Notitie voor: Jacobus Bontekoe

Notitie voor: Jacobus Bontekoe

Van de zilversmid Jacobus Bontekoe is bewaard gebleven een gildebord uit 1736, een gesmede vork uit 1749 en een roomlepel, bovendien weten we van hem het volgende, zie het resolutieboek van Leeuwarden d.d. 18-4-1769 en blz. 25 en volgende.
Na de dood van zijn vader raakt hij aan de drank, de spanningen in zijn gezin lopen uit op vechtpartijen, de opdrachten blijven uit,
Hij leende in 1768 van Ysack Levi en van zijn collega Johannes Jongsma voor een totaal bedrag van f 420,-
Het gezin woont dan in het St. Jobsleen te Leeuwarden.

In 1749 werd de Quotisatie ingevoerd, dit was een belasting naar draagkracht, Jacobus kreeg een verhoging van 4.
Er staat, Jacobus Bontekoe mr. Zilversmid bestaat zuinig, het gezin bestond ui 2 volwassenen en 2 kinderen onder de 12 jaar, hij betaald 30,15
Hij woonde toen in de wijk Minnemeasspel.

Hij wordt aangeklaagd door zijn schuldeisers en door zijn onbesuist optreden wordt hij door het Hof van Friesland, na uitgbreide getuigenverhoren, veroordeeld tot "drie dagen op water en brood gedetineerd te worden in het hondegat tot zijner correctie."
De uitspraak en de verhoren van de getuigen zijn in de bijlage 1.

In het boek van E. Voet Jr.: Mercken van Friese Goud-en Zilversmeden, Mart. Nijhoff Den Haag 1932, blz. 62 en 167 staat. n het boek van E. Voet Jr.: Mercken van Friese Goud-en Zilversmeden, Mart. Nijhoff Den Haag 1932, blz. 62 en 167 staat het volgende over hem, 100. J. Bontekoe, 1736. Jacobus Bontekoe werd hier op 14 October 1714 in de Ned. Herv. kerk gedoopt als zoon van Nathaniel Harmanis (Bontekoe) die in 1729 het burgerrecht van Leeuwarden verkreeg met zijne beide zonen: Jacobus en Nehemias. Hij trouwde hier op 22 Dec. 1737 Riemke Wijngaarden. Hij ondertekende de vroeger genomen gilde besluiten van 11 Sept. 1719 en 21 Nov. 1720, evenals de resolutie van 3 Dec. 1748. In 1743 was hij keurmeester van het gilde. In de begraafboeken staat zijn naam niet vermeld, doch hij leefde nog op 30 Nov. 1768, daar hij dien dag de boete van 6 stvrs. verbeurde, gesteld op het wegblijven van de gildebijeenkomst.

Op 16 maart 1741 zijn Jacobus en zijn vrouw Riemke in Rotterdam getuigen bij de doop van Arent van Kleijnsma, zoon van Arent Laret van Kleijnsma en Maria Boes.
Dinsdag den 18 April 1769

D Heere Prases ter vergadering voorgedragen hebbende de Informatien sampt Examinatieen Confessie Gerechtelijk genomen ten laste van Jacobus Bontekoe ter zake zeer onerdentelijke Levenswijse met Groove Excessen van Continuale Dronkenschap, waardoor de Vrouw, Kinderen en Buren in gestadig gevaar sijn en groote Vreese voor Brand en ongelukken. Heeft De E. Raad de geconfineerde Jacobus Bontekoe terzake gemelde Exessen gecondemneerd om door de Wagtmeester in het hondegat gebragt ten aldaar drie dagen op Water en Brood gedetineerd teworden tot zijner correctie. Vordende de Heere Prases)versogt hem wijdens bij zijn ontslag te bedreiggen, indien hij bij Contimnatie zig wederom aan dergelijk Excessen en onordentelijke Levenswijse Schuldig maakt om als dan defacto met de Informatien gezonden te zullen wordennaar 's Landschaps Tugt Huis, Gelijk mede de Vrouw en Dogter boven te ontbieden, en dat derzelve Ernstig te reprimeren deeren overhunne slordige leevenswijse, waardoor somstijds Aanleijdinge word gegeven tot zulke buitensporigheden en Excessen.

