pijpenmakerij Carpe Lunam

|  Pijppraat 2010 | Terug naar Wegwijs van Carpe Lunam | index Archief  |

vrijdag
31 december 
2010

In 't voorbijzwemmen (9)

~ Waar is Klaas?, vraagt de badmeester aan een vrouw die binnenkomt.
~ Die mocht niet mee; hij vergat vorige week m'n badpak in te pakken. Kon ik helemaal terug!
~ Gelijk heb je, onmiddellijk  afstraffen.

Twee ouwe kerels:
~ Ik heb kort geleden twee nieuwe heupen gekregen.
~ Gaat 't een beetje met het zwemmen?
~ Niks geen last, maar ik moet wel doorzwemmen anders zink ik.

~ Ben jij wel eens bij een pedicure geweest?, hoor ik.
~ Daar begin ik mooi niet aan, is het antwoord.
~ De dokter stuurde me door met een ingegroeide teennagel. Het voetvrouwtje wilde me gelijk een abonnement van 160 euro aansmeren.
~ Kijk, dat bedoel ik.
 
zaterdag
18 december 
2010
Pijprookkunst

Elk seizoen zijn er wel bezoekers van de Waag die vertellen dat ze ooit hebben geprobeerd pijp te roken, maar altijd liep dat voor hen uit op een fiasco.
~ Zeker een goedkoop pijpje gekocht?, is mijn reactie. Dat wordt meestal met ja beantwoord. Logisch eigenlijk als je niet weet of je het eigenlijk wel lekker zal vinden. Dat is juist ook de grote makke, omdat je dan meer hout rookt dan tabak. Daarop debiteer ik wat regeltjes waar de beginnend pijproker rekening mee zou moeten houden:
* Koop een wat duurder pijpje in de orde van zo'n dertig euro;
* Koop een kromme pijp, zodat speeksel dat in de pijp loopt later niet vervuild weer in de mond terecht komt;
* Rook een lichte baaitabak, geen met allerlei smaakjes gesausd spul;
* Stop aanvankelijk de pijp lichtjes met tabak, druk na het aansteken de tabak zacht aan;
* Maak de pijp regelmatig schoon met een pijpenrager.
Vijf simpele regeltjes dus.

Van de week werd mij een Duits boekje in de hand gespeeld over de kunst van het pijproken. In maar liefst negentig pagina's wordt behandeld hoe een pijp moet worden gerookt en hoe cartoonisten tegen het pijproken aankijken.

Enerzijds komen in het boekje op een grondige Duitse manier alle facetten van het pijproken aan de orde, anderzijds wordt grappig de gek met de pijproker gestoken (Pfeifendunst & Pfeifenkunst, 1979, uitgave Mosaik Verlag).

Overigens worden in Nederland pijprookcursussen georganiseerd. Bijvoorbeeld een avondcursus van twee uur in het Pijpenkabinet in Amsterdam. Tja, toch verbazingwekkend voor een gewone pijplurker.
 
 

zaterdag
11 december 
2010

RAOB

Tijdens één van mijn voorstellingen afgelopen zomer in de Waag merkte een mevrouw op dat er toch meer achter het pijpjes maken zat dan ze ooit had gedacht. Juist, dat heb ik nog steeds.

Op de ketel van een pijp kom ik de letters RAOB tegen met daaronder een soort hangsnor. Tja, wat kan dat betekenen? De conservator van het pijpenmuseum hier zette me op het goede spoor: hij maakte me attent op het boek Goudse kopstukken*) met daarin een verhandeling over de RAOB-pijp.

RAOB is de afkorting van Royal Antediluvian Order of Buffaloes, een verzonnen naam die vrij vertaald zoiets betekent als koninklijke orde van buffels van vóór de zondvloed. De orde stamt uit 1822 en bestaat nog steeds. In de negentiende eeuw was zij één van de vele sociëteiten in Engeland, waar gelijkgestemden met elkaar spraken over cultuur, politiek en maatschappelijke problemen. Op die bijeenkomsten rookten de leden kleipijpen met op de ketel de letters RAOB en de kop van een buffel. Aan het eind van de avond werden de pijpen gebroken, zodat niet-leden ze niet achterover konden drukken.

Op aanvraag uit Engeland maakten ook Goudse pijpenmakers zoals Goedewaagen, Van der Want en De Jong deze pijp. Later kwamen de pijpen met de tekst RAOB en alleen de hoorns ook op de Nederlandse markt.

~ Als je in de eerste helft van vorige eeuw een pijpenmakerij binnenliep en je vroeg waar RAOB voor stond, kreeg je als antwoord Rookt Alle OgenBlikken, verzekerde mij een oude Gouwenaar.

*)
Goudse kopstukken, kleipijpen opgegraven bij Goedewaagen, uitgave Boekhandel Verkaaik Gouda, ISBN/EAN 978-90-800032-3-1 
zaterdag
4 december 
2010
Krulpijpje

Als ik in de Goudse Waag het pijpenmaken demonstreer, denkt het publiek naar een ervaren pijpenmaker te kijken, die er bovendien nog allerlei verhalen bij afsteekt. Sommigen informeren hoelang ik al in het vak zit en anderen vragen zich af of mijn voorouders ook in de pijpenmakerij zaten. In alle eerlijkheid beken ik pas drie jaar met klei in de weer te zijn en dat mijn voorvaderen absoluut niet met dit ambacht in de weer zijn geweest. Ze zijn ze dan wel een beetje verbaasd en misschien wel wat teleurgesteld.


Toen mijn oude leermeester eens kwam kijken, hoe ik zijn lessen in praktijk bracht, informeerde hij hoe het ging.
~ Och, ik kan er beter over lullen, dan ze maken, was mijn antwoord.
Hij was echter niet ontevreden. omdat mijn showtje vlekkeloos verliep. Voor de demonstraties maak ik een pijp met juist die mal en het bijbehorend gereedschap die volledig bij elkaar passen. Bovendien heeft de pijp niet een te smalle steel en is de kop van beperkte grootte, zodat een misbaksel nagenoeg niet voorkomt.

Wat ik absoluut niet doe is voor mijn publiek een krulpijpje maken. De dunne steel is amper aan de weijer (de naald om het rookkanaal te maken)  te rijgen en als dat dan eindelijk gelukt is, moet ook nog in het fragiele bouwsel dat uit de mal komt een knoop worden gelegd. Thuis heb ik me in m'n eentje er toch aangewaagd. Na veel geklojo heb ik toch een armetierig pijpje weten te kleien. Als ik dan wat later in La Pipe van A.P. Bastien een serpentine pijp tegenkom, hangt me de bek wel even los.
 
zaterdag
27 november 
2010
Uitgeloot

Het vroor van de week drie graden; genoeg reden voor de media om maar weer eens over de Elfstedentocht te beginnen.
Omrop Fryslân dook in haar archief om bijna elke avond filmpjes en televisiefragmenten van vroegere tochten uit te venten. Het televisieprogramma De Wereld Draait Door kreeg bezoek van twee grootheden van de tocht in 1997: de schaatsers Henk Angenent en Erik Hulzebosch respectievelijk eindigend als eerste en tweede. Bovendien schoof It giet oan!-Henk Kroes aan.

De schaatsers wilden de eventuele tocht der tochten dit jaar als toerrijder meemaken. De vorige tochten hadden zij als gekken geschaatst en alleen hun tegenstanders in de gaten gehouden. Nu wilden zij eens echt genieten van het Friese feest. Voor die toertocht moet je je gewoon aanmelden en als te veel mensen het feestje schaatsend willen bijwonen, wordt er geloot. Beide mannen waren tot hun verbazing uitgeloot en daarover kwamen zij bij Matthijs van Niekerk een potje kankeren. Dat kon toch niet waar zijn dat zij als eertijds gerenommeerde schaatsers straks als toeschouwer langs de kant moeten staan. 

Henk Kroes - de vroegere voorzitter van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden - was kennelijk ingehuurd om de mannen alsnog een startkaart toe te zeggen. Hoe Matthijs ook op hem insprak Kroes hield zijn Friese rug recht. Hij had er namelijk niets meer over te vertellen; geen bestuurslid meer en regel is regel was zijn credo.
Ach, de schaatscracks hadden dit op hun schaatsen kunnen aanvoelen.
 
zaterdag
20 november 
2010
In 't voorbijzwemmen (8)

~ Hoe oud ben jij eigenlijk?, vraagt een vrouw aan een man.
~ Zeg ik niet, is het antwoord.
~ Nou zeg ......
~ Anders lach je me uit.

~ Ga je er nu al uit?, vraagt de badmeester aan een zwemmer die uit het bad klimt.
~ Nee joh, even een plasje doen.
~ Zo ..., dat is netjes van je.
~ Netjes?, reageert de man verbaasd.
~ Je zal ze de kost moeten geven die in het water aftanken.
 
zaterdag
13 november 
2010
't Hoedje

Een stadswandeling is op z'n tijd ook wel eens aardig. Mijn vrouw koos Purmerend, omdat in het Purmerends Museum nu de grootste openbare collectie Purmerends Jugendstil Aardewerk te bekijken is. De vaste collectie van het museum bestaat uit voorwerpen, foto's en toestanden die met de geschiedenis van 'de marktstad' tussen de polders Beemster, Wormer en Purmer te maken hebben.

Bij de kassa informeerde ik of er gefotografeerd mocht worden. Er zou wel eens een aardig pijpje kunnen liggen; het pijproken maakte toch in de vorige eeuwen deel uit van onze cultuur. De dames achter de balie verschilden van mening. De needame won, want - wist zij zeker - de baas van 't spul had het verboden.
~ Zij konden er ook niets aan doen, verzekerde de jadame deemoedig.

Het aardewerk was prachtig, goed uitgestald en van informatie voorzien. Een etage hoger was wat ik maar noem een 'kolenkitmuseum': altijd wel een kolenkit of een zinken teiltje in de aanbieding. De stukken uit de geschiedenis van Purmerend waren moeilijk te bekijken. Er heerste in een gedeelte een schemerige toestand, omdat een storing in de elektriciteitsvoorziening verlichting in de weg zat. Behalve een paar hele oude schaatsen, ontdekte ik toch nog een oude pijpenkop en een houten pijp. Aandoenlijk dat een gewone houten pijp van overgrootvader door zijn nazaten naar een museum wordt gebracht en daar als een relikwie met een labeltje aan de steel aan den volke wordt gepresenteerd.

Daarna maakten we een rondje door het stadje. Nog veel oude pandjes met gevels en gevelstenen zijn bewaard gebleven. 't Mag ook wel voor een stadje van 600 jaar oud. 

In de winkelstraten was het heel rustig vergeleken met Gouda. Even later tijdens onze wandeling bleek dat al het winkelende publiek zich had gestort in een nieuw overdekt winkelcentrum. Ineens leek het of je in Hoog Catharijne rondliep. 

