Menu

previous.png

Op deze website vindt u uiteenzettingen over de schadelijke gevolgen van vervuilde lucht. De kennis daarover is ontleend aan publicaties in diverse bronnen. Gelukkig zijn er - naast maatregelen die het predikaat zouthouder of zelfs misleiding verdienen - ook verbeteringen te noteren Om het lezen van de tekst niet te moeilijk te maken, zijn hier geen bronnen vermeld.

Gezondheidsrisico’s van milieubelastende elementen

Wie een geneesmiddel wil introduceren, moet aantonen wat de gezondheidseffecten zijn. Op basis van onderzoek komt men tot een oordeel over al dan niet toelaten. Bij luchtvervuilende stoffen is de procedure omgedraaid. Stoffen die effecten op de gezondheid kunnen hebben, mogen in grote hoeveelheden in de lucht geblazen worden. Pas wanneer duidelijk wordt, dat die milieubelastende stoffen de gezondheid aantasten, wordt er eerst weer onderzoek verricht naar mogelijk schadelijke effecten. Dat verschil in benadering is extra merkwaardig omdat het bij geneesmiddelengebruik gaat om vrijwillige risico’s, in tegenstelling tot blootstelling aan luchtverontreiniging. Een reden voor dat verschil in procedure is misschien de onbekendheid van burgers en politici met de schadelijke effecten van de verschillende stoffen. Het is tijd om aan die onbekendheid en dat merkwaardige verschil in procedure een eind te maken. Want jaarlijks sterven er in Nederland zo'n 4 à 5.000 mensen vroegtijdig doordat ze teveel blootstaan aan vervuilde lucht.

Een onderzoek (gepubliceerd februari 2005) van het Oostenrijkse instituut IIASA dat is uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie, leert dat Nederlanders eerder sterven door vuile lucht. In Europa scoort Nederland, samen met twee Oost-Europese industriegebieden en NoordItalië, het slechtst. Bert Brunekreef, hoogleraar milieu en gezondheid aan de Universiteit van Utrecht, bevestigt de mindere levensverwachting in Nederland. In november 2004 bleek uit metingen dat binnen Nederland Rotterdam de vuilste lucht inademt.

U bent misschien benieuwd welke elementen de lucht vervuilen? In het volgende rapport staan er een aantal besproken. Hoewel het rapport dateert van 2004 heeft het nog niets van z'n actualiteit verloren

Hoge concentratie luchtvervuiling door stikstofdioxide in Nederland

Stikstofdioxide (NO2) komt voornamelijk in de aardse atmosfeer door uitstoot van gemotoriseerd verkeer, energiecentrales, de zware industrie en verbranding van biomassa. De gevolgen van lange tijd wonen in een regio met een overmaat aan stikstofdioxiden zijn: vermindering van de longfunctie en minder weerstand tegen longinfecties. Mogelijke effecten zijn ook: luchtwegklachten en een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. In steden leiden hoge concentraties vaak tot smog. Ook de natuur ondervindt nadelen van hoge concentraties stikstofdioxide, zoals verzuring en vermesting en bladschade bij bomen. Daarnaast leidt NO2 tot de productie van ozon in de troposfeer, de onderste laag van de dampkring.

De Europese Commissie heeft ter bescherming van de menselijke gezondheid een norm van 40 ug/m3 als jaargemiddelde vastgesteld, deze norm moet in 2010 overal bereikt zijn. Nederland zal de Europese afspraken over de uitstoot van stikstofdioxiden waarschijnlijk niet halen.

Op basis van gegevens die de milieusatelliet Envisat in een tijdsbestek van 18 maanden heeft verzameld, heeft de Europese ruimtevaartorganisatie ESA een kaart van de wereldwijde luchtverontreiniging samengesteld. De kaart toont de mate van stikstofdioxide in de lucht, die hoofdzakelijk door menselijke activiteit in de atmosfeer belandt.

