Genealogie van Florens Gael (Ghale) (van Haesbroec).


I : FLORENS GAEL (GHALE) (VAN HAESBROEC), ridder, overleden voor 1323.
Tegen het eind van de 13e eeuw wordt melding gemaakt van een Heer Florens Ghale, ridder, die als getuige optreedt in een akte van september 1291 en die akte mede bezegelt. Dit aller oudste zegel Gael is beschreven geworden in het Corpus Sigillorum Neerlandicorum onder No. 855 en vertoont als wapenbeeld "een leeuw", met als randschrift: +S.HERE.FLOREN...ALE. +. Vierentwintig jaar later wordt hij nogmaals genoemd als hij in 1315 met andere ridders en leenmannen met de Graaf van Holland meetrekt op diens krijgstocht naar Vlaanderen. Daarna, in 1323, volgt een bericht van de burggraaf van Leiden dat sedert de dood van Florens van Haesbroec diens burggrafelijke lenen aan zijn leenheer waren teruggevallen. Men moet hierbij wel in 't oog houden dat in die tijd vele leengoederen slechts als "persoonlijk leen" werden uitgegeven welke zonder meer terugvielen op de leenheer bij de dood van de begunstigde. De hierboven bedoelde verklaring van de burggraaf impliceert dus niet noodzakelijkerwijs dat Florens van Haesbroec was gestorven zonder zonen achter te laten!
Wanneer wij nu zien dat Gheryt Gael op 30 augustus 1320 zijn vrij-eigen goed "Haesbroec" opdraagt aan de Graaf en het in leen terug ontvangt dan dringt zich wel zeer sterk de gedachte naar voren dat Heer Florens Ghale, ridder, en Florens van Haesbroec de leenman van de burggraaf, één en dezelfde persoon waren en dat eerstgenoemde volgens het gebruik dier dagen somtijds niet met de familienaam, doch naar zijn belangrijkste bezitting werd genoemd. Gheryt Gael kan dus mijn inziens wel degelijk beschouwd worden als de oudste zoon van Heer Florens Gael, die na het erven van "Haesbroec" dit bezit onmiddellijk opdraagt aan de Graaf. Als extra bewijs voor deze stelling kan dan nog gelden dat Gheryt's dochter Erckenraet bij de geboorte van haar tweede zoon teruggreep naar de naam van haar grootvader Florens Gael. De kleine Van Hilsebroec, nu Florens Gael geheten, was dus wel naar een illustere overgrootvader vernoemd! (zie jaarboek CBG 1970).

Zijn zoon bij een nog onbekende vrouw:
1 : GHERYT GAEL, volgt onder II.

II : GHERYT GAEL, zoon van FLORENS GAEL (GHALE) (VAN HAESBROEC) (I).
Gheryt Gael was waarschijnlijk reeds voor 1300 gehuwd, hij stelt lijftocht voor zijn echtgenote Machtelt op 11 november 1304 wanneer Dirc van Wassenaer hem beleend met een jaargeld van 5œ uit zijn tienden te Wassenaar. In de betreffende beleningsakte noemt Dirc van Wassenaer Gheryt "minen neve" (Kasteel Twickel: Archief van Wassenaer; Leenregister AA. folio 31vo. akte dd. 11-11-1304. microfilm in A.R.A.). De reeds hiervoor vermelde opdracht van en belening met Haesbroec op 30 augustus 1320 geschiedde tijdens een bezoek van de graaf aan Haarlem (A.R.A. Arch. Leenk. Holl. Inv. No. 2, Register "E.L. 2", fol.15, akte gegeven te "Haerlem des zaterdaghes na sinte jans dagche baptiist als hi onthoefd ward" = 30-8-1320), wij mogen dus wel aannemen dat Gheryt aldaar woonachtig was, dit wordt bovendien bevestigd door het testament van zijn dochter Lysbeth, waarvan duidelijk blijkt dat deze Lysbeth een geboren en getogen Haarlemse was. (zie jb. CBG 1970).
Gheryt is getrouwd voor 1300 met MACHTELD N.N..
Uit dit huwelijk:
1 : ERCKENRAET GAEL, geboren rond 1300, overleden na 1348, minstens 48 jaar oud.
Zij leeft nog als weduwe 8 december 1348, op welke dag zij met haar kinderen de helft van 5,5 made land in de Schouwbroec, -thans nog steeds genaamd de Schouwbroekpolder- in 't ambacht van Heemstede schenkt aan het Nieuwe Gasthuis te Haarlem (later genaamd het St. Elisabeth's Gasthuis). (zie jb. CBG 1970).
Erckenraet is getrouwd tussen 1320 en 1325 met JACOB WILLAEMSZONE VAN HILSEBROEC, schepen van Haarlem in de jaren 1324 en 1325, geboren voor 1300, overleden voor december 1348, zoon van WILLAEM VAN HILSEBROEC en VER HAZEKINE.
Hij bezat de leengoederen der Van Hilsebroecs reeds in 1331, op 1 april van dat jaar ontvangt hij vergunning van Graaf Willem IV om "de minre helft van al zijn lenen" (w.o. de tienden van Ravensdorp) als lijftocht te stellen voor zijn echtgenote. In 1344 wordt hij vermeldt, met zijn moeder Ver Hazekine, als huurder van grafelijke goederen in en bij Haarlem. (zie jb. CBG 1970).
2 : LIJSBETH GAEL.
3 : JAN GAEL, geboren rond 1300, volgt onder III.

