previous.png

Inspraak als fopspeen

Waarom erkent de politiek in Rotterdam niet dat het bereikbaar houden van de stad voor het autoverkeer heeft geleid tot onverantwoorde gezondheidsrisico's? Door effecten als milieubelasting, segmentering van wijken, aantasting van het woonklimaat door het grote ruimtebeslag door de auto en het meer en meer wegsnijden van groene stukjes in de stad. Wij, het Platform Leefmilieu Maasboulevard, vragen dat omdat wij keer op keer bij onze contacten met de Rotterdamse politiek worden getrakteerd op versluierende verhalen, op opmerkingen als 'uw suggesties worden meegenomen', op retoriek in de vorm van 'We kunnen de stad toch niet dichtmetselen', op proza over het 'economisch plaatje', of op . . . stilzwijgen.
In gemeentelijke notities en rapporten staat te lezen dat het openbaar vervoer een belangrijke functie moet krijgen en dat er maatregelen moeten komen om het langzame verkeer te vergemakkelijken. In diezelfde rapporten en in de praktijk wordt vervolgens een verkeersbeleid voorgesteld dat het autoverkeer naar en in de stad eerder stimuleert dan afremt.

Die gemeentelijke notities en rapporten hebben we geanalyseerd, we hebben voorstellen gedaan om het verkeersbeleid op een andere leest te schoeien, opdat het woonklimaat in de stad verbetert. Het PLM beschikt zelf maar over één instrument: frapper, frapper toujours. Wellicht heeft u een instrumentarium dat de gemeente ertoe brengt de burger werkelijk serieus te nemen en kunt u de gemeente Rotterdam metterdaad ertoe brengen een verkeersbeleid ter hand te nemen dat het woon- en leefklimaat in de stad verbetert.

Actie voeren om beslissingen van de gemeente tegen te houden of te beïnvloeden is een beetje uit de tijd. In de loop van de tachtiger jaren ontdekten bestuurders dat ze weerstanden bij de bevolking beter konden overwinnen door middel van intensieve voorlichting en het organiseren van zoveel mogelijk inspraak. Ook werden de mogelijkheden uitgebreid om bezwaar te maken en beroep in te stellen tegen beslissingen van de overheid. Sindsdien denken veel mensen dat ze meer kunnen bereiken door aan de overlegtafel aan te schuiven met de overheid of in klankbordgroepen te gaan zitten dan door protestbijeenkomsten te houden en acties te voeren.

De ervaring van het PLM en die van veel andere burgers is dat inspraak de burger veel tijd kost en dat het heel weinig uithaalt. De bedoeling van inspraak en overleg met bewoners is ook zelden om echt rekening te houden met de wensen en inzichten van die bewoners. De bedoeling is veeleer om een plan of beleid dat al lang vaststaat door bewoners geaccepteerd te krijgen. Dat doet de gemeente door de suggestie te wekken dat bewoners er invloed op hebben gehad. Overigens zijn inspraakprocedures, net als bezwaarprocedures, een bron van ambtelijke werkgelegenheid.

Wanneer wethouders en raadsleden niet of alleen maar heel formeel reageren op adviezen en kritiek van bewonersgroepen en wijkraden (“voor kennisgeving aangenomen”), dan is dat niet omdat ze het te druk hebben, maar omdat ze met dat advies of die kritiek in hun maag zitten. Als ze zich er namelijk door zouden laten overtuigen, riskeren ze dat ze in de fractie alleen komen te staan en irritatie oproepen bij de eigen wethouder. Een wethouder die openstaat voor redelijke argumenten van burgers, riskeert tegenwerking van ambtenaren. Als een wethouder of raadslid niet stevig in zijn schoenen staat, kiest hij of zij voor de makkelijkste oplossing: kritische brieven en notities van burgers gaan ongelezen het ronde archief in.

Kortom: de opvatting dat u als burger of als groep van burgers iets zou kunnen bereiken door redelijke argumenten naar voren te brengen in een dialoog met wethouders en raadsleden (zeker als die daar zelf niet om vragen) is naïef. U zult eerst iets aan de machtsverhoudingen moeten doen. Zorgen dat de gemeente niet alleen maar naar multinationals luistert, maar ook en vooral naar de gewone burger en ondernemer. Dat bereikt u niet door wethouders en raadsleden uit te leggen wat de grondprincipes zijn van de democratie, maar alleen door stevig en met zo veel mogelijk medestanders uw ongenoegen te laten blijken als de gemeente uw leefmilieu en uw gezondheid (en van uw (klein)kinderen) ondergeschikt maakt aan de belangen van de gemeentelijke bureaucratie en een klein clubje grote ondernemers.

Bron: http://www.keesvanoosten.nl/de-bomen-van-het-thorbeckeplantsoen/

Groen Leefbaar Ondiep in Utrecht had bezwaar gemaakt tegen de kapvergunning van 23 juli 2008 voor het kappen van een paar grote bomen op de hoek van de Marnixlaan en de Van den Hamkade. En tegelijk aan de rechtbank gevraagd om het kappen te verbieden zolang er niet op het bezwaar was beslist. Ze kregen gelijk van de rechtbank. Ook de rechter vond dat de gemeente eerst het besluit op bezwaar moest nemen.