Vuile lucht vernauwt ader

wegverkeer.gif

In de tabel is duidelijk de enorme hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) te zien die door het wegverkeer wordt uitgestoten

Bloedvaten krimpen door luchtvervuiling, melden Amerikaanse onderzoekers in een publicatie in Circulation van de Amerikaanse Haert Association (AHA) circ.ahajournals.org/. Jonge proefpersonen werden bloot gesteld aan luchtvervuiling vergelijkbaar met wat inwoners van grote steden tijdens het spitsuur binnen krijgen. Na twee tot vier uur bleken de bloedvaten vernauwd. Misschien ligt de vernauwing wel ten grondslag aan de grotere kans die mensen in de stad lopen op hart- en vaatziekten, veronderstellen artsen verbonden aan het de universiteit van Michigan in Ann Arbor.

Vervuilde lucht bevat vaak minder bekende, maar zeer bedreigende stoffen

Polycyclische Aromatische Koolwaterstof (PAK)

PAK’s zijn teerachtige stoffen die onder meer in schoorsteenroet en sigarettenrook voorkomen. In de stad is voor deze stoffen het wegverkeer de voornaamste bron. PAK’s kunnen al in kleine hoeveelheid schade aan de gezondheid toebrengen. Voor sommige PAK’s is geen drempeldosis vastgesteld. Voor zover we nu weten zullen maximaal honderd van de nu levende Rotterdammers ooit overlijden aan longkanker door PAK-verontreiniging in de buitenlucht.

3-nitrobenzanthron

De koolstofverbinding 3-nitrobenzanthron in de uitlaatgassen van dieselmotoren blijkt de meest kankerverwekkende stof op aarde te zijn. Dat bericht het weekblad New Scientist van 25 oktober 1997. De Japanse onderzoekers die de stof ontdekten, bestudeerden het effect van het 3-nitrobenzanthron op bacterieel DNA. De stof bleek een kwart meer mutaties te veroorzaken dan de nummer twee op de lijst van meest mutagene stoffen. In uitlaatgassen van dieselmotoren komen per miljoen gasdeeltjes maar enkele moleculen van de stof voor, maar die dragen toch aanzienlijk bij aan het schadelijk effect van die gassen, aldus de Japanse onderzoekers. De concentratie van de stof in het uitlaatgas wordt hoger als de motor zwaar wordt belast. Volgens de onderzoekers zijn dergelijke verbindingen een belangrijke oorzaak van de recente stijging van het aantal gevallen van longkanker in stedelijke gebieden met veel verkeersopstoppingen. Van deze stoffen berekent of meet de gemeente niet de concentratie. Voor 3-nitrobenzathron werd en wordt aangenomen dat de eventuele schadelijke effecten van deze stof al verwerkt zijn in de risicoschatting van de Wereld Gezondheidsorganisatie voor koolstofverbindingen in de uitlaatgassen van dieselmotoren. De resultaten van het onderzoek lijken aanleiding om de risicoschatting voor deze stof bij te stellen.

Benzeen (C6H6)

Voor benzeen houdt elke concentratie een gezondheidsrisico in. De belangrijkste bron van benzeen is benzine. Rond drukke verkeerswegen, benzinestations en parkeergarages is het benzeengehalte in de lucht hoger dan gemiddeld. Benzeen beschadigt het beenmerg en is kankerverwekkend. Blootstelling aan benzeen speelt een rol bij het ontstaan van leukemie. Bij hoge concentraties kunnen chromosoomafwijkingen optreden. De GGD Rotterdam gaat er vanuit dat elk contact met benzeen, hoe gering ook, een risico op leukemie betekent. Dat risico wordt weliswaar kleiner naarmate er minder contact is, maar het wordt nooit nul. In Rotterdam ligt het gemiddelde benzeengehalte in de buitenlucht in de orde van enkele microgrammen per kubieke meter lucht. Het is (nog) niet duidelijk of langdurige inademing van lagere concentraties benzeen, zoals die in stadslucht voorkomen, leukemie kan veroorzaken. Sommige werknemers in de petrochemische industrie hebben na jaren lang inademen van hoge concentraties benzeen leukemie gekregen.

