KOOLMEZEN WEBLOG 2004
Al vanaf het najaar van 2003 komt een koolmees dagelijks overnachten in de WebKast.
Als een slank vogeltje komt hij binnen, begint zich te poetsen en blaast zich dan op tot een dikke pluizige bol. Snavel onder de vleugel en tukken maar.
Dat overnachten duurt nogsteeds (eind april 2005) voort. Er zit zo'n 4 meter tussen deze kast en het hok waar het nest met jongen samen met het vrouwtje in zit (zat). Een echte LAT-relatie dus.
Begin dit jaar hebben we een grote kast aan de gevel opgehangen, bedoeld als mussenflat:drie huizen onder een kap.


Eind februari begon een koolmees (naar later bleek onze logee) belangstelling te tonen voor een van de hokjes. Aanvankelijk sleepte hij met strootjes en takjes, maar de tweede week van april werd hij ineens heel fanatiek met stukjes mos, gevolgd door pluizige haren.

Op 17 april werd de grote beslissing genomen: op dringend verzoek van hem kwam zij eens kijken:
De volgende dag begon het patroon zich af te tekenen: om een uur of half negen 's avonds komt ze binnen, zoekt wat tussen de pluizen,schikt zich en laat luid kwetterend weten dat ze er is. In de loop van de volgende twee uur komt ze al dieper in het nest te zitten: de staart moet steeds rechter op.
Tijdens de nacht is ze af en toe geheimzinnig bezig met het herschikken van wat er onder zich bevindt.
Om een uur of vijf in de ochtend begint ze de wat verder gelegen strootjes naar zich toe te trekken. Anderhalf uur later zijn de eitjes toegedekt en verlaat ze het nest, om een uur later nog even terug te keren met wat pluisjes.

19 april zagen we in de avond een eitje bovenin het nest; de volgende nacht was dieper in het nest een tweetal eitjes te zien.
De volgende nachten waren wat onrustig, maar onze koolmees kwam trouw elke avond binnen, om de volgende ochtend vroeg het nest weer te verlaten.

Totdat op 24 februari het vrouwtje om een uur of twee 'smiddags de kast in kwam, de eitjes ging opgraven en ging zitten broeden. Een kort onbewaakt ogenblik gaf ons zicht op zes roodgespikkelde witte eitjes.
Voor koolmezen geldt een broedduur van 13 tot 16 dagen, zodat we rond 7 mei resultaten kunnen verwachten. De jonge koolmezen vliegen een kleine 3 weken later uit.

Een dag later. Toch nog een klein toegift.
Da's meer dan een toegift, dat is gewoon doorwerken! Wat de koolmees nu doet is dus blijkbaar niet broeden, maar gewoon op de eieren zitten...
Af en toe komt hij wat te eten brengen voor haar.
  Een nieuwsgierige spreeuw wordt een verschrikkelijk monster:
Daar zit ze...
Nestelende vogels brachten deze kinderen op een groots idee. Iets voor een struisvogel misschien?
even een luchtje wezen scheppen, nu weer snel terug naar de eitjes.

7 mei: de eerste twee eitjes, niet groter dan een duimnagel, zijn uitgekomen.
Later die dag volgt een derde kuiken.
Als een ei is uitgekomen eet het vrouwtje de schaal op.
Samen het resultaat bekijken. Beide ouders vliegen af-en aan met kleine wurmpjes enzo.
8 mei. Er ligt nog 1 ei onderin het nest. En er zijn nu zeker 7 hongerige monden te voeden.

Op 9 mei kwam ook het laatste ei uit.

Deze foto is van 10 mei. Alle 8 snaveltjes zijn te zien, de eerste plukjes dons en de aanzet van de slagpennen op de vleugels.
Als moeder komt voeren reageren er een paar kuikens op haar bewegingen en openen hun bek. Komt vader echter met proviand dan kondigt hij zichzelf aan door te schetteren als een ekster: alle bekjes gaan dan wijd open.
En intussen vliegen de ouders af....
...en aan.
11 mei: meer pluisjes.
13 mei: de eerste tekening wordt zichtbaar.
14 mei: en moeder heeft 'snachts steeds meer moeite de 8 kuikens af te dekken.
15 mei: Als een van de ouders met voer binnenkomt is er een oorverdovend lawaai: het zachte piepen van eerst is veranderd in een keihard gekrijs om aandacht.
Af en toe zien we wat gefladder met de steeds steviger wordende vleugels.
16 mei: de oudere kuikens onderscheiden zich van de jongere door een duidelijk sterkere verengroei.
17 mei: de verengroei zet door. Er wordt vaker met de vleugels geoefend. De pootjes krijgen lange nagels. Het nestkuiltje is al vaak te klein voor de bewegelijke kuikens..
18 mei: De kuikens kunnen zich nu zelf poetsen en krabben: de spieren worden sterker.

Wat erin gaat, moet er ook weer uit.

19 mei. het hele palet aan koolmeeskleuren is aanwezig: wit, zwart, grijs en geel-groen. Het al dagenlang krijsen om aandacht eist z'n tol: alleen het jongste kuiken piept nog, de rest laat een schor geschreeuw horen.
Alleen voor de jongsten is het verenpak nog niet compleet.

20 mei. Als dakpannen liggen ze over elkaar heen, klaar om op te springen als er eten wordt gebracht.

21 mei. Er zitten geen kuikens meer in het nest. Ze zijn nu echt veranderd in een stel jonge koolmezen. Ook de geluiden die ze laten horen beginnen te lijken op de roep van hun ouders. Alleen de staartveren zijn nog wat aan de korte kant.

22 mei. De derde week gaat nu in. Er wordt steeds vaker geoefend met het gebruik van de vleugels.

23 mei.

24 mei.

25 mei. De eerste nacht zonder moeder.

26 mei. Vliegoefeningen boven het nest.

Na een voorzichtige blik door het grote ronde gat gaat deze jonge koolmees zelf ontdekken waar al dat lekkere eten vandaan komt (10.34 uur). Later in de middag (15.58 uur) gevolgd door een ander jong, zodat er nu nog 6 koolmeesjes op het nest zitten.

27 mei. Rond 6 uur de volgende ochtend begint de grote uittocht: om 5.57, 6.09, 6.10 (2x) en 6.16 uur nemen de volgende 5 koolmeesjongen afscheid van het nest.

Om 6.45 uur komt voor het laatst een van de ouders het overgebleven jong voeren. Daarna wordt er door ouders en kind heen- en weer geroepen, waarop het jong in de opening van de nestkast verschijnt.

Net op dat moment komt er een ekster in zicht, en gaat het koolmees-alarm af. Het jong zit een klein half uur roerloos in de opening...

... voor het zich eruit laat vallen en er vandoor gaat (7.16 uur)

Het lege nest wordt na enige uren verwijderd. Het stinkt alsof er een hele dierentuin in heeft gezeten. De kast is ook schoongemaakt

6 juni. Deze jonge koolmees dacht tussen twee muren door te kunnen vliegen. Helaas vloog hij tegen het grote raam dat er tussenin zat.



.