trap
EATING BRAZIL, 3 Brasília

Leeg, mateloos leeg is de Chapadão, de hoogvlakte in de binnenlanden van Brazilië. Alleen de maan is leger. Van God verlaten. Duivelse oceaan. Met een zachte deining rol­len de heuvels eindeloos achter elkaar voort onder het wrede blauw van een verzengende hemel. Het rode oppervlak is bedekt met gekwelde, gekrom­de en door de extre­me omstan­dighe­den pathe­tisch uitge­rekte bossa­ges. Gevuld met vliegen, muggen, mieren en termieten strekken zich zo duizenden kilometers ontoegankelijkheid uit onder de loe­rende blik van jaloerse gieren.

Dit is het thuisland van de caboclo, de nieuwe primitieve, de ‘gevallen’ Europeaan in wiens aderen het bloed van de indianen en de negers stroomt. Midden in de tijdeloosheid van het jongste stenen tijdperk slingeren ‘magische’ krachten hem heen en weer. Zwarte engelen hebben hem geketend aan een onherbergzame natuur. Nooit heeft het woord van de Verlosser hem gewekt, maar als dat wel gebeurd is, dan is hij het vergeten. Verdoofd door een eeuwenoude heimwee (saudade) drijft hij als wrakhout over de hoogvlakte zonder de einder ooit te bereiken. Voortgedreven door een natuur die het hem niet toestaat zich te binden aan grond en streek, sjokt hij, vreemd voor zich zelf en vreemdeling in een vijandige wereld, blootsvoets voort in ganzenmars. Gekleed in een katoenen hemd zit hij op de muilezel, uren kan hij op een plek staan.

Hier waait ons het aroma tegemoet van een tijd die zichzelf niet bewust is, mogelijkerwijs de schaduw van het paradijs, een L.S.D. trip….

            In 1954 wordt de Chapadão vanuit de lucht in kaart gebracht. Eindelijk, voor het eerst in tweehonderd jaar lukt het de ontoe­gankelijk­heid te overwinnen. Op 2 oktober 1956 landt een leger­vliegtuig op het voorlopig aangelegde vliegveld. Trots pronkt hier het nieuwe naam­bord 'Brasília'. President Juscelino Kubit­schek, ingenieur Israel Pinhei­ro, de stedenbouwer Lúcio Costa en de architect Oscar Niemeyer betreden voor de eerste keer van hun leven de Chapadão. Spoedig wordt het vliegveld uitgebreid. Luchtverkeer is de enige ver­binding. De eerste werklieden, de eerste ladingen cement, de eerste bouwmachines, de eerste bouwmate­rialen, eten en drinken, alles wordt ingevlogen. In de vijf jaren van de bouw van Brasília bevindt president Kubit­schek zich hoofdzakelijk in de lucht…  permanent is hij in de wolken.­. zo vluchtig dat we hem alleen kennen met een vliege­nier­muts op...  als hij in of uit een helikopter stapt…. het presidentiële paleis in Brasília wordt gedragen door vleugels, zij het dan die van engelen… Eerst verhuist het Ministério da Aero­náutica vanuit Rio de Janeiro naar Brasília. Daarna stroomt via een luchtbrug de bevolking toe vanuit de grote steden. In april 1960 worden nog eens zesduizend taxichauffeurs uit Rio overgeheveld. Als Brasília op 21 april 1960 in gebruik wordt geno­men zijn alle versnaperingen en drank die de vijfduizend gasten worden aangeboden rechtstreeks ingevlogen vanuit Rio de Janeiro, daarbij inbegrepen een dansor­kest van veertig musici.

            In de decen­nia voorafgaand aan de bouw van Brasília werd het moderne leven in Brazilië gedragen door het vliegtuig. Het was hét middel om te ont­snappen aan de be­nauwde dorpsheid van de laat-koloni­ale cultuur in de grote steden (bege­nadigde kun­stenaars en intel­lectuelen vlogen zo vaak naar Pa­rijs, dat deze zonder overdrij­ving hun tweede woon­plaats genoemd kon wor­den, het toppunt van intercon­tinentaal vliegtuigsno­bisme was wel dat je je kleren in Parijs liet was­sen). In dit verband moet ook gewezen worden op de twee grote pro­jecten die de groep moderne architecten rond Costa in de dertiger jaren gerealiseerd hebben: nl. het vlieg­veld voor water­vlieg­tuigen in de baai van Rio de Janei­ro en het vlieg­veld Santos Dumont, genoemd naar de gelijkna­mige Braziliaanse vlieg­tuig­pio­nier. Modern Brazilië, dat is vliegen: de sprong omhoog, de vlucht naar voren… de politieke kinetiek.

Als we naar Brasília kijken met de trage ogen van de ontwerper en ons verliezen in de vormelijke details en al die andere onderwerpen van de morfologica dan zien we te gemakkelijk over het hoofd onder welke condities hier stedenbouw is bedreven. We miskennen dan de chronocratische grondslag van dit plan, waarin een calculerende omgang met de tijd voorop heeft gestaan. Ook de kwali­ficatie 'uto­pisch' misleidt ons als we deze opvat­ten als de realisatie van een lang gekoesterd ideaal. Hier gaat het veel meer om de timing:  snel zijn op het juiste moment. En dan zijn we van de orde van de uitdrukkingen en de uitkomsten terechtgekomen in die van de kans en de duizeling wat de compo­nenten zijn van het grote Brazi­lië­spel. Hier telt niet de inhoud maar is het de zet zelf, die in de woestijn van de zinloosheid de termijn sticht van het wachten op het effect. Een zet dus, al dan niet met idealistische en utopistische uitdrukkingsvormen waar­van de hard­heid van de archi­tecto­ni­sche reali­satie bij de stich­ters de glimlach ontlokt van iemand die ingewijd is in de chronocra­tische orde van de verras­sing en de over­troeving. Zij weten, dat ze voorbij alle kritiek en commentaar vanuit de orde van de zin een zet hebben gedaan die reikte voor­bij de point of no return.  

            Het eerste ontwerp dat Lúcio Costa voor Brasília maakte laat een kruis zien, het tweede een vlieger en het derde een vliegtuig. Kruis: topo­grafi­sche fixatie van het mid­den, maar ook kruising: de beweging van het zuivere extreem naar het onzuivere midden, en kruisiging: vastnagelen. Ge­kruist vliegtuig, vlieg­tuig gekruisigd aan het kruis, kruistuig.Zo ver­smelt het sym­bool van de politieke kinetiek met de cryptologische logica van de plek. Het vliegtuig is hier namelijk op zijn laatste plaats: de plaats van de catastrofe, de stranding. En waar de actie stremt, staat de martelaar op…...           

            De ene as, die globaal van west naar oost loopt, is vormgegeven als een acht kilomer lange esplanade van vierhonderd meter breed. Deze monumentale grasvlakte, waar stof en wind vrij spel hebben en waarvan de maten afgeleid zijn van de Champs Elysees in Parijs, wordt geflankeerd door de plastische architectuur van Niemey­er. Aan deze as dankt Brasília haar imago en de eraan gesitueerde architec­tuur levert de logo's die haar wereldwijd bekend hebben gemaakt. Het is de romp van het kruistuig. De tweede as, die licht gekromd is en globaal van noord naar zuid loopt bevat de woonfunctie. Zij vormt een bandstad van veertien bij drie kilometer, die halverwege gekruist wordt door de monumentale as. De woonband vormt de vleugels van het kruistuig. In de kruising van de twee assen ligt het hart, een doosvormig overdekt winkelcen­trum van drie bouwlagen met daaronder een busterminal. Beide assen zijn uitgerust met meerdere snelwegen van in totaal veertien banen die het lege en gladde oppervlak vormen voor het autover­keer. Mede vanwege de conse­quent doorgezette ongelijkvloerse kruisin­gen kent het verkeerssysteem een grootse wijdheid.