Gezondheidsrisico bij cumulatie van milieubelastende elementen

Ingeademde fijne stof, stikstofdioxide (NO2), roet en zure dampen (ontstaan door koolstofdioxide in vochtige lucht) remmen de longontwikkeling van 10-16-jarigen. Dat blijkt uit een acht jaar durend onderzoek onder ruim 1.700 Californische kinderen die in gebieden met ernstige luchtverontreiniging wonen. De kans op een longfunctie die 20 procent onder het gemiddelde ligt, was vijfmaal zo hoog bij pubers in een omgeving met veel fijne stofdeeltjes als onder kinderen die in relatief schone lucht opgroeiden (The new England Journal of Medicine, 9 sept. 2004).
Bij 10- tot 18-jarigen groeien de longen sterk en bereiken ze hun volwassen omvang. De remmende invloed die luchtverontreiniging daarop heeft is blijvend, concluderen de onderzoekers die voornamelijk aan de afdeling preventieve geneeskunde van de universiteit van Zuid-Californië in Los Angeles werken. De schade is zo groot dat de aan vieze lucht blootgestelde kinderen er als volwassenen ook echt last van hebben. De schade is ook meetbaar bij kinderen die niet roken en geen astmapatiënt zijn.

In het verleden werd altijd gedacht dat bomen en struiken langs wegen de luchtkwaliteit verbetert. Dat blijkt niet het geval te zijn. Dat is de uikomst van onderzoek van Plant Research International (Wageningen) en TNO in opdracht van de provincie Zuid-Holland. Een groenstrook waar je doorheen kunt kijken, heeft zelfs een negatieve invloed. Het groen vermindert de windsnelheid, waardoor de uitlaatgassen met minder lucht worden vermengd. Dat zorgt dan voor een hogere concentratie vervuilde stoffen kort achter de bosschages. Alleen als de begroeiing zo dicht is dat er niets meer door komt, is de groenstrook effectief. Die is dan vergelijkbaar met een geluidsscherm. De onderzoekers hebben met behulp van eenvoudige modellen schattingen gemaakt van de mate waarin planten luchtverontreiniging als NO2 en stof opnemen. Hieruit is gebleken dat groenelementen tussen een weg en bijvoorbeeld een woonwijk bij gemiddelde weersomstandigheden maximaal 15-20% van kleine deeltjes stof afvangen. Groenelementen reduceren de concentratie van NO2 met maximaal 10%. Er zijn dus wel effecten meetbaar, maar die zijn zo laag dat overheden er beleidsmatig niet veel mee kunnen doen. Hooguit kun je zeggen dat de groenelementen enig nut hebben in een omgeving waarin de concentraties tegen de grenswaarden aan zitten.

Diersoorten sterven in grote getalen uit

Bij verandering van de aarde denken we eigenlijk vooral aan de opwarming van de aarde, het stijgende water en de klimaatverandering. Toch is er nog een grote verandering. We hebben het over het uitsterven van diersoorten. Het IUCN, International Union for Conservation of Nature, heeft een grootschalig onderzoek ingesteld, waarbij in totaal 61.914 diersoorten werden bestudeerd. Hiervan werden er al 64 niet meer in het wild terug gevonden en in totaal bleken al 801 soorten uitgestorven te zijn zonder dat de mens hier weet van had.
Ook planten werden in het onderzoek van de IUCN opgenomen. Uit het meest recente onderzoek bleek dat zeker 24.216 planten- en dierensoorten met uitsterven worden bedreigd. De situatie wordt steeds slechter. In 2012 geleden werd hetzelfde onderzoek al uitgevoerd. Hierbij bleek dat er in totaal 22.634 soorten werden bedreigd, dat er 791 soorten al waren uitgestorven en dat er 63 soorten al niet meer in het wild te vinden waren. In een jaar tijd zijn er tien soorten uitgestorven. Oorzaak van de sterfte is de toename van stikstof in het milieu. Die stof komt in het milieu door het gebruik van fossiele brandstoffen en kunstmest.

Welke soorten dreigen uit te sterven?

Wanneer we het hebben over dieren, dan zijn er ontzettend veel soorten die met uitsterven worden bedreigd. Wat dacht u van de prachtige koraalriffen? Denk ook aan de vogels die we kennen. In totaal zijn er meer dan 1200 vogelsoorten die met uitsterven worden bedreigd. En dan de zoogdieren. Maar liefst een kwart van alle zoogdieren wordt met uitsterven bedreigd. Niet alleen zoogdieren, maar ook vissen, amfibieën, reptielen en planten krijgen het zeer moeilijk door onder meer vervuiling, jacht en klimaatverandering.

En de planten?

