L e u s d e n – S a n t i a g o

Een reisverslag van een fietstocht voorzien van

foto’s van de pelgrim

Jan C. van Tilburg

Gemaakt van 1 tot en met 30 augustus 2002.

 

===============

 

homepage: http://home.hccnet.nl/jenr.vantilburg/

Welkom op mijn site

Mag ik mij even voorstellen?

Ik ben geboren in Bodegraven en wel op 30-06-1944. Ik ben getrouwd met Ria en heb twee zoons Jeroen en Roderick genaamd. We wonen in Leusden. Sedert Mei 2002 ben ik gestopt met mijn werk. Ik was docent staats-straf-en privaatrecht aan de politieschool te Leusden. Daarnaast ben ik sedert april raadslid voor de fractie van de P.v.d.A. zodat ik nog voldoende te doen heb. Mijn hobby's zijn hardlopen;fietsen en vooral tennissen. Ook doe ik aan genealogie(stamboomonderzoek) dus vervelen is er niet bij.

 

Verslag van mijn fietstocht van Leusden naar Santiago.

 

Verantwoording:

 

Dit verslag heeft in de eerste plaats als functie een herinneringsdocument voor mij zelf en ten tweede heb ik het zodanig geschreven dat er informatie beschikbaar komt voor alle vormen van belangstelling zoals b.v. het uitgavenpatroon of iets zoals het weer.

De route.


Hoofdstuk 1.     De voorbereiding”.

 

Inleiding.

Waarom is wel de meest gestelde vraag. Het antwoord hierop is niet eenduidig. Wel is het zo dat toen ik over deze mogelijkheid hoorde dat ik gelijk besloot om dit ook een keer te doen. Dit was ongeveer 10 jaar geleden toen ik over van Joop van Opijnen een collega van Ria, die toen met de VUT ging, hoorde die deze tocht ging maken. Later heb ik er tal van argumenten voor verzonnen, die toevallig zo uitkwamen, zoals een goede buffer tussen het afsluiten van mijn werk en de nieuwe fase in mijn leven dat van tennissen en vergaderen en het doen waar je zin in hebt.Ik had niet direct religieuze motieven.

 

Waarom is Santiago de Compostella een pelgrimsoord?

Miljoenen pelgrims hebben de tocht gemaakt.Als je iets gedaan wilt hebben ga je naar Lourdes. Naar Santiago ga je om na te denken. Volgens de Spanjaarden heeft Jacobus in Spanje het

 

evangelie verkondigd. In de Bijbel ( Handelingen1 en 2) staat dat Jacobus in het jaar 44 door Herodus is onthoofd. Een legende verteld het volgende:

"Twee van zijn leerlingen Athenasios en Theodorus namen het lichaam mee en gingen in een bootje zonder zeil en roer de zee op, bestuurd door een engel, spoelde het aan land bij Padron, nabij Kaap Finisterre in Noord West Spanje. Daar legde de leerlingen het stoffelijke overschot van hun meester op een steen, die begon te smelten en een sarcofaag vormde rond Jacobus. De leerlingen laadde de sarcofaag op een ossenkar en reden naar de plaats waar nu Santiago ligt. Daar werd de sarcofaag begraven. Eeuwen later in 813, werd aan een kluizenaar Pelayo in een droom geopenbaard waar Jacobus begraven lag. Deze Pelayo bracht de bisschop Teodomiro op de hoogte. Bij een bezoek op de plaats zag men een heuvel die ’s-nachts op een eigenaardige wijze werd verlicht. In de heuvel vond men een marmeren kist met het stoffelijk overschot van de apostel. Koning Alphonso II liet een kerk boven deze graftombe bouwen Tijdens een veldslag in Clavijo, nabij Logrono, in 844, tussen de Christenen en de Moren verscheen St. Jacob in levenden lijve gezeten op een wit paard en hielp de Christenen, waardoor deze de strijd wonnen." Aldus de

legende.

 

Dit is de jacobsschelp die ik de gehele reis aan mijn stuurtas zat.

Klein gaatje boren en met een vissnoertje vastmaken.

 

 

 

Wat heb ik het eerst gedaan.

Een half jaar hiervoor mij samen met mijn collega Ton Duits, die in het voorjaar 2003, ook naar Santiago gaat, laten voorlichten door Joop van Oppijnen.

Vervolgens een goede en dure fiets gekocht. Dit was de KOGA MIYATA Forrest. Deze fiets werd later in de consumentengids als beste fiets aangemerkt.

De fiets heb ik in Hooglanderveen bij fietsenmaker ”BLOM” gekocht, omdat de fietsenmaker deze reis ook zou maken. Derhalve ontraadde hij mij de nieuwste snufjes omdat een Franse fietsenmaker hier niets mee kan.Wel nam ik een extra verstevigd achterwiel met 40 spaken. Waar ik wel veel plezeir van gehad heb is het tweede fietsenstandaard bij het voorwiel.

 

 

 

 

Zie hierboven een kopie van het interview met de Amerfoortse Courant

De gouden stelregel voor fietsers en wandelaars is:

 

“Alles wat je thuis laat is meegenomen.”

                               

Benodigdheden:

Fietsboekjes van Clemens-Sweerman Haarlem-Tours;Tours Pyreneeën; Pyreneeen-Santiago per stuk € 14,75

 

Boekje spaans                   Scheerzeep         Scheermesje

Geld.                           Telefoon             Gashouder

Giropasje                       Verzekeringspasje    Gasbrand

Kam.                           Schoenen             Zakmes

Koersbroek oud                 Koersshirt            Lepel

Lucifers                         Paspoort             Retourticket

Naaimachine olie                Zwembroek           Teenslippers

Onderhoudsdoekjes              Handdoek             Rugzak

Portemonnaie                    Ondergoed            Stoeltje

Spaaksteller   .                 Sokken               Regenhoezen  (2)

Scheerkwast                    Kindershampo         Adressenlijst

Staalkabel en slot               Fototoestel           Brillen

Tandenborstel                   Plakspullen            Kaart Frankrijk+kopie Ned.

Tandpasta                       Drie imbussleutels    Boekje Spaans

Telefoon                         Koffie               Slaapzak

Thee                            2 slaapmatjes        Mes              

Koortslipzalf                     Vork                    Nagelknipper                                                   Zaklantaarn                      Zoetjes             Radio

Zeep                             Reserve band        Reisboekjes

 

Daarnaast had ik ook nog een indeling gemaakt naar tasinhoud. Dat is in het begin wel gemakkelijk, maar je moet het lijstje wel bij de hand houden. De ervaring is, dat dit gelet op de omstandigheden per dag wisselt, echter na een paar dagen weet je de indeling wel uit je hoofd.

Wat ik ook gedaan heb is de afzonderlijke tassen wegen en proberen onder de 20 kg te blijven iets dat mij met mijn 26 kilo niet is gelukt. Ook koop je onderweg eten en drinken en dat gewicht

komt er ook nog bij.

 

De training.

Direct na aankoop van de fiets 12-04-2002, ben ik begonnen met trainen.

Eerst rondjes van 2 uur. Een mooi rondje is de Amersfoortse berg; daarna de Piramide van Austerlitz; de Maarnse berg; de Doornse berg ; de Amerongse berg om tenslotte de moeilijkste te nemen berg namelijk:” Woudenberg.’

Hierna de rondjes uitgebreid naar 3 en 4 uur. Sommige uitstapjes duurden op het laatste 5 uur. In totaal heb ik ongeveer 1200 km getraind op de nieuwe fiets.

Drie weken voor het vertrek zijn we naar Genéve geweest, waar ik in de JURA iedere dag ten minste 1 uur op een oude racefiets trainde. Iets waar ik achteraf denk ik wel veel plezier van gehad heb. 

 

Hieronder een kopie van een stukje fietsroute vanaf Dordrecht die beschreven is in de fietsroute boekjes.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2.

 

Leusden-Santiago.

Dag 1. Donderdag 1 augustus 2002.

Leusden-Breda (afstand125 km) Gemiddeld  18 km Gereden tijd 7.55 uur.

Het is half 10. Eindelijk is het zover. Uitgezwaaid door mijn vrouw Ria mijn twee zonen Roderick en Jeroen, alsmede zijn vriendin Rianne. Ook kwamen de familie van 't Klooster en Trees en Bridget Grootvheen mij nog even uitzwaaien.

Nog 2529 kilometer tegaan

Het miezert een beetje. Ik ben over Woudenberg gereden om even mijn oude kamergenootvan mijn werk Dick de Barse goedendag te zeggen.

Al na ongeveer 30 minuten op de top van de Doornse berg krijg ik een stortbui over mij heen. Ik kan nog net vluchten in een bushalte hokje. Hier heb ik alles geprepareerd om de zaak watervrij te houden.

Na deze stortbui ben ik nog even bij mijn zus en zwager aangeweest op even een kopje koffie te drinken. Vervolgens heb ik in Doorn bij de fietsenmaker een stel schoenhoezen gekocht. Hierna heb ik storm regen donder en bliksem gehad over de dijken met natuurlijk de wind tegen over Tiel en Zaltbommel . In Tiel is er een auto die netjes voor mij stopt met als gevolg dat de achterligger bijna tegen hem opknalt. Pas rond 16.00 uur wordt het droog. Mijn doelstelling om Ulvenhout te halen laat ik varen als ik een camping zie. Aankomst 19.00 uur. Tent opgezet op de camping "De Katjeskelder"" iets voor Breda.

Even gezwommen. Geen tijd om bij te komen. Iedereen komt bij je kletsen.

 

 

 

Dag 2    Vrijdag 2 augustus 2002.

 

Breda-Mechelen    (afstand 108 km)         

 

Gereden tijd 11.00 uur.

 

Om 06.15 uur word ik wakker. Om 08.00 uur vertrokken naar het station in Breda alwaar ik aansluiting zoek voor de route beschrijving boekje deel 1.

Bij het stastion van Breda in een cafe broodje met koffie bestelt. Na 5 minuten ben ik de weg al kwijt. Dit is kennelijk al tekenend voor de rest van de beschrijving. Ik moet dan ook constant een bril opzetten de afstand bijhouden dus moet ik ook steeds stoppen.

Het is vandaag schitterend weer............alleen constant harde wind tegen dus dat schiet niet op.

