Allert Rijpkes Boijkema, geboren op zondag 8 oktober 1713 in Vierhuizen. Hij is overleden op vrijdag 13 mei 1796 in Schouwerzijl, 82 jaar oud. Allert was smid in Den Andel.

Hij trouwde, 26 jaar oud, op Paasmaandag 18 april 1740 in Hornhuizen met

 

Anje Jeltes Laan (Ritsema), geboren in Hornhuizen. Anje was dochter van Jelte Popkes, Landbouwer op Retzemaheerd, Hornhuizen, en  Lijsabeth Tjapkes, geboren 1-1-1685 Winsum, kleindochter van Popke Jeltes, 1721 ouderling te Hornhuizen, en van Tiapke Wierts en Anje Pieters.

 

18-04-1740 Albert Riepkes, van Vierhuijsen Anje Jeltes, van Ho

 

Kinderen van Allert en Anje:

 

1. Rijpke Allerts Boijkema, gedoopt 16-03-1742 te Den Andel

 

 

2. Jelte Allerts Boijkema, gedoopt 06-02-1746 te Den Andel, overleden ca. 1782 te Den Andel, smid in Den Andel, trouwt 09-12-1781 te Leens met Pieterke Pieterse geboren 1755 te Leens, overleden 06-09-1829 te Den Andel ( Pieterke hertrouwt 05-10-1783 met Menno Cornelis Smid, smid in Den Andel)

 

846 Akte van verkoop door de erfgenamen van wijlen Anje Jeltes aan Pieterke Pieters, weduwe van Jelte Allerts Boykema, van een smederij gelegen in Den Andel, 1783

 

 

3. Rijke Allerts Boijkema, gedoopt 30-06-1748 te Den Andel

 

 

4. Lijsebet Allerts Boijkema, gedoopt 17-10-1751 te Den Andel, trouwt 24-05-1789 met Runje Derks van 't Zand

 

 

5. Rijpke Allerts Beukema, gedoopt 22-06-1755 te Den Andel, overleden 10-10-1808 te Hornhuizen, smid te Hornhuizen, trouwt 1. 08-05-1781 met Grietje Freerks van Nijenklooster, overleden 22-02-1794, trouwt  2. 25-10-1795 te Kloosterburen met Grietje Wijbrands van Dijken (daarna getrouwd 20 December 1801, Mensingeweer met Reinder Tonnis de Maar, gedoopt 16 December 1759, Ulrum, overleden 26 Maart 1817, Maarslag, zoon van Tonnis Reinders en Korneliske Alderts), geboren 23-09-1770 te Pieterburen, overleden 23-08-1846 te Winsum, dochter van Wijbrands Jan van Dijken en Anje Jacobs.

 

 

6. Rijke Allerts Boijkema, gedoopt 31-07-1757 te Den Andel.

 

 

7. Hindrik Allerts, gedoopt 09-12-1759 te Den Andel, overleden 02-07-1828 te Warfhuizen, smid in Warfhuizen, trouwt 13-09-1786 te Warfhuizen met Janna Tjallings Zeilenga geboren 28-09-1765 te Leens, overleden 04-06-1832 te Warfhuizen, dochter van Tjalling Harms en Anje Jans.

Kinderen:

1. Anje Hendriks Beukema gedoopt 30-09-1787 te Warfhuizen, overleden Schouwerzijl 30-12-1863, trouwt met Willem Henderks van Dijk, korenschipper te Wehe, geboren 28-5-1786 te Eenrum, overleden 5-2-1819.

2. Tjaakje Hendriks Beukema, gedoopt 09-05-1790 te Warfhuizen, overleden Schouwerzijl (huis nr 85) 14-4-1812, trouwt Warfhuizen 1-2-1810 met Klaas Geerts Huizenga, korenschipper Schouwerzijl, geboren 1787 te Eenrum, overleden 1878, wedn. Van Korneliske Jans de Jonge (1790-1851, dochter van Jan Thomas en Trijntje Sjabbes van Eenrum.

3. Lijsabeth Beukema, gedoopt 26-05-1795 te Warfhuizen, overleden 7-5-1855, trouwt Leens 20-11-1817 met Jan Roelfs Post, geboren 27-11-1790 te Ezinge, zoon van Roelf Jans en Eltjen Foppes.