Wanneer planten verloren gaan, zal de gezondheid van mensen ernstig verslechteren. Dit heeft vooral te maken met het feit dat veel planten zeer belangrijk zijn in de geneeskunde. Er worden tal van plantensoorten gebruikt bij het ontwikkelen en maken van diverse medicijnen die van groot belang zijn. De grootste angst van wetenschappers is dan ook dat plantensoorten sneller uitsterven dan dat de mens ontdekt welke belangrijke rol zij hadden kunnen spelen bij het genezen van ziekten.

Verbeteringen?

De mens lijkt wel bezig te zijn met de dreigende sterfte onder planten en dieren. Een voorbeeld hiervan is de witte neushoorn, waarvan er aan het einde van de 19e eeuw nog slechts honderd bestonden. Na de inzet van de mens om dit dier te beschermen, leven er inmiddels weer 2.000. Echter, dit is de mens niet bij ieder bedreigd dier gelukt. Zo is de zwarte neushoorn onlangs uitgestorven.

In Almere zoeven de vuilniszakken ondergronds

Almere heeft een soort buizenpostsysteem dat vuilniszakken over een afstand van kilometers van woning naar vezamelplaats zuigt. Met een snelheid van 70 kilometer per uur vliegen de vuilniszakken door het centrum van Almere, onzichtbaar, in een buizenstelsel onder degrond. Het vuilnis zoeft naar een verzamelcontainer, waar het wordt opgehaals om te worden verwerkt. In het hartje van Almere staan op vier plekken afvalbakken: voor oud papier, gft en restafval. Dit Ondergronds Afval Transport (OAT) heeft wel zijn beperkingen. Glasafval kan er niet mee worden ingezameld. Daar zouden de buizen te snel van slijten. En als er op grote schaal bouwafval in de kokers wordt gestort, gaat het systeem ook stuk. De buizen van het systeem zijn van staal dat 25 tot 30 jaar meegaat. In de bochten is het extra sterk staal, want daar treedt de meeste slijtage op. Hier zijn ook luiken aangebracht om eventuele verstoppingen te kunnen verhelpen.

Innovatief vervoer

Een ondergrondse pijpleiding voor chemicaliën als alternatief voor binnenvaart en vrachtverkeer in het havengebied. De aanleg van 30 strategische steigers voor de stijgend populaire watertaxi en dynamische halte-informatie op alle metrostations en de haltes van de trampluslijn 20. Drie voorbeelden van innovatie in transport.

Vooral in de chemie zijn pijpleidingen als transportmiddel in opkomst. Tankauto's blijven niet meer in de file steken en de leiding is veiliger dan het wegvervoer. De pijpen worden het meest gebruikt voor ruwe olie. De oliemaatschappijen Exxon en Fina hebben een buis van Rotterdam naar Antwerpen en Shell transporteert samen met een Duitse partner ruwe olie naar het Ruhrgebied. De gemeente Rotterdam houdt bij welke pijp waar ligt. Eén van de chemiebedrijven die de komende jaren meer gebruik gaan maken van pijpleidingen is de Britse onderneming ICI. Naast de bestaande fabriek komt een nieuwe vestiging. Rond de eeuwwisseling rijden op het terrein van ICI evenveel tankauto's als nu, terwijl de produktie verdrievoudigt. De pijpleiding wordt voor de chemische fabriek het belangrijkste middel van transport.

In Rotterdam worden de meeste produkten (53 procent) met het binnenvaartschip vanuit de haven naar het achterland gebracht. Daarna is de pijp het belangrijkste vervoersmiddel (33 procent). Via de weg komt en gaat 10 procent van de goederen en het spoor heeft nog maar een aandeel van 4 procent.

Scheepvaart bespaart honderden autoritten

Het wegennet rond Rotterdam en in Midden-Holland kan enorm worden ontlast door binnenschepen te laten varen. Steeds meer verladers kiezen voor de binnenvaart. Denk aan de voeding- en drankproducenten die kiezen voor de `blue-road'. En daarmee voor betrouwbaar vervoer. Heinz `vermijdt' 10.000 autoritten op de A15. Bierbrouwer Bavaria haalt 1400 containers van de weg.

