Tekens en afkortingen

T = trainer
sv = spelverdeler
Ø = speler, punt wijst in de kijk -/ looprichting
õ = speler; ingedraaid in aangegeven richting
¡ = bal
= baan van bal, of richting waarin gespeeld
------ = looproute; spelerverplaatsing
à = rouleervolgorde, bij bepaalde "stroom"-vormen
O = pion
aws = achterwaarts
zws = zijwaarts
vws = voorwaarts
mid = midden; midvoor / midachter; pos(3) / pos(6)
pos(1) = rechtsachter
pos(2) = midachter
pos(3) = linksachter
pos(4) = linksvoor
pos(5) = middenvoor
pos(6) = rechtsvoor

Wanneer gesproken wordt over speler, aanvaller, spelverdeler enz., wordt hiermee in alle gevallen ook het vrouwelijke equivalent bedoeld en omgekeerd.

Evenzo wordt bij hij, zich enz., ook zij, haar enz. bedoeld.