De leukste ontdekking was een restaurant met de naam 't Hoedje van de Koningin. Het hoedje prijkte boven de ingang.
zaterdag
6 november 
2010
Nymphenburg

Afgelopen maandag kwamen we per trein terug uit München, waar we een paar dagen door de stad zwierven. München is voor ons redelijk snel te bereiken; we knorren daar met zo'n hoge snelheidstrein binnen acht uur heen. De heenreis ging via Arnhem en Mannheim, terug gingen we via Hannover en kwamen bij Oldenzaal Nederland weer binnen. Op een beeldscherm kun je zien hoe hard de trein over de rails kachelt. De hoogste snelheid die ik zag was 254 km per uur. Als de snelweg toevallig een stukje naast de spoorbaan loopt, rijden de auto's ogenschijnlijk met een slakkengangetje, terwijl je weet dat de Duitsers meestal het gaspedaal stevig indrukken.

Een dag voor we weggingen was het overdag 3 graden Celsius in München, een reden voor ons om dikke jassen en truien aan te doen. Het liep echter anders dan verwacht, want het was daar hartstikke mooi weer en we hebben alles wat we wilden bekijken per benenwagen gedaan. Dus trams en ondergrondse lieten we links liggen. Hele mooie stad trouwens met onvoorstelbaar veel winkels met exclusief mooi en duur spul. Leuk om naar te kijken. Wat wel opviel was dat het er stierf van de vreetpaleizen en een gewoon glaasje bier kennen ze niet. Zowel vrouwen als mannen zitten met die grote pullen bier voor d'r snufferd.

Via Internet hadden we een hotel gereserveerd vlakbij het station. Dat bleek precies in een wijk te liggen bevolkt door Turken. Heel gezellige boel, veel Turkse winkels met een overvloed aan groenten en fruit die op straat waren uitgestald en kleine restaurantjes waar je voortreffelijk kon eten voor een paar centen. Zelden hebben we in een hotel zo'n mooie ruime en nette kamer gehad, het was een soort hotelappartement met keuken uitgerust met magnetron, vries- en koelkast.

De enige pijproker zagen we in het porseleinmuseum van slot Nymphenburg.
 
zaterdag
23 oktober
2010
De Waag woensdagmiddag:

Fietsend richting de Waag zag ik dat de achterkant van de Waag in de steigers stond. Een verfbeurt leek wat overbodig, want vorig jaar was het gebouw van boven tot onder beverfd. Binnen hoorde ik wat er aan de hand was: de voegen werden uitgeslepen.  Een karweitje dat over 't algemeen met een hels kabaal gepaard gaat. Het viel mee. Tot half twee heb ik genoten van het slijpconcert, daarna was de slijper plotseling verdwenen. Toen kwamen ook de eerste bezoekers binnen.

Zo kon ik me dus in alle rust verstaanbaar maken voor zeven Canadezen, twee Australiërs, één Duitser, vijf Nederlanders en twee Brazilianen die in de loop van de middag binnen wandelden.

Het Braziliaanse stel vertelde dat ze de marathon in Amsterdam van afgelopen zondag hadden gelopen.
~ Twee uur en .....?, informeerde ik.
Nee, schudde de man.
~ Drie uur en .....?, probeerde ik nog eens.
Weer schudde de man van nee.
~ Vier uur en .....?  Hij zou toch niet zijn uitgevallen.
~ Yes, vier uur en tien minuten.
De vrouw had de halve marathon gelopen. Zij liep een aardige tijd: 1 uur en 53 minuten. Ik kon niet nalaten mijn tijd beste tijd op de halve marathon te noemen: 1 uur en 51 minuten en 30 seconden. Maar dat was wel twintig jaar geleden.
    
zaterdag
16 oktober
2010
De Waag woensdagmiddag:

Het leek een stille middag te worden. Dat liep toch even anders. Niet dat het storm liep, maar tussen half twee en half vijf kwamen toch nog twintig personen bij mij kijken. Vijf keer voerde ik mijn showtje 'Pijpenmaken' op voor negen Nederlanders, acht Duitsers en drie Australiërs.

Zo ongemerkt lopen de gesprekken met mijn bezoekers soms alle kanten op. Toen ik het Australische echtpaar een oude pijpenkop liet zien van Jan Willemszn Bruggen die vanaf 1668 pijpen maakte, vertelde de man dat zij de volgende dag naar Brugge gingen. Ik merkte op dat de pijpenmaker of zijn voorouders niet per se uit Brugge afkomstig behoefden te zijn; misschien woonde hij hier in Gouda wel in de buurt van twee bruggen. Mijn eigen naam is daarentegen wel zuiver geografisch, Maanen is een buurtschap tussen Utrecht en Arnhem. De Australiër bleek ook een geografische naam te hebben: Sidmouth. Ik kwam met:
~ Jé, daar ben ik wel eens geweest. Het ligt aan de kust van Devon, ten oosten van Exeter.
~ What a shame, verzuchtte de man tegen z'n vrouw, hij is er geweest en wij slaan het over.
 
zaterdag
9 oktober
2010
De Waag woensdagmiddag:

Tot kwart voor drie was het heel stil in de Waag. Mooi tijd om wat pijpjes bij te werken en met een 'moeilijke' mal te experimenteren. Maar toen.

Bezoek van een Amerikaans stel, waarvan de man tijdens mijn demonstratie opbiechtte dat hij ontwerper en maker van pijpen was. Geen kleipijpen maar pijpen van hout en wel met een zeer apart en geavanceerd uiterlijk. Op z'n blackberry had hij wat fotootjes staan van door hem ontworpen en gemaakte pijpen. Het werd een zeer geanimeerd gesprek, waarin hij me uitlegde hoe hij de pijpjes op een computer ontwierp en met een computergestuurde freesmachine maakte. Op de webstek van hem - Steven Mattern - is een klein gedeelte van zijn assortiment te bekijken. Verrassend.

De pijpenmaker en z'n vrouw waren nog maar net vertrokken toen twee jonge Amerikanen verschenen. Tijdens mijn demonstratie kwam een gesprekje op gang, waarin het meisje vertelde dat haar verre voorouders uit Nederland kwamen. Ik spuide wat van mijn kennis: vele Nederlanders gingen in de negentiende eeuw naar Michigan en dat daar zelfs een plaatsje was met de naam Holland. En ja hoor, zij kwamen daar nou net vandaan. Ik vertelde dat ik in het verleden contact had gehad met iemand van het Hope College aldaar over geëmigreerde Nederlanders. Het Hope College bezit namelijk een uitgebreid archief met gegevens van die lui. De jongen toverde daarop zijn studentenpas van dit college tevoorschijn.  Het ging trouwens niet zo ver dat hij de professor kende met wie ik correspondeerde. Verrassend.
 
zaterdag
2 oktober
2010
Dagdromen

Er zijn nogal wat mensen die dagdromen over wereldreizen, een huisje met een tuintje op het platteland, een prachtig appartement midden in een stad, een eigen bedrijfje beginnen of een boek schrijven. Sommigen gaan iets verder en maken een beginnetje met hun droom door zich wat te oriënteren. Soms kom ik met deze lieden in aanraking omdat ze op één of ander manier mij nodig hebben bij de realisatie van hun plannen.

Zo wilde een man in het centrum van Gouda een oud pandje kopen. Dat moet boven worden ingericht als zijn woning en op de begane grond zou een pijpenmakerij moeten komen. Een prachtig aanloop- en verkooppunt voor toeristen moest dat worden. 
~ Wil jij meedoen?, was zijn vraag.
~ Ach ik wil wel zo nu en dan het pijpenmaken demonstreren en hand- en spandiensten verrichten, maar geen firmant of andere financiële betrokkenheid, was mijn antwoord.
Nooit meer iets gehoord.

Een Nederlandse vertegenwoordiger van een Japanse televisiemaatschappij mailde mij dat een tv-ploeg graag opnamen wilden maken van het pijpenmaken. Het moest een serie worden van beroepen die in de wereld verdwenen. Natuurlijk wilde ik dat wel. Hij zou over een maand bellen voor een definitieve afspraak als de tv-makers in Nederland waren.
Nooit meer iets gehoord.

In de bibliotheek hier bij de afdeling met boeken over keramiek en pijpenmaken ontmoet ik een man. We raken aan de praat en ik vertel dat ik zelf als hobby pijpen maak.
~ Allemachtig, hoe is het mogelijk. Ik ben een stripverhaal aan 't voorbereiden dat in het verleden speelt met een pijpenmaker in de hoofdrol. Zou je me eens kunnen laten zien hoe zo'n pijp wordt gemaakt en dat ik de gereedschappen goed kan bekijken. Visitekaartjes werden gewisseld en hij zou wel contact met me opnemen.
Nooit meer iets gehoord.

Afgelopen woensdag zat bij de toeschouwers van mijn sessie over pijpenmaken een man op leeftijd. Soms laat ik wat dingen zien die ik soms onder de neus van mijn klantjes houd om het goed te kunnen bekijken. Hij weerde dit steeds af: ~Ik weet er alles van. Na afloop bleef hij hangen en stelde zich voor: zijn voorouders en hijzelf waren bekende keramiek- en pijpenmakers in het Goudse en hij was met anderen bezig een gedenkboek over hun bedrijf samen te stellen. In dat boek moesten uiteraard de afbeeldingen voorkomen van de pijpenmallen die gebruikt werden. Hij vond ook dat bij de mal de bijbehorende pijp moest worden afgebeeld. Zijn probleem was dat die pijpen alsnog gemaakt moesten worden. Hij was kennelijk het commerciële talent van het bedrijf geweest, want hij stelde voor dat ik de pijpen zou maken plus een aantal extra die ik zou mogen verkopen als vergoeding voor mijn bezigheden.
~ Ik zit helemaal niet in die handel, maar ik wil best voor de lol die pijpjes voor u maken. De enige tegenprestatie die ik van u verlang, is dat mijn naam als pijpenmaker in uw boek wordt vermeld, was mijn antwoord. Ik zag het ongeloof in z'n ogen, maar hij zou me binnenkort benaderen om definitieve afspraken te maken.
Hartstikke benieuwd.

De Waag woensdagmiddag:

Bezoek van vier Duitsers, twee Roemenen en zes Nederlanders.
De man van het Roemeense echtpaar schudde mij na afloop enthousiast de hand. Zijn vrouw stond naast hem en ik stak mijn hand ook maar in haar richting. Zij aarzelde maar gaf mij toch een hand. Zij vertelde er gelijk bij dat het in haar land niet de gewoonte is, dat vrouwen een man een hand geven. Om mijn ~Wij kussen zelfs onze vrouwen, moesten zij gelukkig lachen.
 
zaterdag
25
september 2010

 

De Waag woensdagmiddag:

Het wordt voor mij pas echt gezellig als bezoekers zelf ook hun verhalen kwijt willen. Dat was deze keer ruimschoots het geval.