 

Ongeveer 50 km voor Mechelen loopt de ketting vast. Dit komt door onervarenheid van mij als fietser. Je moet n.l. als je schakelt niet op zijn hardst trappen. Een vriendelijke Belg komt mij helpen. Het gebeurt allemaal boven op de brug over het Albert Kanaal. Hier raak ik mijn oude vertrouwde groene schroevendraaier kwijt waar ik al een leven lang alle technische problemen mee heb opgelost. De Belg

zegt voorzichtig te zijn met de tandwielen maar hij gaat als een gek te keer. Ik bedank hem en zeg dat ik het verderop wel op mijn gemak zal repareren. Vervolgens ga ik 100 meter verder op mijn gemak proberen op het probleem op te lossen. Komt er weer een Belg bij die mij helpen wil ditmaal met meer gevoel voor techniek. Het lukt ons om de ketting weer vrij te krijgen en met vieze handen gaan we verder.Ik bedank de man hartelijk en ga verder. Vlak voor Mechelen neem ik een Hamburger bij Mc Donald, waar ik het toezicht heb op mijn fiets.Ik was al 20 jaar niet meer bij Mc Donald geweest omdat de eerste en de laatste keer mijn maag zich zwaar verweerde tegen het opgenomen voedsel.

 

Omstreeks 19.00 uur kom ik op de camping in Mechelen aan. Ik word begroet met een fikse stortbui. Het publiek lijkt sterk op zigeuners en er is een W.C. . Deze W.C. is een draagbaar ding die ze op de bouw gebruiken en wat denk je: Ja hoor ik krijg onder het eten een behoorlijke aanval om naar de W.C te moeten. Op de camping kom ik naast een andere Nederlander te staan. Het is de 38-jarige Arie Zeldenrust  wonende te Soest.  Arie is een marinier die ook nog goed

kan koken.

 

 

 

Van hem kreeg ik nog een maaltijd aangeboden. Ook hebben we onze bidons geruild omdat die van hem groter waren zodat ik meer water kan meevoeren. Hij heeft ook een foto van mij gemaakt .

 

 

 

Arie was tot Tours gegaan.

Op deze foto zie je het vlaggetje nog zitten, wat ik later eraf heb gehaald omdat je anders met je voet over de stang moet.

 

Zaterdag 3 augustus 2002.

Mechelen-Doornik (Tournai).

Afstand:  125 km.

Gereden tijd: 10.30 uur.

Om 06.20 uur opgestaan. Koffie voor Arie en mij gezet. Ik wil hier zo gauw mogelijk vandaan en ik heb mij dan ook niet gewassen (slechtste en duurste camping). Om 08.30 uur vertrokken. Ik heb niets aan het boekje en ook de Belgen weten niets van hun eigen omgeving dus ongeveer 15 km teveel gereden. Hierna het boekje gevolgd. Mooi parcours. Om 10.30 uur net toen ik dacht,” het blijft lekker droog”, begon het te hozen met donder en bliksem erbij. Dit bleef duren tot ongeveer 16.30 uur.Ik word drijfnat. Om het droog te houden heb ik de buitentent uitgepakt om zodoende een noodverblijf te maken voor jezelf en de fiets. Na de 6e keer laat je, je gewoon kletsnat regenen. De mensen in de dorpen hebben geen medelijden. Je mag ook gewoon buiten blijven staan want een verzopen kat wil men niet in de winkel hebben. Schoenen ook drijfnat, aangezien ik de hoezen niet zo gauw kon vinden. Regenkeep gescheurd dus weggegooid. Ook hing de linkervoortas er voor de helft bij. Gelukkig was het schroefje nog niet weg, dus gauw gerepareerd.

In Doornik nog net op tijd in een supermarkt boodschappen (ook voor het weekend) gedaan. De gele regenhoezen van de achtertassen kan je heel goed gebruiken om je boodschappen er tussen te doen. Trouwens deze hoezen gebruik ik tevens om er een kussen van te maken door er kleren in te doen en daarna een shirt overheen te doen. Dus de buskussens die ik had meegenomen heb ik weggegooid (Jammer, Ria).Om 19.00 uur bij de camping van Doornik aangekomen. Van de buurman een pilsje gehad. Kennelijk was het aan mij te zien dat ik er een kon gebruiken. Ik ben doodmoe. Gelukkig een mooie camping met goede douches en ook nog goedkoop

(   € 5,--). De foto geeft een beeld van het parcours en hoe nat het was langs het riviertje” De Dender”     .

 

 

 

Zondag 4 augustus 2002.

Doornik- Cambrai (20 km boven St. Quentin)

Afstand 91 km.

Gereden tijd: 8.45 uur

Voorgenomen om een halve dag rust te nemen, aangezien ik doodmoe was. Om 08.15 uur opgestaan. Soep klaargemaakt en om mijn gemak ingepakt. Horloge was gevallen en weer gerepareerd. Toch nog om 10.15 uur vertrokken. Het dreigde steeds dat het zou gaan regenen echter het bleef voorlopig droog. Later kwamen er toch nog een aantal buien en ook was er een harde tegenwind.

 

Ongeveer om 11.30 uur ben ik 4 Belgen tegen gekomen. Het bleek om twee echtparen te gaan waarvan de vrouwen zusters waren. Er hoorde eigenlijk nog een derde zuster bij. Ieder jaar fietsen ze dan een traject richting Santiago.

Een van de zusters had kaartlezen als hobby dus ik heb ongeveer 5 uur lekker achter hen gereden en hoefde dus niet op de kaart te kijken. Dat was trouwens ook al lastig geworden dat steeds weer een bril op en af doen. Ik had twee brillen meegenomen . Een oudje en een betere bril. Het oudje was al bij het montuur stuk gegaan en die had ik met plakband een beetje bij elkaar weten te houden. De andere bril was op het schanier los gegaan. Een van de mannen had steriel verpakte hechtingsetjes bij zich, waarmee hij mijn bril heeft gerepareerd. Mocht ik ooit door hem geopereerd worden houdt hem dan tegen. Mijn vertrouwen is tot het nulpunt gedaald, aangezien na ongeveer 30 km rijden het hechtingsdraadje volledig weg was.( Wat mensen toch meenemen.) Maar toch zeer aardig van de man om mij te helpen.

 

Onderweg kwamen we ook nog een Vader met en ongeveer 12 jarige dochter tegen. De dochter had een kleinere fiets. En ze kwamen uit Lisse. Nu waren ze op weg naar Parijs omdat het meisje dat zo graag wilde. Ik heb een grote bewondering voor haar, aangezien zij toch ondanks het slechte weer en het geploeter, bleef lachen en doorharken berg op en berg af. Ze hadden afgesproken iedere dag 80 km te fietsen. Dus geen reden voor mij om te klagen als dit meisje deze prestatie levert, heb ik het riant. Goed voor de motivatie. Nog even gegeten bij Mc. Donald. Al met al een redelijke dag (achter de Belgen aan). In het stadje afscheid van de Belgen genomen en doorgefietst, langs een klooster waar Gregoriaanse liederen via luidsprekers te horen waren. Gezien mijn uitrusting ben ik toch maar niet naar binnen gegaan. Ria daar even gebeld. Camping was dichtbij en goed. Wel weer met regen aangekomen. De campingbaas heeft mijn bril provisorisch gerepareerd. Het was de camping waar iedereen een warme maaltijd ging afhalen in het houten gebouwtje. Jammer dat ik al gegeten had, want de gebakken patatlucht werk toch wel aanstekelijk Heb besloten om niet de route "Langs oude wegen”te nemen, aangezien de confrontatie met de” Franse Ardennen” voor mij voorlopig wel voldoende was.

 

 

Maandag 5 augustus 2002.

 

Dag 5.

 

Cambrai-Compiégne (Pierrefonds)

 

Afstand 116 km.

 

Gereden tijd: 10.30 uur.

 

Om 06.00 uur werd ik wakker en 08.00 uur ben ik vertrokken. Mist en kou tot 11.00 uur. Bij een kerkhof zag ik een lange blonde jongen van ongeveer 30 jaar oud. Volgens het uiterlijk en het type fiets vast een Hollander, dus hem meteen in het Hollands aangesproken. Bleek ene Martijn te zijn die ik vanaf vandaag tot in Santiago steeds wisselend ben tegen gekomen. Hij reageerde verbaasd want hij was al een week onderweg en was nog geen Hollander tegen gekomen. Hij was vanuit Groningen op weg naar Barcelona en mogelijk dat hij dan via Santiago zou gaan. Had wel het bekende boekje deel 1 bij zich. Ongeveer omstreeks 14.00 uur hebben we een lange rust genomen en uitgebreid gegeten. Inmiddels is mijn kettingkastbeschermer  los geraakt. Om 15.00 uur in Noyon, de geboortestad van Calvijn, aangekomen. Martijn ging de stad bekijken en ik wilde doorrijden aangezien ik tot de ontdekking was gekomen dat het gemiddelde per uur eerder 10 km was dat de 20 km die ik had gepland. Bovendien wilde ik reservetijd opbouwen indien er tegenslag zou komen, zoals ziekte of pech.

Voor ik verder ging rijden stapte ik het eerste de beste café binnen en bestelde een cola. Direct hierna vroeg ik aan de barkeeper of hij mijn bidon met water wilde vullen. Hij vroeg hier 2 euro voor. Toen ben ik maar gaan lachen en ben ik weggelopen. Uiteraard met gevulde bidons. In Compiégne zou volgens de boekjes een camping zijn en wilde vandaag niet zolang fietsen. Daar gekomen bleek de camping opgeheven te zijn en was er 15 km verderop in Pierrefonds wel een camping. Dus toch maar weer doorgesjouwd. Op deze camping werd ik op een achteraf plaatsje neer gezet waar je amper een goed plekje had. Ik stond boven op een stukje heuvel. Weer regen bij het opzetten van de tent. Ook waren er Belgen die Vlaams spraken maar zodra ik ze aansprak gingen ze in het Frans verder. Doet niet leuk aan vooral als je informatie wilt hebben. Later zag ik, vanaf mijn heuveltje, Martijn staan. Die mocht er eerst niet in maar naar lang aandringen mocht hij dan toch ergens staan. Het plaatsje heeft overigens een heel groot schitterend kasteel. Toen ik er de volgende dag een foto van wilde maken zat er een dicht laag mist omheen. De prijs van de camping was € 2,60 .

 

Dinsdag 6 augustus 2002.

 

Compiégne-Hennonville.

 

Afstand 97 km.

 

Gereden tijd: 09.30 uur.

 

Om half 5 wakker geworden en om 06.15 uur opgestaan en pas om 09.00 uur vertrokken. Martijn is een beetje lui.

