Vervolg Maasdam - Oud-rechterlijk archief 7
bewerkt door Kees-Jan Slijkerman


| Genealogie Hoeksche Waard | Streekmuseum Hoeksche Waard |
| Wegwijzer Genealogie | Archieven in Nederland |
| home | e-mail |

Inleiding

Oud-rechterlijk archief Maasdam, inventarisnummer 7, bewerkt door Kees-Jan Slijkerman.

Bewerking Oud-rechterlijk archief Maasdam in regestvorm

Fol. 69 vs. e.v., akte dd. 6 mei 1658.
"Eygen brieff van landt voor Leendert Clootwijck".
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Hermen Lodewijckse Montaen, Jan Dirckse van der Wier, Ary Janse Wesenhagen, Isack Ariensen Maesdam, Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer, schepenen.
- Compareert Claes Bastiaensen Gouwman, wonende op Puttershoek, en transporteert aan Leendert Cornelisen Clootwijck, wonende op Puttershoek, 1 mergen 50 roeden lands gelegen in Poelwijck in de dijkagie van Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend O de boesemcade, Z Leendert Clootwijck, W Sheeren Dijck en N voornoemde Clootwijck.
De koop is voldaan met mangeling van een huis staande op Puttershoek. De verkoper belooft het land van onkosten te vrijwaren tot kerstmis 1657. 
Akte getekend door de schout, de secretaris F. van Breedenhoff en schepenen Vas, Maesdam en Sneukelaer. Overige schepenen plaatsen hun handmerkje.
De schout en schepenen hebben het landvoor de 40e penning getaxeerd op 525 gld., is 40e penning: 13 gld. 2 st. 8 p., en 1 gld.12 st. 8 p. voor de taxatiekosten.

Fol. 71, akte dd. 9 oktober 1658.
Zo hebben Jan Dirckse van der Wier en Ary Janse Wesenhagen, schepenen, vervangende Jan Aryensen, schout van Maasdam, ten verzoeke van Gilis van Gemert, wonende tot Dordrecht, gerechtelijk gearresteerd onder Theunis de Rucht zodanige penningen of land als Ary Joosten competeert uit de boedel van Joost Dircksen en dat totdat van Gemert van zodanige obligatie voldaan is als hun tot laste van Ary Joosten heeft.
Secretrais Van Breedenhoff tekent; de schepenen plaatsen hun handmerkje.

Fol. 71 vs. e.v., akte dd. 1 februari 1659.
Jan Ariens Maesdam, schout, Jan Dirckse van der Wier, en Corn(elis) Jacopse Sneuckelaer, schepenen/heemraden.
- Compareert Ariaentie Cornelisen, weduwe van zaliger Jacop Willemse Hoffman, in zijn leven secretaris van Maasdam, geassisteerd met Eldert Pieterse, haar gekoren voogd in dezen, , ter eenre, en Gijsbert Willemse Hoffman met Willem Willemse Hoffman, als bloedvoogden van Willem Jacobse Hoffman, oud ontrent 15 jaar, en Gijsbert Jacobse Hoffman, oud ontrent 13 jaar, allen kinderen van zaliger Jacob Willemse Hoffman bij de voornoemde Ariaentie Cornelisse, ter andere zijde. Met tussenkomst van de schout als oppervoogd van sheren wege, komen de partijen tot een accoord aangaande de besterfenis.
Ariaentie Cornelisse blijft in de boedel zitten en moet daarvoor haar kinderen groot brengen etc. tot hun mondigheid, te weten 18 jaar, of huwelijkse staat en vervolgens aan elk der kinderen 200 gld. uit te reiken. Bij vooroverlijden van een der kinderen komt diens portie aan het andere.
Ariaentie verbindt hiervoor haar persoon en roerende- en onroerende goederen.
Akte getekend door de schout, secretaris F. van Breedenhoff en heemraad/schepen Sneuckelaer. Van der Wier plaatst handmerkje.

Fol. 72 vs. e.v., akte dd. 8 maart 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Jan Dirckse van der Wier, Cornelis Jacopse Sneuckelaer, schepenen.
- Jan Antheunisse Polderman, wonende op Puttershoek, bekent schuldig te zijn aan juffr. MargrietieDirckx, weduwe van de heer Johan Cools, 800 Car. gld., die hem aangeteld en door hem ontvangen zijn. Hij belooft jaarlijks 200 gld. of meer terug te betalen tegen interest 5 1/2 gld. de 100, waarvan het eerste jaar 8 november 1659 verschenen zal zijn. Hij verhypothekeert hiervoor 2 mergen 2 hont land in het Oudeland van Maasdam 'aende groene wech", belend O de erfgenamen an Claes Ghijsen, W de hi(elige) geest wey, Z s(injeu)r Johan Schoormans en N de groene wech. Aan schout en schepenen is vertoond de brief van 300 gld. kapitaal die de men h(ee)r Van den Steen daar op sprekende had, maar was voldaan. De 40e penning bedraagt 20 gld.
Akte getekend door de schout, secretaris F. van Breedenhoff, een schepen Sneuckelaer. Van der Wier plaatst handmerkje.
Op 10 januari 1672 is deze schuldbrief aan de secretaris vertoond en dat deze voldaan in. Was getekend: L.G van Heysen 28.