Vlamingen ruilen auto voor gratis busabonnement

In 2010 hebben 11.095 Vlamingen een busabonnement van De Lijn ontvangen in ruil voor een nummerplaat. In België zijn de nummerplaten persoonsgebonden, wie een andere auto aanschaft, behoudt dus steeds zijn oude kenteken. In totaal werden 8.926 aanvragen ingediend. Dat is meer dan in 2009, blijkt uit cijfers van de vervoermaatschappij. Toen werden 8.194 aanvragen ingediend en 10.660 abonnementen uitgereikt. Sinds de start van het systeem in 2002 waren er 78.336 dossiers, wat resulteerde in 102.560 abonnementen.

Het idee om nummerplaten om te ruilen voor een gratis busabonnement werd in 2002 gelanceerd door de vlaamse oud-minister van vervoer Steve Stevaert. Het experiment ging in oktober 2002 van start. Wanneer het om de enige wagen van het gezin gaat, krijgen alle gezinsleden een abonnement. Dat verklaart het verschil tussen het aantal aanvragen en het aantal toegekende abonnementen.

Maar met gulle gaven van de overheid in het oppassen. Sinds 1 april 2010 is het voordeel voor de automobilist teruggeschroefd naar één jaar. Door die "aanpassing" is het aantal uitgereikte abonnementen nu fors gedaald.

Bron: Belga, De Zondag

Rotterdam werkt aan beter en schoner vervoer

Met het programma Schoon op weg wil de stadsregio door het inzetten van schone voertuigen de luchtkwaliteit verbeteren en een beter leefklimaat creëren. Er rijden dan ook steeds meer gemeentelijke voertuigen met nieuwe schone technieken en schonere brandstoffen. Bijvoorbeeld hybride voertuigen, elektrische voertuigen en voertuigen op brandstoffen als E85 en (bio)gas. Deze stoten minder CO2 uit en vervuilen de lucht stukken minder dan traditionele voertuigen. Het programma Schoon op weg richt zich zowel op de regiogemeenten als op private ondernemingen en particulieren

Het doel van het project Schoon op weg is om emissies van het wegverkeer in de regio te beperken. Hierbij gaat het om emissies van NO2 , fijn stof, CO2 en geluid.

De doelstellingen zijn:

Deze doelstellingen wil de stadsregio realiseren op de volgende manieren:

Schoon openbaar vervoer

In de OV-concessies voor busvervoer vanaf 2012 zijn verschillende milieueisen opgenomen. Naast deze milieueisen zijn er ook andere mogelijkheden om het openbaar vervoer schoner te krijgen. Stadsregio onderzoekt de mogelijkheden voor het inzetten van onder andere schone shuttlebusjes, elektrische tuktuks, schone taxi's en elektrische schoolbussen.

Bedrijfsbenadering wagenparken

Het doel van dit deelproject is de wagenparken in de stadsregio Rotterdam verschonen. Stadsregio onderzoekt bij bedrijven hoe het woon-werkverkeer en goederenvervoer schoner kan.

Schoon bouwverkeer

Het effect van het bouwverkeer in de Stadsregio op de luchtkwaliteit blijkt aanzienlijk: 4% van de voertuigkilometers bestaat uit bouwverkeer en minstens eenzelfde aandeel CO2,
NOx en fijn stof komt voor rekening van het bouwverkeer. Om deze reden kiezen steeds meer regiogemeenten ervoor om bouwverkeer op te nemen in hun programma's ten aanzien van de luchtkwaliteit en CO2 doelstellingen. Stadsregio Rotterdam onderzoekt hoe bouwlocaties en bouwverkeer schoner kunnen worden.

Stadsregio elektrisch

Elektrisch vervoer is schoner, stiller en zuiniger dan vervoer op conventionele brandstoffen. Door elektrisch vervoer wordt een vermindering van luchtvervuiling en geluidsoverlast bereikt en daarmee de kwaliteit van leven verbeterd. De nationale taskforce elektrisch vervoer wijst op het belang van gemeenten en regio's bij het faciliteren van elektrisch vervoer. De stadsregio neemt hierin een coördinerende rol op zich op het gebied van enerzijds het laden van elektrische voertuigen en anderzijds maatregelen ter stimulering van de aanschaf van elektrische voertuigen.

Oplaadinfrastructuur

Elektrische auto's kunnen op verschillende manieren worden opgeladen. Normaal laden kan bij een stopcontact of bij een speciaal hiervoor geplaatst laadpunt. Een landelijk dekkend netwerk is nodig om het bereik van elektrisch vervoer te vergroten.