Hondegat (in 't) Jacobus Bontekoe met wijdere Bedreiginge

nomen bij den Heere (Riehdenende)
Burgemr Dr J Tadema (zat.off)
den 18 april 1769

Frerk Daleman meester kleermaker binnen deze stad oud 54 jaarengeciteert, geedigt en geexamineerd zeijnde dat op sijn
buurt op St Jobsleen wonende de Silversmid Jacobus Bontekoe en vrouw en kinderen dat in het verloop van nu al ruim een jaar lang in die huishoudinge een de gansche buurt gestadig seer ontstellend rumoer plaats gehad heeft voornamenlijk veroorzaakt wordende door dien hij J Bontekoe bijna altijd seer door het gebruik van den sterken drank is aangedaan, wordende als dan veroorzaakt dat de buuren in gedurige vrees zijn dat moord
off brand zal voorvallen, hebbende de zonen het vuur wel verre over de vloer aldaar gevonden en ook hem Bontekoe eens
met sijn zoons sabel in de hand sien omlopen tot sijn deponents ontsteltenis,en had speciaal op saterdagmiddag 15en deses de deponentaldaar het het vuur met eeten bedekt gezien en de stukken borden off pannen over de vloer, ja indien den
deponent alles specifijcq zoude uitdrukken wat aldaar in huis in de tijd van vijff merendeel jaar dat J. Bontekoe cumsociis aldaar gewoont hebben voorgevallen zou het een lang register moeten worden, want de baldadigheden door hem Bontekoe in altoos durende dronkenschap gepleegt worden deselfe te ergerlijk zijn te noemen als komende op stank en vuiligheit uit, van arbeiden in dien tijd wiste hij Bontekoe geheel niet en off de vrouw scheen iets met naaien te willen verrigten door hem daar in verhindert, vertrouwende de deponent dat het baldadig gedrags van Bontekoe de vrouw temeer aanleidingen
wel geeft om ook buiten de zijllen te gaan, zo als ook met de kinderen gelijk ligt te begrijpen is hoe het moet toegaan daar
de goede opvoeding ten eene maal ontbreekt - invoegen den deponent die weet dat door het baldadig gedrag sedert Bontekoe zijn vaders dood honderden zijn doorgebracht weten moet dat het al erger moet toegaan nadat alles weg is, daar het nu ook al genoegzaam toegekomen is, en weet de deponent niet hoe een beklagelijk ongeluk anders kan worden voorkomen als door op sluiting van Bontekoe voor enige en enige tijd en ernstige bestraffinge van vrouw en kinderen, zijnde de deponent het nenigvuldig klagen als wijkmeester al lange moede en ziende geen vrughten correctien gerechtswegen meermelen aan Bontekoe gedaan sloot dezen en persisteerde na voorlesinge In kennis sijn hand

Fr Daalman


Marten Ruurds Adema Old Deurwaarder der Ed Mogd. Heeren Staten binnen deze stad oud 43 jaren geciteert, geedigt en geexamineert zeide dat opzijn buurt op St Jobsleen woonende Silversmid Jacobus Bontekoe en vrouw en kinderen, dat in het verloop van beste herinnering van nu al ruim een jaar lang in die huishouding een de gansche buurt gestadig seer ontstellend rumoer plaats gehad heeft voornamelijk veroorzaakt wordende door dien hij J. Bontekoe bij maaltijd seer door het gebruik van den sterken drank is aangedaan, wordende alsdan veroorzaakt dat den buren in gedurige vrese zijn, dat moord of brand zal voorvallen en had speciaal op saturdag middag den 15edeses de deponent aldaar het vuur met eeten bedekt gezien en de stukken borden off pannen over de vloer, met arbeiden weet de deponent niet dat Bontekoein den tijd dat op sijn buurt woonde hem heeft bezig gehouden, maar wel zag de deponent hen veel ledig omlopen vertrouwende de deponent het onledig gedrag van Bontekoe de vrouw te meer handleiding over geeft om ook buiten den zijllen te gaan, zoals ook met de kinderen, dewijl ligt te begrijpen is, hoe het moet toegaan daar de goede opvoedingen ten eenemaal ontbreekt jaa de deponent hout het daarvoor dat het nu soo verre gekomen zijnde dat al daar ten huisen nu alles genoegzaam weg gaat het voorts al erger en erger moet toegaan vermits man en, wijf en dogter den schuld op elkander werpen, en gedurig geschreeuw uit dat huis de buuren voor sware ongelukken doet vresen en weet de deponent niet hoe een beklagelijk ongeluk als ders kan worden voorgekomen als door opsluiting van Bontekoe voor enige tijd, en ernsstige bestraffinge van vrouw en kinderen, zijnde de deponent het menigvuldig klagen aan hem als Wijkmeester gedaan wordende en de vrugtelose vermaningen met goede intentie, vriendelijk en ernstig meermalen door hem aldaar gedaan nu al lange seer lastig geworden. Sloot dezen en persisteerde na voorlezinge.
In kennis sijn hand.

