaard zij het dat het gedoe met de fietspomp me slecht af ging en ik daarom maar de stofzuiger gebruikte. Na hier en daar wat olie liepen de klokken weer als een kievit.

Van de week stond de Westminster in de huiskamer stil en na opwinden van de veren was hij niet meer aan de praat te krijgen. Stofzuiger en WD-40 van stal gehaald en aan de slag. Hij liep en sloeg weer als de wiedeweer, maar na vier uur gooide hij het bijltje erbij neer. De hele week ben ik aan 't klooien geweest, maar resultaat ho-maar. De klokkenmaker moet er dan toch maar aan te pas komen.

Als zo'n klok stil staat, merk je hoeveel keren je onbewust kijkt hoe laat het is. Jules de Corte - zanger, componist, pianist en blind - gebruikte de klok voor heel iets anders. In een radio-interview merkte de interviewer op dat er zoveel klokken in z'n huiskamer stonden. Jules de Corte:
~ Het hele huis staat er vol mee. Ik gebruik de klokken om mij te oriënteren waar ik in huis ben. Het verschillend geluid van het getik stelt mij in staat om te bepalen in welke kamer ik ben en zelfs waar ik precies sta.

De Waag, donderdagmiddag:

Een temperatuur van rond de twintig graden betekende dat het wel zou zijn uit te houden in de Waag. Er werden in de loop van de middag pijpen gemaakt voor zo'n 25 toeschouwers: Duitsers, Fransen, Amerikanen, Russen, Israëli en Nederlanders.
 
zaterdag
18 juli 2009

'Aalskolver'

Volgens mijn vogelboekje komt de aalscholver voornamelijk voor in het IJsselmeergebied en langs de grote rivieren. Net als de reiger en de fuut waagt hij zich nu ook in de stad; dit jaar zag ik 'm vissen in de singel vlak bij m'n huis. Grote kolonies in bomen nestelende aalscholvers heb ik trouwens hier in de omgeving nooit gezien.

Zo'n dikke tien jaar geleden bekeken mijn vrouw en ik bij de ingang van de haven van Vancouver originele totempalen die daar in een park stonden. Vlakbij was een met struiken begroeide klif waar een partij aalscholvers zaten en omheen vlogen waar je u tegen zei. Een paar meisjes vroegen ons wat voor vogels het waren. Tja, wat is aalscholver in het Engels, ons zakwoordenboekje bood geen uitkomst. Het bleek dat de meiden studentes waren en daarom heb ik het woord aalscholver op een papiertje geschreven; zij konden dan in de bibliotheek van de universiteit in een Nederlands-Engelswoordenboek de Engelse benaming opzoeken.

's Middags liepen wij in het Chinatown van Vancouver. In een drukke straat met veel autoverkeer was er ineens veel geschreeuw aan de overzijde. We bleven staan om te kijken wat er aan de hand was: een stel naar ons zwaaiende meiden die blèrden: 'Hi aalskolver...., hi aalskolver'.

Donderdagmiddag:

Te warm voor de Waag en daarom lekker gaan fietsen rond de Reeuwijkse Plassen. Geen aalscholver te bekennen trouwens.
 
zaterdag
11 juli 2009

 

De Waag, donderdagmiddag:

't Was lekker koel weer, dus wat pijpjes maken voor de toeristen kon wel weer. Over belangstelling geen gebrek, de kijkers kwamen behalve uit Nederland opdagen uit Koeweit, Polen, Indonesië en België. Bij elkaar toch gauw zo'n twintig personen.

Een jong gezin uit Indonesië liep langzaam naar mijn werktafel. Toen ik aanbood een pijpje te maken, schudde de man van nee en liep door; dacht zeker dat hij hiervoor extra moest betalen. Zijn vrouw en kinderen bleven staan en ik begon maar een pijpje te maken. De man keerde op z'n schreden terug en ik lokte hem uit de tent met:
~ Waar komen jullie vandaan?
~ Bandoeng, was het antwoord.
~ Oh, daar heb ik de Angklungschool bezocht.
~ Zeker die van Pak Ujo.
~ Ja en de Angklung is het enige instrument dat ik kan bespelen. En dat heb ik daar bij jullie geleerd.
En zo ontstond een geanimeerd gesprek, waarin hij vertelde dat hij in een Angklungorkest had gespeeld en daarmee een tournee door Europa had gemaakt.

Nu de pijpenmakerij is ingekwartierd bij het zogenaamde kaasmuseum op zolder, geniet ik ook mee van de verhalen die de gids daar ophangt. Ook passeren allerlei zinvolle vragen de revue zoals: ~ Waarom is een kaas rond? en ~ Hoe komen er gaten in de kaas?
Deze middag kwam een intelligent iemand met: ~ U vertelt nu hoe jonge kaas wordt gefabriceerd, maar weet u toevallig ook hoe oude kaas wordt gemaakt?
De gids zonder met z'n ogen te knipperen:
~ U kunt kaas vergelijken met de mens. Als kind is hij jong, wat verder in de tijd wordt hij volwassen en na zo'n zestig jaar is hij oud. Bij kaas duurt het allemaal wat korter en we spreken dan over jong, belegen en oud.
 
zaterdag
4 juli 2009

In 't voorbijzwemmen (2)

Vrouw laat zich via trapje in het water zakken en loopt langzaam naar het diepe. Hoe dieper ze komt des te hoger gaan haar armen omhoog. Een zwemmer praat haar moed in:
~ Laat ze maar rustig zakken, mevrouw; ze worden toch nat.

Twee vrouwen:
~ Vreselijk, hij kan z'n broek niet meer dicht krijgen.
~ Vooral bij z'n middel zeker?
~ Ja, precies, vreselijk.

Man zwemt gelijk met mij op, terwijl ik een baantje trek. 't Laatste stuk begint hij ineens te sprinten als een gek.
~ Zo met een halve lengte gewonnen, zegt hij tegen een vrouw die uit staat te rusten.
~ Wist hij dat je een wedstrijdje deed?, vraagt zij.
~ Nee, anders had ik ook niet gewonnen.

Man staat op de duikplank en wacht tot er ruimte is om in het water te duiken. Hij wrijft met z'n hand over z'n opvallend dikke pens. Een zwemster roep naar hem:
~ Ja, dat heeft heel wat gekost hè.
 