Subsidie oplaadpunten

De stadsregio Rotterdam gaf in 2013 subsidie aan gemeenten, bedrijven en inwoners van de 14 gemeenten van de stadsregio die op eigen terrein een laadpaal wilden plaatsen voor een elektrische auto. Voor aanvragen van organisaties en inwoners uit de stadsregio Rotterdam gold een maximum van € 1000,- voor aanschaf en plaatsing van een laadpunt. Er was geld beschikbaar voor ongeveer 120 palen.

Ecomobielbeurs

Jaarlijks staat Ahoy Rotterdam in het teken van duurzame mobiliteit tijdens de Ecomobielbeurs. Ook de stadsregio Rotterdam is hierbij aanwezig met een stand waarin met name het project Schoon op Weg onder de aandacht werd gebracht.
In de stand krijgen de beursbezoekers informatie over elektrische- en andere duurzame vervoermiddelen die in de stadsregio in gebruik zijn. Ook is er onder andere informatie over eigen gemeentelijke wagenparken, subsidieregelingen en elektrische oplaadpunten.
De vakbeurs wordt bezocht door overheid en professionals uit het bedrijfsleven. De beurs is ook bedoeld om contacten te leggen waardoor er in de toekomst nog meer gedaan kan worden op het gebied van elektrisch vervoer.

Informatie vragen

U kunt specifieke informatie van de verschillende verschillende raadscommissies opvragen, als u in het bezit bent van een computer met internetaansluiting. Als u een onderwerp niet kunt vinden, ondanks het herhaaldelijk geprobeerd te hebben, kunt u altijd een mailtje sturen naar het Milieucentrum Rotterdam, mcr@zhm.milieu.net. Wellicht dat die het wel kunnen vinden.

Milieumisleiding

Rotterdam - De maximumsnelheid op de A13 is ter hoogte van Overschie bepaald op 80 kilometer per uur. Een controlesysteem zorgt dat alle overtreders worden bekeurd, ook al ligt de snelheid maar enkele kilometers te hoog. Lussen in de weg registreren hoe hard op de betreffende 2,5 kilometer snelweg wordt gereden en digitale camera's flitsen de overtreders. De bekeuringen gaan volautomatisch naar de huisadressen.

Rijkswaterstaat verklaarde nadrukkelijk dat het niet om de opbrengst van de boetes gaat, maar om handhaving van de maatregel. In Overschie wordt al vele jaren lang te veel luchtvervuiling door het verkeer gemeten. Alleen als alle auto's 80 rijden heeft dat effect, benadrukt de overheidsdienst.

Er is even overwogen of een maximumsnelheid van 70 kilometer per uur mogelijk was, maar dat pakt eerder nadelig dan voordelig uit omdat dan ook vrachtwagens moeten afremmen en optrekken. Dat veroorzaakt niet alleen heel veel extra uitlaatgassen, maar ook lawaai. Dat zou een deel van het effect van de zojuist geplaatste geluidsschermen teniet doen.

Er is geen sprake van een proef. De maatregel is meteen definitief ingevoerd. De verwachting is dat de hoeveelheid uitlaatgassen met zeven procent zal afnemen. Rijkswaterstaat noemt dat 'een heel mooi resultaat'.

De maatregel is door de bewonersorganisaties gematigd positief ontvangen. Ze zijn blij dat er eindelijk wat gebeurt, want de overlast is heel groot. De praktijk heeft echter uitgewezen dat de maatregel voldoende is.

De "definitieve" proef heeft niet lang geduurd. In de zomer van 2012 werd de toegestane snelheid op dat wegvak verhoogd tot 100 km.

Op zondagmiddag 20-1-2013 hebben bewoners van de Rotterdamse wijk Overschie witte lakens uit hun ramen gehangen. Het is een protest tegen het het verhogen van de maximumsnelheid op de A13, die dwars door de wijk loopt.

De lakens hebben nog een andere functie: als ze enkele weken hebben gehangen, laten de bewoners zien hoe zwart ze zijn geworden door het roet uit de uitlaatgassen. Op 12-03-2013 zijn de vuile lakens opgehangen voor het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag.