Notitie voor: Gerrit Bontekoe

Notitie voor: Gerrit Bontekoe

Gerrit Bontekoe kwam op 14 jarige leeftijd in militaire dienst bij de grenadiers, hij was politieagent in Leeuwarden (4-1-1890), gemeente veldwachter te Ferwerden in 1898 te Westzaan, waar hij ook gemeentebode was.
Westzaan woonde het gezin in de J.J.Allanstraat 385
De heer Jan de Roos, historicus en publicist schrijft in een serie biografische portretten op zijn website het onderstaande over hem.

Hij had een mooie naam: Gerrit Bontekoe. Achter zijn rug werd hij 'Kontjeboe'genoemd. Maar verder viel er niet te spotten met deze Westzaanse veldwachter, want hij had de wind er flink onder.

In 1898 vond Bontekoes voorganger in Westzaan, veldwachter Hendrik Hendriks, het welletjes. Na een dienstverband van 34 jaar ging hij per 1 mei met welverdiend pensioen, al bleef hij nog wel bode van de Polder Westzaan. Burgemeester Steenberg liet meteen een advertentie plaatsen voor een opvolger. De belangstelling voor het baantje, jaarsalaris 650 gulden, was overweldigend. Er meldden zich maar liefst 200 kandidaten! Vierenzestig van hen kwamen op het gemeentehuis (het huidige Reght Huys) bij de burgemeester hun opwachting maken. Na een 'hoogst nauwgezet en consciëntieus onderzoek' stuurde Steenberg een voordracht met drie namen naar mr. G. van Tienhoven, de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland die de nieuwe veldwachter moest benoemen. Nummer één op het lijstje stond Gerrit Bontekoe, een 31-jarige veldwachter uit het Friese Warnswerd (gemeente Ferwerderadeel). Gerrits vader, Arend Bontekoe, was daar ook veldwachter geweest. Als 15-jarige tamboer had Arend in 1830 nog aan de Tiendaagse Veldtocht tegen de opstandige Belgen meegedaan. Zoon Gerrit kwam als 14-jarige in dienst bij de grenadiers, diende daarna een jaar bij de politie in Leeuwarden en werd vervolgens veldwachter in Warnswerd. Burgemeester Steenberg moet onder de indruk van hem geraakt zijn, misschien ook wel door zijn forse gestalte. 'Hij schijnt mij toe ook hier de rechte man op de rechte plaats te zullen zijn', schreef hij aan de commissaris. 'Mij zou de benoeming van Bontekoe hoogst aangenaam zijn, omdat hij in zich vereenigt alle eigenschappen, die men aan een uitstekenden en flinken veldwachter met billijkheid mag stellen.' De commissaris was overtuigd en benoemde Bontekoe per 1 mei 1898 in Westzaan.
Dronkelappen
Een veldwachter was eigenlijk een duizendpoot. Hij had tal van taken te vervullen. In de eerste plaats natuurlijk het opsporen van misdrijven en overtredingen. Dieven, dronkelappen, vagebonden, bedelaars, dobbelaars, stropers en anderen die de wet aan hun laars lapten, werden door hem in de kraag gevat en opgesloten in het 'bienehokkie', een oud schuurtje bij de Hervormde Kerk dat dienst deed als arrestantenlokaal. Menig caféganger die het te bont gemaakt had, heeft daar een nacht doorgebracht. Bontekoe zorgde in zo'n geval voor gratis vervoer. De dronkelap werd gewoon op een handkar gelegd en naar het bienehokkie gereden. De veldwachter moest ook proces-verbaal opmaken, arrestanten naar de rechtbank begeleiden, toezicht houden op het ordelijk verloop van bijeenkomsten en festiviteiten, alarm slaan bij brand, officiële mededelingen aanplakken, het sluitingsuur van tapperijen controleren, als getuige zijn handtekening zetten als iemand op het gemeentehuis een pasgeborene kwam aangeven, en nog honderd-en-een andere dingen. Bontekoe deed al dat werk met grote plichtsbetrachting, hij gold als streng maar rechtvaardig en had de wind er al die jaren onder.

