LYSBETH ANDRIESDR., geboren te Leiden, overleden op 13 januari 1519, begraven te Haarlem in de St. Bavo, dochter van ANDRIES HUGENZOON en MARGRIETE VAN GAGELENBERGH.
Lysbeth was gehuwd met
LOTTYN CLAESZ. GAEL, geboren rond 1441, overleden in december 1521, begraven te Haarlem in de St. Bavo, ongeveer 80 jaar oud, zoon van CLAES DIERT en MACHTELD LOTTYNSDOCHTER.
Minderjarig op 20 maart 1456. Hij was de eerste van zijn geslacht die zich blijkbaar niet veel aan het Kerstgilde gelegen liet liggen. In 1497 erfde hij van zijn broer stoel No. 26 en No. 40, alsmede het recht op de "uitgeleende" stoel No. 16. Nog in datzelfde jaar schenkt hij stoel No. 26 eveneens "voor diens leven" aan zijn neef heer Gheryt Claesz. van Cranenbroeck, priester, zoon van zijn zuster Baertraet. Zelf bleef hij met stoel No. 40 slechts vijf jaar lid van het gilde, want reeds in 1502 schonk hij deze stoel aan zijn oudste zoon Claes. Toen neef Gheryt van Cranenbroeck in 1512 overleed gaf hij stoel 26 door aan zijn jongste zoon Mr. Hughe Gael, eveneens priester, doch deze stierf reeds in 1518, waarop Lottyn de stoel wederom terug ontving doch hem nu doorgaf aan de echtgenote van zijn zoon Claes.
Na de dood van zijn broeder Florys werd Lottyn Claesz. door de graaf beleend met de oude Hilsebroec'se leengoederen op 26 juli 1498. In 1515 besluit hij dan deze lenen aan zijn zoon Claes over te dragen en op zijn verzoek wordt gunstig beslist en de belening van Claes geschiedde op de 12e augustus van dat jaar. Mogelijk met het oog op zijn hoge leeftijd werd in de beleningsakte speciaal vermeld dat Lottyn voor deze overdracht persoonlijk op de kanselarij was verschenen.

Uit dit huwelijk:

INDEX


HOME © 1998-2002 Johan Gaal TOP