Het ontstaan van de situatie

 

Barbarossa

 

Om te begrijpen hoe de situatie er voor de Duitsers voor stond op het moment dat het verhaal van Karl Lessig speelt zal de voorgeschiedenis in het kort worden samengevat.

 

Op 29 juli 1940 deelt de chef der Wehrmachtsfuhrungsstabes, Generaal Jodl, chef van de drie Wehrmachts onderdelen, het aanvalsbesluit tegen Rusland mede. De staven en de troepen vertrekken richting de oostgrens. De staf van Generaals van het leger werken de eerste operatieplannen tegen rusland uit en op 18 December 1940 beveelt Hitler in Bevel 21 de opmars tegen de USSR, “Operatie Barbarossa”, met de opdracht Rusland in een snelle opmars te veroveren.

 

Door de staatsgreep in Jugoslavië en de daaropvolgende veldtocht en de aansluitende aanval tegen Griekenland, om de geallieerde strijdkrachten te verjagen, moest het offensief tegen Rusland verschoven worden van midden Mei naar 21 juni 1941. Vier waardevolle weken gaan zodoende verloeren. Het ontbreken van deze extra weken zou later noodlottig blijken.

 

Op 22 juni 1941 om 3.30 uur trok het Duitse leger (3.400.000 man) met 3 legergroepen en 3 luchtvloten op naar het oosten en wierp de Russische legers gewelddadig terug. Dit onder de bekende codenaam “Operatie Barbarossa”

 

In juli 1941, na het bereiken van Smolensk stonden de meningen over het verdere uitvoeren van de operatie lijnrecht tegenover elkaar.

Veldmaarschalk von Braunchitsch, de opperbevelhebber van het leger en de chef van de Generale staf, Generaal Oberst Halder, wilde de hoofdaanval richting Moskou voortzetten.

Hitler daarentegen vond Moskou niet zo belangrijk, hij wilde door een aanval in het zuiden op de graankamer Ukrainë en het industrie gebied aan de Donez de Russen afsnijden van de olietoevoer uit de Kaukasus. In het noorden zou Leningrad ingenomen moeten worden en de smalle landverbinding met Finland bezet.

 

Hitler drukte zijn wil door. De legergroep midden moest troepen afstaan richting het zuiden. In de slag bij Kiev wordt een grote tactische overwinning behaald. Maar nog voordat in het noorden Leningrad ingenomen is veranderde Hitler zijn plan. Nu wilde hij toch nog voor het invallen van de winter proberen om Moskou te veroveren, om zodoende nog voor het einde van het jaar 1941 de oorlog te beslissen. Legergroep midden kon alleen versterkt worden met troepen uit het oosten. Op 2 oktober 1941 beval Hitler de aanval lang het hele oostfront.

 

Via drie assen wilde Hitler Rusland veroveren. Een as (noord) liep langs de oost zeekust naar Leningrad. De tweede as liep door het midden van Rusland via Smolensk naar Moskou.

Een derde route liep vanuit zuid-Polen naar de Oekraďne. Zodoende werd een front gecreëerd met een lengte van ca 3000 km.

De eerste weken verliep de aanval zeer voorspoedig, mede door het verrassingseffect van de goed voorbereide en getrainde Duitse soldaten. Maar de uiteindelijke doelen (Leningrad, Moskou en Stalingrad) zouden wel bereikt worden maar de Duitsers zouden er bij geen van de steden in slagen om deze te veroveren. Hooguit enkele buitenwijken zouden (tijdelijk) in handen komen van de Duitsers.

 

Het tegen offensief.

 

Na het op 2 oktober begonnen offensief wisten de troepen van legergroep midden, eerst gehinderd door regen en later door sneeuw en ijs, met veel moeite op te rukken tot op ca 22 km voor Moskou. Vanaf dit punt veranderde te kansen voor de Duitsers aanzienlijk.

Met veel geweld begon in de nacht van 5 op  6 December 1941 het grote Russische tegenoffensief.

Midden in zwaar winterweer begon de Russische aanval die met ca 80 vers aangevoerde Siberische divisies  ten noorden en ten zuiden van Moskou tegen het uitgeputte Duitse leger, zonder goede winter uitrusting, op beukte. Hierdoor moesten de Duitsers direct grote delen van de door hun veroverde gebieden afstaan.

