Notitie voor: Jan Willem Bontekoe

Notitie voor: Jan Willem Bontekoe

Jan Willem Bontekoe is geboren in Brest, zijn vader was daar in garnizoen, getuigen bij de geboorte aangifte waren Mathieu Renard en Willem de Jong.
De Franse geboorteakte is vanuit Brest toegestuurd, hierin is de trouwdatum van zijn vader en moeder vermeld, dat huwelijk werd in Middelburg gesloten, het archief van deze stad werd in W.O.II grotendeels verwoest.

De beide afkondigingen van het huwelijk waren in Amsterdam en 's Hertogenbosch op 14 en 20 november en te Maastricht op 21 en 28 november.
Getuigen bij het huwelijk waren, Pieter Roskam neef der echtgenote, van beroep Schilder, oud 47 jaar, Abraham Bout, van beroep Zilversmid, oud 65 jaar, Antoni Bout, van beroep Koperwerker, oud 53 jaar en Pieter Johannes Plas, van beroep Boekbinder, oud 36 jaar alle getuigen woonden in Amsterdam.

Hij diende in het zelfde regiment als zijn broer Karel, het 7e regiment infanterie, destijds gelegerd te Zwolle
Zijn lengte bij aankomst in het korps was 1 el, 3 palm, 8 duim, - streep, zijn signalement was: aangezicht ovaal, voorhoofd hoog, ogen blauw, neus gewoon mond klein, kin rond, haar bruin, wenkbrauwen idem, merkbare tekenen pokdalig.
Op den 23 october 1823 is hij vrijwillig geëngageerd als pijper voor den tijd van twaalf jaren en twee maanden, zonder handgeld, verbindende zich zich verder om wanneer hij voor pijper niet geschikt mogt zijn, zijn tijd als Tamboer-hoornblazer of soldaat te zullen uitdienen.
Op den 18e januari 1834 gereëngageerd voor den tijd van een jaar.

Zijn bevorderingen waren: 23 october 1823 Pijper, op den 24 december 1824 Fuselier, Stafmuziekant 1e april 1834.
Gedane veldtogten en uitstekende daden: Bij het mobiele leger bij gelegenheid van de opstand in België in 1830, 1831, 1832, 1833 en 1835. Metalenkruis 5 april 1832.
20 februari 1833 de bronzen medaille ontvangen met f. 12,00 gratificatie, ing. aut. 25 juni 1831, nr 59.
De bronzen medaille werd 25 juni 1831 ingesteld.
Afgegaan op den 31e januarij 1837 met paspoort wegens E.V.D. (Expiratie van Dienst), ingevolge autorisatie van het D.V.O. (Departement van Oorlog).

Na zijn overlijden werd door de Sergeant J. Sereef van het Flankeur Bataillon 3e Regiment Infanterie in Garnizoen te Leeuwarden, hij gaf ook het overlijden aan, de volgende lijkrede uitgesproken:
Heeren Officieren, Onderofficieren en Soldatenen ook gij burgers van Leeuwarden, die deze uitvaart met uwe tegenwoordigheid hebt vereerd.
Ontvangt den dank, dat gij de laatste eer hebt bewezen aan het Stoffelijk overschot van een braaf soldaat en Korporaal Hoornblazer Jan Willem Bontekoe.
Zijne vrouw en kroost hebben in hem eene zorgvuldig en teederminnend vader verloren, het Korps een braaf en ijverig dienaar, de maatschappij een regtschapen mensch, wij een beminnelijk en waardig kameraad, de toonkunst een vlijtig en kundig beoefenaar, waaraan gij allen, die hier tegenwoordig zijn, voorzeker menig genoeglijk ogenblik geheel of ten deele hebt te danken gehad.
Van 1823 af heeft hij het land gediend als Soldaat, --ere en Stafmuzikant, en sedert de afschaffing der militaire muziekkorpsen als Korporaal Hoornblazer; tot 1847 bij de 7 afdeling, daarna 7 Regiment Infanterie, en laatstelijk bij dit korps.
Dat hij Braaf en Trouw heeft gediend, daarvan getuigen het Metalen Kruis, en de Medaille van 24 jarige onafgebroken trouwe dienst, die zoeven zijn lijkkist hebben versierd; en wijders zullen het allen getuigen;die hem in zijn handel en wandel van nabij gekend hebben.
Zijn dood bedroefd ons, maar het verheugd en troost ons tevens, dat hij mag geteld worden tot die gene, wier naam men niet met onverschilligheid van de lijst der levenden schrapt en van eeren men, zonder vrees van door iemand wedersproken te worden, kan zeggen, dat zij niet vergeefs hebben geleefd, en wier aandenken in eere wordt gehouden.
En hiermede brengen wij hem ons laatst vaarwel en wensen dat zijn assche in vrede mag rusten, en zijn geest in beter oord zijn overgegaan.