Fol. 73 vs. e.v., akte dd. 8 maart 1659.
Jan Ariens Maesdam, schout, Vas Cornelisse, Hermen Lodewijckse Montaen, schepenen.
- Compareren Jan Arentsen Gelder, Cornelis Arentse Gelder, voor hen zelf en hen sterk makende voor Marigie Arentsdr., Ary Maertse, voor hem zelf en als last en procuratie hebbende van Dirck Joosten, volgens de procuratie ons schout en schepenen vertoond, Ariaentie Joostendr., geassisteerd met Jacop Joosten, haar gekoren voogd in dezen, Jacop Joosten, voor hem zelf en testamentaire voogd van de weeskinderen van Jaeppie Joosten en voogd van de minderjarige kinderen en kindskinderen van zaliger Annigie Joosten, Pieter Ariens Sneep, voor hem zelf en hem sterk makende voor Jan Ariensen Sneep, en Cornelis Aerts van Schravendeel, voor hem zelf als medeerfgenaam van Annigie Joosten, gezamenlijk erfgenamen van zaliger Joost Dirckse en Marigie Cornelisdr., zijn huisvrouw, in hun leven gewoond hebbende op het dorp van Maasdam. Zij transporteren aan Theunis Cornelisse de Rucht, mede erfgenaam van de voornoemde Joost Dirckse en Marigie Cornelis dochter, een geheel huis met de beterschap van het erf "met bedt, buldt, kisten, kasten, coper, tin als anders welcke voors. huys is", staande in het dorp maasdam, belend O de gemeenlants dijck, Wde vliet, Z de werff van Aert Janse van Es, en N den gemeene dijck.
Akte getekend door de schout, de secretaris F. van Breedenhoff, schepen Vas. Montaen zet handmerkje.
Het huis met het goed is verkocht voor 500 gld., waarvan de inboedel door schout en schepenen is getaxeerd op 200 gld.
De portie van de Rucht in de erfenis bedraagt de som van 40 gld., komt het huis op 260 gld. De 40e penning bedraagt hierop 6 gld. 10 st. en voor de taxatie 1 gld. 12 st.

Fol. 79, akte dd. 9 maart 1659.
Jan Ariens Maesdam, schout, Hermen Lodewijckse Montaen en Cornelis Jacopse Sneuckelaer, schepenen.
- Jan Aertsen Gelder, Corn(elis) Aertse Gelder en hen sterk makende voor Maeyke Aertse, hun zuster, bekennen voldaan en betaald te zijn uit handen van de gemene erfgenamen van zaliger Joost Dirckse en Marigie Corn(elis)dr, zijn huisvrouw wegens de kwestie en verschillen die gerezen waren tussen de comparanten en de voornoemde erfgenamen wegens de comparanten hun vaderlijke besterffenis, waarop zij nu geen pretenties meer zullen hebben.
Getekend door de schout, de secretaris F. van Breedenhoff en schepen Sneuckelaer. Montaen plaatst handmerkje.

Fol. 79 vs. e.v., akte dd. 10 maart 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Isack Ariensen Maesdam, Corn(elis) Jacopsen Sneuckelaer, schepenen.
- Compareert Abram Bastingius, bedienaar der Goddelijken Woords te Maasdam, bekent schuldig te zijn aan Armen der diakonie van Maasdam 400 Car. gld. vanwege aangetelde en uitgetelde penningen uit handen van de armmeester met goedvinden van de ganse kerkeraad. Hij belooft dit geld over een jaar terug te betalen met interest jegens de penning 20 of5 gld. de 100. Hij verhypothekeert 2 mergen 2 hont land gelegen in het Oude Land van Maasdam "aenden Maeskant", belend O de erfgenamen van Joost Dirckse, Z de Maes, W de groote kerck tot Dordrecht en N de gemeenelandts wegch van Maesdam. Hij verbindt verder zijn persoon en roerende- en onroerende goederen.
Getekend door de schout en de schepenen.
- Deze obligatie is met het verlijden van een andere obligatie ten behoeve van juffrouw Josina Joije, verleden 11 maart 1661 teniet gedaan. Was getekend de schout, schepen Maesdam. Schepen Jan Dorcxe van der Wier plaatst handmerkje.