  De Waag, donderdagmiddag:

't Was meer dan korte-broeken-weer, dus geen pijpenshow op de warme en donkere zolder van de Waag.
 
zaterdag
27 juni 2009

Nog eens vogelpijp

Het Pijpenkabinet in Amsterdam had er geen enkele moeite mee om mijn vogelpijp thuis te brengen:
~ Het gaat om een modern souvenir product uit Birma, gemaakt bij grote aantallen en wereldwijd verspreid. In de verte is de pijp gebaseerd op de oorspronkelijke lokale producten (in ons museum te zien), maar de witte uitvoering en de blankmetalen steel refereren nog maar nauwelijks aan de oorspronkelijke exemplaren van bruine of grijze steengoed en de zilveren stelen. Het is dus wel een pijp maar nauwelijks nog bedoeld om uit te roken.


De Waag, donderdagmiddag:

Hoe het in de Waag was weet ik niet, maar het leek mij niet bepaald prettig om met het mooie weer van die dag op de warme en donkere zolder van de Waag te zitten. M'n achtertuintje bleek een goed alternatief.

Overigens zit in de renovatie van de eerste etage niet veel schot. Met de bouwvakvakantie in het vooruitzicht zal het nog wel een tijdje duren eer de pijpenmakerij weer op haar normale plekje is beland.
 
zaterdag
20 juni 2009

Vogelpijp

Mijn oudste zus zag op een rommelmarkt een rare pijp en dacht:
~ Dat is iets voor mijn broer.
Dus ik kreeg een aparte pijp met de opdracht:
~ Zoek jij maar eens uit wat het precies is.
Dat doe ik natuurlijk graag, maar dat lukt tot op heden niet.

Hoe zit de pijp er uit?
  • ketel van porselein
  • steel van een koperkleurig blikachtig metaal
  • aan de onderkant van de ketel is geen merkje of iets dergelijks aangebracht
  • de onderkant van de ketel is vlak, maar de pijp kan daarop niet staan; de steel is te zwaar
  • zo te zien is er niet mee gerookt

Eerst dacht ik aan een waterfluit, maar geluid is er niet uit te krijgen. De steel is versierd met enige reliëfafbeeldingen die Oosters aan zouden kunnen doen. Dat zou dus op een opiumpijp kunnen duiden. Gelukkig bezit Gouda een pijpenmuseum en de conservator was bereid even naar de Waag te komen om mijn curiositeit te bekijken. Hij was er snel achter:
~ Nog nooit zo iets gezien en iets wat erop lijkt komt ook niet voor in onze collectie.

Vandaag heb ik het Pijpenkabinet in Amsterdam via een e-mail met de hier getoonde afbeeldingen om raad gevraagd. Als een lezer van deze Pijppraat een idee heeft, houd ik mij van harte aanbevolen. maanstof@gmail.com 

De Waag, donderdagmiddag:

In de loop van de middag beklommen twee echtparen uit Wallonië, een Nederlands stel, twee Grieken, twee Duitse vrouwen en twee donkere jongens uit Zuid Afrika de twee trappen naar de warme en donkere zolder van De Waag. Sommigen moesten eerst even op adem komen van de klauterpartij, maar allen waren helemaal in voor mijn pijpenshowtje.
  


zaterdag
14 juni 2009

Vogezen

Een paar dagen trokken mijn vrouw en ik rond in de Vogezen. Onze vaste stek was in Molsheim - een oud en vriendelijk stadje - en vandaar uit maakten we onder andere een uitstapje per trein naar Straatsburg. In deze prachtige en gezellige stad aan de Franse kant van de Rijn slenterden we een dag rond en bekeken de hoogtepunten, waaronder de kathedraal. 't Is te begrijpen dat de europarlementariërs daar een dag in de maand heen willen: aan leuke winkeltjes en terrassen geen gebrek.

Op de terugreis per trein maakte de conducteur even problemen. Ons 's morgens gekochte treinkaartje was niet afgestempeld en verdomd we hadden over het hoofd gezien dat we zelf het kaartje door de 'composteur' hadden moeten halen. Hij was coulant: de boete van 10 euro per persoon bleef achterwege.

Mijn oom Elias van der Veen kwam op 27 oktober 1943 terecht in le Struthof, het concentratiekamp Natzweiler, de hel van de Elzas, het NN (Nacht und Nebel)-kamp in de Vogezen zo'n 50 km westzuidwest van Straatsburg. Zijn lotgevallen zijn te vinden op http://www.maanstof.nl/elias.html 
Een goede reden voor ons om dat te bezoeken. 

De Fransen hebben geprobeerd een beeld te schetsen van de nazi-terreur zoals die daar plaats vond. Nog te zien zijn een barak dat als museum is ingericht, het crematorium met een gedeelte waar medische experimenten op gevangenen werden uitgevoerd, de barak met keuken en het cellencomplex. De onderkomens van de gevangenen zijn grotendeels verdwenen, maar de galg in het front van de appèlplaats is gehandhaafd. Meer informatie over het kamp op http://www.struthof.fr 

Met uitzondering van deze lugubere plek zijn de Vogezen een prachtig gebied voor fietsers en wandelaars. Wel een fiets meenemen met flink wat versnellingen.
  
zaterdag
6 juni 2009

De Waag, donderdagmiddag:

 Aan klandizie geen gebrek. Om een uur of half vier was het op de zolder volle bak met een gezelschap van zo'n veertig mensen. Gids Jan was zo slim om die club na zijn voordracht over kaasmaken in twee groepen te verdelen, de ene helft nam hij mee naar het reliëf en de andere helft stuurde hij naar mij. Na een dik kwartier kwam hij zijn gehoor bij mij afleveren en nam hij de mijne weer mee. Typisch was het verschil tussen de twee groepen. De ene hoorde mijn prevelement onder bijna doodse stilte aan, de andere stelde vragen en leek daardoor meer geïnteresseerd.

Voor en na dit gezelschap lieten zich een jong Duits stel, een niet bij elkaar horend groepje van tien mensen zien en
een Belgisch echtpaar. 