Ik eet de gehele dag wel door en ook steeds meer fruit. Ook kook ik nu zelf en als je honger hebt is ravioli uit blik snel klaargemaakt en smaakt geweldig. De gehele dag samen met Martijn opgetrokken, alleen de berg op gaat hij 2 a 3 keer zo snel. In het begin was het koud (mist en later regen) In Compiégne moesten we ook nog een stuk lopen omdat daar nog zeer oude keien lagen. Zie onderstaande foto.

 

 

 

Ook heb ik vandaag 4 herten gezien die door het open veld renden. Dat gaat pas echt hard. Ondanks dat ik de zon wel elke dag, al is het maar eventjes, gezien heb ben ik in mijn gezicht verbrand en heb ik (de gehele reis door) last van koortslippen die ik overigens wel behandel. Onderweg 2 km voor een dorp reden we op een weg zonder ander verkeer dat door een bos liep. Plotseling kwamen er twee bromfietsers uit het bos die veel gas gaven en soms op een wiel reden.

Direct hierop kwamen andere gemaskerde jongens uit het bos rennen de weg op. Zij sloegen met stokken op de bromfietsers in. Zo snel als ze uit het bos kwamen, zo snel waren ze ook weer verdwenen. Zelfs zo snel dat Martijn, die een stukje achtermij reed,niet eens gezien had dat de jongens gemaskerd waren.

Omstreeks 18.30 uur in Hennonville aangekomen. De camping was goed afgesloten want ze kwamen met een sleutel het hek openen. Samen met Martijn op een plek gestaan. Zonnecreme factor 25 gekocht, alsmede 1 meter pleister(voor de tepels want met al die nattigheid gaat dat allemaal schuren)

Op de camping kwam ik een Leusdens echtpaar tegen. Het was Ds Blom

Prins Hendrikstraat te Leusden naast Corrie Verduyn.

 

Woensdag 7 augustus 2002.

 

Hennonville-Conde-Vesgre.

 

Afstand: 89 km.

 

Gereden tijd 7.30 uur.

 

Om 06.30 uur opgestaan en om 08.30 uur weggereden. Het beloofde een warme dag te worden. Echter voorlopig was het nog koud. Doel Chartres.

Om 10.30 uur afscheid van Martijn genomen. Hij rijdt voor mij te hard en ik moet dan nog meer inspanningen leveren om hem bij te houden. Afgesproken bij een camping bij Cartreux. Nu moest ik zelf de kaart lezen en zonder bril ging dit een paar keer verkeerd. Dus teveel kilometers. Het ging berg op en berg af. Ook veel gelopen soms wel 3 km bij 9 % helling.

Om 16.00 uur, het is inmiddels bloedwarm gestopt bij een aftandse camping (wel schoon) in Conde Vesgre ongeveer 30 km boven Chartreux . Ik was het zat, heb geen inkopen kunnen doen. De campingbaas had wel een paar gekoelde pilsjes en verkocht ook nog kant en klare opwarm maaltijden. Dus het werd Beuf de Bourgion uit blik. Morgen beter.Er was haast niemand op deze camping. Helaas kon ik mij niet aan de afspraak met Martijn houden. De taal van het lichaam gaat voor. Fiets onderhoud gepleegd en voor het eerst wat tijd om je spullen te wassen. Hete dag . Morgen kalm aan.

Ik heb er nu een week opzitten. Dagboek in enveloppe gedaan en en kort begeleidend briefje erbij

voor Ria en Roderick.

Ik heb ook nog een inventarisatie gemaakt van mijn voornemen om iedere dag iets weg te gooien.

Ik weet niet of de lijst compleet is.

 

1.    twee kussens voor in een bus.

2.    Scheerkwast

3.    Boekje "langs oude wegen

4.    Vlag met stokken

5.    Twee paar sokken en een T-shirt

6.    Flacon kamferspiritus

7.    Een werkdoek.

8.    Fietshandschoenen, omdat ik vermoedde dat deze de bloeddoorstroming van mijn  handen belemmerden maar waar ik op het einde spijt van heb gekregen omdat ik kleinen plekjes eerste graad verbrandingen op mijn handen kreeg.

 

Donderdag 8 augustus 2002.

 

Dag 8.

 

Conde Vesgre-Chateaudun

 

Afstand 119 km.

 

Gereden tijd: 8.45 uur.

 

 

Zo de eerste week zit erop. Om 06.30 uur opgestaan en om 7.45 uur vertrokken. Aanvankelijk leek het mooi weer te worden, echter het bleef bewolkt. Omstreeks 16.30 uur op de camping municipale in Chateaudun aangekomen. Goed en goedkoop behalve het koude pilsje. Ik kreeg een plaatsje in het midden in vak Z. Inkopen bij Le Cler gedaan. Andere fietsbroek aangedaan hetgeen resulteerde in een zere kont.

Ook Chateaudun heeft een geweldig groot kasteel. Door het centrum gezworven.

 

 

Onderweg een Belgisch echtpaar tegengekomen die naar Santiago waren geweest en nu op de terugweg naar huis waren. Ze waren 1 juni vanuit Chartres vertrokken. Ze waren Martijn ook tegengekomen en van een

hardloper hoorde ik dat hij een voorsprong had van ongeveer 40 minuten. Ik besef nu dat ik toch aan moet poten om op tijd in Santiago te zijn gelet op de tijd die het echtpaar erover had gedaan. Ik heb vervolgens een kortere route genomen zodat ik Martijn zou inhalen, echter tevergeefs.

 

Onderweg word je zo nu en dan aangemoedigd met Bon Route Peligrimo. Nu ik het journaal schrijf komt het zonnetje door .Wel erg laat. Journaal van de eerste week in een dorpje op een klein postkantoortje afgegeven (wit gebouwtje en rondrijden om bij de ingang te komen)

Plastic bord weggegooid, aangezien in hem nooit gebruikte omdat ik rechtstreeks uit het pannetje at.

 

Dag 9.

 

Vrijdag 9 augustus 2002.

 

Chateaudun-Vouvray (10 km boven Tours).

 

Afstand 116 km.

 

Gereden tijd : 10.30 uur.

 

Om 06.30 uur wakker en om 08.00 uur vertrokken in de stromende regen en tegenwind dus kou. Wilde eigenlijk in bed blijven liggen maar ja zo kom je niet verder. Pas om 11.00 uur werd het beter en om 12.30 uur werd ik ingehaald door Martijn, die vrijwel direct hierna een vastgelopen ketting kreeg (Hij doet niets aan onderhoud) Ketting verholpen en om 14.30 uur weer afscheid van hem genomen. Mogelijk zien we elkaar nog wel.

 

Later werd ik ingehaald door drie Belgische jongens van rond de 20 jaar studenten van de Universiteit van Antwerpen die studeren voor Handelsingenieur. Met hen zo'n twee uur meegereden waardoor het toch makkelijker fietsen is en al met al het toch wel weer een aardige dag is geweest. Tent opgezet op camping du Bec de Cisse Vouvray. Bij een supermarche voor ongeveer 10 euro per bankpas betaald. Inmiddels eet ik als een dijker om het uur neem ik wel iets zoals appel; banaan; tomaat; peer; plakken chocola of zakken nootjes. Inmiddels ben ik ook een fervent groot verbruiker van tissues in de waterdicht zakjes. Hiermede doe ik alles, zoals het als toiletpapier gebruiken. Pannetje schoon maken. Tent schoonmaken als je bovenop een toetje hebt geslapen.

 

Ik ben blij met de heldere gele hoezen ook al heb je waterdichte tassen. Het vergroot de zichtbaarheid. De hoezen zijn tevens reserve bagageruimten voor je boodschappen onderweg. Dit geldt ook voor het helgele windjackje wat ik steeds draag. Volgens mij zien de weggebruikers mij al vanaf grote afstand.

Ook neem ik een ruim stuk van de weg. Als je te veel rechts houdt rijden ze je van je sokken. Ik heb heel wat automobilisten uitgescholden, echter ze hoorde mij nooit.

Van het spiegeltje heb ik veel plezier. Je kunt er in kijken en zien of ze afstand van je nemen. Doen ze dat niet ga dan maar iets slingeren, dan wijken ze wel uit.

 

Dag 10.

 

Zaterdag 10 augustus 2002.

 

Vouvray-Sorigny.

 

Afstand 33 km.

 

Gereden tijd 3.30 uur.

Vertrokken om 08.30 uur in de stromende regen. Toch voorgenomen om het rustig aan te doen. Omstreeks 09.30 uur op een van de Boulevards van Tours een klein tasje gevonden in de stromende regen, wat later bleek dat er een fototoestel in zat. Alleen de batterij was los gevallen. En er waren geen foto's mee gemaakt. Doorgereden naar de hypermarche foto's gemaakt om te kijken of het toestel werkte en ja hoor hij doet het. Zie foto Carrefour.

 

 

 

Vervolgens in Carrefour een Michelinkaart gekocht zodat ik enig idee heb hoe ik rijden moet. Omstreeks 11.30 uur gestopt om stokbrood met boursin te eten onder het afdakje van een uitgifte tentje. Toen ik hierna verder ging was ik zo afgekoeld dat ik niet meer warm kon worden, terwijl het maar door bleef regenen, dus besloot ik het eerste de beste gelegenheid die zich voordoet stop ik.

Dat was dus in Sorigny 3 km verderop langs de N 10. Het bleek een twee sterren hotel te zijn, die ik niemand zal aanbevelen. Voor mij was het niet zo erg, zo hoefde ik mij ook niet als een verzopen kat te schamen voor het water dat ik binnenbracht. Ze hadden ook een rek om kleren op te hangen en achter het hotel kon ik mijn fiets kwijt. In het kamertje zaten verwarmingsbuizen zo dik als ik ze nog nooit gezien

had. Ik had supergeluk. Het was kennelijk zo koud dat de hotelier de verwarming aangezet had. Nu kon ik alles ook nog laten drogen.

De volgende keer moet ik wel eerst de verwarmingsbuizen schoon maken. Maar ja je kan nu eenmaal niet alles hebben. Ria gebeld. Boodschappen gedaan. Tassen opnieuw ingedeeld. Alles schoongemaakt. Pleisters gesneden. Overnachten kostte maar 10 euro.

In het hotel 's -avonds gegeten en vroeg naar bed na de wijn van het diner. Ook nu elke dag zon want ik heb de zon ongeveer 30 seconden gezien.

 

Opname van mijn kamer.


Dag 11.

 

Zondag 11 augustus 2002.