Hier begint de nummering weer bij FOL. 76 VERSO, akte dd. 24 mei 1659.
Jan Ariense Maesdam, schout, Vas Cornelisse, Isack Ariensen, schepenen.
- Voor schout en schepenen is vertoond zekere akte van Pieter-Jansen, schepen, als verkoper, en dominee Bastingius, als getuige, getekend dd. 17 augustus 1658, waarin Pieter, onze schepen, bekent verkocht en gecedeert te hebben aan Abram Aryense van Dijck een zeker huis en beterschap van het erf 'aen den vlie kant', belendde kae, O den dijck, Z Corn(elis) Ghijsen.
Akte getekend door de schout, schepenen en secretaris F. van Breedenhoff.
Taxatiesom is 200 gld. en de 40e penning 5 gld.

Fol. 77, akte dd. 29 mei 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen en Isack Ariens, schepenen.
- Abram Ariens van Dijck, bekent verkocht en getransporteerd te hebben aan Staes Jacopsen Nooteboom, zeker huis en de beterschap van het erf inhet dorp maasdam, belend W de vliet, N Jan Dirckse van der Wier, en O den dijck en Z Corn(elis) Ghijsen. De koper neemt tot zijn last een obligatie van 187 Car. gld. die de Armen van Maasdam op het huis sprekende hebben. 
De schout, schepenen en secretaris F. van Bredenhof plaatsen hun handtekening.
Taxatieprijs 240 gld. en 6 gld. voor de 40e penning.

Fol. 77vs., akte dd. 11 juni 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Ary Janse Wesenhagen vervangende Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer als schepen.
- Ten verzoeke van Ary Andriesen Aertoom verklaren de schout en de schepen gerechtelijk gearresteerd te hebben onder Theunis de Rucht zodanige penningen als Cornelis Aertsen op 's-Gravendeel nog competeert uit het sterfhuis van Joost Dirckse zaliger en dat om betaling te doen voor en aleer de voornoemde Ary Andriesen Aertoom zal wezen voldaan.
Akte getekend door de schout en door secretaris F. van Breedenhoff. 

Fol. 78 e.v., ak te dd. 12 juni 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Jacop Leendertsen, Hermen Montaen, Jan Dirckse van der Wier, Ary Janse Wesenhagen, Isack Ariensen en Cornelis Jacopsen Sneukelaer, schepenen.
- Compareren Jacop Joosten, voor hem zelf, en als testamentaire voogd van de kinderen van Jaeppie Joosten en voogd van de minderjarige kinderen van Annigie Joosten en de kindskinderen van voornoemde Annigie Joosten, Ary Maertens, voor hem zelf, en hem sterk makende voor Cornelis Aertsen, als getrouwd hebbende Lintje Maertens, Pieter Ariense Sneep, als getrouwd hehbende Marygie Maertens, voor hem zelf, gezamenlijk erfgenamen van zaliger Joost Dirckse. Zij verklaren verkocht en getransporteerd te hebben aan Theunis Cornelisen de Rucht een stuk 'teellandts' groot 4 mergen 300 roeden 'int Lagie' voor Maasdam, belend N Jan Ariensen, Ode Vliet, Z Jan Corn(elis) timmerman en W den dijck, en dat zoals hen aanbestroven bij overlijden van Joost Dirckse voornoemd. De comparanten stellen hun persoon en goederen als zekerheid voor de vrijwaring van die land.
Akte getekend door de schout en de scretaris F. van Breedenhoff en schepen Maesdam. De schepenen Montaen en van der Wier plaatsen hun handmerkje.

Fol. 79 e.v., akte dd. 12 juni 1659.
Jan Ariaensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Jacop Leendertsen, Hermen Montaen, Jan Dirckse van der Wier,Ary Janse Wesenhagen, Isack Ariensen en Cornelis Jacopsen Sneukelaer, schepeen.
- Ary Maertsen, als last en procuratie hebbende van Dirck Joosten Vermaes, wonende in 'Oost Vrieslandt inde westerse mars onder de heerlijckheijt van Norden', volgens de procuratie ons schout en schepenen vertoond, nevens Agie Pieters, huisvrouw van de voornoemde Dirck Joosten, die hetzelve ook conformeerde. Hij heeft verkocht en getransporteerd aan Theunis Cornelisen de Rucht een stuk 'teelants' groot 2mergen 92 roeden. gemeen en onverdeeld liggend met de voornoemde Theunis Cornelis de Rucht in 'het Lagie' voor Maasdam, belend O de Vliet, Z Vas Cornelisen, W den dijck en NMarigie Jacops wed. van Jan Ghijsen. Een dat zoals het land aanbestorven is door het overlijden van Joost Dirckse, zijn vader. Hij vrijwaart het land van alle lasten met zijn persoon en goederen.
Akte getekend door de schout, secretaris F. van Breedenhoff, schepen Maesdam. Schepenen Montaen en Van der Wier plaatsen hun handmerkje. 