De Belgen wilden weten hoe de pijpenmakers vroeger bij het bakken van de pijpen de temperatuur in de gaten hielden. De ook aanwezige plateelschilderes die zelf een keramiekoven heeft, kwam mij te hulp. Er werd een staafje van een soort metaal bij de spullen in de oven geplaatst dat bij een bepaalde temperatuur omboog. Door een kijkgaatje controleerden de ovenisten regelmatig het staafje. De Belg vertelde dat hij in een ijzergieterij had gewerkt en dat één van z'n toenmalige collega's aan de kleur van het gesmolten ijzer kon zien of de vereiste temperatuur was bereikt. Als zij het dan met meetinstrumenten controleerden, bleek hij altijd gelijk te hebben.
 
zaterdag
30 mei 2009

De Waag, donderdagmiddag:

Te gast waren een echtpaar uit Friesland, twee vriendinnen uit Den Haag, drie meisjes uit New York, een mooi donker gekleurd meisje, waarvan de ouders uit Sierra Leone kwamen, een echtpaar uit Engeland, twee vrouwen uit Colombia, één Tsjech en als laatsten twee Nederlandse dames.

Eén van die laatste dames sprak liefdevol over haar grootvader:
~ Hij rookte ook pijp, maar hij verstookte meer lucifers dan tabak.

De Colombiaansen zochten na afloop van mijn showtje naarstig in hun portemonnee naar muntjes. Ja hoor, tip voor die arme sloeber van een pijpenmaker. Toen ik dat niet accepteerde omdat ze toch al flink wat hadden geschokt voor het entree, werd mij spontaan een kus op de wang gedrukt. Kijk, daar doe je het voor.
 
zaterdag
23 mei 2009

De Waag, vrijdagmiddag:

Hemelvaartsdag hielden mijn vrouw en  ik vrij voor eigen besognes en eventuele aanloop van familie en bekenden. Daarom nu eens op vrijdag naar de Waag. Ik had een makkie; een enthousiaste gids in de Waag die graag z'n volledige prevelement inclusief zijn versie van het Goudse pijpenmaken afdraaide. Dat kwam mij wel goed uit, tussendoor nam ik een kijkje op de Markt waar zich de Keramiekdagen voltrokken. Het stadhuis was omringd door kramen met keramiek van binnen- en buitenlandse pottenbakkers.  

Achter het stadhuis aan de kant van de Waag werden wedstrijden draaien van de hoogste vaas en van de breedste schaal gehouden. Steeds kwamen twee deelnemers op een verhoging. Zij mochten eerst een flinke bonk klei op de draaitafel centreren. Als dat was gelukt,  gaf de scheidsrechterpottenbakker het startsignaal en konden de duellisten voor vier minuten aan de gang. Als de vier minuten waren verstreken was het handen los en werd de vaas of schaal gemeten. Toevallig werd het record gebroken toen ik stond te kijken: een vaas van 91 centimeter.

Winnaar werd uiteindelijk Heike Raabe met een hoogte van 93 centimeter. Met een schaal van 56 centimeter doorsnee won de Spanjaard Ricardo Campos Calves de andere wedstrijd.

Dik twintig personen passeerden mijn werktafel. Niet allen volgden het maken van een pijpje in z'n geheel; sommigen hadden het geduld er niet voor of waren al suf geluld door de gids.
 

zaterdag
16 mei 2009

De Waag, donderdagmiddag:

Met een volle kan thee en een flinke reep snijkoek werd de pijpenmakershow op de warme zolder van de Waag aangevangen. Ik vertoonde m'n kunstje aan een Canadees meisje met een Nederlandse begeleidster, drie Hongaren en een man en een vrouw uit Canada. De laatste was van Nederlandse komaf; haar ouders waren in de jaren vijftig geëmigreerd. Haar vader rookte nog steeds pijp en daarom kreeg zij voor hem een kleipijpje mee.

De renovatie van de eerste etage van de Waag - o.a. de werkplek van de pijpenmakers - heeft zich tot nu toe beperkt tot het lakken van de vloer en het in de verf zetten van de wanden. Volgens de planning zouden eind mei de werkzaamheden zijn voltooid. Dat klusje moet nog makkelijk zijn te klaren, maar ja... je weet het maar nooit met al die managers en designers die een vinger in de pap moeten hebben.
 
zaterdag
9 mei 2009

In de Kempen

Met onze kleinkinderen en hun aanhang bivakkeerden we tot gisteren een weekje in de bossen van de Kempen. De vakantiebungalow was van alle gemakken voorzien; van afwasmachine tot en met vloerverwarming.

Een overdekt zwembad kwam ook goed van pas, daar gingen de jongens 't liefst twee keer per dag heen. Van een dagje naar de Efteling wisten oma en opa hun snor te drukken, wij gingen per voet de omgeving verkennen.

Je kon merken dat het vakantieseizoen nog lang niet was aangebroken: in de dorpjes Lage Mierde, Hoge Mierde en Hilvarenbeek was nauwelijks een hond te bekennen. Opvallend was dat in Hoge en Lage Mierde de middenstand bijna totaal was vertrokken met uitzondering dan van cafés en restaurants. Onze krant bijvoorbeeld moesten we zes kilometer verderop in Reusel halen.

Het park heette de Hertenwei. Geen hert gezien trouwens, wel eekhoorns, konijnen en onafzienbare aspergevelden, waar te zien aan de kentekens van hun auto's Polen de knollen uit de grond wipten.

Afgelopen nacht weer lekker geslapen in ons eigen bed.

 
zaterdag
25 april 2009

Renovatie keuken en Goudse pijpen

Woensdag tot en met vrijdag werd de keuken gerenoveerd; het aanrecht en de kastjes werden vervangen, de gasbuizen werden in de muur verwerkt, een dubbel stopcontact erbij en nieuwe betegeling. 

Het hakken en slijpen van sleuven in de muur en het afbikken van de oude tegels gaven natuurlijk een flinke stofzooi, maar vergeleken met de renovatie van de badkamer en de wc van anderhalf jaar geleden was dit een peulenschilletje. Bovendien werkten deze mannen wat netter en gecoördineerder. De hele operatie was dan ook vrijdag netjes afgerond. Een groot deel van de vrijdagavond was het schoonmaken en inruimen geblazen.


Natuurlijk toonde ik als bewoner van het pand belangstelling voor het werk van de mannen. Toen ik een pijpje opstak kwam het gesprek met de tegelzetter goed op gang. Als jongen had hij als de oever van de Hollandse IJssel droogviel pijpenkopjes geraapt en later vond hij die ook rondom z'n huis in Oudekerk a/d IJssel. Die laatste had hij bewaard.
~ Heb je wel eens naar de merkjes op die pijpen gekeken?, vroeg ik. Dat had hij dus niet en hij zou 's avonds wel eens kijken. 