 

Sorigne-Ruffec (50 km boven Angoulême)

 

Afstand 156 km.

 

Gereden tijd: 11 uur.

Zondagochtend Ik schrik om 07.10 uur wakker. Maar ja wat wil je als je in een echt bed slaapt. Was ingepakt zelfs de sokken waren droog (en vies). Gauw de boel ingepakt en opgeladen. Nog even een kop koffie en dan om 08.00 uur vertrokken. Ik neem vandaag de N-weg aangezien het zondag is en er toch

geen vrachtverkeer is. Nu kan ik wat inhalen wat ik gisteren te weinig heb gereden.

Ik zal een ieder een inventarisatie besparen wat je allemaal aan dood gereden dieren tegenkomt. Alles wat tussen een muis en een vos zit.

Ook heb ik vandaag ontdekt dat alle spullen die ik in mijn stuurtas heb zitten (en dat is veel) verticaal moet opbergen want anders zoek je wezenloos om iets te vinden. Foto op de camping genomen.- Betrof camping tegenover een zwerverstent en waar geen aanspraak was. Naast mij hoorde ik wel Hollanders maar geen contact.

 

 

 

 

Maandag 12 augustus 2002.

 

Dag 12.

 

Ruffec-50 km onder Angolese.

 

Afstand 114 km.

 

Gereden tijd: 9 uur.

 

Gisteren om ongeveer 09.00 uur in slaap gevallen en om 02.00 uur weer wakker. Ik hoor dat het regent en dus zorgen voor morgen. Na een paar uur toch nog weer in slaap gevallen waarna ik om 06.30 uur wakker schrik. Om 08.00 uur vertrokken en gauw nog ongeveer 35 km N- weg genomen. Hierna werd het te druk Om 12.45 uur ben ik in Angolese en ga nu richting Bordeaux. Om 15.30 uur wil ik eigenlijk wel stoppen en vraag in het plaatsje Chablis bij de plaatselijke VVV. waar een camping is. Er wordt voor mij gebeld en ik hoor dat 6 km verderop in het plaatsje Riouze-Martin  een camping is. Nu deze lag 6 km verderop.

Eerst nog in Chailais inkopen ( 14.45 per giro) gedaan en met twee extra tassen aan het stuur kom ik ter plaatse aan. Het blijkt 9 km verder te zijn en onderweg een aantal flinke heuvels overal rond gevraagd. Camping blijkt niet te bestaan. Er staat wel wat rommel van wat ooit een camping is geweest en waar nu enkele vissers zitten. Je vraagt je een slag in het rond en niemand weet wat. Het water is op. Gelukkig is er een kleine alimentation waar ik water koop en naar een camping vraag aan de vrouw die mij helpt. Ze zegt:” Linksom en dan 2 km doorrijden” wat nu wel klopt.

Om 16.00 uur komt het zonnetje door want hiervoor is het gewoon koud geweest.

De afdeling weggooien:

Gisteren 1 zonnebril en vandaag 1 oude wereldontvanger aan Nederlandse Marokkanen gegeven. Kreeg als dank en kop koffie terug. Ik heb toch geen tijd om naar de radio te luisteren. Overigens ben ik van alle

nieuws verstoken en ik mis het ook niet. Bovendien heb ik er een fototoestel bij gekregen, dus dat schiet aan bagage niet erg op. Morgen gooi ik een oude zwembroek weg ( was toch niet meer om aan te zien) Onderweg heb ik mijn goede bril bij een opticien laten repareren. Hij was er toch 15 minuten mee bezig en berekende hier niets voor. Toen ik hem de andere kapotte bril liet zien (die niet te repareren was liet hij mij een goedkope (8 euro) bril zien, die ik gekocht heb en overigens de gehele reis gebruikt heb.

 

Telefoontje gehad van Chris en Tineke, die konden nu goedkoop bellen omdat ze toch in Frankrijk waren. Toch hartstikke leuk zo'n telefoontje. Gelukkig hadden ze dit telefoontje via een SMS aangekondigd.

 

 

Betrof camping waar de campingbaas wat lang op zich liet wachten en die vanuit een gebouwtje aan de overzijde kwam en waar je zelf bier uit de koelkast kon nemen.

 

Dinsdag 13 augustus 2002.

50 km onder Angoulême-Saint Symphoriën.

 

Afstand: 116 km.

 

Gereden tijd:  10.30 uur.

Om 06.30 uur word ik wakker en jawel het is mooi weer, dus gauw vertrekken. Dit is om 08.00 uur. Het zal heet worden (en het werd heet). Eerst nog wat mistvelden maar daarna de zon. Ik ben van plan om het kalm aan te doen en de meeste kleine colletjes te lopen om krachten te sparen. Moet weer een Michelinkaart kopen om de weg te vinden. Het landschap begint te wijzigen van de gemaaide korenvelden en de uitgebloeide zonnebloemen en de hooggroeiende maïsvelden naar de eerste druivenranken.

Via St. Emilion en Montagne (veel toeristen) doorgereden. De eerste palmbomen tonen zich al .Vanaf 12.00 -16.00 uur om het halve uur, tien minuten in de schaduw. Dit blijkt een goed systeem te zijn. Ook ben ik flink opgeschoten omdat de laatste 30 km vlak was. Wat mij opvalt, is dat de weggebruikers in het algemeen zeer milieubewust zijn. Ze binden de zakken met vuil boven af voordat ze het in de berm gooien. Om 18.30 uur aangekomen in Saint Symphoriën. Ria gebeld.Ik hoor haar maar zij mij niet. Ze zal zo wel naar bridgen gaan dus morgen maar weer bellen en dan neem ik ook een halve snipperdag.

Fietsonderhoud gepleegd en nog even afgekoeld in een kinderzwembad (opgeblazen zwembad staand vlak bij de receptie) . Betrof camping in een bos waar ik ook nog in gesprek raakte met een oude pelgrimsganger .

 

 

Woensdag 14 augustus 2002.

 

Saint Symphoriën-Lesperon.

 

Afstand: 107 Km.

 

Gereden tijd: 8 uur.

 

Ik ben van plan om vandaag een halve rustdag te nemen. Het is een van de weinige mooie dagen. De zon schijnt. Uitgeslapen tot 07.30 uur, was gedaan en om 09.30 uur vertrokken. De was nat boven op de bagage en dan moet het maar. In een mum van tijd (12.30 uur) zit ik in Labouheyre. De afstand die ik dan heb afgelegd is 55 km, dus een mooie afstand voor een halve dag, echter er is in deze grote plaats geen serieuze camping, dus doorrijden. In de hitte een cola bij een Les Routiers genomen. Ook nog met enkele Nederlanders die ook op het terras zaten gesproken en uitgerust met goede moed verder gegaan.

 

 

 

 “ Hoe lang en recht het was.”

 

Voorlopig kon ik mooi parrallel aan de A-weg blijven rijden. Op een stapel omgezaagde bomen gezeten om even wat te eten.

Alles o.k. tot ik wegens wegonderbreking om moest rijden. Ben boos op een Franse fietser die ter plaatse bekend is en mij toch nog verkeerd wil sturen richting Mimizan. Daar heb ik echt geen trek is want dan rijd ik weer terug. Eindelijk weer terug naar de parallelweg van de N-weg die nu is opgebroken. Ongeveer 500 meter verderop zie ik dat de weg doorloopt.

Ik besluit door een stukje bos en over het zand van de aan te leggen weg te gaan. Nadat ik door het bos was gesjouwd (Nooit doen want in het bos zijn bramen en die hebben……..stekels) over het zand. Dat was een tegenvaller want er waren drie bergen zand waar ik overheen moest. Tassen af; over het zand heen; tassen op; etc. Eindelijk klaar en wat zie ik: ja, ja een lekke voorband. Tassen af, fiets op zijn kop. Nieuwe binnenband op doen. Zand verwijderen van de banden en de tandwielen. Zweten, vieze handen, weinig water. En een gloeiende zon boven je hoofd. Al met al zit je er dan doorheen.

Naar een woning in de buurt gelopen, waarvan een man, die Michel bleek te heten, mij al gezien had en naar mij toekwam. Handen gewassen en drie koude biertjes van hem gehad. Ik mocht blijven slapen, gebruik maken van zijn telefoon. Michel wil ook geen geld hebben. Hij woont daar alleen stookt in een

gigantische open haard. Wil niet op de foto. Ik vind hem een soort Franse inboorling. Ik durf niet op zijn aanbod in te gaan terwijl hij wel alles geeft.

Kennelijk toch mijn opvoeding/beroepsachterdocht en besluit verder te gaan. Na ongeveer anderhalf uur kom ik op een camping aan. Mijn buurman heeft kennelijk enige mensenkennis want hij komt aanlopen met een biertje in de trant van: “Ik denk dat u vast hieraan toe bent”. Betrof een man met een dochter en een zoon, afkomstig uit Den Haag (was nog licht te horen). Hierna voor twee nachten geboekt, zodat ik verplicht ben om te blijven, want van mijn halve snipperdag is niets terechtgekomen. Ook nog even gezwommen, zodat ik weer een beetje bij de mensen kwam.

 

Donderdag 15 augustus 2002.

 

Vandaag mijn eerste volle rustdag en het is mooi weer. Tijd om van alles te regelen. Het is vandaag een feestdag (Maria Hemelvaart) dus ik moet het doen met de proviand die ik in voorraad heb. Door al het gedoe van gisteren is het er niet van gekomen en het dorp ligt 12 km verderop dan ga je niet zo gauw, zeker na zo'n dag, even naar het dorp. Ik ben pas om 09.00 uur wakker, wel vreemd als je eerst altijd

rond 06.00 uur wakker wordt.

 

Van 09.00 uur-12.00 uur onderhoud fiets. Hierna heroriëntatie hoe verder te gaan ik had immers geen boekje meer. Even zwemmen, mijn 91 -jarige moeder gebeld. De lekke band had twee gaatjes vlak bij elkaar. Dus zo gauw mogelijk een nieuwe band kopen. Stand teller 1512 km. Vandaag geen meter erbij. Ik denk dat ik het van nu af aan het wel kalmer aan kan doen. Naar Santiago de Compostello is het 13 dagen rijden van vanaf Saint Jean Pied de Port. Hier vandaan naar St. Jean  is het 2 dagen rijden, dus 15 dagen plus de 15 dagen die erop zitten is samen 30 dagen. Dat betekent dat ik op 31 augustus 2002 in Santiago aankom. Dus heb ik ruimschoots de tijd. Wel een prettig idee om het kalmer aan te kunnen doen. Pelgrimeren is hard werken. Verder de was gedaan route plannen en zowaar wat geluierd.

