previous.png

Pagina menu

Toenemende overlast in Overijssel en Drenthe

De luchtmacht laat haar straaljagers graag rondtoeren boven Zuidoost Drente. Zelfs dichtbevolkte woongebieden als Emmen krijgen daar de overlast van de toestellen. Dat oefengebied wordt ook gebruikt door toestellen van de vliegbases Volkel, Leeuwarden, Twente en zelfs door toestellen van Navo-partners. Zuidoost Drenthe valt volgens mijn zegslieden bovendien binnen een laag-vliegzone waarin ook Emmen ligt.

De overlast in en rond Emmen door het vliegen neemt toe. Ik heb enige tijd data en tijden genoteerd.

In de maand augustus 2004 heb ik opnieuw het aantal dagen de geluidshinder bijgehouden.

Het verschil tussen die twee perioden is duidelijk. Het aantal uren vliegtuiglawaai is beduidend toegenomen. Dit verschil blijkt ook als ik andere waarnemingen in het verleden gedaan naast elkaar leg: de lawaaioverlast door vliegtuigen neemt toe. Soms geleidelijk, dan ineens met een flinke sprong.

 

 

 

 

Boven Nederland zijn laagvliegroutes. Laagvliegroute 10 loopt van zuid (Enschede) naar noord (Emmen). Laagvliegroute 10a loopt van noord (Drachten) naar zuid (Deventer). Het gebruik van laagvliegroute 10a is met ingang van oktober 2002 opgeschort. Na beoordeling van de evaluatie van het laagvliegen zal de knoop definitief worden doorgehakt. Laagvliegroute 10 blijft gehandhaafd.

De minimumvlieghoogte op de twee laagvliegroutes voor jachtvliegtuigen en transportvliegtuigen is 75 meter. Voor het gedeelte van de route dat boven de Waddenzee ligt, is de minimumvlieghoogte voor jachtvliegtuigen verhoogd van 300 naar 450 meter. Voor (inter-)nationale oefeningen kunnen er specifieke gebieden en routes tijdelijk voor laagvliegen worden aangewezen. Deze routes worden dan voor het overige luchtverkeer gesloten. Dit wordt van tevoren via de media bekendgemaakt.
Boven de Noordzee tenslotte liggen oefengebieden voor jachtvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht. Boven de gehele Noordzee (1 Nautische Mijl uit de kust) bedraagt de minimumvlieghoogte voor jachtvliegtuigen 30 meter.

Laagvliegzone

Wie de klachtennummers van de Luchtmacht in Den Haag of de luchtmachtbasis Twente belt om bezwaar te maken tegen de geluidsoverlast van een straalvliegtuig dat een half uur, een uur of langer achtereen maar rondcirkelt, kan zijn bezwaren inspreken op een telefoonbandje. Ik heb dat al verscheidene keren gedaan, maar kreeg geen antwoord. Na een dringende oproep van mijn kant om eindelijk eens wat te laten horen, word ik op do. 9/8/04 gebeld door een voorlichter van de Luchtmacht uit Den Haag. Die deelt mee dat de overlast veroorzaakt wordt door één of enkele vliegtuigen die oefenvluchten maken. Hij bevestigt dat het gebied in NO-Overijssel en ZO-Drenthe is aangewezen als oefengebied en zelfs laagvliegzone. Hij kan er niets aan doen om de overlast te verminderen. Op 14/9/04 word ik gebeld door een voorlichter van de vliegbasis Twente. Na een langdurig gesprek bleek dat ook hij er niets aan kan doen om zelfs maar de toename van de overlast te niet te doen. Wanneer een formatie straaljagers bijvoorbeeld deel neemt aan een opdracht in Afghanistan, oefenen ze niet boven de Noordzee, maar in het oefengebied in Oost-Nederland omdat in Afghanistan boven land gevlogen wordt. In Den Haag wordt van elke luchtmachtbasis gecontroleerd of het geluid dat zij produceert niet boven gestelde normen uitkomt. Bewoners hebben echter te maken met vliegbewegingen van verschillende bases. Wie houdt in de gaten of de cumulatie van vliegbewegingen boven een gebied zoals boven en rond Emmen niet de spuigaten uitloopt?

Wat doet de lokale politiek

Mijn vraag is of de zorg voor het leefmilieu en de sociaaldemografische ontwikkeling in en rond Emmen c.q. ZO-Drenthe niet ook aandacht verdient van de politiek in Emmen. De toename van het vliegverkeer en de groei van de bevolking in dit deel van Nederland heeft ook gevolgen voor de veiligheidsrisico’s van deze vorm van vliegen. Meer aandacht voor dat risico klemt te meer omdat de budgetten dermate gekrompen zijn dat elk gevechtspiloot maximaal 125 uur per jaar mag vliegen. Dat gegeven heeft al kwalijke gevolgen voor de vliegveiligheid. Wanneer dan de vaardigheid van gevechtspiloten verbeterd moet worden door vliegoefeningen boven dichtbevolkte gebieden, verhoogt dat het veiligheidsrisico. De groei van de bevolking in dit deel van Nederland heeft tot gevolg dat ook het veiligheidsrisico van deze vorm van vliegen kritisch bekeken moeten worden. Wanneer het woonklimaat in een gebied en de landschappelijke en economische waarde en functie ervan als natuurgebied, toeristisch en recreatief gebied schade ondervindt van de geluidsoverlast en het veiligheidsrisico voor de bewoners wordt vergroot, kan de lokale en regionale politiek dat toch niet over zijn kant laten gaan?

Wie de politiek in de gemeente Emmen vraagt of daar geen taak ligt, krijgt geen antwoord (PvdA, VVD). Of het antwoord: dat is een zaak van het rijk, u kunt een klachtennummer bellen (CDA), wie dat belt, krijgt te horen dat het een zaak van de politiek is (!), een andere partij stuurt een E-mail met taalfouten met het antwoord: ik heb enkele mensen gevraagd maar die hebben niets gehoord (D66). Enkele politieke partijen begrijpen hun verantwoordelijkheid beter (CU, Groen Links), maar dat begrip leidt niet tot actie.

Opnieuw afweging maken

Een procedure die dan voorstelbaar is, zou kunnen beginnen met het zoeken van antwoorden op de volgende vragen:

Het beantwoorden van die vragen en het bereiken van de doelstelling zal een gezamenlijk optreden vergen van gemeenten in ZO-Drenthe en NO-Overijssel met Provinciale Staten. Doel zal moeten zijn om de leefbaarheid van dit gebied te vergroten en de economische waarde en functie ervan als natuurgebied, toeristisch en recreatief gebied te verbeteren.