Fol. 80 e.v., akte dd. 13 juni 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Isack Ariensen, schepenen.
- Theunis Cornelisen de Rucht, onze inwoner, bekent schuldig te zijn aan juffr. Josina van Bergheyck, weduwe van Corstiaen Coopman, 1200 Car. gld. vanwege aangetelde en geleende penningen. Hij belooft dit geld over een jaar terug te betalen met interest de penning 25 ofte 4 ten 100. Hij verbind hiervoor 4 mergen 300 roeden in 'het Lagie' voor Maesdam, belend O de vliet, Z Jan Cornelisen timmerman, W den dijck en N Jan Ariensen, zoals het land op gisteren aan de comparant is getransporteerd. Verder stelt hij zijn persoon en overige goederen tot zekerheid.
Akte getekend door de schout en door schepen Isaack maesdam en door secretaris F. van Breedenhoff.
De 40e penning bedraagt 32 gld.

Fol. 81, akte dd. 13 juni 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Isack Ariensen Maesdam, schepenen.
- De schout en schepenen verklaren ten verzoeke van Aeggie Pieters, huisvrouw van Dirck Joosten, wonende in 'Oost Vrieslandt', dat het hen wel bekend is dat Joost Dirckse zaliger in zijn leven alhier op Maasdam wel veertig jaar heeft gediend als schepen en in die tijd zich altijd eerlijk heeft gedragen 'en gecomporteert soo wel in sijnen dienst als daer buyten tot het uyterste van sijn leven toe' [etc.].
Akte getekend door secretaris van F. van Breedenhoff.

Fol. 81 vs. e.v., akte dd. [onleesbaar; = tussen 13 juni en 27 juli 1659].
Jan Ariensen Maesdam, schout, Ary jansen Wesenhagen vervangende Isack Ariense, als schepen.
- Compareert Jacop Joosten, voor hem zelf en als voogd van van de minderjarige kinderen van A.... Joosten, en Ary Maertsen, voor hem zelf en als last en procuratie hebbende van Dirck Joosten, Marigie Aerts,...........[onleesbaar], Jacop Joosten en Jacop......[onleesbaar]. Zij hebben geliquideerd.
[N.D. deze akte zeer moeilijk leesbaar en gedeeltelijk op film onleesbaar door verbleking]. 

Fol. 82 vs. e.v., akte dd.27 juli 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Cornelis Jacopsen Sneukelaer, Jan Dirckse van der Wier, schepenen.
- Compareren Jan Cornelisen timmerman, en Gijsje Gijse, echtelieden, onze inwoners, hij ziekelijk te bed liggend, testeren op de langstlevende. Eventuele schulden moeten uit de boedel worden voldaan en dat met kennis van de kinderen. De langstlevende zal in de boedel blijven zitten tot deze opnieuw zal trouwen of overlijden.
Akte getekend door de schout, scretaris F. van Breedenhoff en Sneukelaer.

Fol. 83 vs. e.v., akte dd.25 november 1659.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen en Isack Ariensen, schepenen.
- Compareert Ingen jacopsen, wonende 'op het Gat' onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, bekent schuldig te zijn aan juffr. Josina Bergeyck, weduwe van zaliger de Chrystiaen Coopmans, 800 car. gld. n.a.v. uitgestelde en aangetelde. Hij belooft dit geld over een jaar met interest tegen de penning 20 of 5 ten 100 terug te betalen. Hij verzekerd hiervoor speciaal 4 mergen 2 hont land in het Oudeland van Maasdam, belend O Cornelis Jacopsen Sneukelaer, W de hr. het Houff, Zden maesdamsen weg en NJacop Ariensen Maesdam. Dit land is nog belast met een hypotheek van 1250 gld. Verder stelt hij zijn persoon en verdere goederen tot zekerheid. Hij mag deze som met telkens 400 gld. aflossen, maar niet met minder.
De schout en de schepenen plaatsen hun handmerkje.
De 40e penning bedraagt 20 gld.

Fol. 84 vs., akte dd. 25 november 1659.
Vas Cornelisen en isack Ariensen Maesdam, schepenen.
- compareert Jacop Leendertsen, onze mede schepen, machtigt Leendert jacopsen, zijn zoon, om uit zijn naam voor schout en schepenen van Strijen te transporteren aan Jan Warker 1 mergen 300 roeden weiland in het Oudeland van Strijen, aan 'den houcksen wegh', belendO de gemeene Lants vliet, Nde oude koijts, W Henderick van de Ghijsen en Z de voorn. Warker.
De schepenen plaatsen hun handtekening.