 

 

 

Vrijdag 16 augustus 2002.

 

Lesperon-Sauveterre.

 

Afstand:  90 km.

 

Gereden tijd: 8 uur.

 

Ik word om 07.10 uur wakker. Eigelijk wil ik nog blijven liggen, maar de onrust slaat toch toe. Ik wil weer verder. Om 08.00 uur vertrokken en na 10 minuten kom ik een huis tegen met een bord waarop staat Santiago 893 km .

 

 Dit geeft de burger weer moed aangezien ik er toch al meer dat 1500 km op heb zitten; Parijs was 711

km. Nog even met de eigenaar van het huis gesproken over pelgrimeren. Na ongeveer een half uur fietsen staat er in de middle of now wer een bord:"Fietsreperateur 250 meter." Deze 250 meter moest worden afgelegd over en weg met ruwe stenen zodat indien je fiets nog niet kapot zou zijn, hij vanzelf wel stuk gaat. Ik besluit toch maar een kijkje te nemen met alle risico's van dien. Na enig zoeken een man gevonden bij een soort boerderij die zegt dat de door mij gevraagde bandenmaat niet verkrijgbaar is. Hierna gaat hij tussen zijn spullen zoeken. Na 10 minuten wachten, ik wil net weggaan, komt hij met een band aanzetten, dat afwijkt van de door mij gewenste bandenmaat. Hij verzekert mij dat deze ook goed is. Ik betaal hem en vervolgt mijn reis. Hopen, dat het goed gaat. Na 100 meter gauw nog even controleren of het ongeveer klopt. Het lijkt erop.

 

Na weer een uur te hebben gereden, het is eindelijk een mooie fietsdag, kom ik bij een alimentation. Ik neem een 1 banaan; 2 tomaten en een halve baguette. Zodra ze er achter kwam dat ik een pelgrim was mocht ik niets betalen. Hierna kwam ik in Dax aan. Ook hier was het kennelijk feest. Iedereen liep in

witte blouses en rode sjaaltjes en er waren honderden tenten langs de rivier.(Later hebben twee andere pelgrimsgangers Geert van den Straaten en zijn vriendin Danielle mij gemaild dat de naam van het feest luidt"De Feria" Deze twee hebben al die tijd een paar dagen achter mij aan gereden en zijn ook op 30 augustus gearriveerd.)Op het postkantoor in de rij voor het afgeven van de wekelijkse post.

Na drie uur fietsen wilde ik een camping nemen in Peytehorade. Mooi plaatsje, de camping lag aan de rivier en was bezet door Zigeuners. Daar deze mensen anders denken over de begrippen bezit en eigendom besluit ik door te rijden en wel op mijn gemak. Ik heb zelfs een pilsje genomen op een terras. Uit eindelijk in Sauveterre aangekomen. Schitterende camping langs een rivier, waar veel rafters langs komen en ook is de camping naast het dorp gelegen.

Ook het plaatsje zelf is schitterend en er is ook nog feest van de Blonde Koe

Ik besluit twee dagen te blijven.

 

 

 

 

 

 

 

 

De oude brug is nog net te zien.

 

 

Zaterdag 17 augustus 2002.

 

Snipperdag.

 

Opgenomen snipperdagen:2 ½.

 

Hou vast aan mijn besluit om te blijven. Het is eens heel mooi dorpje met kasteel en een schitterende rivier waarin in het midden een eiland is waar je mooi kan recreëren. Het eilandje is genaamd: Ile de la Glère.Verder heb ik de “ was” gedaan wat echt nodig was en een paar keer naar het dorp gelopen om daar de feesten te bekijken. Overal stalletjes en orkestjes. Er was een koeienmarkt en allerlei plaatselijke producten die hier aangeboden worden. Oude ambachten die getoond werden alsmede de plaatselijke bevolking die in oorspronkelijke kledij gestoken waren.

Vanaf het marktplein is een het paar meter lopen om uitzicht te hebben over de gehele streek. Het plaatsje heet officieel Sauveterre de Bearn. Nu zit ik op een rotsblok in de rivier in het zonnetje te schrijven. De naam van dit riviertje is: Gave d' Orloron die hier samenkomt met de Saison. Om het halve uur spreek ik wel met Nederlanders die langs komen en hier uit hun bootjes stapten.

In de avond weer naar het dorp gelopen en gekeken naar” force basque” met o.a. touwtrekken en bomenzagen en houthakken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zondag 18 augustus 2002.

 

 

Sauveterre-St Jean Pied -de-Port.

 

Afstand: 45 km.

 

Gereden tijd: 5 uur.

 

Genoten snipperdagen: 3.

 

Ik word wakker van het onweer. Het is half twee en het lukt mij niet meer in slaap te komen. Om 07.00 uur opgestaan. Ik ontdek dat naast mijn tent een auto staat en dat er mensen inslapen. Ik hoorde vannacht al het een en ander rommelen. Nu vind ik het lastig om de tent alleen te laten want je weet niet wat er in de auto zit. Achteraf bleek dat er een echtpaar van middelbare leeftijd in zat. In ieder geval om 08.30 uur vertrokken. Het weer is drukkend en het motregende ook. Zonder iets te doen zweet ik al. Maar ja nat worden is de norm. Hetzij van de regen, hetzij van het zweet. De rit is kort maar stevig. Hier in St. Jean Pied-de-Port aan de voet van de Pyreneeën, is het wederom feest. Er zijn dweilorkestjes en smartlappenkoren .

Fietsonderhoud gedaan. Twee keer naar het dorp geweest. T-shirt gekocht in het “Centrum van de pelgrimage “ alsmede daar ook een stempel gehaald voor de Credential, dit is de pelgrimspas die ik in Nederland bij het aanmelden als lid van het Nederlands Genootschap van St. Jacob heb gekregen. Deze Credential kan je gewoon voor een paar euro ’s ook daar kopen. Ook nog de kathedraal genaamd: Notre Dame du Pont bezocht. Gekookt. Naast mij staan een Hollands stelletje. Ze waren hier voor een wandeltocht (geen pelgrimage). De jongen was door zijn rug gegaan .Hem een paar spierontspanners gegeven. Later gevraagd of hij het niet gek vond om pilletjes van vreemde aan te nemen waarop hij antwoordde dat hij ze eerst onderzocht had en kende hij kennelijk het medicijn (naproxen). Hem ook nog een paar nieuwe zwarte wollen sokken gegeven. Naast de camping is een klein Stadion waar ’s-avondsPelote” gespeeld werd.

 

 

 

St. Jean Pied-de Port.

 

 

Wat houdt hij vast.

 

Zo de fiets kan ook niet weglopen.

 

 

 

 

Feest in Saint Jean pied de Port.

 

Maandag 19 augustus 2002.

 

St Jean pied-de -Port-------Pamplona (Irunea)

 

Afstand: km stand 99 km.

We gaan nu de echte pelgrimsweg op.


 

Gereden tijd: 9 uur.

Wakker om 07.30 uur. Ik vertrek om 08.30 uur via de Porte de Espagne .De start van de “Camino”of te wel Chemin de Saint Jacques, kan beginnen. Het is gelukkig bewolkt, en het ploeteren en harken kan beginnen voor de grote col (1065 m) naar Roncesvalles. Eerst een stuk langs de rivier Rio Luzanne en na 40 minuten het passeren van de Spaanse grens in het 600 inwoners tellende dorpje Valcarlos/Luzaide. Hierna wordt het al zo nu en dan lopen. Het zo nu en dan lopen gaat over in het constant duwen naar boven. Ik bereken dat ik ongeveer 12.30 uur in Roncesvalles aankom. Omstreeks 10.30 uur zie ik door de bomen de zon schijnen en een half uur later zit ik in het zonnetje en kan ik mijn kleren te laten drogen, terwijl ik naar beneden naar de wolken kijk. Het uitzicht is schitterend.

 

 

Hierna weer door lopen tot het opeens begint te waaien. Dit is de wind die over de top komt. Even later ben ik op de top. Regenjas aandoen en een stukje naar beneden tot het beroemde klooster van Roncesvalles, waarvan het Roelandslied de slag van Roncesvalles (778) bezingt .In het klooster een koude cola genomen en

vers water ingeslagen. De camping van dit plaatsje lijkt mij niets en wat moet ik dan de rest van de dag doen want de eerste etappe zit erop. Dat betekent: doorrijden. Even later op een kruising kan ik kiezen of naar Pamplona via de N-weg en dat is de officiële route en die is druk of via een langere weg waardoor de afstand naar Pamplona verandert in 45 km in plaats van 53 km. In neem de langere weg de NA 172 langs een rivier de Rio  Urrobi. Het is een prachtige nieuwe weg, kennelijk geheel voor mij aangelegd, want ik zie niemand en vloeit in een dalende lijn van ongeveer 7 a 10 km. Rechts naast mij stroomt het riviertje met prachtige watervallen. Ik hoef al die tijd niet te trappen en ook niet te remmen. Hierna kom ik aan het einde van de wereld. Het is dan heet en er is geen schaduw.

 

De foto was om het kerkje te doen.

Ook nu weer 10 minuten fietsen en dan 5 minuten rust. Om 16.00 uur rijd ik door de straten van Pamplona. Na 50 en een half keer vragen naar "Campien" kom ik eindelijk op en camping 5 km buiten Pamplona aan. Vergeten om in Pamplona drinken in te slaan en daardoor kom ik uitgedroogd aan. Eerst een groot glas bier(Het duurt even voordat ik geholpen word en de barman wil ik wel bewusteloos slaan). Hierna mag ik een plaatsje opzoeken.

Twee keuzes: 1e keuze: of in de volle zon. Tweede keuze: of op de stenen. Ik kies voor het laatste. Ik besluit op de camping uit eten te gaan want de kampwinkel is ook drie keer niets. Dus 's avonds gegeten frites met een halve kip voor 8 euro samen met de heer en mevrouw van der Waal uit Rotterdam. Voor het eerst heb ik wel een zere kont gekregen echter niet zo erg. Een beetje uierzalf en het is zo weer over. Ook hadden twee vaste bewoners (buren) van de camping slaande ruzie en leek het even op een "interne verbouwing" want de campingspullen vlogen bijna om je oren.

 

Dinsdag 20 augustus 2002.

 

Dag 20.

 

Pamplomna-Estella.

 

Afstand: 58 km.

