Hier een foto van mijn vader in zijn jonge jaren. Er valt veel over hem te vertellen. Zo was hij tijdens de oorlog ondergedoken en werkzaam bij een boer in Limburg. M.b.v. de stand van de molenwieken werden de arbeiders op  het land gewaarschuwd als er razia's op komst waren. Kort voor het einde van de oorlog werd mijn vader echter opgepakt en moest hij alsnog aan het werk in Duitsland. Na de oorlog keerde hij te voet huiswaarts, maar werd onderweg aangehouden door een engelse patroulle. Op de vraag: "Are you Dutch?" antwoorde hij vlug: "No, no Hollander". Hij was bang dat de engelsen hem voor een duitser aanzagen.

Het lied wat het meest bij mijn vader hoorde was "Mijn Gebed" van D.C. Lewis. Ik weet nog hoe ik als kleuter met mijn vader naar de mis ging. Ik was waarschijnlijk erg onrustig in de kerk, want mijn vader zong in de houten banken zachtjes dit lied voor me terwijl de Pastoor aan het preken was.

Ik herinner me ook het versje die mijn vader opzegde als hij één van zijn kleinkinderen op schoot had:
"O, mijn lieve flotjekont,
ik hou van jou en ik ben gezond"

's Winters stond hij voor het raam en zei: "Het is weer koud, guur en gammel weder" of hij vroeg: "weet je wat ik zou willen?".  Zijn eigen antwoord luidde dan steevast: "Ik zou willen dat ik 80 duizend meer had en een schip vol kleingeld."

Bont maakte hij het toen hij een collega mee naar huis nam omdat hij een aapje te koop had. Eenmaal thuisgekomen zette hij de knaap voor de spiegel en zei: "Daar heb je het aapje."

Op 1 september 1998 schalde tijdens zijn crematie Mijn Gebed van Lewis door de luidsprekers.

Berend Gerhardus Stege
1922 - 1998