Fol. 85, akte dd. ongedateerd.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer en Ary Janse Wesenhagen, schepenen.
- Compareert Christoffel Plaetman, chirurgijn wonende op het dorp van Puttershoek, legt ten verzoeke van domine Abrahamius Bastingius, predikant tot Maasdam, de verklaring af, dat deze over jaar en dag bezocht is met een 'swaer accident genaemt hernia intertinale ofte schurfte het welck hij tegenwoordich noch draegt'.
[Akte is niet ondertekend en geen datum ingevuld].

Fol. 85 vs. e.v., akte dd. 10 maart 1660. 
Jan Ariensen Maesdam, schout, Isack Ariensen en Cornelis Jacopsen Sneukelaer, schepenen.
- Compareert Jacop Leendersen, onze mede schepen, bkent schuldig te zijn aan Leendert Cornelisen wegens de nagelaten weeskinderen van zaliger Neeltje Jacops, 300 Car. gld. vanwege aangetelde penningen uit handen van Leendert Jacopsen, als voogd van de weeskinderen, ontvangen, welke penningen zijn gekomen van Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer, de weeskinderen hun vader. Hij belooft dit geld over een jaar terug te betalen tegen interest de penning 20 of 5 gld. van de 100 onder verband van zijn persoon en goederen.
Akte getekend door de schout, schepenen en seretaris J. van Breedenhoff.
- Op 16 mei 1661 compareert voor schout en schepenen Leendert Jacopsen als bloedvoogd en verklaart dat deze obligatie voldaan is.
Getekend Jan A. Maesdam en F. van Breedenhoff.

Fol. 80 e.v., akte dd. 25 maart 1660.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer, Jan Dirckse van der Wier, schepenen.
- Compareert Jacop Heymensen, voor hem zelf en als voogd van Jacop Cornelisen Boerin, zoon van Corn(elis) Jacopsen Boerin, en nog als voogd van de andere onmondige kinderen van zaliger Heymen Jacopsen, Ingen Jacopsen, als man en voogd van Mariken Heymens, Jacop Damen, als man en voogd van Lisbet Heymens, Corn(elis) Aert Viskil, als man en voogd van Cornelia Heymens, gezamenlijk erfgenamen van Marike Wijtte, die weduwe was van zaliger Ary leendertsen. Zij bekennen gezamenlijk voor twee derde parten verkocht en getransporteert te hebben aan Adriaen Jacopsen Ros, schout van Sandelingenambacht, die mede erfgenaam is en voor derde part, een geheel huis met de werf en al het gene aard en nagelvast is, met de beplanting en beteling daar om en op staande en gelegen in het dorp van maasdam, belend N den rij wegh, O Jacop Leendertsen, Zde maes en W het kerckehuys.
Akte getekend door de schout, schepen Sneukelaer en secretaris F. van Breedenhoff. Van der Wier plaatst handmerkje.
De 40e penning van 573 gld. bedraagt 19 gld. 6 st.

Fol. 87, akte dd. 25 maart 1660.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer, 
Jan Dirckse van der Wier, schepenen.
- Jan Damesen, als getrouwd hebbende Aeltje Cornelisdr., bekent dat hij betaald en voldaan is van de voogden van zijn vrouw en bedankt hen voor hun goede zorgen en administratie en hij heeft alle obligaties, testament en de uitkoopbrief uit de weeskist ontvangen.
De schout, schepen Sneukelaer en secretaris F. van Breedenhoff ondertekenen. Schepen van der Wier plaatst handmerkje.

Fol. 87 vs. e.v., akte dd. 7 april 1660.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen en Hermen Montaen, schepenen.
- Compareert Gijsje Gijse, weduwe en boedelhoudster van zaliger Jan Cornelisen timmerman, geassisteerd met Jan Ariensen, schout voornoemd, als haar gekoren voogd in dezen, en bekent verkocht en getransporteerd te hebben aan Francoys van Breedenhoff, secretaris te maasdam, een huis met de beterschap van het erf, gelijk het op 19 januari 1660 in het openbaar met consent van al haar kinderen is verkocht, gelegen op het dorp maasdam, belend ZW Staes Jacopsen, NW den dijck en ZO het huyske van Jan Dircksen en NO den bermsloot. De verkoopster zal het huis van alle lasten bevrijden tot en met 1659. Ary Cornelis timmerman, wonende op 's-Gravendeel, stelt zich garant voor de bevrijding van de lasten op het huis.
Akte getekend door de schout en schepen Vas. Montaen plaatst zijn handmerkje.
De 40e penning tegen 350 gld. bedraagt 8 gld. 15 stuivers.

Fol. 88 vs. e.v., akte dd.. 7 april 1660.
Schout en schepenen als voorgaande akte,
- Schuldbrief van voornoemde Van Breedenhoff aan voornoemde weduwe Gijsje van 250 Car. gld. vanwege de koop van het voornoemde huis. Hij belooft over een jaar na dato 100 gld. te betalen en een jaar daarna weer 100 gld. en het derde jaar de resterende 50 gld.; tekens op de verschijndag. Hij verhypothekeert hiervoor genoemd huis en verder stelt hij zijn persoon en verdere goederen hiervoor garant.
Akte getekend en handmerk door voornoemde schout en schepenen.