 

Gereden tijd: 5 uur.

 

 

Vannacht was er onweer en regen. Gelukkig is het nu half bewolkt. Ik besluit mijn vrije dag uit te stellen en toch te gaan rijden in de veronderstelling dat het vandaag toch wel weer bewolkt zal zijn. Nu, het werd zeer heet. Dit is ook ingegeven doordat ik niet op een goede plaats op de camping sta.

Om 09.30 uur vertrokken om eerst nog even Pamplona te bezichtigen. Ik had twee plattegronden en dat is een te veel Deze twee kwamen niet overeen dan ben je de meeste tijd kwijt om te kijken hoe je rijden moet in plaats van de gebouwen te bekijken. Om 12.30 uur Pamplona verlaten en gereden in de richting van Puenta de la Reina.

Dit is de plaats waar alle wegen naar Santiago bij elkaar komen.Vanaf hier hoef je eigenlijk niet meer op een kaart te kijken want overal kom je deze bordjes tegen die aangeven dat dit de route naar Santiago is. Het wordt dan ook al drukker op de Camino. In het plaatselijke parkje een lange rust genomen. In deze plaats kwam ik een vader met twee zoons tegen die net begonnen waren om een deel van de Camino af te leggen door een week lang te fietsen in de richting van Santiago. De namen ben ik vergeten ze waren afkomstig uit Bussum. Met deze drie een paar stukken meegereden en automatisch toch de strijd om wie het snelst naar boven kan met de jongens aangegaan wat zeer dom is want je blaast jezelf zo op. Bovendien had ik deze dag niet zo veel gegeten en dan komt de man met de hamer even langs.

's-Avonds op de camping kon ik niets doen. Bij iedere beweging die ik deed, verkrampte het lichaamsdeel dat ik gebruikte. Het enige wat ik nu nog kon eten was drinkbare Yochurt. De rest kreeg ik niet naar binnen of ik kreeg braakneigingen. Ik besloot niet; nee, ik werd gedwongen om een vrije dag te nemen Op de camping kwam ik de vader en de jongens weer tegen die iets later aankwamen. Ook op het laatste stukje ben ik nog een stelletje tegengekomen die ik onderweg ook al had gezien. Het bleek later dat dit een Belgisch meisje was met een Spaanse jongen. Ik heb de gehele avond op bed gelegen en ben op 10.30 uur gaan slapen.Het verleden zakt weg en de toekomst is maar een dag verder.

 

Woensdag 21 augustus 2002.

 

Genoten snipperdagen: 4.

Goed geslapen 07.30 uur opgestaan.

Uitgebreide persoonlijke verzorging genoten. Goed gegeten (soep; Yochurt; appels tomaat; brood). Uitgebreid de “ was” gedaan. De vertrekkende uitgezwaaid. Hierna een bezoek gebracht aan Estella

 

( De Iglesia San Miquel)

 

Vervolgens ben ik naar de kapper geweest. Ik had voor de reis al naar de kapper gemoeten. Ik voel me weer een beetje mens en geen barbaar. Eerst haar gewassen en daarna knippen. Ik vond dat ze erg goed heeft geknipt en dat voor maar 10 euro. Hierna heb ik lekker een dubbel ijsje genomen.

Bij de refugio van Estella was op 12.30 uur al een drukte van belang ik telde al vlug 70 wachtende terwijl de refugio pas om 15.00 uur opengaat.Een refugio is een toevluchtsoord (letterlijke betekenis) voor pelgrims. In Spanje spreekt men van”Alberque"de Peregrinos

 

 

Hier stonden ze dan.

 

Op de camping bleek later dat het gebouw achter mij als dependance werd gebruikt van deze refugio. Naar schatting waren er ongeveer 30 ondergebracht. Sommige hadden zelfs hun hond meegenomen.

 

 

 

 

 

Overigens heb ik de gehele tijd nog steeds last van koortslippen.

Verder fietsonderhoud gedaan (o.a. remblokjes vervangen) Twee dames (zusjes en, dochters van een Urkse visser) op de camping ontmoet, waarvan er 1 vanaf Holland aan het fietsen was en de andere begeleidde haar en had dus ook de bagage in de auto. Ze was ook op 1 augustus 2002 vertrokken maar dan vanuit Tours. Ook zou ze op een dag 198 km hebben gereden en dat op haar 60-jarige leeftijd.

O, ja  het nieuwste. Heb je geen knijpers dan is er altijd wel een stokje van een ijslolly in de buurt. Stokje een beetje splijten en je hebt een knijper.

 

Donderdag 22 augustus 2002.

 

Dag 22.

 

Estella-Najera.

 

Afstand: 88 km.

 

Gereden tijd: 8 uur.

 

Om 06.00 uur werd ik wakker. Om 06.30 uur is het nog donker en ik denk dat ik een uur te vroeg ben en dat het nog maar 05.30 uur is. Echter er zijn nu 3 weken verlopen dus wordt het ook later licht. Gelukkig beginnen de wandelaars ook om 06.30 uur zodat ik niet de enige ben die geluid maakt. Om 07.20 uur

vertrek ik. Het is mooi weer echter nog zeer koud. De eerste kilometers kom ik bekende wandelaars tegen. Direct na Estalla kom je bij Monasterio de Irache aan de voet van de Montejurra (Carlisten). Dit klooster is een beetje verscholen achter een modern wijnbedrijf. Mijn buurman van de camping was er al langs geweest met de auto omdat je daar gratis wijn kan tappen (Een echte Hollander) Het klooster was nu nog dicht .Doorgereden naar Logrono.Enkele grote stukken via de a-weg gereden. Dit mag hier gewoon, maar een lekker gevoel geeft het niet. In Logrona heb ik boodschappen gedaan en maar weer doorgegaan. In dit gebied moet de veldslag, waarbij de apostel geholpen zou hebben, geleverd zijn. Na 12.00 uur wordt het weer bewolkt en 5 km voor Najara krijg ik tijdens een afdaling een lekkeband. Aan de kant van de weg zowel een nieuwe binnenband als een buitenband om het achterwiel gedaan. Het bleek dat een staafje ijzer met een diameter van 3 millimeter dwars door de band was gegaan. Na 3 kwartier weer verder gegaan. Bij de eerste de beste garage mijn handen gewassen.

Op de camping gekomen zie ik dat de Urker zusjes netjes naast de auto lekker koffie aan het drinken zijn. Hoe ze dit voor elkaar heeft gekregen weet ik niet, maar volgens haar zeggen was ze een uur later dan mij vertrokken. Ze moet mij gepasseerd zijn toen ik de band aan het verwisselen was. De dames hebben een naam: Ans (begeleidster) en Amy (fietster).

's-Avonds kwam er een Belgisch echtpaar naast mij staan Zijn naam is: Jan Vlam en hij is bestuurslid van het Vlaamsgenootschap van Santiago. Heel erg aardig. Heeft meerdere keren de rit gereden. Waarschuwde mij voor de “DE HEL VAN LEON.” Dit is een paar honderd kilometer kale vlakte zonder bomen tussen Burgos en Leon. Ook nog mijn remmen bijgesteld. Deze waren blijven slepen vanaf Estella. Dus het was een zware dag. Camping zeer beschut. Goed sanitair.

 

Vrijdag 23 augustus 2002.

 

Dag 23.

 

Najera-Burgos.

 

Afstand: 104 km.

 

Gereden tijd: 8 uur.

 

Om 06.30 uur ben ik wakker geworden. Slecht geslapen. In Najera was het weer feest. Dus herrie van beschonken Spanjaarden, daarna de Spaanse honden die menen te hele nacht te moeten blaffen, afgewisseld met het hanengekraai in de morgen en de herrie van de vuilnisauto.

Om 08.30 uur ben ik op de fiets gestapt en ben ik vertrokken.

Ik had moeite om het plaatsje uit te komen. Langs de refugio Belorado gereden, waar men het gebouw aan het restaureren waren. Het is een zeer oud klooster. Hierna vond ik het pad voor de wandelaars van de camino en een Spanjaard die ik naar de fietsroute vroeg wilde mij over het steile pad laten fietsen. Weer terug naar het dorp en via de hoofdroute weer aansluiting gevonden voor de beschreven weg. Het is zwaar bewolkt en koud. Na een uur mijn lange broek aangetrokken.

 

Motregen. In Santo Domingo de la Calzada brief op de post gedaan en een nieuwe binnenband gekocht. Hoop dat de maat goed is. Langs de Kathedraal gegaan waarin een levende haan was ondergebracht.Dit is gedaan om de legende in stand te houden dat een jongen gestolen zou hebben en opgehangen zou worden. Zijn ouders kwamen hem echter levend tegen. Hij was beschermd door de heilige Dominicus. Dit werd aan de rechter verteld, die juist een haantje aan het eten was. De rechter zei dat eerder de haan zou wegvliegen dan dat de jongen zou leven.En......de haan vloog weg.

 

Geklommen naar 1150 meter hoogte, alwaar mist was. Licht van de fiets aangedaan om gezien te worden, aangezien het zicht soms maar 15 meter was. Trouwens als je klimt valt het mijn op dat er dan bijzonder veel flessen in de berm liggen, die halvol zijn gevuld met een licht gele vloeistof. Kennelijk zijn deze afkomstig van vrachtwagenchauffeurs die dan hun cabine hebben opgeruimd.

 

Het laatste stukje van de route is bijzonder mooi maar ook wel weer zwaar. Het is intussen redelijk mooi weer geworden. De camping in Burgos ligt ongeveer 5 km buiten de stad. Omstreeks 16.00 uur op de camping aangekomen. Eerst bij de dames uit Urk, die er natuurlijk al lang waren, een kopje koffie gedronken. Tent opgezet wat gegeten en ik wil eigenlijk wel een tukje doen en ………jawel hoor, daar staat Martijn  voor mijn neus. Ervaringen uitgewisseld. Hierna ben ik naar Burgos gefietst waar de beroemde veldheer El Cid begraven ligt en de beroemde Kathedraal bekeken en in een snackbar nog wat gegeten (lekkere vette hap) en de pantoffelparade bekeken (de paseo). Terug op de camping met Martijn nog wat gepimpeld.

 

De kathedraal van Burgos.

 

Zaterdag 24 augustus 2002.

 

Burgos-Carrion de los Condos.

 

Afstand: 100 km.

Gereden tijd: 9 uur.