Het bezwaar werd vervolgens door de gemeente ongegrond verklaard. Dat is op zich niet verrassend, want in Utrecht worden vrijwel alle bezwaren ongegrond verklaard. Daar namen de bewoners echter geen genoegen mee. Ze stelden beroep in. Bij de rechtbank voerde de dienstdoende jurist van Juridische Zaken onverwacht aan dat de bewoners niet-ontvankelijk waren, d.w.z. niet als belanghebbend konden worden aangemerkt en dus geen bezwaar en beroep konden instellen.

Zo gaat dat dus. Eerst vraag je als gemeente aan bewoners om mee te denken over de herinrichting van het Thorbeckeplantsoen. Daar stoppen die mensen heel veel tijd in, ze richten een werkgroep op en gaan zich verdiepen in de Bomenvisie en andere gemeentelijke stukken. Maar als ze bezwaar maken en hangende de bezwaarprocedure gelijk krijgen van de rechtbank, dan dreigt inspraak effectief te worden en dat is de bedoeling natuurlijk niet. Vandaar dat de gemeentelijk juriste, in opdracht van de verantwoordelijke wethouder, bij de rechtbank uit een heel ander vaatje begon te tappen.

Waarom vond de gemeente Groen Leefbaar Ondiep opeens niet-belanghebbend? Omdat de bewoners verder dan 200 meter van de betreffende bomen wonen. Er werd een kaart bij gehaald. En ja hoor, 234 meter. Terwijl ze die grote bomen vanuit hun woning heel goed kunnen zien en terwijl die grote bomen volgens de Bomenvisie zelfs structuurbepalend, beeldbepalend en ecologisch van belang zijn. Dus waar slaat die 200 meter op? De gemeente had een uitspraak gevonden van de rechtbank in Amsterdam waarbij bewoners niet-ontvankelijk waren verklaard omdat ze verder woonden dan 200 meter en daarmee hadden ze de rechter, Bart-Jan Ettekoven, aan een formeel argument geholpen om de burgers in het ongelijk te stellen.

Wat voor wijze lessen vallen hier nu uit te trekken? De eerste les is dat inspraak alleen bedoeld is als glijmiddel. De tweede les is dat bewoners als belanghebbend worden beschouwd zolang ze niet moeilijk beginnen te doen en dat de juridische spelregels snel worden aangepast als de bewoners op winnen staan. En de derde les is dat het kennelijk niets uitmaakt dat de verantwoordelijke wethouder van GroenLinks is. Sterker nog, het was diezelfde wethouder, die kort na zijn aantreden voorstelde om de kapvergunning maar af te schaffen, zodat er vrijelijk gekapt kon worden in Utrecht.

Is Nederland een democratie?

Het Nederlandse politieke systeem, dat uit de tijd van de postkoets dateert, is hopeloos uit de tijd. Ook is de werkelijke hoeveelheid inspraak van het volk minimaal. Er is weinig verschil tussen het Nederlandse systeem en een systeem zonder enige democratie. Het Koninkrijk der Nederlanden is, zoals dat zo mooi heet, een parlementaire democratie. De ultieme macht ligt volgens de ‘democraten’ bij de kiezer, die één keer per vier jaar de gemeenteraden, provinciale parlementen en het nationale parlement, de Tweede Kamer, kan kiezen.

In de praktijk ligt het echter anders en worden de machtigste mensen in Nederland niet gekozen. Een voorbeeld is de burgemeester, de machtigste man of vrouw van de gemeente, die de eindverantwoordelijke is voor de openbare orde en veiligheid. Dat wil zeggen dat de burgemeester bijvoorbeeld eigenhandig kan beslissen om de mobiele eenheid lastige Occupy demonstranten de stad uit te laten meppen, of een roerige wijk preventief te laten fouilleren. Ook kan de burgemeester lastige mensen op grond van de BOPZ gedwongen op laten nemen in een psychiatrische inrichting. Sinds 2009 zijn de bevoegdheden van burgemeesters sterk aan het groeien. De zeer machtige burgemeesters worden benoemd door het staatshoofd, de ongekozen weledelgeleerde heer Willem-Alexander van Buren, op voordracht van de eveneens ongekozen minister van Binnenlandse Zaken van het op dat moment vigerende regime. Andere voorbeelden zijn het voornoemde staatshoofd, ministers, leden van de Eerste Kamer, leden van de Hoge Raad, de Raad van State, topambtenaren en de Sociaal Economische Raad.

Ook zijn de mogelijkheden van de kiezer om invloed uit te oefenen op de regering of bestuur, minimaal. Er bestaat geen bindend correctief referendum in Nederland. De kiezer kan de regering niet tussentijds naar huis sturen. De regering kan met een Kamermeerderheid zeer verregaande internationale verdragen ondertekenen, die zelfs boven de Grondwet gaan. De regering heeft dat ook meerdere keren gedaan, zoals bij het invoeren van de Europese grondwet en de bankgarantie voor tientallen miljarden aan het ESF, hoewel een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking hier tegen was en is.

Nederland is geen democratie in de klassiek-Griekse betekenis van het woord Δεμοκρατια, regering door het volk. Democratie is een bestuursvorm waarin de burgers zichzelf besturen. Dat is in Nederland veel te weinig het geval. Er wordt meestal over de hoofden van burgers beslist. Een kleine partijpolitieke elite maakt de dienst uit, met alle bijverschijnselen die daarbij horen. Wat voor democratie doorgaat in Nederland is een fopspeen, bedoeld om het volk rustig te houden en er van te weerhouden met hooivorken naar het Binnenhof te trekken. Vanzelfsprekend is een systeem waarbij het volk wel wat te vertellen heeft, veel beter dan het huidige systeem, of een volledig ademocratisch systeem.