Fol 89, akte dd. 29 mei 1660.
- De schout en schepenen attesteren dat dominee Abrahamius Bastingius, predikant alhier, tot nog toe nooit heeft gecontribueerd tot het betalen van de duizendste penning.
Jan A Maesdam, schout, en F. van Breedenhoff, secretaris, zetten hun handtekening. Jan Dirckse van der Wier en Hermen Montaen en Ary Janse Wesenhagen, schepenen, zetten hun handmerkje.

Fol. 89 e.v., akte dd. 19 augustus 1660.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Hermen Montaen, Jan Dirckse van der Wier, Ary Janse Wesenhagen,Isack Ariensen Maesdam, Cornelis Jacopsen Sneukelaer, schepenen.
- Compareert Bastiaen Joosten, wonende op Puttershoek, als man en voogd van Ariaentje Gijsbertsdr., bekent verkocht en getransporteerd te hebben aan Bastiaen Gijsbertsen Gouwman, 225 roeden zaailand, gemeen en onverdeeld voet onder voet liggend in een stuk van 3 mergen lands in de dijkagie van Nieuw-Bonaventura op degrond van Maasdam, belend Z de heer van den Steen, W den eersten cruyswegh, N den tollenaer de Wit, O de vliet,hem comparant aangekomen bij overlijden van Bastiaen Jansen Gouwman, zijn comparants vrouwe grootvader. Hij is betaald en voldaan met 200 gld. Hij belooft het landen van lasten e.d. te vrijwaren met zijn persoon en goederen.
Getekend door de schout, secretaris F. van Breedenhoff en schepenen Vas, Maesdam en Sneukelaer. Schepenen Montaen en van der Wier plaatsen hun handmerkje.
De 40e penning bedraagt 5 gld.

Fol. 90 e.v., akte dd. 6 november 1660.
Vas Cornelisen, Hermen Montaen, Jan Dirckse van der Wier, Ary Janse Wesenhagen, Cornelis Jacopsen Sneukelaer,schepenen.
- Compareert Jan Ariensen Maesdam, schout, en bekent verkocht en getransporteerd te hebben aan Isack Ariensen Maesdam, sijn broeder, 5 mergen 27 roeden zaailand in het Oudeland van Maasdam, zoals hem bij kaveling is aangekomen bij dode van zijn vader zaliger, volgens kavelcedulle daar van zijnde, belend O Isack Ariensen voornoemd, W de weeskinderen van Heymen Jacopsen, Z den maesdamsen wegh, N den gemeene Lants Vliet. DE verkoper zal het land tot Kerstmis 1660 bevrijden vande gemene buurlasten. Betaald met 3000 gld. De verkoper zal het land van lasten gevrijwaard houden met zijn persoon en goederen.
Getekend door secretaris F. van Breedenhoff, schepenen Vas en Sneukelaer. Schepenen Montaen en van der Wier plaatsen hun handmerkje.
De 40e penning bedraagt 75 gld.

Fol. 91 e.v., akte dd. 3 mei 1661.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Jan Dirckse van der Wier, schepenen.
- Compareert Jop Cornelisen, als rechte bloedvoogd van de nagelaten kinderen van zaliger Cornelis Cornelisen geprocureert bij Annigie Maertens, bekent in die kwaliteit schuldig te zijn aan Jan Dirckse, wonende op Puttershoek, 400 Car. gld. ten zakte van aangetelde en uitgestelde en aangetelde penningen. Hij beloofd dit geld met 200 gld. jaarlijks terug te betalen met de interest tegen de penning 25 of 4 ten 100. Hij verbindt hiervoor in het speciaal 4 mergen 207 roeden lands, hetwelk de weeskinderen gemeen en onverdeeld met voornoemde Jop Cornelisen hebben liggen in Nieuw-Bonaventura op grond van Maasdam, belend Z Mattheus Rogiers, Wde heer de Roover, N het verlooren weegie, de voornoemde kinderen aangekomen door hun vaders besterffenis volgens het contract voor schepenen van Puttershoek gemaakt 1 mei 1661. Voorts onder verband van de kinderen hun overige goederen. Compareert nog Ary Joppen, als man en voogd van Annigie Maertens, welke belooft de interest jaarlijks te betalen op de verschijndag zo lang als hij het land van de kinderen gebruikt en de vruchten daarvan trekt, alles volgens het voornoemde contract. Hiervoor stelt voornoemde Jop Cornelisen zich als borg.
Getekend door de schout, secretaris F. van Breedenhoff, schepen Vas. Van der Wier plaatst zijn handmerkje.
De 40e penning bedraagt 10 gld.