Wakker pas om 07.10 uur. Als een blok geslapen (geen wonder). Langzaam alles ingepakt en koffie bij Ans (van Urk) gedronken. Mary was net weggereden. Ongeveer omstreeks 09.00 uur vertrokken. Martijn zou mij wel inhalen. Ik ben er klaar voor om de "Meseta" zoals de komende route wordt genoemd te nemen.Na ongeveer 15 minuten komt er een flinke regenbui, gepaard met donder en bliksem. Gelukkig heb ik

voornamelijk voor de wind. Ik heb nu twee koersshirts; het gele windjack en mijn blauwe regenjack, alsmede mijn lange broek aan en toch heb ik het KOUD.

Herders met schapen gezien.

 

Een ervan gefotografeerd toen het even droog was.

En dan maar doorfietsen over de eindloze vlakten van de Tierra de Campos, waarbij je geen boom ziet en

zo ver als je kan kijken vlakten, waarvoor God geen tijd heeft gehad om hier iets mee te doen.

Ongeveer 10 km voor de camping nadert een grote onweersbui. Ik bestudeer de loop van de wolken en wacht ongeveer 15 minuten. Achteraf had ik beter snel kunnen doorrijden want ik hoorde van de dochters van de Urkervisser dat onweer naar de wind toe gaat. Zo weer wat geleerd, zodat ik toch nog in deze bui terechtkwam. In Carrion de Los Condos was het weer feest. De zusjes uit Urk waren al gearriveerd. Zij blijven hier twee dagen omdat het morgen zondag is. De camping zit barstens vol met jongelui die voor het feest zijn gekomen. De winkeliers zijn bezig de ramen dicht te timmeren en ik kan nog net een plekje vinden boven op de stenen en een halve vuilnishoop. Afijn, pelgrims mogen niet klagen. Op 5 meter afstand van mij komen een aantal jongelui samen, die in auto's rijden die ik niet kan betalen. Ik denk dat het een dealersplekje is. Ook komen later op de avond de meisjes die mij hebben ingeschreven in het kantoor van de camping toen ik arriveerde  en die ook bij het clubje hoorde, vragen of ik een betalingsbewijs heb. Gelukkig heb ik die nog. Ik krijg het gevoel dat ze mij daar weg willen hebben.

Ik denk maar dat ik wat papier in de oren stop en een wijntje drink. De Heybroeken (vrienden van ons)hebben een sms gestuurd met het bericht dat ze om 20.00 uur zullen bellen, wat ze ook gedaan hebben. Toch erg leuk en het geeft een prettig gevoel. Heb geen tijd om mij alleen te voelen. Pelgrimeren is hard werken. Je moet kilometers maken. Inkopen doen. Koken. Naar huis bellen. Journaal bijhouden. Douchen. Tent op- en afbreken. Tassen inpakken. Route voor de volgende dag plannen. Fiets onderhoud. Was verzorgen. Morgen wil ik naar Mansilla de las Mulas.

 

 

 

Zondag 25 augustus 2002.

 

Carrion de Los Condos----Mansilla de Las Mulas.

 

Afstand: 89 km.

 

Gereden tijd: 8 uur.

Gelukkig goed geslapen. De jongelui zijn nog niet naar bed en er is een hoop herrie. Ik wil heel gauw weg want ik voel mij niet veilig. Omstreeks 09.00 uur weggereden door de straten VOL met glas. Ik vrees het ergste voor mijn banden. Gelukkig word ik alleen maar toegeroepen door de dronken jongelui en niet tegen gehouden. Verder is het koud en heb ik het eerste uur voor de wind die hard waait. In Sahagun stop ik en kom ik het Belgische stelletje tegen die ik ook in Estella had ontmoet, en die ik op de volgende camping weer zou tegenkomen. Brood gekocht en foto's genomen.

 

 

Onderweg nog twee oudere Hollandse wandelaars tegen gekomen die de” Camino” aan het lopen waren. In Mansilla de las Mulas kwam ik de zusters uit Urk weer tegen(ze zouden een rustdag nemen). Ze vertelde mij dat de camping te nat was en dat ze een hotel op gingen zoeken. (kennelijk vonden ze de camping in Carrion ook niet veilig) Nog even en de hel van LEON is voorbij. Camping viel mee. Zo nat was het nu ook weer niet. Lekker lang onder de warme douche en je bent weer onder de mensen. Bij het opzetten van de tent werd het droog en konden de natte spullen droogwaaien. Een jong stel Inge en Lars uit Groningen kwamen langs. Ze vertelde mij dat die avond in het dorp tomatenfeest was. Dus op naar het dorp. Daar was volksdansen, een minikermis etc. Met Lars en Inge de kroeg ingedoken en wat gedronken. Ook nog een ongeveer 30- jarige Groninger gesproken die ook de camino aan het wandelen was. In de kroeg hoorde ook dat het tomatenfeest afgelopen was en dat dit in een ander gedeelte van het plaatsje was (De tomaten zijn kennelijk erg duur.) " s-Nachts " koud gehad.

 

 

Onderstaand kaartje geeft aan hoe hoog de bergen waren.

 

 

 

 

 

 

Maandag 26 augustus 2002-09-22

 

Mansilla de las Mulas---Hospital de Orbigo

 

Afstand: 43 km.

 

Gereden tijd: 4 uur.

 

Opgenomen snipperdagen: 4  ½.

 

Om 07.30 uur opgestaan.Er zat nog een afscheidsbriefje aan de tent van Inge en Lars die mij een goede reis toewenste. Ook voor hen nog een briefje geschreven. Half bewolkt en om 09.30 uur vertrokken. Half door Leon gereden. Leon was verder te druk naar mijn gevoel om verder te bezichtigen, daarom toch maar doorgereden op naar de volgende camping in Hospital de Orbigo.

Was gedaan. Fietsonderhoud; plaatsje bezocht. Hier was niet veel te beleven. De beroemde brug gefotografeerd. Deze brug over de Rio Orbigo heeft 18 bogen maar door een boog

stroomt water. In de rivierbedding zijn zelfs huizen gebouwd. Midden op de brug staat het

gedenkteken van Don Suero die andere ridders uitdaagde tot een gevecht. Als dank voor zijn overwiningen schonk hij de Kathedraal van Santiago zijn halsketen, waar deze het borstbeeld van de apostel siert. Elk jaar op 25 juli wordt het toernooi in middeleeuwse kledij nagespeeld.

 

 

De beroemde brug.

 

Dinsdag 27 augustus 2002.

 

Hospital de Orbigo--Cacabelos (iets voorbij Ponferrada).

 

Afstand:96 km.

 

Gereden tijd: 10.15 uur.

 

08.45 uur vertrokken. Na een ½. uur warme kleren aangedaan omdat het erg koud was. Foto's gemaakt van de "Camino"

De “Camino”

 

Door Astora gereden langs het voormalig bisschoppelijk paleis ontworpen door GAUDI .Door het gerestaureerde en zeer oud-plaatsje Castrillo de los Povazares gereden. Dit dorpje is opgetrokken uit natuurstenen en hebben houten balkons.

 

Na een gestage klim komt het dorpje El Ganzo. Hier kom ik 4 meisjes tegen afkomstig uit New Zeeland. Ze vragen of ik een foto van ze wil maken en ik wil natuurlijk wel met de meisjes op de foto. De meisjes noemde mij: "De kilometerman” toen ze hoorde dat ik uit Holland kwam.

 

De weg klimt verder en de bosjes worden lager er schraler. Op naar Cruz de Ferro. We klimmen we met

10 %, dus lopen. Ik kom aan bij het plaatsje Rabanal del  Camino. Dit is een lang gerekt dorp tegen een helling en wordt al genoemd in de Codex Calixtinus (reisgids uit 1130) als etappe plaats voor de pelgrims. Alles ziet er nog middeleeuws uit.

 

Voor de top van de "Cruz de Ferro" in Foncebadon drink ik in een oude herberg een flesje cola. Na de jaren 1980 woonde hier een de zomer alleen nog maar een schaapherder, maar in 2000 bouwt een pionier opnieuw een Bar/Alberque. Het is nu niet voor te stellen dat dit verlaten oord eens een belangrijk punt was op de Camino. Op de Cruz de Ferro een uitzicht foto gemaakt en vervolgens stil gestaan bij het grote ijzeren kruis op het hoogste punt. Dit eeuwenoude monument op een markant punt op de route vormt een hoogtepunt voor de pelgrim .Je moet dan een steen zoeken en op de hoop gooien. Eigenlijk moet je deze van huis meenemen. In mijn geval moest ik wel lang zoeken om een steen te vinden, aangezien er al wat aardig veel voorgangers

zijn geweest. Dit kruis is een bemoedigingsteken dat je Santiago wel zal halen. Symbolisch leggen de pelgrims een deel van de last af door het werpen van een steen op de hoop. 

 

Hierna een korte afdaling naar Manjarin. Langs de Alberque in opbouw.

Verder klimmen en klauteren door de hoogvlakte die de “Montes de Leon” wordt genoemd,

voorbij een belangrijke zendmast naar de 1500 meter hoogte.

 

Hierna volgde een spectaculaire afdaling die een flinke aanval op de remmen deed. Schitterend uitzicht. Via El Acebo weer verder. Aan het eind van het dorpje staat een gedenkteken van een verongelukte fietser. Niet zo'n prettig idee.

Eindelijk kom ik in Ponferrada aan. Voor de Tempelierburcht "Castillo" een foto laten nemen door iemand die al aan het fotograferen was en gelet op het resultaat er verstand van had.

 

 

 

Aankomst camping 19.00 uur. s-Avonds op de camping uit eten geweest.(7,50 euro) Op de camping stonden ongeveer 15 Nederlandse caravans van de Acsi- club. Zij hadden mij onderweg al gezien en waren op weg naar Portugal. Bij een echtpaar echte Hollandse koffie gedronken. Op de dag dat ik in Santiago aankom zouden zij ook in Santiago zijn.

 

 

 

 

 

Woensdag 28 augustus 2002.

 

Cacabelos-Samos.

 

Afstand: 85 km.

Gereden tijd: 9 uur.

 

Licht bewolkt. Ik heb het afwisselend koud en warm gehad. In totaal een zware dag. Veel gelopen. Eerst naar Villafranca del Bierzo in de Codex Calixtinus als etappeplaats genoemd, daarna begint de 30 kilometer lange zware tocht naar Cebreiro en Alto de Poio. De route loopt langs de A en N weg. Onze route heeft geen viaducten. Door naar Castro (Veel stukken gelopen.) Eindelijk dan toch in Cebreiro

aangekomen. Dit plaatsje bestaat uit en twintigtal huizen, die op Keltische wijze zijn gebouwd.