Dienstrijwiel

Toen Bontekoe in 1898 aantrad, had hij geen dienstfiets. Daardoor kon hij niet altijd snel ter plekke zijn. Naar aanleiding van ongeregeldheden aan het Zuideinde, stelde gemeenteraadslid Pieter Rot Cz in 1900 voor, Bontekoe een 'dienstrijwiel' te geven. Dat leidde tot een fiks debat. Kon de veldwachter niet gewoon zijn privéfiets voor 'de dienst' gebruiken? Burgemeester Steenberg achtte een dienstfiets voor zijn veldwachter wel nuttig, maar de geraamde kosten (150 gulden) te hoog. Hij wees erop, 'dat de politie te Assendelft ook geen rijwiel gebruikt, hoewel die gemeente nog langer is dan deze; dat sedert menschenheugenis hier zonder rijwiel gesurveilleerd is en dat mocht eventueel voor eene enkele maal een rijwiel noodig zijn, er een geleend kan worden.' Raadslid Rot gaf zich echter niet gewonnen. Hij stelde 'dat eene vergelijking met Assendelft niet aangaat; iedere gemeente moet haar huishouden naar eigen behoefte inrichten, wijst er bovendien op dat Assendelft zoo achterlijk is.' Waarop burgemeester Steenberg zich haastte te verklaren 'dat hij over de uitgestrektheid der gemeente Assendelft, niet over de achterlijkheid van de ingezetenen dier gemeente heeft gesproken.' Het voorstel van Rot werd tenslotte met vier tegen drie stemmen aangenomen. Cornelis Schoen, smid en fietsenhandelaar, zag zijn koren al bloeien. Hij liet het college weten 'dat ik op het oogenblik een rijwiel heb staan, welke ik zelf heb gemaakt van beste onderdeelen en echte bakkersbanden erom en verder compleet met spatborden en gaslantaarn voor 110 gulden en één jaar garantie, welke ik in alles zal nakomen.' Omdat de gemeente blijkens een aantekening van burgemeester Steenberg maximaal 115 gulden voor de dienstfiets wilde uittrekken, houd ik het er maar op dat het ook dorpsgenoot Schoen is geweest, die het stalen ros aan Bontekoe heeft geleverd.
In 1907 gingen Bontekoe, zijn vrouw Antje en hun dochtertje Frederika wonen aan wat nu J.J. Allanstraat 385 is. Nog altijd is daar de eerste steen te zien die de toen 7-jarige Frederika legde.

Revanche

In 1923 vierde Gerrit Bontekoe zijn zilveren ambtsjubileum als veldwachter in Westzaan. Kort daarna legde hij zijn functie neer. Hij bleef nog wel tot 1930 bode van de Polder Westzaan. Wie bij de betaling van polderlasten ook maar één cent in gebreke bleef, kon Bontekoe aan de deur verwachten. Tot op hoge leeftijd bleef Bontekoe actief als bestuurder in o.a. in Het Witte Kruis, de OBM, de Boerenleenbank, de Vrijwillige Brandweer en de Hervormde Gemeente. Hij nam op die manier een beetje revanche op burgemeester Van Alphen, die hem in 1918 verboden had op te treden als secretaris van de coöperatieve handelsorganisatie 'Eensgezindheid' omdat dit zijn onpartijdigheid zou kunnen schaden.
Gerrit Bontekoe overleed in 1954, 87 jaar oud. Hij werd onder grote belangstelling op de algemene begraafplaats bijgezet bij zijn vrouw Antje, die al in 1932 was overleden. In 1988 zou ook dochter Frederika, die haar vader zo liefdevol had verzorgd en die op 87-jarige leeftijd stierf, in het familiegraf worden bijgezet.