Fol. 92, akte dd. 3 mei 1661.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Jan Dirckse van der Wier, schepenen.
- Compareert Jacop Leendertsen, onze mede schepen, en constitueert Leendert Jacopsen, zijn zoon, om uit zijn naam te compareren voor schout en schepenen van 's-Gravendeeel en Leerambacht en aldaar te transporteren aan mons(ieur) van den Santheuvel zekere 6 mergen 576 roeden lands in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, belend O den kruys wegh, W de gemeene Lants Vliet, Zden boenders wegh en N de heer van beeckesteyn. Hij belooft het land te vrijwaren met zijn persoon en goederen
Getekend door de schout en schepen Vas en secretaris F. van Breedenhoff. Schepen Van der Wier plaatst zijn handmerkje.

Fol. 92 vs., akte dd. 16 mei 1661.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Hermen Montaen en Cornelis JacopsenSneujkelaer, schepenen.
- De schout en schepenen verklaren ten verzoeke van Jan Piggen, secretaris van Papendrecht, getaxeerd te hebben zekere 5 mergen lands gelegen in het Oudeland van Maasdam, belend O en N de heer Thouft en W Theunis de Rucht en Z den maesdaemsen wegh, hetwelk bij dode van de heer Henderick Hoyinck gekomen is aan de heer Mr. Cornelis Hoyinck, heere van Papendrecht, om daar over te betalen de collaterale successie en bevonden de mergen 600 gld. Zij verklaren dat het land ter register is bezwaard met 2000 gld.,
Getekend door F. van Breedenhoff, secretaris.

Fol. 93 e.v., akte dd. 25 juli 1661.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Vas Cornelisen, Hermen Lodewijcxsen Montaen, Arien Jansen Wesenhage, Jan Dircxen van der Wier, Isaack Ariensen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, heemraden.
- Cormpareert Theunis Cornelisen d' Rucht. onze mede heemraad en inwoner, en bekent verkoct en getransporteerd te hebben aan Dominee Abraham Bastingius, predikant wonende op Puttershoek, 525 oeden zaailand in het Oudeland van Maasdam, 'aende maescant', belend O de weduwe en de erfgenamen van Christiaen Coopman tot Dordrecht, zuideinde 'totten diepe van der maase', W 'desen copper' [= deze koper] en N den Gemeenlands heeren weg, zoals door hem comparant is aangekomen bij overlijden van zijn comparants vrouwe vader.
Getekend door de schout en de heemraden Maesdam en Sneuckelaer.
Het land is door de schout en heemraden getaxeerd, 'also daer eenige vruchten van boonen bij vercocht', op 510 ponden te 40 grooten en de 40e penning komt op 12 gld. 15. st.

Fol. 94 e.v., akte dd. 7 september 1661.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Vas Cornelisen, hermen Lodewijcx Montaen, Arien Jansen Wesenhage, Jan Dircx van der Wier, Isaack Ariensen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, heemraden.
- Compareert de heer Cornelis Hoynck, heere van Papendrecht, , Demata etc., als erfgenaam des testamente van wijlen Mr. Hendrick Hoynck, gepasseerd voor Daniel Elbo dd. 21 februari 1661, aan ons schout en heemraden voorgelezen. Hij verklaart verkocht en getransporteerd te hebben aan Thonis Cornelis derucht, mede onze heemraad, 5 mergen zaailand gelegen onder deze jurisdictie, belend O de heer Theuft, W de koper, Z sheeren weg en N de heer Theuft
.Getekend door de schout en de heemraden Sneuckelaer en Maesdam.
Dit is bij schout en heemraden getaxeerd, 'alsoo daer eenige vruchten van koolsaet bij verkocht zijn op 2 m(e)r(gen)'. De vruchten worden getaxeerd op 240 pond te 40 groten en het land op 3000 pond. De 40e penning bedraagt 75 gld.

Fol. 95 e.v., akte dd. 7 september 1661.
Zelfde schout en heemraden.
- Volgt schuldbrief i.v.b. met bovengenoemd transport van derucht aan de heer Hoynck van 2000 Car. gld. Hij belooft in twee termijnen te betalen van elk 1000 gld. onder verband van het betreffende land en zijn persoon en verdere goederen.
Akte door dezelfde schout en heemraden getekend.

