DE DOOD

De Dood is er
altijd
hij hoort bij me
de navelstreng houdt ons verbonden
Ik accepteer hem
hij maakt me niet bang

Maar nu dringt hij zich op
zo dicht achter me
voel ik zijn kille adem in mijn nek
hij kent geen gêne

Ik voel zijn begeerte
naar wat ik heb gevonden
zo kort geleden nog
Mijn leven
hij aast op mijn juweel, mijn schat,
dat wat ik bemin
ik vind dat hij het me moet laten
hij slijmt, paait en fluistert van het minnen
ik wend me af

Maar als hij me neemt
zal ik me geven

====

BS: 1 september 1992