De volgende dag bracht hij ze me. In zijn schaft hebben we samen op de hiel van de pijpenkoppen zitten koekeloeren en in het boekwerkje De Goudse pijpenmakers en hun merken nagegaan wie de makers waren. Er zaten leuke bij: een gekroonde N met bewerkte ketel, een gekroonde 31, een zwaan en een gekroonde MK. Van de laatste viel ik bijna van m'n stoel. Sinds het tot me doordrong dat een drietal voorouders van mijn kleinzoons - Anthony van Vlijmen, Johannes Sitter en Johannes Boer,  levend eind achttiende en begin negentiende eeuw - pijpenmakers waren geweest in Gouda ben ik vergeefs op zoek gegaan naar een pijpenkop met hun merkje. Nu zat ik ineens met de Johannes Boers gekroonde MK met aan de zijkant van de hiel het wapen van Gouda in m'n handen.

Toen ik dit aan de tegelzetter vertelde, was hij meer dan genereus: ~ Hou jij die maar en dan heb je er ook nog een mooi verhaal bij. Nu ligt de gekroonde MK van Johannes Boer gevonden in notabene Oudekerk a/d IJssel op het dressoir bij de foto waarop mijn kleinzoons op door mij gemaakte pijpjes aan het bellen blazen zijn.
Mooi toch.
 
zaterdag
18 april 2009

De Waag, donderdagmiddag:

Bij binnenkomst om één uur werd ik al opgewacht door een mevrouw. Zij wilde zich oriënteren over het pijpenmakersvak. De bedoeling van haar is om een eigen bedrijfje te stichten in de binnenstad en daar al of niet tezamen met anderen de 'verloren' ambachten van Gouda uit te uitoefenen. Hopelijk worden dan de geproduceerde spulletjes verkocht aan toeristen. Over de haalbaarheid heb ik me niet uitgelaten, maar wel heeft zij van mij gehoord en bekeken wat het pijpenmaken voorstelt.

Verder kwamen binnen twee Japansen, twee Hagenaars, een Mexicaan met z'n moeder, een stel uit India, een Utrechts studentenspan en een televisieploeg uit Japan. 

Het Utrechtse stel maakte een verrassingsreisje; voor zij in Utrecht per trein vertrokken hadden zij met het gooien van dobbelstenen bepaald van welk spoor zij zouden vertrekken. Dat was twaalf geworden, waar de trein naar Den Haag CS stond en zo waren zij in Gouda terechtgekomen.

De televisieploeg uit Japan bestond uit een Japanner van minstens een meter negentig, twee cameramensen en een Japanse begeleidster die Nederlands sprak. Het was al bekend dat zij zouden komen en uiteraard had ik me voorbereid om de Jappen een perfect showtje voor te schotelen. De ploeg begon met opnamen van de oude gereedschappen en apparatuur waarmee kaas wordt gemaakt. De regisseur keurde de plateelschilderes en mij geen blik waardig en vertrok met z'n aanhang zonder iets van ons gedoe op te nemen. M'n beroemdheid als pijpenmaker in het land van de rijzende zon vervloog dus als water voor diezelfde zon.
 
zaterdag
11 april 2009

De Waag, donderdagmiddag:

Het was eigenlijk te mooi weer om op de zolder van de Waag, waar tijdelijk de pijpenmakerij is gestald, te zitten. Te donker en nu al te warm; 't zweet stond me al op de kop. Daarom heb ik mijn 'vrijwilligerscontract' maar gewijzigd van 'op donderdagmiddag aanwezig tenzij verhinderd' in 'als ik zin heb, kom ik op donderdagmiddag'. Dan kan ik op de donderdagen dat de zon hoog aan de hemel staat 's morgens nog beslissen om iets frissers te gaan doen. De kaasboer die nu de Waag huurt met de verplichting het ambachtenmuseum te handhaven zal er niet wakker om liggen. Die vindt het waarschijnlijk wel aardig als in de vitrines van de Waag Delfts blauw en oud pijpenmakersgereedschap staat, maar de kaarsenmakers, pijpenmakers en de plateelschilderes schoolt hij liever om tot onbezoldigd kaasverkopers.

Voorbij kwamen een moeder en dochter uit Schotland, een Duits gezin met één kind, vijf Israëli, twee Russinnen, een Frans gezin met één kind, drie Slowaken met een Hollandse begeleider en een Canadese. Voor een middagje in April een mooie score.
 
zaterdag
4 april 2009

Renovatie

De eerste etage van De Waag - de pijpenmakerij is hier gevestigd - ondergaat tot eind mei een metamorfose. Het viezige zeil op de vloer is weggehaald en er kwamen prachtige planken tevoorschijn, die na een behandeling met lak er uitzien als nieuw. De muren worden opnieuw geverfd en sfeervolle gordijntjes voor de ramen moeten de sfeer van gezelligheid gaan uitademen.

Op een voorlichtingshalfuurtje vorige week werd bekend gemaakt dat deze etage door de huurder van De Waag - een kaasproducent -  wordt ingericht als voorlichtingruimte voor hun klanten. De plateelschilder, de pijpenmaker en misschien de kaarsenmaker krijgen hier nog wel een plekje maar kaas wordt het belangrijkste onderwerp.

Tijdens de renovatie is de pijpenmakerij verplaatst naar het 'kaasmuseum' op de zolder. Geen onaardige plaats tussen de oude attributen van de kaasmakerij. Als de verlichting en de aanvoer van thee niet zo schamel was en zomers niet zo heet, zou ik er bijna voor voelen daar te blijven.

Afgelopen woensdag ontwaakte het museum weer uit zijn winterslaap.

De Waag, donderdagmiddag:

Nadat eerst de spulletjes weer een beetje handzaam om mij heen waren gegroepeerd, zat ik tussen de kaasvormen, kaaspersen en gereedschappen van de ouderwetse kaasproductie het pijpenmaken te showen.

Het liep uiteraard niet storm, verre van dat. Een Canadese keek heel even en liep door, een Japanse moest van de hoed en de rand van het pijpenmaken weten en een echtpaar uit Brabant en een stel uit Frankrijk waren eveneens zeer geïnteresseerd.

