Oefeningen om de Conditie te verbeteren

Terug naar (index)


5.  Met een viertal

1. Spelers B en C hebben elk een bal, óók speler D heeft er een.
Speler A "werkt". Als volgt:
Speler B werpt de bal hoog, juist over het net. A smasht deze bal. Direct na de aanval draait A zich om en "verdedigt" een door D (vooral niet te gemakkelijk) aangeworpen bal. Nu werpt C de bal hoog en juist over het net. A smasht weer en speelt direct erna opnieuw de door D aangeworpen bal.. Daarna werpt B weer (die inmiddels zijn bal  heeft opgehaald), enz.
Na b.v. 5 beurten van A, schuift ieder één plaats door (A -> B -> C -> D -> A).

Je zou een latere keer, het aantal acties per persoon kunnen opvoeren, ook het aantal rondjes kan worden uitgebreid.