Toen ik een oude pijpenkop liet zien met de opmerking dat die uit 1605 stamde, vroeg een kijkster hoe ik zo precies aan 1605 kwam. Haar man reageerde voor dat ik wat kon zeggen:
~ Hou effe op, je bent net als die toerist bij de piramide. Hij wendde zich tot mij:
~ We stonden in Egypte voor een piramide toen een man aan de gids vroeg hoe oud het gebouw wel niet was. 'Vier duizend jaar en drie maanden', antwoordde de gids. Waarop die man verbaasd kwam met  'En drie maanden?'
'Ja', zei de gids, 'toen ik hier drie maanden geleden dit baantje kreeg, vertelde mijn voorganger dat de piramide vier duizend jaar oud was. Dus het rekensommetje is snel gemaakt.

Met een andere bezoeker kwam het gesprek op het fermenteren van tabak. Hij had eens een rondleiding gehad in een tabaksfabriekje in Ootmarsum. Vervolgens beschreef hij dat het niet zomaar een kwestie van drogen was met een hoge temperatuur. Nee, een knap ingewikkeld proces. Een uur later zit ik met een pijproker te ouwehoeren over tabak.
~ Als je nou eens een echte naturel tabak wilt roken, moet je Stad Ootmarsum nemen. Heerlijk!, adviseerde hij mij.

Op visite kwamen: 
één Australische die Europa deed in drie maanden. Zij was begonnen in Portugal, daarna Spanje, Frankrijk, België en Nederland. Van hier gaat zij door naar Denemarken, Zweden, Finland, Polen, Tsjechië en Italië en dan weer naar huis;
zes Fransen die foto's namen en snel weer verder gingen om op tijd bij de bus te zijn;
vier Nederlanders;
twee Duitsers.
 
zaterdag
18
september 2010
Kleinzoons aan de bal

Vroeg uit de veren voor een voetbalwedstrijd. Een tien jaar geleden zouden ze me er het bed niet voor uit krijgen, maar als de kleinzoons vragen of je ook komt kijken, kun je moeilijk nee zeggen. Vandaag speelden de jongens in Gouda. De jongste uit op het Olympiaveld om kwart voor negen, de oudste een thuiswedstrijd op het Jodan Boysveld om kwart over twaalf. Tussendoor kon ik mooi thuis koffie drinken.

Het D2-elftal van de jongste ging tegen D2 van Olympia jammerlijk de boot in met 6-1. Als supporter van dit elftal weet ik natuurlijk precies de oorzaak. De meeste tegenstanders waren een jaartje ouder, waardoor sterker met het afnemen van ballen en zij liepen vaak niet iets harder. Het elftal van mijn kleinzoon speelde vorig jaar als E1 en moet volgend jaar als D1 figureren. Normaal zou zijn, denk ik dan, dat de mannen qua leeftijden een beetje gemixt zouden worden, maar de voetbaltactici van Jodan Boys beheersen natuurlijk de betere voetbalkunde.

Andere koek was het bij de wedstrijd van mijn oudste kleinzoon. De tegenstander was Bergambacht C1, stevige jongens uit de polder. Het werd toch een gelijk opgaand spelletje, dat in de tweede helft beslist leek te worden toen Jodan Boys met 3-1 voorkwam. Bergambacht kwam echter sterk terug en wist er nog twee goals in te frommelen. Eindstand 3-3 en zo te zien had iedereen er vrede mee.

De Waag woensdagmiddag:

Vier rondes pijpenmaken voor twee Amerikanen en zeven Nederlanders.
 
zaterdag
11
september 2010

 

Optuigen

Het maken van gewone witte kleipijpen is -voor mij althans - niet een eenvoudig kunstje, maar als je het eenmaal min of meer onder de knie hebt, krijg je al snel de neiging om er toch iets aparts van te maken. In Pijppraat van 21 november 2009 zag je enige voorbeelden van deze experimenten.

Het laatste probeersel was het insmeren van een rood gemarmerd pijpje met lijnolie, waardoor het niet alleen op een houten pijp lijkt, maar ook zo aanvoelt. Een andere versie ontstond door een rood gemarmerd pijpje niet met 1040 graden Celsius te bakken, maar per ongeluk met 1200 graden. Hij kwam echt aangebakken uit de oven; het rood werd donkerbruin, geen onaardig effect trouwens.

Van de week zag ik op een tentoonstelling hier ter stede het werk van een mozaïekmaakster. Zij deed dat niet met steentjes, maar zij gebruikte eierenschalen. Zij verft de eierschalen in de kleuren die zij wil gebruiken. Dan breekt zij de schalen in kleine stukjes en beplakt daarmee het object dat zij wil optuigen of maakt daarmee een afbeelding die niet misstaat als versiering van een interieur.

Tja, misschien zou het iets zijn voor mijn pijpjes? De mozaïekmaakster dacht van wel. Zij legde mij uit hoe te werk te gaan en welke materialen behalve de eierschalen nodig waren.
~ Heb je niet een pijpje voor mij, ik wil het zelf ook graag uitproberen?, opperde zij. De volgende dag bracht ik haar een pijp.

Een potje lijm heb ik al gekocht, acrylverf, kwasten en vernis zit in de schilderskist van mijn vrouw en in de keuken staat een pot klaar om de eierschalen te verzamelen.

De Waag woensdagmiddag:

Een vijftal demonstraties gegeven voor twee Roemenen, twee Duitsers en dertien Nederlanders.
 
zaterdag
4 september
2010
Aan barrels

Woensdag werd op feestelijke wijze afscheid genomen van het buitenbad De Tobbe. De vroege zwemmers kregen een ontbijtje voorgeschoteld en 's middags had de jeugd vrij entree om mee te doen met bommetjes springen en andere activiteiten. 's Morgens was het drukker dan normaal, maar de jeugd liet het afweten: te koud. 

Waarom dit feestje?  Dit aparte bad wordt gesloopt, omdat het 'niet meer aan de eisen van deze tijd voldoet'. Kapitaalvernietiging en ook nog eens hartstikke zonde, want het is juist een heel bijzonder ontwerp. Het is namelijk rond, een echte tobbe.
Die tobbe met een middellijn van zo'n zestig meter heeft een aantal subbaden: ruim een derde is het diepe bad, met een waterdiepte van 1,8 m en een duikkuil van 4 m diepte. Een één- en een driemeterduikplank completeren dit gedeelte. Daar omheen is het ondiepe gedeelte met een waterdiepte van 1,10 tot 1,40 en een kinderbad van 45 cm diep. In het ondiepe komt een lange glijbaan uit met een lengte van 41 meter.

Het binnen- en buitenbad zijn ongeveer 35 jaar geleden gebouwd. Tegenwoordig een goede reden om het maar eens om te schoffelen en te vervangen door een paar vierkante bakken, zeker als dit ook nog als excuus kan dienen om twee andere binnenbaden elders in de stad te sluiten.

De nieuwbouw - begroot op om en nabij twintig miljoen euro - zou in 2013 gereed moeten zijn. Je kunt op je vingers aftellen dat daar sowieso niets van terechtkomt. Er moet gebouwd worden op een voormalig vuilnisbelt en uiteraard vereist dat grondig onderzoek. Dat levert natuurlijk gigantische verrassingen op aan chemische ellende, waarbij een uitgebreide bodemsanering niet uit de weg kan worden gegaan. De feestelijke opening van het nieuwe buitenband kunnen we misschien over vijf tot tien jaar tegemoet zien of het komt er helemaal niet meer van.

Teunis, Gijs, Bep, Karel, Hennie, Joop, Thea, Jaap, Han, Kees, Theo en Helen en vele anderen die van mei tot september bijna elke morgen in het buitenbad hun rondjes zwommen, moeten elders hun heil zoeken. Net als de gezinnen die op warme dagen koelte en vertier in het water zochten.

Kortom een feestje met een macaber tintje.

 
  De Waag donderdagmiddag:

Wijn- en kaasproeverij kreeg de voorrang boven de pijpenmakershow.
 
zaterdag
28 augustus
2010
Glasgraaiers en bekerbendes

Het opruimen van terreinen waar grote festivals zijn gehouden is een flinke klus; een ongelooflijke berg plastic glazen en andere rotzooi. De organisatoren van Lowlands - driedaags popfestival in de zomer - wilden in ieder geval de recyclebare plastic troep een halt toe roepen en voerden dit jaar voor een plastic glas een statiegeld van 25 cent in. 

Toch gooiden sommige bezoekers de glazen op de grond die driftig werden opgeraapt door luitjes die er een lucratief handeltje in zagen. Zo driftig zelfs dat als je je glas even neerzette en je even niet oplette het was verdwenen. Het glazenverzamelen werd zelfs professioneel aangepakt door groepen die soms agressief overkwamen bij de beveiligers van het festijn. Reden voor de organisatie om voor het volgend jaar een andere methode te verzinnen. Aldus een radiorapportage vanochtend op Radio 1.

Eind jaren veertig van de vorige eeuw zwierven m'n maatje en ik zondagsmiddags over de voetbalvelden van Welgelegen aan de westkant van Utrecht. Daar voetbalden toen onder andere Zwaluwen Vooruit en vv Utrecht. De kijkers daar lieten ook achteloos hun flesjes vallen en wij als jochies zagen er wel brood in om het statiegeld van een dubbeltje te gaan verzilveren.

Helaas de kantinebaas werkte niet mee, maar zijn hulpie verraadde ons waar de flesjes konden worden ingeleverd. We verstopten de gevonden flesjes op het veld en gingen die in de loop van de week ophalen om het grote geld te vangen. De drankgroothandel was gevestigd in een oud pandje aan de Oudegracht, waar een dikke vent de scepter zwaaide. Hij wees ons aan waar we de flesjes op soort gesorteerd neer moesten zetten. Toen we onze handel - goed voor vier gulden tachtig - netjes hadden uitgestald en we verwachtingsvol de flessenboer aankeken, brulde hij plotseling:
~ Vuile mellekbekkies, alles gejat, donderstraal as de sodemieter op, anders waarschouw ik meteen de wouten (politie)!
We wisten niet hoe vlug we weg moesten komen.

De Waag donderdagmiddag:

Bij het pijpenmaken scoorde ik zeventien Duitsers, zeven Nederlanders en zes Fransen.
 
zaterdag
21 augustus
2010
Geklieder en stofzooi

't Werd al maanden geleden aangekondigd, maar nu is het dan zover. Steigers voor en achter de huizen om het schilderwerk wat op te kalefateren en waar het nog niet was gebeurd, wordt in de ramen dubbelglas geplaatst. Ook worden klapraampjes in z'n geheel vervangen.