Ik was van plan voortaan Fransen toe te spreken met de openingszin van Charles de Gaulle's radio- en televisietoespraken: 
~ Français et Françaises, vous êtes là, et moi, je suis ici
en dan in het Engels te vertellen dat ik maar elf woorden Frans sprak. Helaas schoot me dat pas weer te binnen toen ze al weg waren. Ik krijg vast nog wel een kans dit seizoen.

 

zaterdag
28 maart 2009

Skimmen en pinnen

Er wordt aangebeld; voor de deur een man uitgedost als TNT-medewerker met een pakje. Klein probleempje: het pakje is onvoldoende gefrankeerd en er moet 98 cent worden bijbetaald. Hij mag helaas geen contant geld aannemen, maar heeft daartoe een mobiel pinapparaat bij zich. Vervolgens lukt het pinnen niet en de man belooft de volgende dag terug te komen met het pakketje en een beter afgesteld pinapparaat.

Dat overkwam een vrouw in Gouda. De volgende dag bleek dat er flink wat geld van haar bankrekening was verdwenen. De vriendelijk postbezorger bleek een oplichter die de gegevens van haar betaalpas en haar pincode met het apparaat kopieerde en daarmee een nieuwe pas in elkaar fabriekte om bij een geldautomaat haar rekening te plunderen.

Tja, vraag ik me dan af, zou ik daar ook zijn ingestonken. Ik ben bang van wel; je bent nieuwsgierig naar wat er in het pakketje zit, 98 cent is het meeste niet en bovenal een betrouwbaar uitziende man.

Sommige goede doelenorganisaties hebben de laatste maanden proeven genomen om hun collectanten langs de deur te sturen met een mobiel pinapparaat ter vervanging van de collectebus. Andere zijn - bang dat hun inkomsten terug zullen lopen - er huiverig voor. Het opent bovendien nieuwe jachtvelden voor de pinoplichters. Ze hoeven geen pakketje meer mee te nemen en de verkleedpartij kan ook achterwege blijven. Slechts met een zelf op hun pc gefabriceerd geloofwaardig legitimatiebewijs om hun nek kunnen zij huis aan huis betaalpassen van gulle gevers skimmen inclusief de bijbehorende pincodes. Vervolgens is het voor die lui bij de geldautomaat het grote geld vangen.
 
zaterdag
21 maart 2009

Bootschoenen

Bij ons in de omgeving zijn de twee supermarkten van Duitse origine gevestigd. Naast de normale kruidenierswaren komen zij vaak voor de dag met hele interessante aanbiedingen van spullen die eigenlijk niet bij een grutter thuis horen.

Verschillende malen ben ik op pad geweest om van zo'n voordeeltje te profiteren. Een enkele keer lukt dat, maar meestal - ook als ik me op de aanbiedingsdag vrij vroeg in de winkel meld - grijp ik naast de buit; helaas uitverkocht.

Rondlopend in zo'n winkel heb ik vaak het idee dat horecabedrijven zich niet meer bevoorraden via hun groothandel, maar de Duitse supermarkt net iets goedkoper beoordelen. Laatst zag ik nog een Chinees met twee karren vol met vleeswaren en drankjes bij de kassa staan. Voor aanbiedingen van sportkleding vis ik tot op heden ook achter het net. Zou de middenstand ook hier hun slag slaan? 

Vandaag waren bootschoenen voor twintig euro in de aanbieding. Omdat m'n huidige schoentjes ouderdomsverschijnselen beginnen te vertonen ben ik even poolshoogte gaan nemen. Voor die dingen betaal je al gauw een zestig euro of meer, dus het was even de vraag of het geen rotzooi was. Het waren prima afgewerkte schoenen, absoluut niets mis mee, zeg ik dan als kleinzoon van een orthopedisch schoenmaker.  Helaas, er lag maar één paar schoenen en niet in mijn maat 45, maar maat 38. Waren de schoenenwinkels me nu weer te slim af geweest?
 
zaterdag
14 maart 2009

Sterk

Vorige week zaterdag belde de buurvrouw aan; zij had bij het uitlaten van haar hond post van ons op straat gevonden en overhandigde twee opengescheurde enveloppen met een verfomfaaide giroafrekening en een verfrommelde brief van de stichting Museumkaart. Bij de laatste had de nieuwe museumjaarkaart van mijn vrouw moeten zitten, maar die was foetsie. Voor alle zekerheid ben ik met haar naar de plek gelopen waar zij de spullen had gevonden om de kaart te zoeken. Helaas.

~ Toch ga ik nog even wat rondkijken in de buurt, misschien zwerft ie wel ergens anders, vond mijn vrouw. Zij op pad om in voortuintjes en bosschages te koekeloeren. Aan het eind van haar zoektocht raakt zij aan de praat over ditjes en datjes met een kennisje van een straat verderop. Aan het eind van hun praatje vertelt mijn vrouw waarmee ze bezig is.
~ Nou als ik 'm vind, kom ik wel brengen, zijn de afscheidswoorden van het kennisje.

Met ~ Er zit niks anders op dan maar een duplicaat aan te vragen, kwam mijn vrouw thuis. Vijf minuten later het kennisje aan de deur. ~ Kijk eens je kaart, lag bij mijn post in de gang.
 
zaterdag
7 maart 2009

Alarm

~ U kunt rustig blijven zitten, zei de medewerkster van het Utrechts Archief nadat ze na het afgaan van het alarm polshoogte had genomen.
~ Brandje in de lift, maar de monteur heeft het al gedoofd, voegde zij er geruststellend aan toe.
De toeter was niet stil te krijgen; sleuteltje waarschijnlijk zoek.

Erg slim was het allemaal achteraf bezien niet, maar ja als er kennelijk telkens loos alarm wordt geslagen door iemand die op de wc zit te roken of door falende apparatuur is deze handelswijze te billijken. 

Op zoek naar gegevens van het huis van mijn grootvader en overgrootvader - Neude 30 te Utrecht - zat ik vrijdag net drie kwartier te spitten in de paperassen van het kadaster toen de toeter van het alarm begon te schetteren. Iemand vroeg voor alle zekerheid nog even of onder het archief een metro werd aangelegd. 

Wat ze in het archief kennelijk niet wisten, was dat het alarm ook afging bij de politie en de brandweer. Na zo'n tien minuten kwamen die de 'brand' blussen. Zij pakten het niet kinderachtig aan en verordonneerden dat iedereen alsnog het pand moest verlaten. Dus spullen bij elkaar geraapt en met z'n allen via een hal met een beetje rook naar buiten.