III : JAN GAEL, geboren rond 1300, overleden voor 1364, hoogstens 64 jaar oud, zoon van GHERYT GAEL (II) en MACHTELD N.N..
Zoals reeds medegedeeld bij het bespreken van het "Egmontleen" kwam Gheryt's zoon Jan, al meerderjarig zijnde in dat jaar 1332, voor als toekomstig leenvolger van zijn vader. Zijn eigen belening met Haesbroec na de dood van zijn vader vermocht ik niet in de grafelijke leenboeken te vinden; ook de naam van zijn echtgenote kwam ik nergens tegen. De laatste vermelding van Jan stamt uit 1358 toen zijn zuster Lysbeth hem tot haar executeur benoemde. In ieder geval is hij voor 8 november 1364 gestorven, aangezien zijn zoon Baertout Gael door de Graaf verlijt werd met het "Haesbroec" leen (A.R.A., Arch. Leenk. Holl. Inv. No. 50, Register "Aelbrecht IIII", folio 87vo., akte d.d. 8-11-1364).(zie jb. CBG 1970 en OV 1990 blz. 144-145).
Zijn kinderen bij een nog onbekende vrouw:
1 : JAN GAEL, volgt onder IV-a.
2 : DIRCKJE JANS GAEL.
3 : DIRCK VAN HAESBROEC, overleden na 1411.
Na de dood van de laatste mannelijke leenhouder Baertout, laat ons zeggen zo omstreeks 1380, waren er nog zeer vele naamdragers Gael in leven, doch indien een hunner zich toenmaals "Van Haesbroec" noemde moest hij toch wel zeer na aan de leenhouder verwant zijn. Ik acht het dan ook vrijwel zeker dat Baertout Gael een jongere broeder had die zich Dirc van Haesbroec noemde, mogelijk daarom dat hij op het goed woonde en dit voor zijn kleine nichtjes beheerde? In elk geval was het een Dirc van Haesbroec die in maart 1408 een eigen goed van ca. 11 morgen, eveneens in Wassenaar gelegen, opdraagt aan de Abdij van Egmond, en er meteen door de Abt mee wordt beleend (A.R.A., Arch. Abdij Egmond, Inv. No. 588, akte d.d. 3-3-1408), (Meilink; regest No.749 en 751.). Als erfopvolging werd daarbij gestipuleerd dat bij kinderloos overlijden van Dirc, zijn broeder Jan Gael dit leen zal ontvangen; bleef Jan ook kinderloos dan zou het overgaan op Dircs erfgenamen van vaderszijde; een en ander onder voorwaarde van uitbetaling van de helft der inkomsten aan "Dirc Jannen, Dircx suster voircr." als lijftocht zolang zij zouden leven. Het patroniem "Jannen" van deze zuster bevestigt mijn vermoeden dat deze Dirc van Haesbroec, Jan Gael en Dirckje broeders en zusters waren van de vrij jong gestorven Bartout Gael van Haesbroec, allen kinderen van Jan Gael. Ik ben hier even wat uitvoeriger op in gegaan omdat Dirc van Haesbroec, mede gezien al die uitvoerige bepalingen van erfopvolging, in 1408 bepaald wel bejaard zal zijn geweest. Toch treedt hij, nu leenman der Abdij geworden, nog enkele jaren (tot 1411) op als zodanig en zegelt diverse aktes als getuige voor de Abt. Een goed specimen van zijn zegel hangt onder een Abdij akte dd. 10 februari 1411, het vertoont als wapenbeeld "een leeuw", en als randschrift: +s.dirc;va:haesbroec.+. ergo de "leeuw" van zijn overgrootvader Heer Florens Gael! (A.R.A., Arch. Abdij Egmond, Inv. No. 450, akte d.d. 10-2-1411), (Meilink: regest No. 774).(zie jb. CBG 1970).
4 : BAERTOUT GAEL (HAASBROEK), volgt onder IV-b.

IV-a : JAN GAEL, overleden na 1408, zoon van JAN GAEL (III).
Jan Gael wordt op 2 maart 1408 nog vermeldt als broer van Dirk en Dirkje Jansdr. van Haesbroek.
Jan was gehuwd met N.N..
Uit dit huwelijk:
1 : BERNARD JANS GAEL, volgt onder V.