Volgens de informatiebrief zou van tevoren met de bewoners afspraken worden gemaakt over eventuele noodzakelijke aanwezigheid. Bij ons ging het zo:
~ Morgen komen we dubbelglas op de slaapkamers bij u plaatsen en dat gebeurt binnen.
~ Wij zijn morgen niet thuis.
~ 't Zal helaas niet anders kunnen, want we hebben het zo gepland.
~ Tja, we zijn er echt niet. Overmorgen bent u welkom.
~ Oké, als u niets meer hoort, komen we overmorgen.
En inderdaad zij kwamen die overmorgen.

De steigers kwamen goed van pas. Jaren geleden kwam de woningbouwvereniging met een aanbod: een abonnement om kleine werkzaamheden te verrichten die voor rekening van de huurders waren. En dat tegen een kleine huurverhoging. Omdat het schoonmaken van de dakgoot er ook in zat, hapten velen toe. Vorig jaar constateerde ik dat de dakgoot behoorlijk aan het dichtslibben was en belde ik de woningbouwvereniging dat enige actie niet overbodig zou zijn. Enthousiast meldde de juffrouw dat dit werkje allang uit het abonnement was geschrapt. Met een extra trap, emmer en een oude kolenschop ben ik nu de steigers in geklommen. Mijn vrouw liet zich ook niet kennen. Zij lapte aan de buitenkant de nieuw ingezette ramen en kuiste de vensterbanken van geknoeide verf. Toevallig kwam onze glazenwasser langs: ~ Hé daar, dat is oneerlijke concurrentie!

De Waag donderdagmiddag:

Aan vier Duitsers, acht Nederlanders, vier Spanjaarden, vier Engelsen en twee Amerikanen uit Florida vertoonde ik mijn kunstje. Allemaal gezellige en geïnteresseerde luitjes, dus had ik het ook naar mijn zin.
 
zaterdag
14 augustus
2010
Skûtsjesilen

Bijna drie weken lang is Friesland in de ban van het skûtsjesilen (het zeilen met platbodems, vroegere vrachtschepen). Dit jaar zeilen veertien skûtsjes vanaf 24 juli tien dagen op verschillende meren in Friesland om het kampioenschap van de SKS (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen oftewel Centrale Commissie Skûtsjesilen). De schippers moeten voortkomen uit schippersfamilies en de skûtsjes komen uit namens een Friese stad of dorp. Dit jaar won het skûtsje de Gerben van Manen uit Heereveen.

Daarna (dit jaar vanaf 7 juli) is het de beurt voor skûtsjes die deelnemen aan het kampioenschap georganiseerd door de IFKS (Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen in het Nederlands de Open Friese Kampioenschappen Skûtsjesilen). Er wordt gezeild in vier klassen door ongeveer zestig schepen, waarvan de A-klasse nu strijd levert op het water.

Waarom het voorgaande? Omrop Fryslân zendt op iedere zeildag om twintig over acht een nabeschouwing uit met een kort wedstrijdverslag en commentaar van deelnemende schippers, zeildeskundigen en soms door een bekende Friese buitenstaander. Het verslag van de wedstrijd biedt spectaculaire beelden; toen ik van de week een keer keek, sloeg er voor de start al een skûtsje om, daarna tijdens het ronden van een boei een bijna botsing tussen twee skûtsjes, waarbij één van de schepen met zijn voorspriet - een stalen balk van zo'n twee meter - een bemanningslid van het andere schip veegde. Die wist zich nog net vast te houden aan een touw van de spriet en hing boven het water. De bemanning van de boosdoener wist met flink wat moeite hem aan boord te hijsen en toen stond de ongelukkige zeiler bij de concurrent aan boord. Een poosje later werd er een zeiler uit het water gevist; hij was van boord gevallen. Aan sensatie dus geen gebrek.

Hilarisch zijn de gesprekken tussen de nabeschouwers in de salonboot. Schippers die het met elkaar aan de stok kregen tijdens de wedstrijd zitten dat nog eens flink na te kauwen zonder hun ongelijk toe te geven en het vaste panellid Klaas gooit vaak nog wat olie op het vuur. De laatste speelt met miniatuurbootjes soms de situaties na. Dat alles met veel humor, liefde voor het skûtsjesilen èn in het Fries. Mijn Fries beperkte zich tot earrebarre (ooievaar) en min op de bulg (vermoeid), maar het is best te doen. Vanavond is de laatste uitzending en anders is het vast iets voor volgend jaar.

De Waag donderdagmiddag:

Gescoord bij het pijpenmaken: negentien Nederlanders, twee Amerikanen uit San Francisco en drie Engelsen.
 

zaterdag
7 augustus
2010
In 't voorbijzwemmen (7)

* In de kleedhokjes:
~ Kom, zal ik je uitkleden, Justin?
~ Toevallig kan ik dat zelf wel, Oma.
~ Oma, weet je wat ik leuk vind?
Geen reactie.
~ Oma, weet je wat ik leuk vind?
~ Nou, zeg het is.
~ Sneeuw.
~ Sneeuw?
Stilte.
Die dag werd het 30 graden.

* Twee ouwe kerels:
~ Moet je kijken hoe snel Coba zwemt.
~ Je zou 't niet zeggen , maar ze is toch al 69 jaar.
~ Je kunt dat tegenwoordig verrekte moeilijk inschatten, vind je niet?
~ Je moet op rimpels letten, man!

* Uitwisseling reiservaringen:
~ Hadden jullie een wc in de bus?
~ Jazeker, je mocht wel piesen, maar niet lossen.
  De Waag donderdagmiddag:

Een stuk of vijf pijpen gemaakt voor gasten uit de Verenigde Staten, Servië, Engeland en Nederland. Totaal zeventien personen.
Zaterdag
31 juli
2010
De Waag donderdagmiddag:

Uit alle windstreken kwamen de bezoekers van de Waag binnendwarrelen: Israël, Slowakije, België, Mexico, Frankrijk, Japan en natuurlijk uit ons eigen land. Totaal zo'n 33.

Een drukke middag, doordat mijn kijkers erg gespreid binnenkwamen. Iedere keer als ik met mijn praatje klaar was, dook er weer een nieuw groepje op. Pas om kwart over vier kon ik met een droog gelulde mond een kopje thee drinken.

Van kinderen uit Israël wist ik wel dat ze nergens met hun tengels van af konden blijven, maar die Mexicaanse konden er ook wat van. Binnen een mum van tijd hadden ze mijn opstelling van pijpen en oude pijpenkoppen in een zootje veranderd. Na afloop van zo'n voorstelling ben ik altijd benieuwd of mijn verzamelinkje nog compleet is. Tot nu toe waren mijn spulletjes kennelijk niet aantrekkelijk genoeg en was mijn wantrouwen onterecht.
 
zaterdag
24 juli
2010
De Waag donderdagmiddag:

Een Frans paar op leeftijd overviel me gelijk na binnenkomst met de mededeling dat zij uitsluitend hun moerstaal beheersten. Zij hadden dus pech want ik kan geen vijf woorden in het Frans achter elkaar zeggen en zij misten dus de mondelinge uitleg bij het pijpenmaken. 

Zo'n veertig jaar geleden leed ik ook al aan dit euvel en volgde daarom een spreekvaardigheidcursus van de Alliance Française. De eerste lesavond liep ik daar een kennis tegen het lijf die mij uitlegde waarom hij zich had aangemeld:
~ Mijn vrouw is lerares Frans en heeft wat Franse kennissen die zo nu en dan bij ons komen buurten. Ik zit er dan voor spek en bonen bij, omdat mijn Frans abominabel is. Logisch dat ik vroeg of zijn vrouw hem niet wat kon bijscholen.
~ Ooit gehoord van een vent die iets van z'n eigen vrouw heeft geleerd, was zijn repliek.

De cursusleider was een Fransman die wel het Frans-Nederlandse woordenboek uit z'n kop had geleerd, maar zijn Nederlands was een raar ratjetoe. Daardoor ontstonden nogal eens misverstanden.  Zo las hij in het Frans een stukje voor over het dagelijks leven van een Frans gezin. Het dienstmeisje had de tafel gedekt en zei tegen haar mevrouw: ~ Madame est servi. Een slimmerik die doorhad dat vrije vertaling niet het sterkste punt was van de Fransoos, vroeg wat dat betekende. Prompt kwam: ~ Mevrouw is bediend. Daarop reageerden andere cursisten verbaasd met de vraag of mevrouw soms dood was of ernstig ziek. De Fransman snapte er geen bal meer van en was totaal de kluts kwijt.

De beste man had ook de gave om in het Frans te bediscusseren onderwerpen te bedenken waar hoegenaamd niemand iets over wist. Hij lanceerde een keer het onderwerp 'Het verschil tussen het vergunningensysteem van cafés en restaurants in Frankrijk en dat in Nederland'. Mijn kennis kreeg als eerste het woord om zijn visie te spuien. Met stomheid geslagen staarde hij een aantal minuten de maître aan. De laatste doorbrak de patstelling door een ander het woord te geven. Die stamelde ook iets onbegrijpelijks, waarop onze leraar zelf een verward verhaal ophing.

Voor mijn kennis was dit meteen de laatste les: ~ Dit is helemaal niks; die Fransen kunnen de pot op. Ik stopte twee weken later, wel ontzettend gelachen, maar Frans spreken ho maar.

Behalve de aan 't begin genoemde Franse oudjes kwamen voorbij zes Nederlanders, zes Engelssprekenden, vijf Duitsers en om half vijf een groep van zo'n twintig Duitsers die op de fiets door Nederland toerden.
   
zaterdag
17 juli
2010
De Waag donderdagmiddag:

't Kan weleens een probleem zijn; vader is erg geïnteresseerd in de pijpelogie en zijn kinderen worden het geouwehoer zat en beginnen te jengelen. Meestal brei ik er dan gauw een eind aan, maar deze keer ging het goed. Hun moeder zag de beker zeepsop met de pijpjes erin en herinnerde zich iets uit haar jeugd.

Zo nu en dan duikt de vraag op, wat je heden ten dage in vredesnaam met die kleipijpen kan doen. Dan laat ik de gelakte Goudse pijp zien die nog steeds door pijprokersverenigingen zoals de Geselighe Dampkring te Purmerend wordt gebruikt. De leden van zo'n club zitten zo eens in de maand - soms met een baret op en een cape om - genoeglijk aan een pijp te lurken en lullen over tabak, borrels en mooie vrouwen. Bezoekers van de Waag kopen de versierde geglazuurde pijpen als souvenir om in het van grootvader geërfde pijpenrekje op te hangen. En ten slotte wijzend naar de beker met zeepsop: ~ U kunt er bellen mee blazen.