Daar bleek een hele straat te zijn afgezet voor het brandweermaterieel en ook de mensen van een in het gebouw gevestigd restaurant zwierven op straat. Aan één van de koks die buiten liepen in korte mouw met hun schort voor vroeg een voorbijganger wat er aan de hand was. Kennelijk vond de kok het gebluste brandje in de lift te kinderachtig en debiteerde met een grijns op z'n gezicht: ~We probeerden een nieuwe barbecue uit en wap daar had je het.

Na een dik kwartier was de brandweer de 'brand' meester en kon het gebouw weer betreden worden. De toeter hadden zij het zwijgen weten op te leggen; dat was eigenlijk nog hun grootste verdienste.
 
zaterdag
28 februari 2009

Uitlokking

Wachtend in Amsterdam C.S. op de trein naar Gouda luisterde ik woensdag naar de omroepberichten die over de perrons schalden. Veel gangbare berichten kwamen van een bandje of andere geluidsdrager; kennelijk van te voren ingesproken door professionele stemmen. De live-berichten deden daar zo te horen niet voor onder. De omroepers worden tegenwoordig waarschijnlijk goed opgeleid om rustig en bekwaam hun woordje te doen.

Toen ik in het begin van de jaren zestig op perrons en seinhuizen rondzwalkte, was het omroepen een bijkomstigheid. Op de middelgrote stations was dat voorbehouden aan de treindienstleider. Van enige opleiding hoe je met de microfoon om moest gaan, was nog geen sprake. In de omroepcel van het seinhuis stond een lijstje met wat basisberichten die aangevuld met actuele gegevens werden voorgedragen. De ene treindienstleider deed dat met veel verve, de ander stond van de zenuwen te hijgen als een molenpaard of riep maar liever helemaal niets om.

Het afwijken van die basisberichten werd door de stationschef niet op prijs gesteld. Als bijvoorbeeld een trein met hoge snelheid de perrons zou gaan passeren, weerklonk: "Dames en heren. Over spoor vijf zal binnen enkele ogenblikken een sneltrein passeren. U wordt verzocht op voldoende afstand van de perronwand te blijven." Toen ik een keer haastig dit bericht inkortte tot: "Over spoor vijf passeert zo een trein. Attentie alstublieft!" had ik onmiddellijk de ouwe aan de lijn. Hij was niet gediend van dit soort fratsen.

In die tijd was er nog militaire dienstplicht en in het weekend reden voor de hordes dienstplichtigen militaire treinen van en naar de kazerneplaatsen. Het vertrek van deze treinen werd via de omroepinstallatie aangekondigd. Op een maandagmorgen kondigde ik een dergelijke trein volgens de richtlijnen aan met: "Hier volgt een mededeling voor militairen. Op spoor drie komt over enkele ogenblikken binnen een militaire trein met bestemming Groningen. De trein stopt ook te (en dan volgde de hele riedel van garnizoensplaatsen tussen Gouda en Groningen)." Omdat ik een beetje meelij had met die gasten voegde ik er opgewekt aan toe: "Goede reis en prettige dienst!" De ouwe belde al toen de trein nog binnenstond:
~ Uitlokking tot godslastering! Of ik helemaal gek was geworden?
Volgens hem had de hele goegemeente van de krijgsmacht op het perron stevig staan vloeken.
 
zaterdag
21 februari 2009

Hop

 
Voorjaarsvakantie en dat betekende 's maandags op pad met de kleinzoons. Per trein gingen we naar Leiden om weer eens bij Naturalis rond te kijken en vooral om wat op te steken bij de Darwin-expositie. Voor de jongens was dat niet zo spectaculair, hoewel de schedel van de tussenvorm van de homo erectus en de homo sapiens nauwkeurig werd bekeken. Van opa wordt dan wel verwacht dat hij antwoord geeft op de vraag: ~ Is dat hetzelfde als homo's? In de zaal met allerlei spelletjes over de gnoes hadden  de maten het beter naar hun zin. Tenslotte lummelden we nog wat rond op de andere zalen. Bij de opgezette dieren kon ik het niet laten hardop de vraag te stellen of de hop er nog stond. De jongens hadden 'm allang gezien: ~ Daar, opa, bij de ijsvogel.

Vanwaar die fascinatie voor de hop? Toen de jongens begonnen met praten leerde ik hun aan de hand van het boekje Wat vliegt daar? de namen van rond het huis scharrelende vogels. Ik wees in het boekje bijvoorbeeld de mus aan en noemde nadrukkelijk de naam. Zo kwamen de spreeuw, de eend, de merel en andere vogeltjes voorbij. De sessie werd altijd besloten met de hop, een apart goed herkenbaar vogeltje dat hier niet of nauwelijks voorkomt. Uiteraard werd ook buiten aanschouwelijk onderwijs gegeven, maar de hop bleef daar uiteraard buiten schot. Als ze 's avonds naar huis werden gebracht, repeteerden we de stof door het gezamenlijk zingen van: "Ik zag twee mussen paarden kussen, oh het was een wonder...enz.", "Ik zag twee kraaien jurken naaien, enz." en altijd: "Ik zag twee hoppen matten kloppen,  ...enz." De mus en de hop hadden ze trouwens het eerst onder de knie.

Twee jaar geleden waren de jongens op vakantie in Spanje en zaten in de tuin van een Hollandse kennis met een mooie villa. Lars roept naar z'n jongere broer: ~ Stan, kijk daar op die tak, een hop! 
~ Krijg nou wat, zegt de gastheer tegen hun vader, zijn jullie vogelaars? 
~ Hoezo vogelaars?
~ Nou hoe kunnen anders jochies uit Holland een vogeltje herkennen dat daar helemaal niet voorkomt.
~Tja, dat moet je maar eens aan hun opa vragen.

 
zaterdag
14 februari 2009

Wit vlekje

Afgelopen dinsdag zat ik in de behandelkamer van het ziekenhuis in Woerden met een sympathieke kaakchirurg over pijproken en pijpenmaken te ouwehoeren. Hoe kwam ik daar in vredesnaam terecht?

's Maandags werd het tandsteen van mijn tanden en kiezen afgekrabd door een mondhygiëniste van een tandheelkundig centrum hier in de buurt. Zij constateerde een witte vlek op m'n tong en haalde er een tandarts bij. Die maakte korte metten: naar de kaakchirurg voor een incisie. Hij regelde gelijk een afspraak voor de volgende dag in het ziekenhuis in Woerden.
~ Waarom niet hier in Gouda?, wilde ik weten.
~ Met het ziekenhuis in Woerden hebben we een goede relatie, was het antwoord. 
Dat zal waarschijnlijk een eufemisme zijn geweest voor: ~ Betere vaklui.