            De wijdte maakt Brasília ongelofelijk transparant en geeft haar de Gestaltkwaliteit van een reclamespot. Wie haar een keer gezien heeft, zal haar nooit weer vergeten.

“Het heeft net geregend, de lucht is zwoel. De avondzon zorgt voor dramatische luchten. Langs de Esplanada dos Ministérios staan gebouwen met gevels van groene lamellen afgetekend tegen een paars firmament. Schalen, bolsegmen­ten, ondefi­nieerbare krommingen, doosvormen en platen, half boven en half onder de grond baden in een merkwaardige schittering als waren het buitenaardse objecten. Overal ontwaar ik glanzende metalen, glimmende natuursteen en lichtgekleurd beton. Afgezien van de opstelling in slagorde van de ministeries heeft ieder afzonderlijk gebouw op de monumentale as iets weg van een gestalte die uit zijn achtergrond naar voren treedt, de band met zijn omgeving verbreekt en alleen nog geprojecteerd wil worden tegen de overweldigende hemel. De sfeer is elegant en monotoon. Iedere gestalte is volmaakt. De wittige gebouwen, waarin de expressieve spanwijdte van de Moderne Stijl tot het uiterste is opgevoerd, stralen een ondefinieerbaar soort heiligheid uit. Middenin, of misschien juist wel door al deze expressieve individualiteit bespeur ik echter ook de voortgang van het ‘witten’, de vervlakking tot monotonie, die afgedwongen wordt door een hoger principe. Het doet me denken aan de witte maskers van het Venetiaanse carnaval, of de offertempels van de Azteken. De religieuze  kwaliteit die zich nestelt tussen de dingen, is als de kristallijnen roes van een orde die ontstaat uit het teveel aan functiescheiding en het teveel aan schei­ding van de objec­ten. In tegenstelling tot de Europese stad wordt het onderscheid tussen de delen hier namelijk niet veroorzaakt door de inkeping in een lichaam dat anders te vol, of te groot zou zijn voor de waarneming. Hier is de kerving  de leegte gewor­den en het lichaam van de stad, inzoverre daar al sprake van kan zijn, is verworden tot een zuivere afstand scheppende ondergrond zonder specifieke kenmerken, die zich schuilhoudt in de schaduw van de negatie. Brasília bestaat uit een verzameling perfecte objecten, die hun bestaan danken aan het fond van de leegte, een soort theatraal niets, waaruit ze tevoorschijn lijken te zijn gekomen en waarin ze ook weer dreigen te verzinken. Stad van het heil, woestijnstad, cryptestad. De leegte dringt door tot in het hart van de gebou­wen, alzijdig stort de zon zich uit: verbijsterend is de zichtbaarheid en mateloos het wonder dat verborgen wordt. Ik heb het gevoel dat alles net over zijn top heen  is, en dat de dood en het verval overal op de loer liggen... Waar zijn de mensen?  Waar zijn de massa's om deze  gigantische leegte te vullen, de stilte te verscheuren en aan dit goddelijke werk de menselijke maat op te leggen? Als ik met honderdveertig kilometer per uur over de autowegen in het centrum scheur, dan nog heb ik het gevoel dat ik stilsta. Als de Movimento sem Terra met tweehonderd man zijn kampement heeft opgeslagen op de rode vlakte van de centrale as, dan verdwijnt ze er bijna geheel in. Grote delen van de gebouwen om deze leegte heen zitten verstopt achter de zichtbare delen, of onder de vlakke aarde die slechts een kleed blijkt te zijn”.