Naast het hiervoor genoemde gezin kwamen binnen: twee jongens uit Hongkong, acht Israëli, drie Duitsers, een jong stel uit Brussel en een Nederlands echtpaar. Na vieren viel het stil en om half vijf begon ik m'n boeltje op te ruimen, zodat ik precies om vijf uur op m'n fiets kon springen.
 
zaterdag
10 juli
2010
De Waag donderdagmiddag 28° C:

Na drieën werd het ineens volle bak in de Waag. Tegen de veertig leraren van een Amsterdamse scholengemeenschap kwamen verdeeld over drie groepen op bezoek. Een aantal van hen was kennelijk al eerder murw geluld of bevangen door de hitte, het eerste wat ze deden was neervallen op een stoel en eentje kon zelfs de ogen niet meer openhouden. De meesten waren toch nog redelijk bij de tijd en bestookten me met allerhande vragen over kromme pijpen, doorrokers en of mijn voorouders ook pijpenmakers waren geweest.

Daarvoor schoven tegelijk twee Italiaanse vrouwen en een viertal Spanjaarden aan. In een volgende ronde twee Roemeense stellen. De Italiaansen spraken geen woord buiten de deur, één van de Spanjaarden sprak gelukkig Engels en vetaalde mijn prevelement in het Spaans. De vrouw van één van de Roemenen was hoogzwanger en die deed ik alvast een pijpje cadeau voor de kleine; kan de baby straks bellen blazen.
 
aterdag
3 juli
2010
De Waag donderdagmiddag:

Achteraf gezien had ik beter thuis kunnen blijven; te warm en weinig klantjes om de pijpenmakersshow op te voeren. M'n collega pijpenmaker die 's morgens optrad en 's middags kaarsen zou gaan maken en de gids namen na mijn binnenkomst gauw de kuierjatten. Zo zat ik in m'n eentje met op zolder het draaiorgelgeluid van de kaasvideo die op herhalen was gezet.

Een jonge Japanse was de eerste die voor me verscheen. Een zwijgzaam type die aandachtig m'n verhaal en het pijpenmaken tot zich nam, hoopte ik dan. Ze sprak slechts vier woorden: Japan, tourist en ten slotte thank you. Vervolgens kwamen een IJslander en vijf Polen.

De IJslander sprak net zo slecht Engels als ik en daardoor begreep ik aanvankelijk dat hij uit Estland kwam. Toen ik wat kennis over Estland begon te spuien, was het misverstand compleet. Het begon bij mij te dagen toen hij smoke en volcano liet vallen en met mijn banking zaten we weer op dezelfde golflengte.

Om kwart over vier had ik het wel gezien: opgeruimd, ingepakt en wegwezen.
 
zaterdag
26 juni
2010

Havendagen

't Aantrekkelijke van de Havendagen of zoals het nu genoemd wordt 'Gouda Waterstad' zijn de optredens in de stad en bij de haven van orkestjes, shantykoren en andere muziekmakers. Onder de klanken van Summertime door een saxofoon kwartet of De klok van Arnemuiden door een shantykoor flaneerden mijn vrouw en ik wat rond langs oude vrachtschepen, slepers, salonjachten en simpele schouwen.

Bij de demonstratie van oude ambachten in verband met de scheepvaart viel vooral de touwslager op; een vriendelijke man die het geproduceerde stuk touw cadeau deed aan de vrouw uit het publiek die even als zijn knechtje fungeerde. 




De Waag donderdagmiddag:

Heel rustig: een gezelschap van oudere Nederlanders (circa 12 personen) die haast hadden, een echtpaar uit Friesland en drie Spanjaarden.
 
zaterdag
19 juni
2010

Schiermonnikoog

Groepen oudjes op al of niet elektrisch aangedreven huurfietsen spoeden zich van de witte naar de rode vuurtoren, vervolgens naar de Bunker, het Vredenhof en het baken Kobbeduin.

~ Je zou hier een lekker tukkie kunnen doen, hoor ik een ouwe vent bij de Bunker zeggen, maar de leidster van zijn club is onverbiddelijk; op naar het strandpaviljoen voor koffie en appelgebak.

Wij denken daar niet bij te horen, maar mooi dat onze ouwe koppen ons verraden. Als protestjongeren lagen we daarom een poos uit de wind en in de zon te suffen in een duinpan.

Een geniet-eiland
met een verrekt koude wind.
Schiermonnikoog nu.

  
zaterdag
12 juni
2010
De Waag donderdagmiddag:

Een zestal al wat oudere Duitsers kwamen om half vijf binnen hobbelen. Gids Jan nam ze eerst mee naar boven en een kwartier later kwamen ze het pijpenmaken bekijken. Eén van de vrouwen informeerde hoe lang ik het pijpenmakersvak uitoefende. In alle eerlijkheid bekende ik dat ik sinds drie jaar met de klei aan 't stoeien was. Enige consternatie was het gevolg: hun was toegezegd met een echte pijpenmaker te maken te krijgen. Erg veel zin om daarover een discussie te gaan voeren, ging met net iets te ver.

Voor m'n andere toeschouwers in de loop van de middag zag ik er kennelijk authentiek genoeg uit en aan m'n vakbekwaamheid werd eveneens niet getwijfeld. Dat waren een Frans stel, een Duitse met twee kinderen, twee Amerikaanse meisjes, twee vrouwen uit Engeland, een moeder en dochter uit Nederland en een Canadees gezin bestaande uit vijf personen. De Fransen schudden me de hand aan het eind van m'n pijpenpalaver en de Française drukte zelfs een kusje op m'n wang. Mwa, daar doe je het dan voor.
zaterdag
6 juni
2010
Boomkwekerijmuseum

Op ons fietsrondje Bodegraven, Zwammerdam, Boskoop en Reeuwijk vandaag namen we een kijkje in het Boomkwekerijmuseum in Boskoop. Een kleinschalig museum over van alles en nog wat over het kweken van bomen, de speciale gereedschappen, de geschiedenis van Boskoop en een mooie tuin met oude planten-en bomensoorten. Onze woordenschat werd daar onder andere uitgebreid met woorden als druip (niet leverbare bomen, slechte kwaliteit), krauter (een kweker die weinig of niets van z'n vak weet) en geilgroeien (te snel groeien en daardoor te dunne takken vormen). We kregen een uitvoerige uitleg van het zoogenten; rondom de moederplant worden zaailingen gepoot, van de te enten tak wordt aan weerszijde een stukje bast verwijderd en deze tak wordt via een verticale inkeping in de onderstam van de zaailing geklemd, na vergroeiing wordt de zoogling van de moederplant geknipt. Niet gesnapt? Ga zelf maar kijken daar.

Tot onze stomme verbazing lag in een vitrine van de expositieruimte een flink aantal pijpenkoppen uitgestald. Wat hadden deze nu te maken met het kweken van bomen? De koppen waren gevonden op de boomkwekerijen en van Goudse oorsprong. Voor het ophogen van land was in het verleden namelijk gebruik gemaakt van vuilnis uit Gouda.

Goed gevoel voor authenticiteit hebben ze daar in Boskoop.

De Waag donderdagmiddag:

't Liep niet storm, maar toch drie Russen, twee Engelsen, een stel uit Boston, een echtpaar uit Coevordenen,twee Rotterdammers, een paar uit India en twee Amerikanen voor wie ik in de loop van de middag mijn kunstje vertoonde. Met die Amerikanen liep het een beetje uit de hand; het ging na mijn verhaal over het Goudse pijpjes halen op de schaats meer over schaatsen dan over pijpen. De man bleek een ijshockeyer en was met stomheid geslagen over de eenvoud van de oud hollandse schaatsjes. Zelfs de Elfstedentocht kwam ter sprake.
 
zaterdag
29 mei
2010
De Waag donderdagmiddag:

Een wel heel rustige middag. Nadat mijn gereedschap en andere spullen waren uitgestald, wandelde een uit Australië afkomstig stel binnen. De man vertrouwde mij toe dat hij wel Nederlands sprak, maar zijn partner weigerde dat te spreken en aan te horen. Om het waarom sprak ik hem maar niet aan.

Daarna een hele tijd niets; een mooie gelegenheid om wat pijpjes te maken met een riskante mal. Riskant in de zin van dat de kans op een verfomfaaide pijp erg groot is, dus niet te gebruiken bij een demonstratie.

Tegen vieren begon het plotseling te lopen: een Nederlandse en zes Duitsers. Toen ik om tien over half vijf wilde gaan inpakken, kwamen gehaast twee Russen binnen. Ja natuurlijk ze wilden per se een pijp zien maken.

Toen ik hen vertelde dat de Nederlandse pijpenmakers in de zeventiende eeuw de namen van sommige gereedschappen uit het Engels hadden overgenomen en er een Nederlands tintje aan hadden gegeven (wire-weijer, cast-kast) vertelde één van de Russen dat zij veel woorden uit de Hollandse scheepvaart en scheepsbouw hadden overgenomen. Allemaal te danken aan hun tsaar Peter de Grote, die indertijd hier allerlei kunstjes in de scheepsbouw kwam afkijken.

Zelfs hun vlag, vertelde hij, had een Hollandse oorsprong. Toen een voorganger van tsaar Peter de Grote hier een schip liet maken, maakten de Russen bij oplevering een aanmerking: achter op de steven stond geen vlag met rood, wit en blauw. De scheepsbouwer legde uit dat elk land z'n eigen vlag moest voeren. Tja, de Russen hadden wel een wapen, maar geen vlag. ~ Doe ons toch ook maar rood, wit en blauw, maar dan in een andere volgorde, want het zijn toevallig de kleuren die in ons wapen voorkomen.
 
zaterdag
22 mei
2010
De Waag donderdagmiddag:

Vanuit het raam op de eerste etage van de Waag heb je een prachtig uitzicht op de markt. Voor van alles en nog wat fotograferende mensen gooi ik het raam wel eens open om een prachtig panorama aan te bieden. Vaak vertel ik er wat bij over het stadhuis, zoals bijvoorbeeld over de trapgevel en de luiken die men er bij de laatste restauratie heeft bijgefrommeld. Altijd wijs ik op het gat in de muur boven het bordes. Vroeger diende het bordes ook als schavot en in het gat werd eenvoudigweg de dwarsbalk van de galg gestoken.

Kort geleden las ik dat in 1860 voor de laatste keer de doodstraf was voltrokken in Gouda. De markt stond stampvol; zo'n zeven duizend mensen kwamen kijken hoe Pieter Pijnacker precies om twaalf uur het leven liet. Hij had in Reeuwijk boerin Geertrui Vergeer vermoord die hem betrapte toen hij op haar boerderij wat spullen gapte.