Met gemengde gevoelens belandde ik dinsdag bij de kaakchirurg in Woerden. Hij haalde er een collega bij die kennelijk was gespecialiseerd in witte vlekjes. Die was er snel mee klaar: bij sigarettenrokers wordt vaak het gehemelte wat witter en bij pijprokers ontstaat soms een witte vlek op de tong. Een soort afweermechanisme tegen de in de mond circulerende rook en hij vergeleek het met eelt wat op handen en voeten ontstaat. Nadat de specialist was vertrokken, bekende de chirurg dat hij al sinds zijn éénentwintigste pijp rookte. Hij kreeg van zijn vrouw - toen z'n meisje - een pijp cadeau met de liefdevolle woorden: ~ Het is geen man die niet roken kan.

Daarna barstte de gebruikelijk pijpprietpraat los. Bij het afscheid vertrouwde hij me nog toe: ~ Ga maar gauw buiten een lekker pijpje roken.
 
zaterdag
7 februari 2009

Zonnewijzer in mijn tuin
Als de zon schijnt

Zonnewijzers: 1 voor station Amersfoort,   2. in een tuin, 3. aan het Goudse stadhuis, 4. Janskerkhof in Utrecht.De zon komt iedere dag weer een beetje deze kant op, maar staat nog niet hoog genoeg om op mijn eigen zonnewijzertje (links afgebeeld) in de achtertuin de tijd aan te geven. Een beter plekje is niet voorhanden; zowel de voortuin als de achtertuin hebben een gedeelte van de dag schaduw. Het messing ding heb ik tijdens een vakantie bij een scharrelaar in een klein Engels dorpje voor een paar pond gekocht. Of het echt uit 1762 stamt zoals erin is gegraveerd betwijfel ik; het zal wel een netjes gemaakte replica zijn.

Een horizontale zonnewijzer zoals de mijne bestaat uit een wijzerplaat en een schaduwwerper die naar het noorden wordt gericht. De schaduw geeft op de wijzerplaat de juiste zonnetijd aan. Op het Janskerkhof in Utrecht is op het plein voor de kerk een horizontale zonnewijzer (4) in de bestrating aangebracht, waarbij het leuke is dat de persoon die de tijd wil weten zelf de schaduwwerper is. 


Verticale zonnewijzers zijn meestal bevestigd aan muren van kerken of andere oude gebouwen. Aan het stadhuis van Gouda hangt een hele mooie (3) die bovendien nog dubbel is uitgevoerd. De voorzijde heeft een driehoek als schaduwwerper en de zijkant een naald.
Overigens is mij niet duidelijk waarvoor de zijkant dient; kennelijk om de vroege morgenuren aan te geven.

Urenwijzer zou een juistere naam voor de zonnewijzer zijn. Op het plein voor station Amersfoort staat een echte zonnewijzer (1). Het apparaat is een technisch hoogstandje dat precies de plek aanwijst waar de zon zich bevindt. Een digitaal klok op de wijzer geeft behalve de officiële tijd ook de zonnetijd aan.

Tot slot een stichtelijk woord van Mark Twain van toepassing op deze tijd: Een bankier is iemand die zijn paraplu leent als de zon schijnt en hem terug wil hebben zodra het begint te regenen.
 

zaterdag
31 januari 2009

 

 

Sekai isshuu bikkuripuraisu ryokousha

Om te zeggen dat ik dagelijks word bedolven onder reacties op mijn webstek zou zwaar overdreven zijn, maar zo nu en dan sijpelt er toch een mailtje in m'n Postvak In over de geplaatste stamboom en het pijpenmaken. Vaak zijn verre familieleden  zo aardig om me te wijzen op hun eigen site die aanvullende gegevens bevat voor mijn verzameling voorouders of pijpenliefhebbers die wat willen weten. Bezoekers van de Kaaswaag noteren soms het adres van m'n webstek om kennelijk thuis na te genieten en zijn dan een enkele keer zo voorkomend om gemaakte foto's via internet op te sturen.

De vragen over mijn voorouderonderzoek zijn soms tweeregelige gedichten: 'Mijn opa heet Kees van Maanen. Is dat ook familie?' en 'Ik zag uw stamboom, hoe maak ik nou zoiets?' In die gevallen is mijn advies om zelf op zoek te gaan en te beginnen met een bezoek aan boekhandel of bibliotheek om een boekje over het onderwerp op te halen. Buitenlanders probeer ik zo veel mogelijk een helpende hand toe te steken bij het opsporen van Nederlandse voorouders. Bijvoorbeeld voor een Zuid-Afrikaanse op zoek naar haar overgrootvader Van Maanen sprokkelde ik wat bij elkaar om haar op weg te helpen.

Slanke lori komt voor in India en Sri LankaDeze week werd ik telefonisch benaderd. Een Japanse televisie maatschappij wilde voor hun programma
Sekai isshuu bikkuripuraisu ryokousha (De wereld rond: het verrassingsreisbureau) de tweede helft van maart opnames maken over het pijpenmaken. Zij hebben een serie over oude beroepen die niet of nauwelijks meer worden uitgeoefend en totaal onbekend zijn in Japan. Enige achterdocht is mij niet vreemd en ik informeerde naar wat zij zoal vertoonden. Nou de laatste opnames waren in India geweest: een apenverjager. Mwah, daar hoor ik dus ook bij, kom maar op.
 
zaterdag
24 januari 2009

 

In 't voorbijzwemmen

Op de trap van de kleedhokjes naar het zwembassin passeer ik twee oudjes: 
Zij: ~ Ik denk dat jij een hele fijne opa bent.
Hij kortaf: ~ Ik heb geen kleinkinderen en ook geen kinderen.
Stilte.

In de gezamenlijke omkleedruimte voor de mannen zegt iemand met stemverheffing:
~ Vertel mij niks, ik ben daar jarenlang ouderling in de kerk geweest; toestanden, vreselijk, vreselijk.

In het zwembad twee dames:
~ Ik hoor dat jij pas nieuwe heupen hebt.
~ Die heb ik al bijna twintig jaar.
~ Oh .... en bevalt 't?
~ Prima, beter dan die van mezelf.

