Deze verklarende woordenlijst wordt u uitsluitend ter informatie aangeboden en is niet
bedoeld als volledige of gezaghebbende beschrijving van de hieronder gedefinieerde termen of
van de privacy- en/of beveiligingsconsequenties van de beschreven technologieën.
Verklarende woordenlijst
Aanmelding (Authentication)
Het gebruik van een wachtwoord, certificaat, persoonlijk identificatienummer
(PIN) of andere informatie om een identiteit te controleren via een
computernetwerk.
Beveiligde website (Secure Site)
Een website die versleuteling (encryption) gebruikt in verbindingen
met &brandShortName; om te voorkomen dat andere kwaadwillende internetgebruikers
verzonden gegevens kunnen bekijken. Wanneer u beveiligde websites bezoekt zal &brandShortName;
een pictogram met een slot in de Statusbalk (Status Bar) en de
Locatiebalk (Location Bar) weergeven. &brandShortName; geeft
tevens de domeinnaam van de website weer in de statusbalk (om te voorkomen dat kwaadaardige
websites uw gegevens stelen) en verandert de achtergrondkleur van de
locatiebalk in geel.
Sommige websites bestaan mogelijk uit zowel beveiligde als onbeveiligde gegevens; de onbeveilige gegevens
zijn meestal niet persoonlijk, hoewel dat niet gegarandeerd is. Voor zulke
websites geeft &brandShortName; een pictogram van een slot met een streep erdoorheen weer in
de Statusbalk en de Locatiebalk, en zal de domeinnaam van de website niet
in de Statusbalk worden weergeven zodat u weet dat de huidige website niet volledig beveiligd
is.
Bladwijzer (Bookmark)
Een opgeslagen webadres (URL)
waar u makkelijk naar toe kunt gaan door op een bladwijzerpictogram op de bladwijzerwerkbalk te klikken
of door de naam van de bladwijzer te kiezen in het menu Bladwijzers.
Buffer (Cache)
Een verzameling van kopiën van webpagina’s, op de harde schijf van uw computer of in
het werkgeheugen (RAM) ervan opgeslagen. &brandShortName; verzamelt deze kopieën
terwijl u over het web navigeert. Wanneer u op een koppeling klikt of een
URL intypt om een bepaalde webpagina te openen
waarvan de buffer al een kopie bevat zal &brandShortName; de kopie in de buffer vergelijken
met het origineel. Indien er geen wijzigingen zijn geweest gebruikt &brandShortName; de
kopie in de buffer in plaats van het origineel opnieuw te laden, wat ophaal- en verwerkingstijd scheelt.
Certificaat (Certificate)
De digitale variant van een identiteitskaart. Een certificaat specificeert de naam van een
individu, bedrijf of andere entiteit en verzekerd dat een openbare sleutel, die deel uitmaakt
van het certificaat, werkelijk bij die entiteit hoort. Wanneer u een bericht of andere
gegevens digitaal ondertekend wordt de digitale handtekening voor dat bericht aangemaakt
met behulp van de geheime sleutel die bij de publieke sleutel in uw
certificaat hoort.
Client
Programmatuur (zoals een browser) die verzoeken verzend naar en
informatie ontvangt van een server die normaal gesproken
op een andere computer draait. Een computer waarop client-programmatuur draait
wordt ook beschreven als een client.
Cookie
Een klein beetje informatie dat sommige websites op uw computer opslaan. Wanneer
u zo'n website bezoekt, zal de website &brandShortName; vragen om een of meerdere cookies
op uw harde schijf te plaatsen. Later, wanneer u naar de website terugkeert, zendt &brandShortName; de
website de cookies die erbij horen. Cookies helpen websites
informatie over u bij te houden, zoals de inhoud van uw winkelwagen. U kunt uw cookie-voorkeuren
instellen om te controle uit te oefenen op hoe cookies gebruikt worden en hoeveel informatie
websites worden toestaan om erin op te slaan.
Cookiesbeheerder (Cookie Manager)
Het onderdeel van &brandShortName; dat u kunt gebruiken om cookies te beheren.
Cryptografie (Cryptography)
De kunst en praktijk van het verwarren (versleutelen) en ontwarren (decoderen)
van informatie. Cryptografische technieken worden bijvoorbeeld gebruikt om informatie die tussen
commerciële websites en &brandShortName; stroomt te verwarren en ontwarren.