IV-b : BAERTOUT GAEL (HAASBROEK), overleden voor 30 april 1398, zoon van JAN GAEL (III).
Reeds zeer spoedig na zijn belening raakte Baertout verwikkeld in een onverkwikkelijke vete met Jacob van den Steenhuys over een in die dagen zeer belangrijke status-kwestie, namelijk het "voorstaan" en het "voorofferen" in de kerk van Wassenaar! Uitvloeisel hiervan was een uitgebreide veldslag tussen de clan der Gael'en "met hunne magen en hulpen" en de clan der Steenhuys'en; hierbij werden vele neven van Baertout met name genoemd en zelfs een nicht die zich mede in het strijdgewoel had gestort en daarbij een kwetsuur aan haar arm had opgelopen! (Kasteel Twickel; Arch. van Wassenaer, leenreg. AA. fol. 16 en 16vo., arbitrale uitspraak d.d. 19-1-1366 inzake het "vechtelijc"). Omtrent Baertout vond ik verder alleen nog zijn vermelding als grafelijk houtvester van de Haarlemmerhout in het jaar 1373. Bij zijn overlijden liet hij slechts twee zeer jonge dochtertjes achter, doch gelukkig voor hen was Haesbroec een onversterfelijk leen, zodat de oudste dochter in Baertouts leen mocht opvolgen. Deze dochter heette Pieter en omtrent haar belening vinden wij een helaas ongedateerde akte in het reeds eerder genoemde Register XVIII van de Hollandse Leenkamer op folio 17 waar medegedeeld wordt dat zij nog niet beleend kan worden aangezien zij "nog niet manbaar was"; Pietertje schijnt de daarvoor vereiste leeftijd nimmer bereikt te hebben, want op 30 april 1398 wordt plotseling "Bartout", eveneens een meisje! door Hertog Aelbrecht met Haesbroec beleend, zoals haar vader Bartout het van de grafelijkheid had gehouden (A.R.A., Arch. Leenk. Holl., Inv. No. 52, Register "Beyeren V", fol. 282vo. akte d.d. 30-4-1398). Door haar later huwelijk met Dirc van Bakenesse Dircxzoon brengt zij dit belangrijke leengoed dan over in dit aloude Haarlemse geslacht.(zie jb. CBG 1970).
Zijn dochters bij een nog onbekende vrouw:
1 : BARTOUT GAEL (HAASBROEK).
Bartout is getrouwd in het jaar 1405 met DIRK VAN BAKENESSE, overleden voor 3 december 1442, zoon van DIRK VAN BAKENESSE.
2 : PIETERTJE GAEL (HAASBROEK).

V : BERNARD JANS GAEL, zoon van JAN GAEL (IV-a) en N.N..
In 1465 werd hij eigenaar van de volgende leengoederen: Een zaat met huizing en geboomte, groot 11 morgen (is ca. 9,5 ha) in Wassenaar, west: de graaf van Holland met de wildernis, oost: de Klingensloot, zuid: Hendrik Willemsz. (1520: Pieter Jansz.), noord: Arnout van de Boomgaard. (zie Ons Voorgeslacht april 1998 blz.213).
Zijn zoon bij een nog onbekende vrouw:
1 : JAN BERNARDS (GERARDS) GAEL, volgt onder VI.

VI : JAN BERNARDS (GERARDS) GAEL, zoon van BERNARD JANS GAEL (V).
In 147. werd hij eigenaar van de volgende leengoederen: Een zaat met huizing en geboomte, groot 11 morgen in Wassenaar. (zie Ons Voorgeslacht april 1998 blz.213).
Zijn zoon bij een nog onbekende vrouw:
1 : GERARD JANSZ GAEL, volgt onder VII.

VII : GERARD JANSZ GAEL, overleden voor 4 januari 1520, zoon van JAN BERNARDS (GERARDS) GAEL (VI).
Zijn zoon bij een nog onbekende vrouw:
1 : CORNELIS GERARDS GAEL, volgt onder VIII.

VIII : CORNELIS GERARDS GAEL, overleden voor 2 oktober 1541, zoon van GERARD JANSZ GAEL (VII).
Na het overlijden van zijn vader Gerard Jan Galenz. werd hij op 4-1-1520 eigenaar van het leen en verpacht dit op 4-4-1529 aan Floris Pieterszn. alias Floor Muse: Een zaat met huizing en geboomte, groot 11 morgen in Wassenaar. (zie Ons Voorgeslacht april 1998 blz.213).
Zijn zoon bij een nog onbekende vrouw:
1 : GERARD CORNELISZ. GAEL, volgt onder IX.

IX : GERARD CORNELISZ. GAEL, overleden na 1541, zoon van CORNELIS GERARDS GAEL (VIII).
Na het overlijden van zijn vader Cornelis Gerardz. werd hij op 2-10-1541 eigenaar van de 11 morgen te Wassenaar en draagt dit gelijk over naar Adriaan van de Boekhorst. (LRK 279 fol. 59v-61; zie Ons Voorgeslacht april 1998 blz.213).
Zijn zoon bij een nog onbekende vrouw:
1 : waarschijnlijk CORNELIS GAEL, volgt onder X.

X : CORNELIS GAEL, waarschijnlijk zoon van GERARD CORNELISZ. GAEL (IX).
Cornelis was gehuwd met N.N..

Aanvullende gegevens, verbeteringen en opmerkingen zijn altijd welkom.

Johan Gaal
URL: http://home.hccnet.nl/j.gaal/
E-mail: jgaal@geocities.com
HOME © 1987-2008 Johan Gaal TOP