Een man staat aan de rand van 't bassin klaar om zich in 't water te laten zakken.  Ineens roept één van de zwemmers luidkeels: ~ Hé Klaas, jij ook hier, heb je ook geen douche thuis?

 
zaterdag
17 januari 2009

Goudse pijpjes halen

Zaterdag 10 januari 2009 kwamen minstens vier schaatsers uit de omgeving van Gouda bij tabakswinkelier Van Vreumingen een pijpje halen. De volgende dag kwam nog een schaatser uit het Westland langs om een Goudse pijp af te halen. Van Vreumingen was op zondag gesloten maar hij had de schaatser telefonisch beloofd de pijp bij z'n buurman neer te leggen om 'm daar af te kunnen halen. Die transactie moest per se voor twaalf uur worden afgehandeld, want de buurman zou absoluut op dat tijdstip vertrekken. De Westlander vertrok 's morgens om kwart voor zes, kwam veel slecht ijs tegen, moest veel klunen, in Gouda nog een flink eind lopen en kwam uiteindelijk te laat voor z'n pijp.

Deze schaatstocht ontstond rond 1900. Schaatsers uit dorpen en steden in Zuid-Holland - vooral uit Rotterdam - en Utrecht trokken massaal over het ijs naar Gouda. Als bewijs dat Gouda inderdaad werd bereikt en dat men niet in een kroeg was blijven hangen, werd uitgedost met sprits en pijpjes de terugtocht aanvaard.
 Gelakte Goudse pijp
De ervaren schaatsers durfden het aan om zo'n echte lange Goudse pijp mee te nemen. Zij lieten die voor een paar centen op hun kleding vast naaien, zodat de armen vrij waren om bij een val de Geknoopt pijpjeklap op te vangen en de pijp hopelijk ongeschonden zou blijven. Anderen kochten vaak een klein geknoopt pijpje, dat meer zekerheid bood het heelhuids thuis te brengen.

Dit schaatsfestijn was natuurlijk kaassie voor de pijpenmakers. Zij zochten met hun kist met pijpen de waterkant op om hun handel kwijt te raken, maar ook zorgden anijs-, soep-, punch-, sprits- en wafelverkopers dat zij een graantje meepikten.

De laatste grote invasie van schaatsers was op zondag 8 februari 1954; tegen de tienduizend sporters brachten een bezoekje aan de Pijpenstad. De traditie is helaas door allerlei oorzaken flink verwaterd: te veel obstakels om per schaats Gouda te bereiken, het alternatief van door de KNSB georganiseerde toertochten en het ontbreken van winters met een flink portie strenge vorst. Maar ...... doorbijters en vrijbuiters blijven komen.
 
zaterdag
10 januari 2009

Toon

M'n laatste flinke toertocht op schaatsen zal in januari 1996 zijn geweest. Het was de Poldertocht Bergambacht van 85 kilometer. Toen ik donderdagavond op internet zag dat de Twee Provinciëntocht werd gereden, kreeg ik gruwelijke zin om een echt schaatstochtje te maken en ben dan ook vrijdagmorgen per fiets naar Haastrecht gereden. De tocht van veertig kilometer bleek afgelast: te bang voor een te grote toeloop met de nodige chaos. Omdat ik de weg daar wel een beetje wist toch maar de schaatsen ondergebonden.

Weinig schaatsers, prachtige entourage en uitmuntend weer. Hier en daar was het ijs wat ribbelig door sneeuw en ijzel, maar over 't algemeen was het best te doen als je de scheuren goed in 't oog hield.

Op het driepunt Polsbroekerdam, Polsbroek, Haastrecht ben ik er even bij gaan zitten. M'n enkels begonnen te protesteren en het was een mooi plekje om de rest van m'n broodje op te eten. Een groep kerels nam ook een blaasje om op Toon te wachten die ze kwijt waren geraakt. Er werd wat gedronken en een sigaretje gerookt. Na zo'n dik tien minuten kwam Toon in zicht, hij ging nog even op z'n kont onder een bruggetje, maar met een bezwete kop meldde hij zich bij zijn maten. Toon kreeg geen tijd om op adem te komen, een sigaretje te roken of wat te drinken. Met een 'oké we zijn weer compleet' vertrok de groep onmiddellijk met in de achterhoede een zwoegende Toon. 
 
zaterdag
3 januari 2009


De Marskramer in Sneek, standbeeld gemaakt door Pieter d'Hondt
Pijprokers

In mijn krant verschijnt aan 't einde van het jaar een fotogalerij van in dat jaar overleden bekende Nederlanders. In het verleden stonden er altijd meerdere kerels bij met een pijp in de mond of in de hand. In 2008 slechts één pijproker, namelijk Norbert Schmelzer, politicus, overleden op 14 november 2008. 

In het straatbeeld zie je nauwelijks meer een pijproker. In Sneek kwam ik wonder boven wonder een pijproker tegen. Het was De Marskramer, een aardig standbeeldje gemaakt door Pieter d'Hondt, dat kennelijk aan de aandacht van de antirookbeweging is ontsnapt.


Toch duikt de pijp steeds weer op. Laatst in de Volkskrant een artikel over martelpraktijken. De lievelingspijp van Stalin - van de week als derde geëindigd in de verkiezing van de meest belangrijke Rus - was verdwenen. Stalin gaf het hoofd van de geheime dienst kameraad Beria opdracht de pijp op te sporen. Een paar uur later vond Stalin z'n pijp in een lade van zijn bureau terug en belde onmiddellijk Beria op met de boodschap dat het zoeken kon worden gestaakt. ~ Maar kameraad Stalin, stamelde Beria, vijf verdachten hebben de diefstal al bekend.

En dan - ook in de Volkskrant - Notker Wolf, de generaal-overste van de benedictijnen. Iemand had hem op een foto gezien met een pijp in z'n mond. Dat was in het verkeerde keelgat geschoten en Wolf kreeg een e-mail dat hij de staat maar op kosten jaagde met zijn gesmook en aanstaande longkanker. Hij schreef terug dat de mailer met zijn gezonde gedrag wel 90 jaar kon worden en hoeveel pensioengeld gaat dat dan kosten?  Een fortuin!
Wolf: ~ Een pijp vermindert stress. Een man met pijp is een man met tijd.

  Voor PIJPPRAAT voorgaande jaren naar Archief