Een open standaard voor het beschrijven van gegevens. In tegenstelling tot HTML stelt XML de
ontwikkelaar van een webpagina in staat om speciale tags te definiëren. Zie voor meer informatie
het online document Extensible
Markup Language (XML) van het World Wide Web Consortium (W3C).
File Transfer Protocol (FTP)
Een standaard die gebruikers in staat stelt bestanden over een netwerk van de ene naar de andere computer
over te zetten. U kunt de SiteManager van &brandShortName; gebruiken om bestanden met gebruik van FTP op te halen.
FIPS PUBS 140-1
Federal Information Processing Standards Publications (FIPS PUBS) 140-1 is
een standaard van de Amerikaanse regering voor de implementatie van cryptografische modules —
apparatuur of programmatuur die gegevens versleuteld en decodeert of andere
cryptografische operaties (zoals het aanmaken of controleren van digitale handtekeningen).
Veel producten die verkocht worden aan de Amerikaanse regering moeten voldoen aan een of meer van de
FIPS-standaarden.
Geheime sleutel (private key)
Één van een tweetal sleutels dat gebruikt wordt in de cryptografie. De geheime sleutel wordt
beschermd en gebruikt om gegevens te decoderen die met de corresponderende publieke sleutel versleuteld zijn.
Hoofdwachtwoord (Master password)
Een wachtwoord dat wordt gebruikt om opgeslagen wachtwoorden en andere persoonlijke gegevens te beschermen.
&brandShortName; zal een venster tonen om uw hoofdwachtwoord in te vullen als u deze gegevens wilt benaderen.
Indien u meerdere beveiligingsapparaten heeft zal ieder beveilingsapparaat een apart hoofdwachtwoord vereisen.
HyperText Markup Language (HTML)
Het documentformaat dat wordt gebruikt voor webpagina’s. De HTML-standaard definieert tags (opmaakcodes),
die worden gebruikt om de tekstopmaak, lettertypen, stijl, afbeeldingen
en andere elementen te definiëren, die gezamenlijk een webpagina vormen.
Internet
Een wereldwijd netwerk van miljoenen computers die met elkaar communiceren
middels standaardprotocollen als TCP/IP.
Oorspronkelijk ontwikkeld in 1969 voor het Amerikaanse leger is het Internet uitgegroeid om
educatieve en wetenschappelijke instellingen en, in de negentiger jaren, miljoenen
bedrijven, organisaties en individuen te bedienen. Tegenwoordig wordt het Internet gebruikt voor e-mail,
navigeren op het World Wide Web, instant messaging,
mailinglijsten, nieuwsgroepen en vele andere doeleinden.
InternetProtocol-adres (IP address)
Het adres van een computer op een
TCP/IP netwerk.
Iedere computer op het internet heeft een IP-adres. Clients
hebben een permanent IP-adres of een IP-adres dat iedere keer wordt toegekend als ze met het netwerk verbinden.
Java
Een programmeertaal ontwikkeld door Sun Microsystems. Een enkel Java-programma
kan draaien op veel verschillende soorten computers, waardoor programmeurs
geen aparte versies voor elk computertype hoeven te maken.
Nadat Java is geïstalleerd kan een browser automatisch Java programma’s
(ook wel applets genoemd) ophalen en uitvoeren.
Javascript
Een scripttaal die vaak gebruikt wordt bij het maken van webpagina’s. Programmeurs gebruiken
Javascript om webpagina’s interactiever te maken; Javascript wordt vaak gebruikt om
formulieren dynamisch te valideren en knoppen te selecteren. Javascript kan gebruikt worden met
Java, maar is technnisch gezien een aparte taal. Java is niet vereist om
Javascript correct te laten werken.
PKCS #11
De cryptografiestandaard (gebaseerd op publieke sleutels) voor beveiligingsapparaten zoals smartcards.
Plugin (Plug-in)
Een soort hulptoepassing (helper application) die
nieuwe mogelijkheden aan &brandShortName; toevoegt, zoals de mogelijkheid om audio-
of videoclips af te spelen. In tegenstelling to andere soorten hulptoepassing installeert een plugin
zichzelf in de map Plugins onder de hoofdmap van de installatie van &brandShortName; en kan het binnen
&brandShortName; geopend worden. Een audioplugin stelt u
bijvoorbeeld in staat te
luisteren naar geluidsbestanden op een webpagina of in een e-mailbericht. Macromedia
Flash Player en Java zijn allebei voorbeelden van plug-ins.