            In Brasília is alle aandacht gericht op haar nationale en internationale 'uitstraling'. Haar vorm staat zo goed als geheel in dienst van de communicatie. Ze moet uitdrukking geven aan een synthese die Braziliaans van aard is en die ontstijgt aan de ‘alledaagse menging’. Natuurlijk de synthese van de vorm en de functie, van het schone en het nuttige, van de kunst en de techniek, maar ook van de indianen en de negers, de barok en de poëzie, het moderne en de traditie. Vaak wordt Brasília gezien als een functionele stad. Dat kan zijn, maar dan wel zonder de ideologie van de modernen. Zonder hun pathetiek. Zonder die strontvervelende wil tot zuiverheid en authenticiteit. Het functionalisme wil namelijk dat de functie de enige en de ware betekenis van de vorm is. Wanneer we het ideaal van het functionalisme zo opvatten, dan is Brasília kitsch, alleen al omdat de barok in het spel is gebracht, om nog maar te zwijgen van de rest. Feitelijk is daarmee de stad voor de zaak van het functionalisme verloren. ‘Het functionalisme was voor mij een tijdelijke beperking, met de overwinning van de hedendaagse architectuur keerde ik mij er geheel tegen’, zegt Niemeyer in 1978. Hij en Costa schromen niet naast de waarheid van de functie een tweede waarheid in te voeren die de eerste besmet met excessieve, overvloedige en decoratieve elementen, zoals de ‘buitenproportionele maten’ van de openbare ruimte en de ‘zinloze’ special effects van de architectuur. De kitsch weet dat de waarheid van de vorm niet bestaat en dat ze nooit meer kan zijn dan een van de mooiste decoraties. De Barok weet dat de vorm een verschijning is zonder grond en dat ze naar willekeur de structuur van de waarheid of van de leugen aan kan nemen. Het is de logische consequentie van deze verwarring om voorbij de functie te gaan en het effect van de betekenaar te verhevigen.  Dat is de viru­len­tie van de Braziliaanse Stijl, die echter door de onbepaald­heid van haar alibi (haar onver­schillig­heid ten opzichte van de waar­heid en de valsheid) de moge­lijkheid openlaat van een listig opbod aan de beteke­nis.

            “Er is hier iets niet in de haak. Overal kun je zien dat de stad achteruit gaat. Ik bedoel niet alleen het zichtbare verval, zoals het afbrokkelende marmer van de gebouwen aan het Plein van de Drie Machten (Praça dos Três Poderes)  en de shopping malls bij het busstation, waarvan er ‘s avonds eentje verandert in een heuse tippelzone compleet met striptease clubs, of zoals de verzakkingen in het wegdek en de weggespoelde aarde, maar ook het onzichtbare verval dat blijkt uit de nieuwe plannen om de vastlegging van het beeld van de stad te offeren teneinde in te kunnen spelen op onvoorziene ontwikkelingen. Zo mag er tegenwoordig af en toe hoger gebouwd worden en zijn er op enkele plaatsen verkeerslichten geplaatst die hun smet werpen op het idee van de vrije verkeersstroom. Maar wat me het meest verontrust….   waar zijn al die mensen?”

            Wanneer we vanaf de enigszins hoog gelegen witte vlakte van het Plein van de Drie Machten de voor ons liggende hoogvlakte afturen, zien we grof gesproken leegte. Op het eerste gezicht lijkt de stad een eiland in de woestenij. Maar in 1965 is de periferie van Brasília al dichter bebouwd dan het centrum. In 1975 wonen er tweehonderdvierenveertigduizendzeshonderdzevenveertig mensen in het Plano Piloto, dat voor zevenhonderdduizend  mensen bestemd is. In 1988 wordt het Plano Piloto van Brasília door de Verenigde Naties verklaard tot cultureel werelderfgoed.  Dit betekent dat het centrum van de stad in stedenbouwkundig en economisch opzicht  praktisch dood wordt verklaard, want buiten de ontwerptekeningen om mag er niet worden bijgebouwd.  Nieuwe economische ontwikkelingen kunnen nu niet ondersteund worden door verdichting van de kantoren en de woningen. Er zullen hier dus nooit meer dan zevenhonderdduizend mensen mogen wonen.