De verschrikkelijke kou veroorzaakte veel letsel bij de Duitse soldaten. Door hun stijf gevroren vingers konden ze hun wapens niet bedienen. Door het gebruik van stokjes konden ze de wapens toch gebruiken.

De machinegeweren weigerden omdat de olie hard was geworden. Ook tanks en motoren werkte niet meer. Om de motoren niet te laten bevriezen was men genoodzaakt om de motoren continu te laten lopen maar er was gebrek aan brandstof. Waardoor men de motoren boven open vuren moest opwarmen. Hierdoor ging nog wel eens een voertuig verloren. Ook de olie van de terugloopremmen van de kanonnen bevroren waardoor deze niet meer te gebruiken waren.

De bevriezingen nam verschrikkelijke vormen aan, om bevriezing te voorkomen moesten de soldaten hun ledenmaten goed in de gaten houden. Als de huid wit begon te worden moesten ze deze met sneeuw insmeren om vorstschade te voorkomen.

Met namen de gewonden werden zwaar getroffen door de vorst. Bij het minste bloedverlies bevroren de ledenmaten en veel gewonden die het onder normale omstandigheden wel zouden redden bevroren nu op de verbandplaatsen

 

Geleidelijk wordt het 9de leger vanaf Kalinin naar het zuidwesten richting Rzhev teruggeslagen, en even zuidelijk worden ook de andere legers teruggedrongen.

Op 3 januari 1942 bevonden de 4 noordelijke legers van legergroep midden zich in een lijn langs: Juchnow-Medyn-Borosusk-Lataschino-Aleksino-Jelzy-Sselisharowo (even ten zuiden van  Ostaschkow). Toen braken de Russen door de verdediging van de rechtervleugel van legergroep noord, over een lengte van ca 45 km van. In de richting van Welikije Luki.

Zoals te zien is op kaart A ontstaat er hierdoor rond de stad Rzhev een saillant , verdedigd door het Duitse 4de en 9de leger (zie inzet van deze kaart).

De temperatuur zakte tot ca – 40 şC.

 

Ondanks alle ontberingen en de reusachtige overmacht van de goed uitgeruste Siberische Divisies, lukte het de overwerkte en bevroren Duitse troepen  om toch een samenhangend maar zeer dun bezette verdedigingslinie te behouden.

Alleen door stapsgewijs terug te trekken konden de leiders van het leger voorkomen dat het front zou instorten en de troepen vernietigd zouden worden. Op deze manier werden een aantal Russische doorbraken voorkomen. Ook reserve troepen waren nog niet aanwezig en konden niet voor versterking zorgen.

Toen beval Hitler: “Het 9de leger gaat geen stap meer terug. De op 3 januari bereikte linie moet behouden blijven”

 

 

 

Kaart A

 

 De Rzhev pocket is een overblijfsel van de chaotische wintergevechten van 1941-1942, met een grootte van ongeveer 150 X 150 km met daarin het belangrijke  9e leger van legergroep midden vormde een dolk in de richting van Moskou

 

Generaal Walter Model Commandant van het 9e leger liet rond de pocket zware verdedigingen aanleggen en hij had alle steden en dorpen rond de pocket laten fortificeren, waaronder de belangrijkste steden Rzhev, Belyi en Sychevka. Kaart B

Tevens waren alle rivieroevers waar langs de frontgrens liep zwaar verdedigd, alle bomen langs de noord-zuid en oost-west  lopende wegen en spoorwegen waren gekapt. Zowel Zhukov als Model begrepen dat wie de wegen en spoorwegen onder controle had het hele gebied beheerste. Het midden en westelijke deel van het gebied bestond hoofdzakelijk uit dichte wouden en grote moerassen, toch kregen de Duitsers het voor elkaar om voldoende terrein dusdanig op te schonen dat het goed te verdedigen was en dat zij zich zelf zowel tactisch als operationeel goed konden verplaatsen.

De rivieren vormde een goede natuurlijke verdediging. Maar eind oktober zouden de modderwegen en de rivieren die dwars door het gebied lopen, dichtvriezen en begaanbaar worden.

 

 

 

Kaart B Uit: Counterpoint to Stalingrad door D.M. Glantz