Secure Sockets Layer (SSL)
Een protocol dat wederzijdse aanmelding mogelijk maakt tussen een
client en een server
met als doel een beveiligde verbinding op te zetten.
SSL draait bovenop TCP/IP en onder HTTP, LDAP, IMAP, NNTP
en andere netwerkprotocollen van hoog niveau. De nieuwe Internet Engineering
Task Force (IETF) standaard Transport Layer Security (TLS) is
gebaseerd op SSL. Bekijk ook aanmelding (authentication) en
versleuteling (encryption).
server
Programmatuur die verzoeken ontvangt van en informatie
(zoals webpagina’s) verzendt naar een client,
die doorgaans op een andere computer draait. Een computer waarop
serverprogrammatuur draait wordt ook aangeduid als server.
Startpagina (homepage)
De pagina die een browser weergeeft elke keer dat u deze start of wanneer u
op de knop Startpagina klikt. Wordt tevens gebruikt om naar de hoofdpagina van een
website te verwijzen, van waaruit u de rest van de website kunt bezoeken.
Statusbalk (Status Bar)
Een werkbalk die aan de onderkant van elk venster van &brandShortName; verschijnt. Deze
bevat statuspictogrammen aan de rechterkant.
Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP)
Een Unix protocol dat gebruikt wordt om computers te verbinden die een verscheidenheid aan besturingssystemen draaien.
TCP/IP is een essentieel internet protocol en is een wereldwijde standaard geworden.
Uniform Resource Locator (URL)
Het gestandaardiseerde adres dat &brandShortName; vertelt waar een bestand of
andere bron op het Web (Bijvoorbeeld, http://www.mozilla-europe.org/nl) te vinden is.
U kunt URLs in de Locatiebalk van &brandShortName; typen om toegang te krijgen tot webpagina’s. URLs
worden tevens gebruikt in de koppelingen op webpagina’s om naar andere webpagina’s te gaan. Ook bekend
als een internet- of webadres.
Versleuteling (encryption)
Het proces van het op een dusdanige manier beschermen van informatie dat de betekenis ervan wordt verborgen.
Versleutelde (beveiligde) verbindingen tussen computers maken het bijvoorbeeld erg moeilijk
voor derden om informatie die over een verbinding gaat te lezen of ontsleutelen.
Versleutelde informatie kan alleen gelezen worden door iemand die over de juiste sleutel beschikt.
Wachtwoordenbeheerder (Password manager)
Het onderdeel van &brandShortName; dat u kan helpen om sommige of alle gebruikersnamen en wachtwoorden
te onthouden door ze op uw harde schijf op te slaan en ze automatisch voor u in te vullen iedere keer
als u websites bezoekt die daarom vragen.
webpagina (web page)
Een enkel document op het World Wide Web dat aangeduid wordt door een uniek
adres (URL) en dat tekst, koppelingen en afbeeldingen kan bevatten.
website
Een groep gerelateerde webpagina’s verbonden door koppelingen en over het algemeen beheerd door een enkel
bedrijf, enkele organisatie of enkel individu. Een website kan tekst, afbeeldingen,
geluids- en videobestanden en koppelingen naar andere websites bevatten.
World Wide Web
Ook bekend als 'het Web'. Een gedeelte van het internet dat bestaat uit webpagina’s
die opgeslagen worden op webservers, en worden weergegeven door
clients welke webbrowsers genoemd worden (zoals
Mozilla of Firefox).
Zoekmachine (search engine)
Een web-gebaseerd programma dat gebruikers in staat stelt
specifieke informatie van het World Wide Web te zoeken en op te halen. De zoekmachine kan
de volledige tekst van webdocumenten of een lijst met trefwoorden doorzoeken, of gebruik
maken van redacteuren die webdocumenten inspecteren en handmatig indexeren.
Gewoonlijk typt de gebruiker een woord of zin in in een
zoekvenster en de zoekmachine geeft vervolgens koppelingen naar relevante
webpagina’s terug.