            Elf legale satellietsteden waaronder Guará 1, Guará 2, Tagua­tinga, Samambaia en Ceilândia ontwikkelden zich samen met talloze favela’s van pover onderkomen voor de bouwarbeiders tot fors uit de kluiten gewassen Braziliaanse steden. Onzichtbaar, op een afstand van enkele tientallen kilome­ters, wonen hier 1,6 miljoen mensen, 85% van de inwoners van Groot-Brasília. Noch in ruimte­lijk, noch in sociaal en economisch opzicht vertonen de satellietsteden ook maar de geringste affiniteit met de modelstad. Ze kennen geen symbolische stadsvorm.  Met uitzondering van de favela’s, die veel complexere vormen hebben, zijn ze tegelijkertijd met de bouw van het Plano Piloto uitgelegd als gridsteden in de vorm van bouwperceeltjes langs een weg. De overheid zorgt verder voor waterpunten en elektriciteit, vervolgens voor waterleiding, riolering en bestrating en tenslotte voor beheer. In de satellietsteden wonen voornamelijk mensen uit de directe omgeving en uit het Noordoosten van Brazilië die leven van een locale economie. Zij zijn het, die in Brasília de generositeit van de ruimte handhaven. Met zoveel mogelijk mensen tege­lijk op een zo klein mogelijk opper­vlak verkwisten zij de ruimte…  om elders de grootsheid van de leegte te beschermen.

            Taguatinga, Cei­lândia, Samambaia. Het gewone volk heeft er bestaansrecht: lawaai, winkeltjes, bussen, drukte, ….   rommel. De wielen van de bus spatten de modder van de weg ruw en onverschillig in de rondte. Met een puf zwiept de voordeur open en opgetogen pogen wij het menselijk ongeluk vast te leggen op de video en de foto. Het lachen­de kind straalt ons de weelde en de belofte tegemoet van de onderontwikkeling, van het nog niet. Plano Piloto. ‘s Avonds tegen zessen. Stromen voertuigen verlaten de stad. Meterslange rijen bij de bushaltes. Ondanks de ruimtelijke scheiding zijn het de verkeerstechniek, de aantallen en de locale economie die de satellietsteden de vitaliteit schenken van de uitge­sloten rest, een rest die permanent dreigt het exclusieve model te absorberen.

            Als we niet vanuit de regio, maar vanuit de communicatieve ruimte redeneren, dan is Brasília helemaal geen eiland. Van meet af aan is ze kortgesloten geweest op het globale netwerk van het vliegverkeer. Voor de vliegende elite degradeert de stad tot een benauwende plaats van opsluiting en een inwisselbaar omgevingstheater. Alleen al hierdoor is het monument Brasília voor wat het humanis­tische ideaal betreft een waardeloze herinnering geworden. De beambten/bewoners springen in en uit het vliegtuig. Wie werkt en wie kan, die vliegt. Velen verlaten de stad ieder weekend. Als transitostad met barokke maten wordt Brasí­lia een spookstad bewoond door schimmen, een soort anamorfose van de dorpel waarop de schaduw valt van de laatste resten van de verblijfplaats die eens de grondslag vormde van de stad en de stedelijke cultuur.

Op de grond weert de vliegcultuur de landcultuur. Op het interstedelijke busstation van Brasília, bij de 'poorten' van het Plano Piloto staan dagelijks de busjes klaar van Sociale Zaken, om de stroom van kandidaat-bewoners - het ontbeert Brasília niet aan succes - rechtstreeks naar een van de satellietsteden af te voeren. Door deze tweeledige 'setting' is de stad het model voor de opkomst van al die andere gesloten vormen en stadszones die zich van hun omgeving verbijzonderen en het verstrooide universum gaan vormen van het niet continent van de snelheid.

            Voorbij de suspens zal de Apocalyps van Brasília tweeledig zijn. Enerzijds valt ze ten prooi aan het vraatzuchtige absorptievermogen van de levende massa, anderzijds wordt ze betoverd door het syncretisme van de tekens.