 

 

Het gehele dorpje valt onder monumentenzorg. Het ligt op de hoogste bergrug tussen Leon en Galicia en geeft een schitterend uitzicht.

 

Ja, ja daar een koude cola gedronken.

 

 

 

Er heerst een koude wind. Het kerkje uit de tiende eeuw werd gerestaureerd. Ondanks de koude

schijnt het zonnetje. Het voordeel van een kerkje is dat er altijd wel een windvrij plekje is. Dus lekker in het zonnetje de kleren laten drogen.

Galicia verschilt sterk met andere delen van Spanje. Dit komt voornamelijk vanwege het Keltische karakter. Het Keltisch is helemaal niet te verstaan. Plaatsnaamborden zijn overal overgeschilderd in het Keltisch. Hierna komt een korte klim naar San Roque. Ondanks dat de klim kort is ben ik binnen de kortste keren weer nat van het zweet, maar eerst nog Alto de Poio nemen.

Op het hoogste punt het regenjack aan en afdalen naar Triacastela. Deze afdaling is 12 km lang en heeft een hellingspercentage van 7 %.

Groot bronzen beeld van een pelgrimsganger bij Alto di Poio.

 

 

 

Vlak voor Samos ontdek ik dat het een beetje rauw is tussen de billen. Dit moet van het vele lopen komen. Ik besluit zo gauw mogelijk te stoppen. Binnen een half uur ben ik in Samos en kom bij toeval in het beroemde klooster Monasterio San Julian de Samos. Dit klooster heeft als onderdeel een refugio waar ongeveer 70 mensen in een zaal kunnen slapen. Ik word door een Pater van Duitse afkomst ontvangen en laat mij inschrijven.

 

Herinneringen aan het leger .............................................De achterkant van het klooster.

 

In de zaal staan stapelbedden, zonder kussens en dekens.  Douche is matig. Na de douche wat uierzalf opdoen en nu maar hopen dat het morgen over is. De fiets kan ik aan de overkant stallen in een stal die onderdeel uitmaakt van een kerkhof. Foto gemaakt van de ingang voor de pelgrims.

 

 s-Avonds in een restaurant aan de overkant lekker uit eten geweest. Patat met vlees en een fles rosé die op de rekening stond voor 3 euro en nog lekker ook..O, Ja de bijdrage voor het genieten van onderdak mag je zelf bepalen. 

 

 

Donderdag 29 augustus 2002.

 

Samos-Arzua.

 

Afstand 76 km.

 

Gereden tijd: 8 uur.

 

Ik ben vroeg wakker dat is altijd zo als je in een refugio ben. Om 05.30 uur begint het al met het inpakken e.d. Om 08.00 uur vertrokken. Er is mist en het blijkt dat het zeer koud is. Na een half uur besluit ik maar om wat te eten om tijd te winnen, zodat het wat warmer kan worden. Brood te voorschijn gehaald. Wat blijkt...........dat de paters naast gewone stervelingen ook andere levende wezens onderdak verschaffen, want het brood was grotendeels opgevreten. Dat is jammer denk je dan maar de nog resterende nootjes op eten. Helaas ook deze waren aangevreten. Doorgaan in de kou. Ik ben jaloers op de mensen die de elfstedentocht maken. Deze mensen kunnen het niet zo koud hebben als ik nu. Ik probeer mijn handen in de mouwen van mijn regenjacht te beschermen.

Via Sarria, waar ik in een winkel een baguette kocht waarna ik probeerde mijn portemonnaie te openen met mijn zwaar verstijfde vingers, hetgeen maar nauwelijks lukte. De vrouw die mij hielp moet vreemd gekeken hebben hoe ik eruit zag met mijn jack en capuchon op . Ik moet er als een zombie uit hebben gezien.

Vervolgens gaat de reis naar Portomarin. Ik heb dan inmiddels twee klimmetjes gehad van 5 en 2 km over ongeveer 8 %. Over de lange brug de Mino uit 1120 langs het nieuwe Portomarin dat na de aanleg van een stuwmeer weer is opgebouwd.

 

 

 

 

 

Nieuwe brug en stuwmeer

Hierna volgt er nog een zware klim van 13 km over 10 %

Pas om 13.00 uur wordt het warm.

Rond 14.00 uur sta ik boven op een heuvel en zie twee fietsers aankomen. Typisch Hollandse fietsen met gele hoezen en blonde koppen. Dus ik spreek ze direct in het Hollands aan. Het blijkt dat het Bep en Piet van Fulpen uit Leuth (bij Nijmegen) te zijn. Zij zijn al 6 weken onderweg. Piet had pech met zijn fiets, merk Giant, gehad. De velg van zijn achterwiel was doorgesleten. Aardige lui. Willen in Arzua

in een hotel slapen. Hebben het wel gehad. Met deze twee tot Arzua meegefietst. Wil naar de camping van Arzua.

Terechtgekomen in Arzua, de laatste grote plaats voor Santiago, vraag ik waar de camping is. Ik rijd echter veel te ver door. Weer terug naar het centrum. Vraag aan drie mensen naar de camping. Blijkt op 10 meter afstand van de camping te staan. Ik meld mij aan en een vrouw loopt met mij mee naar de camping. Het zwembad is leeg en er staat geen enkele tent. Na 5 minuten kom ik weer bij zinnen en denk: ""Wat moet ik hier, weg wezen." Mij weer afgemeld en doorgegaan.

 

In Arzua heb ik mij aangemeld in de plaatselijke refugio. Moet wachten tot 19.30 uur voordat ik definitief onderdak heb, omdat er een ijzeren wet is dat wandelaars voorrang hebben boven de fietsers. Nadat ik mij gemeld had hoorde ik dat ik op de grond mocht slapen. Er waren twee slaapzalen waar ongeveer 40 mensen per zaal in konden. Gelukkig had ik nog 2 matjes boven op elkaar zodat dit geen probleem was. Wel stapte iedereen over je heen.

 

Intussen naar een terrasje gegaan en een pilsje gedronken. Op het terrasje kwam ik Vera van Mourik uit Bunnik tegen. Met haar nog een tijdje zitten kletsen tot het tijd was om naar bed te gaan. Vera bleek ongeveer 2 meter bij mij vandaan te slapen in dezelfde refugio.

 

Vrijdag 30 augustus 2002.

 

Arzua-Santiago.

 

Afstand: 40 km.

 

Gereden tijd: 3 uur.

 

Om 08.15 uur vertrokken als een van de laatste, voor de laatste etappe. Het is enigszins koud. Ik volg de originele route van de Camino. De fietsroute is 20 km meer. Tot voor 10 km voor Santiago gaat alles redelijk vlot. Nu moeten we van de weg af en krijgen we een echt pad dan zo nu en dan erg stijl kan zijn. Het zal toch niet zo zijn dat altijd de laatste lootjes het zwaarst wegen. Gelukkig is het niet zo. Voor ons komt de mist opzetten, die even later weer verdwenen is.Nu volgt er nog een behoorlijke klim naar de top van de heuvel Monte del Gorzo, berg van de vreugde. Vanuit de hoogte kan ik nu de flatgebouwen van Santiago zien. Dit is iets anders dan ik mij had voorgesteld. Ik had mij n.l. voorgesteld dat je vanaf de hoogte de kathedraal in de zon zou zien schitteren. Nu zag ik alleen hoge flatgebouwen. Ik passeer een modern complex waar massaal pelgrims ondergebracht kunnen worden.  Omstreeks 11.00 uur passeerde ik het bord "SANTIAGO" . We hebben het gehaald “YES”. Even gestopt om mij een beetje op te knappen en

dan door naar de kathedraal. Anders dan bij de intocht van de wandelvierdaagse staan er geen mensen langs de weg met bloemen om je te verwelkomen. Mijn vreugdegevoel wordt er niet minder door.Daarna op zoek naar het kantoor waar je de Compostelaat kan halen. Daar moet ik in een lange rij gaan staan terwijl 5 mensen bezig zijn de documenten uit te schrijven. Mijn fiets kan ik in het halletje voorlopig kwijt. De Credential del Peregrino wordt geïnspecteerd en pas nadat een Spaanse jongen die ik al regelmatig was tegengekomen had gezegd dat ik 2500 km had gefietst, werd deze afgestempeld.

 

 

Eindelijk ontvang ik dan mijn Compostelaat. Hierna het document laten plastificeren.

 

Zie hieronder dat het echt is.

 

 

.

 

Vervolgens gevraagd hoe ik en de fiets terug kunnen. Van beneden word ik naar bovenverwezen en van boven naar beneden. Er wordt heen en weer gebeld en ik word verzocht om over een paar uur terug te komen. Biertje gedronken. Wat rond gekeken en een paar foto's gemaakt. Kerk bezocht. Foto gemaakt.

 

 

 

Hier het eindoel.!!!!!!!

 

De kathedraal van Santiago met de barokke voorgevel, die hiervoor Romaans was.

 

Rond 17.00 uur teruggegaan naar het kantoor waar ze het fietsvervoer zouden regelen en waar ook de Compostelaten werden uitgeschreven

En ja hoor wie staat er in het halletje …..precies Martijn.  Bijgekletst onder het genot van een biertje. Echtpaar van gisteren tegengekomen. Terugreis naar Irun geboekt voor de maandag avond en nu gewoon beneden wat in 5 minuten was gebeurd en niet het moeilijke gedoe van de mensen boven. Ik vermoed dat boven nog de oude regeling werd toegepast door contact te zoeken met een vervoersmaatschappij die de fiets zouden vervoeren terwijl beneden je gewoon kan boeken met de ALSA enatcar die maximaal 4 fietsen meenemen in een reguliere busregeling. Kosten ongeveer 50 euro voor de fiets en mijzelf. Hierna naar de camping genaamd:" As Cancelas", gefietst. Op de camping nog een Belg ontmoet die met een karretje 5 maanden lopend onderweg is geweest van België naar Santiago.

 

 

De Belg (zittend) en Martijn.Hier is nog het puntje van de tent van Geert van Straaten en zijn vriendin Danielle te zien. Zij waren op 4 augustus vertrokken uit Utrecht.

 

s-Avonds te voet met Martijn naar de binnenstad geweest en het einde van de reis gevierd met een borrel.

 

Aantal kilometers 2529 km.

 

Aantal gereden uren: 220.

 

Gemiddeld per uur: 11,5 km

 

Hoofdstuk 3.

De afloop.