4. Aldert Hendriks Beukema, smid te Vliedorp, geboren 27-03-1796 te Warfhuizen, overleden 22-5-1823, trouwt Ulrum 21-4-1821 met Lammechien Noordhuis geboren 20-4-1801 te Ulrum, overleden Ulrum 15-3-1832, dochter van Hendrik Everts Noordhuis, schout en herbergier te Ulrum, en Janna Eilderts. Lammechien hertrouwt Ulrum 9-12-1829 Johannes Vrieling, overleden 15-3-1832,

5. Tjalling Hendriks Beukema, ijzersmid te Schouwerzijl, gedoopt 25-11-1798 te Warfhuizen, overleden 3-3-1830, trouwt Leens 10-2-1825 met Jantje Pieters Schut geboren 21-5-1804 te Ranum, overleden Schouwerzijl 16-6-1875, dochter van Pieter Harms Schut, landbouwer te Ranum, en Louwke Kornelis. Jantje hertrouwt 30-12-1847 Allert Rijpkes Beukema.

6. Rijpke Hendriks Buikema, ijzersmid te Warfhuizen, geboren 4-4-1802, gedoopt 25-04-1802 te Warfhuizen, overleden Grand Haven, Mi. USA, trouwt 1) Leens 28-12-1827 met Anje Jacobs Vennema geboren 10-4-1804 te Winsum, overleden Maarslag 6-11-1830, dochter van Jaccob Doekes Vennema en Jantje Hilkes Eikes, trouwt 2) Ulrum 4-4-1836 met Wobbegien Heins Bosveld geboren 2-10-1804 te Zoutkamp, overleden Schouwerzijl 28-10-1842, wed. van Willem Everts Bol, dochter van Heine Hendriks Bosveld, schipper, en Korneliske Pieters, trouwt 3) Ulrum 10-7-1843 met Renje Jans van Dijken geboren 20-5-1804 te Pieterburen, overleden Warfhuizen 16-4-1848, wed. van Elle Klasens Borgman, dochter van Jan Hendriks van Dijken en Korneliske Freerks, trouwt 4) met Margaret van der Werp,  (emigreert met vd Werp in 1856 naar USA Michigan).

 

Akte van verkoop door de erfgenamen van wijlen Anje Jeltes aan Pieterke Pieters, weduwe van Jelte Allerts Boykema, van een smederij gelegen in Den Andel, 1783.

 

Van drie van de zeven kinderen weten we weinig tot niets; misschien (enkelen) jong gestorven. Van een dochter kennen we alleen haar huwelijk. Resteren drie zoons, allen smid. De oudste, Jelte, als opvolger in Den Andel. De anderen terug naar De Marne, respectievelijk Rijpke, voorvader naar Hornhuizen, en Hindrik, de jongste, naar Warfhuizen. De meeste namen zijn hier duidelijk. Rijke ook hier prominent. Alleen Hindrik?

 

Smid is van ouds een beroep met enige geheimzinnigheid omkleed. Een smid kan wat een ander niet kan. Hij kan vuur maken en houden. En hij kan materialen bewerken en maken tot onvermoede zaken. Het is dan ook niet voor niets dat hij in de oudheid zo waardevol was dat hij veminkt werd. Dat hij niet weg kon lopen zeg maar. Een smid was mank of zelfs lam aan een been. Dit is ook een thema dat heel diep in mythologieën verankerd is. Denk aan Hephaistos/Vulcanus, maar ook aan Oedipus, aan Jacob. Dit is niet de plek om hier op in te gaan. Maar met dit in het achterhoofd is het voorstelbaar dat nog in de 18e eeuw een smidsechtpaar drie smeden voortbrengt.

 

 


 

In de volgende generatie Beukema wordt oudere broer Jelte opvolger smid in Den Andel. Voorvader Rijpke wordt smid in Hornhuizen. Met 53 is hij de minst oud geworden voorvader. Grietje Freerks is boerendochter van Nijenklooster. Dus ook hier, net als bij grootvader Allert, is het onduidelijk hoe Rijpke hier smid is kunnen worden. Het valt wel te vermoeden dat er tussen smeden onderling contacten zijn die zoiets kunnen faciliteren.