Vanuit het vliegtuig is gemakkelijk te zien dat Groot-Brasília de vorm heeft van een bandstad die van het zuiden naar het noorden loopt, daar een lichte buiging maakt naar het oosten en eindigt met het Plano Piloto. Ze bestaat uit Franse banlieus met urban villa-achtige appartementen, Aziatische stadsfragmenten in de vorm van dicht opeengepakte non-descripte gebouwen van vier lagen met veel reclame,  Zuid-Amerikaanse fragmenten met gestucte patiohuisjes in twee verdiepingen, favela’s in gridvorm met sloppenwijken van rode baksteen en tentenkampen met veel plastic. Het kruistuig keert dit geheel de rug toe en blikt er van weg. Gesteund door de ruimtelijke planning van de laatste decennia is deze agglomeratie dooraderd met prima wegen, waardoor het verkeer overal kan komen. Dat is ook wat je ‘s avonds in Brasília ervaart: een oneigenlijke verkeersdrukte, die wel van buiten moet komen. Als we nu de oogleden een beetje toeknijpen zien we hoe de agglomeratie de gedaante aanneemt van een op zijn plaats trillende, licht gebogen Caboclo, met een hinderlijke vlieg op zijn neus.

            In Brazilië ondermijnt men officiële betekenissen door een nevenschikkende samensmelting: het syncretisme. In de Candomblé worden Afrikaanse demonen ondergeschoven aan de Katholieke Heiligen. Daardoor wordt het katholieke geloof beleefd in het dubbele licht van de meervoudige betekenis. Zo wordt bijvoorbeeld het beeld van Maria 'gesyncretiseerd' met dat van Yemanjá, de Afrikaanse godin van het water. Wie zal zeggen wat er omgaat in de gelovige die neerknielt voor het beeld van Maria, aanbidt hij Maria, of is hij in de houd­greep van de Afrikaanse schaduwgeest die zich in Maria verborgen houdt. Zoals onder het Functionalisme en het Modernisme de Braziliaanse zaak werd ondergeschoven zo schuift het Braziliaanse volk onder alle officiële betekenissen zijn eigen al dan niet subversieve betekenis, waarbij de verheviging en het opbod  de voorkeur genieten.

            Zo is Brasília het symbool van een beweging die wil dat de stad haar taak en opgave als hoofdstad en stad van de toekomst nog eens een  keer waar zal maken. Door de hoop te vestigen op het buitenaardse probeert men de waarheid van Brasília als herinnering aan het Modernisme te overtroeven. Aan de moderne vliegcultuur wordt het opbod gedaan van de engelen, de goden, de demonen en de sterren. Onder hun teken zal Brasília de hoofdstad worden van het Derde Millennium. Nog leger dan de woestijnsteppe zijn het heelal, de hemel, de eindeloze uitgestrektheid van de kosmos en het onzichtbare. Wat is sterker dan de rationele utopieën van de twintigste eeuw? De irrationele verwachtingen van de eenentwintigste eeuw. Wat is nog verrassender dan de logische uitkomst van de lineaire voor­uitgang, of alle grote werken van de menselijke wil? Dat is de openbaring, of al dat, wat op ons toe komt en ons zal redden. En wat gaat sneller dan het vliegtuig? De U.F.O., het buitenaardse wezen, de incarnatie van de Godheid. Vanuit de radicale leegte van de toekomst en de kosmos zal een teken gegeven worden en het zal worden gegeven op de plaats die daar het meest geschikt voor is, en dat is Brasília. Dit teken zal de finale van Brazilië inluiden. In Brasília zullen de rassen definitief versmelten. Dankzij en ook pas na deze fusie zal Brasília de ware hoofdstad van Brazilië zijn.

 

Uit: Nijenhuis, M en Nio, M, EATING BRAZIL, Rotterdam; 010 Publishers 1999

© 2006/09/08