M R Adema


Trijntje Jans huisvrouw van Johannes Hendriks Schrijver hoveniersknegt wonende in een agterkamer met onder een dak agter de Silversmid J. Bontekoe op St Jobsleen, oud 35 jaar, geciteert geedigt en geexamineert seide dat sij de deponent nu omtrent zes jaaren in genoemde woning heeft gewoont en dat daar door haar van na bij bekent is dat de Silversmid Jacobus Bontekoe tusschen hem en vrouw en kinderennu al ruim een jaar lang een soo groot huisrumoer continueel maakt dat de gansche buurt daarvan in gedurige vrese leeft, veroorzaakt door dien hij J. Bontekoe bijna altijd door sterken drank zeer aangedaanis, en komende als dan dikwils het geroep uit sijn kamer van moord, moord en vlugtende vrouw en kinderen, of voor der deuren uit of na de gewesen soldaat Frans agter uit over de plaats, hebbende de deponente eens gezien dat Bontekoe sijn dogter met zoo een geweld tegen de kelders schutting aan smeet dat sij bij een trap deze in de kelder nedervielen hij boven op haar en is ook in het laatste vierendeels jaar 1768 eens gebeurt op een avond was voor 10 uuren, dat de deponente en haar man en Frans sijn vrouw, moesten gaan op gehoort geschreuw bij Bontekoe en vrouw in de kamer wanneer sij aldaar het ligt uitgegaan vonden en de lamp in het stroo en zat hem Bontekoe het catoen agter op de rug, door welk vervaarlijk specctakel de deponente en nu sooseer ontsteld wierden gelijk dan sedert bij dagt en nagt gedurig gebeurt
is dat vrouw en kinderen na Frans en vrouw off na buiten den deur vlugtende, voorgevende dat Bontekoe bij de vrouw met een mes op het bedde lag, dat nu na besten hem een week a vijf voorleden J. Bontekoe van iemand vijff en seventig gul-
dens aan geld had ontvangen kort na welk geld ontvingende deponente een seer debachant gedrag van J. Bontekoe
vernemende had sij hem aangesproken segende Baas ik meende dat jij nu na ze seggen voor dit geld zoudet beginnen te werken waarop hij ten antwoorde gaf neen het moet op, gelijk hij altoos meterdaad dit sijn zeggen waar gemaakt heeft met,er baldadig door te jaagen wat hij van sijnvader na den 1e jannuarij 1768 overleden gëerft heeft van arbeiden heeft Bontekoe zedert ongeveer may 1768 niets gedaan, en offwel de vrouw met naijen iets scheen te willen verrigten, wort sij nog gestadig door hem daar in verhindert vertrouwende de deponente dat het baldadig gedrag van Bontekoe de vrouw meer aanleidinge geeft om ook bij tijd en wijlen dronken te zijn, zoo als ook ligt te begrijpen is hoe het met de kinderen moet gaan, daar de goede opvoedinge ten eenemaal aan ontbreekt, moetende de deponente kort om seggen dat indien alles konde specificeeren wat ongeregeld voornamelijk van Bontekoe hoorde en zag zedert hij aldaar woonde zulks een groot en gansch enorm register zoude maken en oordeelt sij, indien een beklagelijk ongeluk zal worden voorgekomen het niet anders dan door opsluiting van Bontekoe voor enige tijd en ernstige bestraffinge van vrouw en kinderen zal kunnen geschieden. Sloot deze en persisteerde na voorlezinge.
In kennis haar hand.

Trintie Jans


Johannes Hendriks Schnijver, hoveniersknecht, wonende in een agterbuuren onder een dak agter de Silversmid J. Bon-
tekoe op 't St Jobsleen alhier oud 39 jaar, geciteert, geëdigt en Geëxamineert, verklaarde na duidelijke voorlesinge van de de depositie bij sijn huisvrouw Trijntie Jans gepasseert als de juiste waarheid behelsende, hem in alles daartoe te gedragen
met dese veranderinge nogthans, dat hij niet gesien heeft dat J. Bontekoe, zijn dogter tegen de kelders schutting zoude aangesmeten hebben, als ook niet van de lamp in 't stroo of van het catoen, ook niet te weten van 't geld, of de omstandigheden van woord en daar op voorgevallen, aangesien de getuige daags op zijn werk sijnde, niet weet wat er daags gebeurd dan uit verhaal van sijn huisvrouw en andere buren,dan segt de getuige 'snagts veel tijds een groot rumoer in
de woning van J. Bontekoe gehoord te hebben, doordien Bontekoe door continueel dronken te zijn, dan ijsbaarlijkste
tegen zijn vrouw en dogter de beeststelig een groot en naar geroep van moord moord gehoord word. Sloot
desen en persisteerde na voorlezinge.
In Kennisse zijn hand.

