(for English version click here)

Het Ontstaan van de Aarde.

aarde
Over het ontstaan van de aarde is al veel geschreven door wetenschappers, theologen en verhalen-vertellers door de eeuwen heen. Wat mij fascineert is het "gezichtspunt" (letterlijk) van waaruit geschreven wordt.
Hedendaagse (populair-)wetenschappers beschrijven het ontstaan van de aarde vaak vanuit een punt in de ruimte, binnen ons zonnestelsel. We kijken dan naar de 3e planeet vanaf de zon, de "blauwe planeet", die in de ruimte rondtolt. Daarop spelen zich heel wonderlijke ontwikkelingen af. Aan het "oppervlak" zien we een soort "oersoep", een dichte atmosfeer waarin frequente bliksemontladingen en vulkanische activiteit allerlei chemische reacties teweeg brengen. Daarin zouden de grondstoffen voor de eerste primitieve levensvormen kunnen zijn ontstaan. Later wordt de atmosfeer dunner, er worden zeeën gevormd waarin het leven zich verder ontwikkelt; bacteriën, plankton, wier, weekdieren, vissen.
Ondertussen komen er stukken land droog te liggen. Ook daar begint het te leven; varens, gras, bomen, bloemen. De landdieren komen tot ontwikkeling; insecten, reptielen, en dan ook zoogdieren. En ten slotte ontstaat er een wezen dat wil verklaren hoe dit alles tot stand gekomen is (en waarom); en dat zijn wij.
In de mythologie zijn veel verhalen te vinden over het ontstaan van de aarde. De meeste staan mijlen ver af van wat "we" nu hierover "weten". Eén verhaal springt eruit; het eerste scheppingsverhaal uit de Joodse traditie*. Toch zitten ook daar een aantal vreemde zaken in; er is licht, voordat de zon er is, bij voorbeeld. Ook hier intrigeert het mij wat het "gezichtspunt" van de schrijver eigenlijk is. Stel nu eens, dat je het ontstaan van de aarde niet beschrijft vanuit de ruimte, maar vanaf de planeet zelf? Vanaf de plaats waar de toehoorder, de mens, zich bevindt; hoe zou het verhaal dan worden?
Eerst is er een periode dat je in de dikke "oersoep" zit; nauwelijks onderscheid tussen vloeistof en gas, dichte wolken overal om je heen. Geen land, geen licht; geen zon, geen maan, geen sterren. Langzaam maar zeker wordt de soep dunner; het licht kan vaag doordringen, er komt verschil tussen dag en nacht.
Na verloop van tijd komt er scheiding tussen het dichte wolkendek en het vloeibare, dat steeds meer op een zee gaat lijken. Dan komt er langzaam aan droog land boven het water uit; de aarde en de zeeën worden gescheiden. Op de drooggevallen aarde komt plantaardig leven tot ontwikkeling. Het wolkendek wordt dunner; er komen gaten in. De zon, de maan, de sterren worden zichtbaar.
Nu komt ook het dierlijk leven op gang; eerst in de zee, dan ook op het land en in de lucht. Tot slot komen ook de zoogdieren tot ontwikkeling, en helemaal achteraan komt de mens. Het is niet mijn bedoeling te "bewijzen" dat de Bijbel toch gelijk heeft. Wat mij fascineert is de positie van waaruit geschreven wordt. Ik geloof niet dat in de vage oudheid iemand dit verhaal heeft kunnen verzinnen, dat zo dicht bij de hedendaagse hypothesen zou kunnen komen. Ook is er geen mens getuige geweest van het ontstaan van de aarde. Ik geloof dat de Schepper Zelf de schrijver heeft geïnspireerd dit zo op te schrijven, zonder dat de schrijver zelf echt alles begreep. Daarbij heeft de Schepper zich niet ergens in de ruimte opgesteld, maar is Hij naast de schrijver komen staan. Hij beschrijft Zijn handelingen zoals de mens die zou hebben waargenomen. Dit is het fascinerende in de Bijbel, dat de Eeuwige naar de mens toekomt. Naast hem gaat staan, in zijn vel kruipt. En dat begint al op de eerste bladzijde…

* te vinden in de Bijbel, het eerste boek Genesis, eerste hoofdstuk.

avond





Home | Mail Leen

Deze web-site is gemaakt met behulp van het programma
Stone's WebWriter 3.5