Toen ik van de week mijn praatje over het galgengat aanvulde met dat verhaal, kwam Jan - gids en kazenmaker in de Waag - halverwege binnen. Later vroeg hij een beetje jennerig, wat die galgenpraat in vredesnaam met kaas had te maken.
~ Alles Jan, want hij sloop die boerderij binnen om een kaas te jatten.
Jan: ~ Kun je nagaan wat een kaas toen al waard was. Die houden we erin!

Jan en ik zagen twee Duitsers, twee Engelsen, drie Filippino's uit New Yersey, een Amerikaan uit Santa Barbara, twee Japanners, twee Venlo'ers en twee Leidenaren. De Jappen hadden haast, maakten wat fotootjes en namen snel de benen naar het volgende fotomoment.
 
zaterdag
15 mei
2010
De Waag donderdagmiddag:

Met mijn vrouw liep ik donderdagmiddag over de pottenbakkersmarkt. Ondanks de kou was het er gezellig druk.

Pottenbakkers uit o.a. België, Engeland, Tsjechië en uiteraard Nederland toonden hun mooiste potten. Potten kun je het eigenlijk niet meer noemen; het waren vazen, schalen en allerlei andere kunstuitingen die zij tegen stevige prijzen aan de man probeerden te brengen. Zo te zien hielden de bezoekers hun koopdriften aardig in bedwang, dus kijken, kijken en niet kopen.

Vorige jaren demonstreerde ik in ieder geval op één dag van het keramiekfestijn het pijpenmaken in de Waag. Dit jaar was in de Waag geen plekje om een pijpje te maken. M'n plekje was volgestouwd met vitrines waarin Goudse keramisten hun werk tentoonstelden.

Tussen al het keramiekgeweld op de Markt stond een kraam van de Pijpelogische Kring Nederland waar bezoekers hun gevonden pijpenkoppen konden laten determineren. Voor mij was interessant dat één van de kraamhouders als liefhebberij zelf ook kleipijpen maakte. Hij liet wat van zijn werk zien en ik moet zeggen dat ik qua kennis en vakbekwaamheid het flink tegen hem moet afleggen. Veel opgestoken dus.

Al geruime tijd ben ik op zoek naar pijpenkoppen met een merkje van pijpenmakers/voorouders van m'n kleinzoons. Het in de kraam aanwezige lid van de vereniging beloofde me in haar verzameling op zoek te gaan.
 
zaterdag
8 mei
2010
De Waag donderdagmiddag:

De Polen beginnen ook hun hier zuurverdiende centjes aan uitjes in Nederland uit te geven. Drie gezinnen oorspronkelijk uit de omgeving van Lublin kwamen de Waag binnen om de kaaspraatjes van mijn collega Jan aan te horen en mijn kunstje van het pijpenmaken te bekijken. Twee daarvan waren echt geïnteresseerd en één gezin was slechts bezig om hun jankende kinderen in toom te houden.

Voor mij wordt het interessant als een bezoeker overeenkomsten ziet met zijn eigen vak en daar enthousiast over gaat vertellen. Deze keer trof ik iemand die met mallen had gewerkt om aluminium een bepaalde vorm te geven.

 Een man uit Rotterdam begon al voor aanvang van mijn showtje met z'n vragen:
~ Hoe krijg je het voor elkaar om die holte in de kop van de pijp te krijgen? en
~ Ik snap er geen bal van hoe je in een pijp met een kromme steel het rookkanaal kan krijgen. Speciaal voor hem maakte ik provisorisch een krulpijpje en liet hem zien dat het rookkanaal nog intact was.

Behalve de tien Polen waren te gast: vier Finnen, een Duitse en negen Nederlanders. Vijf keer maakte ik een pijpje voor een aardig publiek. Was 't toch nog gezellig.
 
zaterdag
1 mei
2010
In 't voorbijzwemmen (6)

~ Ze hadden die zomertijd veel eerder moeten invoeren. Kijk eens wat een mooi weer 't gelijk is.


~ Ze komt nog even niet: moet wennen aan haar nieuwe steunzolen. Snap je?


~ Als je een keer naar het ziekenhuis moet, krijg je gelijk een abonnement.


~ Ik begrijp al die heisa niet. Vroeger wist toch iedereen in Utrecht dat misdienaartjes een soort schandknaapjes waren. De één pijpte de pastoor, de ander moest de zak van de kapelaan warm wrijven en allemaal werden ze bevoeld.
  

zaterdag
24 april
2010
De Waag donderdagmiddag:

Na binnenkomst was het direct actie geblazen. Een Belgisch echtpaar had na het zien van de video over het kaasmaken wel zin in een live demonstratie pijpenmaken.

Als banketbakker zag de Belg direct een overeenkomst met zijn beroep. Zoals ik de klei rolde om een vorm te maken die in de mal past, deed hij het met deeg voor de afwerking van z'n appeltaarten. Aan hem kon ik eindelijk de vraag stellen of chocolade geschikt zou zijn om pijpen van te maken op de wijze zoals ik het doe met klei.  Dat leek hem van niet; hij maakte bijvoorbeeld paaseieren in twee halve vormen en plakte daarna die twee stukken aan elkaar vast. Zo zou ik het dan ook moeten doen en hij gaf een uiteenzetting van zijn werkwijze.


Na nog een Hollands echtpaar verscheen een groep van zo'n dertig vrouwen voor m'n tafel. Bij het maken van het rookkanaal met de naald merkte een van hen op dat dit wel een heel lastig karweitje leek. ~ Tja, maar daar hadden de pijpenmakers iets op gevonden. Heeft u enig idee?, was mijn antwoord. 'De Vrouwen van Nu' zoals ze hadden geboekt, waren te geëmancipeerd; geen enkel idee. De pijpenmakers hadden al snel door dat vrouwen bekwaam in het hanteren van naald en draad dat heel rap en secuur deden. In de pijpenfabrieken waar productie moest worden gedraaid, werd het zelfs een apart beroep: pijpentremster
*). Hilariteit bij de dames.

Om kwart over drie moest ik inpakken en wegwezen. Het proeflokaal werd gereed gemaakt voor een kaas- en wijnproeverij met zes vrouwen en het museum werd daarom om half vier gesloten. Jammer voor het Franse gezin met drie kinderen dat voor een gesloten kassa hoorde dat hun door het VVV aangeprezen bezoek aan het 'museum' daar eindigde. Chagrijnig verlieten zij het pand. Maar ja, de kaasboer wil ook wel een plakje kaas op z'n boterham verdienen.


*
) Dit werd mij verteld door een oude pottenbakker wiens moeder ooit pijpentremster was geweest. Volgens de vakliteratuur snijdt de tremster de overtollige klei van de pijpen die net uit de mal komen (tremmen, van het Engelse 'to trim').
 
zaterdag
17 april
2010

Rijpe appels

Twee vliegen in één klap. Bij de voetbalwedstrijd Jodan Boys E1 tegen SC Woerden E1 betraden beide kleinzoons het veld. Stan - de jongste - als speler van Jodan Boys en Lars - de oudste - Lars en Stan van Maanen in de wedstrijd Jodan Boys E1 - SC Woerden E1als pupillenscheidsrechter.

In de uitwedstrijd tegen SC Woerden had Jodan Boys stevig klop gekregen. De verwachtingen bij het publiek waren dan ook niet hoog gespannen. Voor de eerste helft bleek dat terecht. De Woerdenaren vielen fanatiek aan en dankzij de uitmuntende reddingen van de Goudse keeper bleef het tot de rust 0-0.

Na de rust waren de rollen ineens omgedraaid. Jodan Boys kreeg er flink zin in en de doelpunten vielen als rijpe appels van de boom. Zelfs mijn kleinzoon als verdediger wist er eentje in te drukken. Uiteindelijk werd het 7-0.

De scheidsrechter was de beste van allemaal; laconiek, onopvallend en rustig zonder zich iets aan te trekken van het geouwehoer van betweters aan de kant leidde hij de wedstrijd.

Met het zonnetje erbij kreeg ik het er warm van.
 
zaterdag
10 april
2010
De Waag donderdagmiddag:

Eigenlijk is het hartstikke aardig werk om een pijpje te maken voor toeristen en verhalen af te steken over de Goudse pijp en de verschijnselen erom heen. Toch ging ik met gemengde gevoelens zoals dat zo mooi heet naar de Waag. Wat mij niet zo bevalt, is dat de werkplaatsen van de pijpenmaker, de pottenbakker en de kaarsenmaker geheel zijn ontmanteld. Daardoor is het ondanks de vitrines met wat spulletjes toch een armetierig ambachtsmuseum geworden. Maar ja, de kaasboer wil ook wel een plakje kaas op z'n boterham verdienen.

Eerst wat gereedschap hier en daar bij elkaar gescharreld. Daarna m'n eigen materiaal op een gewone tafel geëtaleerd en kon de pijpenmakers show beginnen.

In België, Duitsland en Engeland was het nog paasvakantie. Daardoor kreeg ik bezoek van een moeder en dochter uit België, uit Duitsland drie gezinnen en uit Engeland een opa en oma met hun kleinkind en een gezin.  Totaal zestien personen in vier sessies. Was 't in het verkeerde decor toch nog gezellig.
 
zaterdag
3 april
2010
Hoogwaardigheidsbekleders

Donderdag werd het nieuwe seizoen van het Kaas- en Ambachtenmuseum in de Waag ingeluid met een officiële openingsceremonie, een rondleiding voor de genodigden en productlancering door de kaasboer die de scepter in de Waag zwaait. Tijdens deze ceremonie knipte de burgemeester het toegangslint door in aanwezigheid van hoogwaardigheidsbekleders en dergelijke.

Tijdens de winterslaap is de Waag grondig gerenoveerd. Op de etage waar de werkplaatsen van de oude ambachten vanouds waren gesitueerd is nu ambachtelijk een proeflokaal getimmerd. Daar zullen in de toekomst kaasproeverijen en workshops over kaas en wijn worden georganiseerd. Dit proeflokaal - het culinaire kaascentrum van Gouda zoals de kaasboer het noemt - wordt ook verhuurd voor bruiloften en partijen.

De werkplaatsen van de oude ambachten zijn in het proeflokaal vervangen door een drietal vitrines waarin op beperkte schaal fotootjes en gereedschap worden gepresenteerd. Fotoboeken en monitoren zijn gepland om in de toekomst informatie over de oude ambachten te geven. Ook blijft daar de mogelijkheid om live demonstraties van het kaarsen- en pijpenmaken te geven.

Volgende week ga ik eerst maar eens op zoek naar het pijpenmakersgereedschap en dan zie ik wel verder.
  
zaterdag
27 maart
2010

Voetbal kijken

De thuiswedstrijden van m'n kleinzoons begonnen vandaag om half tien en kwart voor elf; een beschaafde tijd om de mannen aan te gaan moedigen.