Johannes Hendrik Schnijver


Frans Hieter gewesen soldaat onder Oranje Nassau oud 43 jaar, geciteert Geëdigt, en gëexanineerd, zeide dat hij 't sedert de naand augty 1768 heeft gewoond in een camer over de plaats agter J. Bontekoe op't St Jobsleen alhier waarom de getuige seer kennelijk is,dat J. Bontekoe in al die tijd niet gewerkt. Voorts verklaart de getuige na duidelijke Voorlesinge te persisteren bij de depositie Door de huisvrouw van Johannes Hendrik Schnijver gepasseert, als de juiste waarheid behelsende, hem in alles daartoe te gedragen, met deze veranderinge nogthans, dat hij getuige geen kennis draagt
Van de val in de kelder, als mede ook niet van de lamp in't stroo of van 't catoen en persisteerde na voorlezinge in
kennisse zijn hand.

F. Hieter


Elisabeth Carels oud 33 jaar, huisvrouw van de mede getuige Frans Hieter, geciteerd, geëdigt en gëexamineerd, zeide dat sij zedert de maand augty 1768 heeft gewoond in een camer over de plaats agter J. Bontekoe op 't St Jobsleen alhier so
dat de getuige seer wel weet dat Bontekoe in al die tijd, geen slag aan werk gedaan heeft. Voorts verklaarde de getuige te persisteren na de duidelijke voorlesinge over de positie bij Trijntie Jans huisvr. Van Johs Hendrik Schnijver gepasseert, en deselve de volkomen waarheid behelsende, haar in alles daar toe tegedragen, egter met dese veranderinge, dat
de lamp al uit het stroo was, toen de getuige daar kwam, maar had sij wel gesien, dat J. Bontekoe het catoen op de rug hing. Wijders draagt de getuige ook geen kennis van de val in de kelder dan het horen seggen. Sloot deze en per-
sisteerde na voorlezinge.
In kennis haar hand.

Dit merk heeft Elisabet
Carels self gesteld.


Examinatie en Confessie Jacobus Bontekoe Silversmid binnen Leeuwarden oud 59 jaar, tans gedetineerd op den
Raadhuise, geëxamineert sijnde, erkende dat hij sedert de dood van zijn vader, voorgevallen in januarij 1768 sijn gedrag ten allen tijde wel niet heeft aangesteld als een ordentelijk man betaamde, hebbende wel veel tijds zig in sterken drank te buiten gegaan, veroorzaakt door melankolie of het wangedrag van sijn vrouw en kinderen nevens hem zo hij segt. Dan had hij in al die tijd sig niet ten allen tijde als een dronken mensch aangesteld, maar was dan wel meer nugteren als dronken. Seide wijders dat na best onthoud sijn werk omtrent een half jaar had stilgestaan, door dien gedurig geld gebrek hadde en niet wist hoe hij dat onder handen kwijt viel. Seide wijders aangaande de 75 gulden ontvangen geld dat hij de selve niet door de (bauches) alleen had geconsumeert, maar dat hij sijn vrouw ten minste 10 a 11 gglus. Daarvan gegeven en 3 paar schoenen gecogten sijn oudste zoon Corpl zijnde wat gegeven heeft. Ontkennende gesegt te hebben dat hij het zoude opmaken, maar
dat sijn vrouw en kinderen het daar op toe leiden. Seide wijders, dat hij eens of meermalen sijn dogter wel heeft aan-
gevallen om dat sij sijn goed voor en na in de lommert bragte en wel durfde haar tegen hem opstellen so hij haar daar op straffen wilde. Had wijdens geen andere geheugen van het vallen van de lamp in't bed en 't hebben van catoen op de rug als dat sijn vrouw hem metde gordijns roede had aangevallen en dat daardoor het geval van de lamp gebeurden, had ook wel de sabel van sijn soon in de hand gehad, maar was (sulcs) toegekomen, dat hij die sijn Zoon ontnomen had, om dat daar
door geen kwaad zoude komen. Versoekende wijdens eerbiedig en met diep respect exkus over sijn wangedrag en dat
ditmaal op belofte van beterschap genade voor ( legeur ) van justitie mag worden geprefereert.