De jongste speelde met E1 tegen Groeneweg E1. De laatste twee wedstrijden gingen de Jodan Boys roemloos ten onder en nu moesten ze tegen de koploper spelen. Wederom een zeperd lag in de lijn der verwachting, maar deze keer liep het ineens weer van een leien dakje. De tegenstanders werden met 4-1 aan de kant gezet.

Jodan Boys C3 - het elftal van de oudste - speelde tegen RVC '33 C1 uit Reeuwijk Dorp. RVC '33 speelde met maar liefst vijf meisjes in de ploeg. Even wennen voor onze mannen want sommige van die meiden waren onderhand een kop groter dan de meeste jongens van Jodan Boys; een groot voordeel in de kopduels voor het doel. Dit voordeel werd door RVC '33 niet uitgebuit, ze gingen ten onder met 6-1.

Sport verbroedert niet alleen, maar werkt ook mee aan de integratie. Abdullah in het team van m'n kleinzoon werd door z'n medespelers domweg Appie genoemd en 'Geef vóór, Med!' was voor Mohammed bedoeld.

M'n lentegevoel kreeg een stevige knak op het voetbalveld: ik stond daar te barsten van de kou.
 
zaterdag
20 maart
2010
In 't voorbijzwemmen (5)

~ Van de opwarming van de aarde hoor je de laatste tijd niet zo veel meer.
~ Klopt, 't is knap frisjes.

~ Nee, mijn vader speelde geen enkel muziekinstrument. Wel kon hij op z'n vingers fluiten, maar dan moest hij wel een flinke borrel op hebben.

~ Hé Kees ook weer aan 't zwemmen.
~ Ja jong, je moet 't van binnen en van buiten goed nat houden.
~ Eh .... je bedoelt alcohol?
~ Bijvoorbeeld.

~ Dus je zat naast de koningin in de kerk. Zei ze nog wat?
~ Jazeker: 'Kun je een
stukkie opschuiven?'.
 

zaterdag
13 maart
2010
Bekenden

Zowel Wim Deetman als Wouter Bos waren deze week opvallend in het nieuws: Deetman als voorzitter van een commissie die het pastoraal misbruik van jochies gaat onderzoeken en Bos maakte furore als toekomstig huisman. Met beiden heb ik wel eens een woord gewisseld.

In de tijd dat Deetman voorzitter van de Tweede Kamer was, woonde hij bij mij in de buurt; hij uiteraard in een wat riantere woning. Op een ochtend liep ik naar het station en toevallig bij het pad door een park kwamen onze wegen samen. Met
~ Goeie morgen, wat zit u strak in het pak?, stoorde ik hem in zijn overpeinzingen. ~ Ja, wat wil je, Prinsjesdag vandaag, antwoordde hij grinnikend. Ik dacht altijd dat het een stugge vent was, maar het tegendeel was het geval. Gezellig lullend over ditjes en datjes liepen we samen naar het station en namen daar afscheid met ~ Werkse.

Toen Bos nog gewoon kamerlid was, had een goede kennis - jurist van een patiëntenvereniging - een afspraak met hem om te proberen bepaalde ziektekosten als aftrekpost in de belastingwetgeving te krijgen. De jurist was zelf rolstoeler en hij vroeg mij als rolstoelduwer. Aangekomen in de hal van de Tweede Kamer bleek Wouter zoek. Een fractiemedewerker putte zich uit in excuses en bood een ander kamerlid aan als gesprekspartner. Tja, dat moest dan maar. De juffrouw die toen verscheen kondigde bij voorbaat al aan dat ze nauwelijks iets van belastingzaken afwist en het gesprek ging vervolgens over van alles en nog wat behalve over belastingperikelen. Een middag dus naar de sodemieter en Wouter kreeg van mij het stempel 'Onbetrouwbaar'.

Enige tijd later had de Gehandicaptenraad over het zelfde onderwerp een gesprek met Wouter Bos. Ondertussen was hij staatssecretaris van Financiën onder Zalm geworden. De jurist was door de Gehandicaptenraad ingehuurd als deskundige en die vroeg mij weer als zijn buddy. Bos bleek een sympathieke en aimabel man, maar de voorstellen werden met veel mitsen, maren en gesluierd woordgebruik in ontvangst genomen. Na afloop van de seance reageerde de voorman van de delegatie opgetogen: ~ Dat hadden ze toch maar weer mooi voor elkaar gekregen. Mijn ~ Dat valt nog maar te bezien, leverde me een chagrijnige blik van hem op. Later zond Financiën een verslag van de bijeenkomst op; resultaat bijna nul komma nul. Bij Wouter Bos plaatste ik nog een stempel: 'Eerst zien en dan geloven'.
   
zaterdag
6 maart
2010

Wijzen

De wijzende vinger van een schaatstrainer was deze week onderhand een vast onderwerp in de actualiteitenrubrieken. Op de radio hoorde ik zelfs een verhandeling over het fenomeen wijzen: een handeling die wij niet delen met andere wezens op aarde. Terwijl een baby nog geen woord kan zeggen, is de kleine wel in staat om aan te wijzen wat hij wil hebben. Voorts had men het erover dat wijzen naar personen over 't algemeen als negatief of zelfs bedreigend wordt ervaren.

~ Ik weet niet of je het in de gaten hebt, maar wij zijn wel de enige blanken in dit hotel, zei mijn vrouw toen we zo'n twintig jaar geleden in Washington DC over de parkeerplaats van het hotel liepen. 't Was mij niet opgevallen, maar wel zag ik een auto met een heel aparte kentekenplaat. Elke Amerikaanse staat probeert er namelijk iets leuks en eigens van te maken.
~ Moet je dat kenteken zien, zei ik tegen m'n vrouw en wees naar de auto.
~ Bedoel je die?, vroeg m'n vrouw en zij wees naar de auto ernaast.
~ Nee die, en opnieuw ging m'n vinger in de goede richting.

De deur van de auto vloog open en er stapte een bonk van een neger uit. In bodybuilders pas schommelde hij in onze richting.
~ What's wrong with my car, ... what's wrong with my car?, snauwde hij ons imponerend toe.  In m'n beste Engels probeerde ik uit te leggen dat er met z'n auto niets aan de hand was, maar dat z'n kenteken op ons als Europeanen indruk had gemaakt. Met een onbegrijpelijke blik en zonder iets te zeggen draaide hij zich abrupt om en nokte tot onze opluchting sjokkend af.
~ Wegwezen hier, besloot mijn vrouw kordaat.
 
zaterdag
27 februari
2010
Pijpie en houtje-touwtjesjas

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen wordt er zoals gewoonlijk ontiegelijk geouwehoerd. Door de stemmenverzamelaars wordt er ruimhartig gestrooid met kretologie:
- integratiebeleid en -nota's,
- grondige uitdunning ambtenarenkorps,
- objectieve en subjectieve veiligheid,
- overlast jongeren, inzet van straatcommando's, repressief optreden en preventief slaan,
- de stad moet vooruit!,
- discriminatie in al haar facetten.

De laatste kreet wordt trouwens gauw misbruikt door lui die hun zin ergens niet in krijgen of als iets wordt verboden. In mijn jonge jaren dacht ik ook eens het slachtoffer te zijn van een lollig soort negatieve behandeling, het woord 'discriminatie' behoorde niet tot de alledaagse woordenschat van de meeste mensen.

Toentertijd benaderde een vakbondsbons me met de vraag of ik als vertegenwoordiger van de vakbond zitting wilde nemen in het bestuur van de Kamer van Koophandel hier ter stede. 
Erg enthousiast was ik niet onmiddellijk, maar hij overtuigde me ervan dat het bijzonder goed was voor mijn verdere ontwikkeling en carrière. Bovendien had men duidelijk behoefte in dat gremium aan jong bloed en frisse ideeën. Cursussen vergadertechniek en spreekvaardigheid lagen in het verschiet en ook zou hij boven tafel proberen te krijgen wat nou precies die vakbondsbelangen waren in de Kamer van Koophandel. Dat laatste had hij namelijk niet paraat. Hij zou spoedig contact opnemen over de verdere gang van zaken.

Na twee maanden kwam ik die snuiter toevallig tegen.
~ Hoe zit 't met die Kamer van Koophandel?, vroeg ik langs m'n neus weg.
~ Tja ..., tja ..., lastig ..., lastig: ze zagen het toch niet zitten, jij met je pijpie en je houtje-touwtjesjas.
 
zaterdag
20 februari
2010
Winterspelen

't Is daar er Hollanders meedoen aan het schaatsen, maar anders is dat in vergelijking met andere sporten weinig spraakmakend. De afstanden tot en met 1500 meter zijn wel te pruimen, maar de rest is wel een hele lange zit. Het is goed voor te stellen dat buiten Nederland er nauwelijks naar het schaatsen wordt gekeken.

Bij het skilopen klassiek heeft men een interessantere vorm gekozen. Ieder keer een wedstrijd waarin zes personen starten, de beste twee gaan over naar de volgende ronde net zo lang tot er zes over zijn. Die zes strijden dan in de finale voor de medailles. Ook bij het skiën en snowboarden zijn onderdelen waarbij een aantal mensen zich tegelijk van de berg laten zakken om als eerste aan de finish te komen.
Op die manier is het een stuk aantrekkelijker om te kijken.

Zeker bij het schaatsen van de vijf en tien kilometer zou zo'n aanpak als bij het skilopen klassiek een spectaculair gebeuren zijn. Er zitten natuurlijk allerlei haken en ogen aan, maar je bent wel af van dat gedoe met tijdwaarneming en gebazel over 1/100ste seconde. De eerste die de finish passeert, heeft gewoon een gouden plak.

Dat half pipe snowboarden is leuk om naar te kijken;  het is onderhand een circusact met adembenemende toeren en valpartijen. Die sneeuwplankers schijnen zeer religieus te zijn; dat heb je inderdaad hard nodig, als je zo hard op je bast kunt vallen.

En midden in de nacht blijft de televisie mooi uit.
 
zaterdag
13 februari
2010
Fondantijs

Op mijn zestiende reed ik voor 't eerst op een paar fatsoenlijke schaatsen; voor die tijd was het behelpen met oude doorlopertjes afkomstig uit de schuur van m'n grootouders. Hoeveel mijn nieuwe houten noren, gemaakt door J. Nooitgedagt & Zn te IJlst artnr 8344 maat 30 en gekocht van mijn eerste verdiende centen, toen hebben gekost, weet ik niet meer.

Ruim tien jaar later - na de Merentocht in de buurt van Leiden, begin maart op dooiend ijs - besloot ik toch maar stalen noren (schaatsen met schoen) aan te schaffen. Het ijs was daar zo zacht dat ik meer op 't hout dan op m'n ijzers schaatste. Bovendien kreeg ik kletsnatte voeten van 't water op het ijs, omdat m'n schoeisel bestond uit een paar gympies. Dat was niet uit armoe, maar de schaatsen zaten op die manier gegoten aan m'n voeten. Een paar weken geleden heb ik ze nog gebruikt om op 't slootje achter het huis van m'n kleinzoons een paar baantjes heen en weer te schaatsen. Het ijs was daar een rommelzooi en ik vond het zonde om m'n stalen noren daar bot te maken.

Vroeger was ik nog zo gek om naar het hoge noorden af te reizen om bekende tochten zoals de Elfmerentocht (125 km), de Noorderrondrit (80 km) of de Grote Princenhoftocht (80 km) te rijden. Dat is me nu iets teveel van 't goeie, hoewel het daar ongelooflijk leuk en gezellig schaatsen is.

Op de site van de KNSB waren vanochtend alleen toertochten in het hoge noorden van het land te vinden. Hier in de buurt is het nog niks: veelal onbetrouwbaar fondantijs door de sneeuwbuien tijdens de vorstperiode. Jammer.
 
zaterdag
6 februari
2010
Zeevlam

Prachtig die bergen kruiend ijs van wel vier meter hoog in de buurt van de Friese IJsselmeerkust. Je moest wel een half uur over het ijs lopen om het spektakel van nabij te zien en er tegenop te kunnen klauteren. Op weg daarheen werd een groepje mensen overvallen door een plotseling opkomende dikke mist met als gevolg oriëntatie kwijt en ronddwalend in een koude ijswereld. Een mobieltje bracht uitkomst: even 112 bellen. De hele kermis van politie, reddingsmaatschappij voor drenkelingen kwam op gang, met helikopter en al. Het onderkoelde groepje werd weer veilig aan land gebracht.

Toen onze jongens nog klein waren, besloten we op een mooie dag naar het strand bij Scheveningen te gaan. Om een uur of tien zetten we het windschermpje op en de maten waren al gauw in hun blote bast een flinke kuil aan 't graven. Na een half uurtje kwam laag uit zee vrij snel een wolk aan rollen en ineens zaten we in een vette mist. 't Zou wel van tijdelijke aard zijn, maar daar vergisten we ons in. Na een uurtje in de kou besloten we naar huis te gaan. In de tram naar station Den Haag SS kwam de zon weer tevoorschijn en toen we thuis waren was het gewoon een zomerse warme dag.

Dit fenomeen van plots opkomende mist aan zee wordt zeevlam genoemd; een eigenaardige naam als je bedenkt dat we daar mooi zaten te barsten van de kou.
 
zaterdag
30 januari
2010
Krant

Als je na nachtelijke sneeuwbuien 's morgens om een uur of tien naar buiten stapt, ziet de wereld er opeens wondermooi uit. Zeker als het zonnetje ook nog eens lekker schijnt.

Zou de krantenjongen die om een uur of zeven ploeterend door de sneeuw en barstend van de kou de krant bezorgt daar ook zo over denken? Hij zal flink lopen te balen als hij om een uur of zes naar buiten stapt. Het verbaasde me dat de bezorging tot nu toe gesmeerd liep, zelfs in de periode voor de kerst toen er een flinke pluk sneeuw was gevallen. Vanochtend was het dan bingo: slechts de helft van de krant in de bus. Het viel uiteindelijk mee, want om kwart voor twaalf kwam hij de rest brengen.

In mijn jonge jaren heb ik om een zakcentje te verdienen een poos het weekblad Hervormd Utrecht bezorgd. Dat was niet alleen een kwestie van het krantje in de brievenbus stoppen, maar ook het abonnementsgeld moest elke week bij het bezorgen worden geïnd. Dat was door de uitgever slim en calvinistisch geregeld. Bij het ophalen van de kranten bij de drukker moest ik dertien cent per krant betalen. M'n klantjes waren zestien cent abonnementsgeld verschuldigd en die moest ik zien te vangen. Het verschil van drie cent was dan mijn verdienste. De precieze bedragen weet ik nu niet meer, maar het was in ieder geval iets in die orde van grootte. De ellende was dat niet iedereen thuis was of dat frommes'en je het bos instuurden met de mededeling: ~ Komt de volgende week wel, jochie, ik ken 't niet vamme lijf snije. Dat betekende dat je een administratie moest bijhouden van mijn verdiende zakcentje dat nog onder de mensen stond. Een asociaal systeem en daar komt nog bij dat het blad een aantal frauduleuze lezers had, die niet te beroerd waren om je af te schepen met: ~ Nee mellekbekkie, dat kan helemaal niet, hoogstens twee keer (als je nog vijf keer te goed had) of ~ Kom nou, triefelaor, ik weet zeker dat ik de vorige keer alles heb betaald of  ~ Ga jij effe bokkie piejee spelen, het krantje heb ik in geen weken meer gezien. Gelukkig verhuisden we na een aantal maanden naar een dorp buiten de stad Utrecht en kwam een einde aan deze 'bijverdienste'. Erg hervormd ben ik er trouwens niet van geworden, hoogstens toen wat astranterig.
 
zaterdag
23 januari
2010
Fluitje van een cent

Meestal gaat het wel goed, maar soms is er wat tegenslag bij het installeren van nieuwe programmatuur of apparaten. Na het installeren van een platenspeler om vinylplaten om te zetten naar cd's of mp3 deden m'n luidsprekers het wel bij gebruik van de platenspeler, maar voor de rest ho maar. Dat betekent eindeloos geklooi; allerlei instellingen van de luidsprekers en het programma uitproberen tot er weer geluid uitkomt. De grootste tegenvaller kwam na de eerste aanmaak van een cd: mijn hifi-apparatuur herkende 'm niet, terwijl de cd-spelers van de wekkerradio en de autoradio er geen moeite mee hadden. De expert van de computerclub wist helaas ook geen oplossing voor het fenomeen. Enige tijd daarna blader ik in de bibliotheek in het boekje Muziek en Mp3 en daar lees ik in een rood omkaderd stukje dat Rewrite cd's niet worden herkend in hifi-apparatuur. Die had ik nou juist gebruikt, op gewone cd's gaat het inmiddels prima.

Een kennis had problemen met z'n internetverbinding. De computerwinkel adviseerde hem een flash-converter aan te schaffen en te installeren. Het zelf installeren zou geen enkel probleem zijn: goede Nederlandse handleiding, fluitje van een cent en een kind kan de was doen. Voor alle zekerheid onder het mom van twee weten meer dan één vroeg hij mij hem daarbij te helpen. Het liep voortreffelijk tot we op de mededeling stuitten dat er op de computer al programmatuur aanwezig was en we verder moesten gaan zoals op de website in artikelnummer zoveel staat aangegeven. Tja, daar stonden we definitief voor de paal, want we hadden nou juist geen internetverbinding.

De volgende dag is hij met computer, modem en de pas gekochte flash-converter naar de winkel gegaan. Daar wisten ze gelukkig de zaak weer op de rails te krijgen. Nog mazzel dat ze hem niet een nieuwe pc hebben aangepraat.
  
zaterdag
16 januari
2010
In 't voorbijzwemmen (4)

~ Ja meid, het klopt. Ik ben twee keer schijndood geweest. De tweede keer liep het wat uit de hand; ik kwam bij met een laken over mijn hoofd. Toen ik dat afgooide zag ik een label aan m'n grote teen met het nummer 148 en bleek ik bloot in een eng zaaltje te liggen met meer gelabelde en belakende figuren. Er liep gelukkig een wit gejaste snuiter rond en aan hem vroeg ik twee sneetjes bruinbrood, één met pindakaas en één met appelstroop, want ik barstte van de honger. De vent was een neger, maar ter plekke werd hij blank........
 
zaterdag
9 januari

2010
Extreem en excessief

Zo'n vijftien jaar geleden toerden we tijdens de vakantie met een gehuurde auto in Amerika rond. Als we 's avonds op de tv de weersverwachting voor de volgende dag bekeken, zouden we zware sneeuwbuien of stortvloeden van water om de oren krijgen. Het viel gelukkig altijd mee en op de duur keken we niet meer naar dat overspannen getetter.

Dit gedoe heeft inmiddels Nederland bereikt gezien de weeralarmen waar we mee overspoeld worden. Het gevolg is wel dat bijvoorbeeld vervoersbedrijven en vuilnisophaal er als de gesmeerde bliksem bij zijn om het bijltje er al of niet gedeeltelijk bij neer te gooien. Gelukkig is de krantenjongen een goede uitzondering; tot nu toe valt elke morgen de krant in de brievenbus. En dat terwijl een hoop mensen te beroerd zijn om het stoepje voor hun huis en een stukje van het trottoir sneeuwvrij te maken. 

Gisteren kregen we zelfs het advies vandaag het huis niet uit te gaan vanwege extreem koude gevoelstemperatuur. Toch maar een luchtje gaan scheppen en niets extreems tegen gekomen. Kinderen waren op slootjes aan 't schaatsen en in 't park gleden de sleetjes van de heuvel af.

~ Er bestaat geen slecht weer, wel slechte kleding, hoorde ik eens een Noor voor de tv zeggen.
zaterdag
2 januari

2010
Knallen

Markt Gouda, 2/1-2010 om circa 22.30 uur op de webcam vanaf de St. Jans toren
Een ongelooflijke herrie brak aan het begin van het nieuwe jaar los in ons laantje. Vier van de zestien gezinnen verwelkomden 2010 met het afsteken van vuurwerk en het laten ontploffen van daverende bommen. Gelukkig was de voorraad tegen enen op en verstomde het geluid enigszins. Er restte nog het geknal van jochies die al twee dagen aan 't etteren waren.

Tegen kwart over twaalf even via de tv gekeken naar de livebeelden die de webcam op de St. Jan maakt van de markt in Gouda. Geen massale vechtpartijen en ME te bespeuren. Een enkele figuur bewoog zich over de markt, hier en daar ging een pijltje de lucht in en een politieauto tufte stapvoets voorbij. Op de achtergrond boven de stad een zee van uiteenspattend vuurwerk. Plotseling een flinke vuurbal tegen de frontgevel van het stadhuis, even later nog een paar. Kennelijk werden vuurpijlen gericht op het stadhuis geschoten. Poepie link, want als zo'n pijl door één van de ruiten gaat, is er toch een flinke kans op dé unieke nieuwjaarsfik. Kennelijk keek de politie mee op de webcam, want binnen de kortste keren stormden enige figuren richting de lanceerplaats en werd een eind gemaakt aan deze voorstelling.

Het stadhuis staat er nog; deze keer dus geen opzienbarend nieuws in de media over Gouda.
 
  Voor PIJPPRAAT voorgaande jaren naar Archief