Fol. 96 e.v., akte dd. 1 juli 1662.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Hermen Lodewijcx Montaen, Jan Dircx van der Wier, Arien Janse Wesenhage, Isack Ariensen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer en Thonis Cornelis de Rucht, heemraden.
- Compareert Jacob van der Kuyp, koopman tot Dordrecht, als last en procuratie hebbende van jouffrouw Margrieta Prins, weduwe van s(injeu)r Anthony Berck, wonende tot Leerdam, gepasseerd voor notaris Hans Smits te Dordrecht dd. 1 juni 1662, schout en heemraden voorglezen, en transporteert aan juffr. Anna Maria ..iet, wonende tot Dordrecht, 3 mergen 300 roeden weiland in het oudeland van Maasdam, belend O de Boosen cade. Voor 1800 gld.
Getekend door de schout en heemraden Maesdam en de Rucht.
De 40e penning bedraagt 45 gld.

Fol. 97 e.v., akte dd. 3 oktober 1662.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Arien Janssen Wesenhage en vervangende Isaak Ariensen Maasdam, schepenen.
- Compareren Jan Dircxe van der Wier, onze heemraad, en Pleunje Fluerendr., echtelieden, wonende alhier, zij ziek te beddde liggend, testeren op de langstlevende. Na de dood van beiden zal Grietje Jans, hun dochter, een legaat hebben van 100 Car. gld. en dat onverminderd van haar erfenis. Na overlijden van de langstlevende zullen hun kinderen elk een gelijk del erven. De langstlevende der testateurs blijft in de volle boedel zitten.
De schout, schepen Maasdam en secretaris J. van Heysen zetten hun handtekening. Wesenhage zijn handmerkje.

Fol. 98 e.v., akte dd. 6 januari 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Jan Dircxe van der Wier, Arien jansen Wesenhage, Isaack Ariensen Maasdam, Corn(elis) Jacobsen Sneuckelaer, Thonis Cornelisse de Rucht, heemraden.
- Compareren Pleun Ariensen hem sterk makende voor Jacob Cornelis en [ ?Neel? ].... jen Pleunen, Jan Hendrickxen, voor hem zelf, allen kinderen nagelaten van Marichje Leenerts, wonende op Puttershoek, en transporteren aan Thonis Jacobsen Koppen, wonende op het gadt, 2 mergen 25 roeden zaailand onder de jurisdictie van Maasdam aan de Maaskant, belend O Aert Jansen Z de maase, W mede Aert Jansen en N den wegh. Voor 1425 gld. De 40e penning bedraagt 35 gld. 12 stuivers 8 penningen.

Fol. 98 vs. e.v., akte dd. 11 maart 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Jan Dirckxen van der Wier, Isaack Ariensen Maasdam, schepenen.
- Dominee Abraham Bastingius met jouffrouw Maria N..sius, zijn huisvrouw, wonende op Puttershoek, bekennen schuldig te zijn aan jouffrouw Josina Joije, wonende tot Dordrecht, 500 ponden tot 40 groten vlaams vanwege aangetelde penningen. Zij beloven dit geld over drie jaar terug te betalen met de jaarlijkse interest tegen 5 de 100 en verhypothekeerd op 2 mergen 2 hont lands in het Oudeland van maasdam aan de maaskant, belend O deze comparanten, Z de maes, W de groote Kerck tot Dordrecht en N des gemeenlands wegh van Maasdam.
De schout, schepen maasdam en secretaris J. van heysen tekenen. Van der Wier met zijn handmerkje.
De 40e penning bedraagt 12 gld. 10 st.
Op 9 november 1669 is deze brief geroyeerd, was getekend J. van Heysen 1669.

Fol. 99, akte dd. 2 mei 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Arien Jansen Wesenhage en Isaack Ariensen maasdam, schepenen.
- Compareren Leenert Cornelis Gout, Joris Janssen, ieder als getrouwd hebbende een dochter van Leenjen Ariens zaliger, mitsgaders Cornelis jacobsen, als voogd van de nagelaten kinderen van Jan Willemsen Buet zaliger, en zij transporteren aan Dirck Aertsen van der Kes een geheel 'huys, schuyer, keet en alle beteelinge aende selve huysinge ende erve behoorende', gelegen aan den achterdijck onder de jurisdictie van maasdam, gelijk dit op 8 maart 1663 in het openbaar verkocht is, belend O Aert Kest, Zde h.heest wey, W den polderwegh en N de h.geest dijck.
getekend door de schout, schepen Maasdam, secretaris J. van heysen. Schepen Wesenhage zet zijn handmerkje.
De koopsom bedraagt 242 gld. 4 st. gereed geld en de 40e penning bedraagt 6 gld. 2 st.

Fol. 101, dd. 2 mei 1663.
Zelfde schout en schepenen- volgt schuldbrief van Dirck Aerts Kest aan personen in voorgaande akte van 155 gld.
Akte getekend door dezelfde personen als in voorgaande akte. 

Fol. 101 vs., akte dd. 3 mei 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Arien Jansen Wesenhage en Jan Dircxen van der Wier, schepenen.
- Compareert s(injeu)r Francoys van Bredenhoff, wonende tot Dordrecht, bekent verkocht en getransporteerd te hebben aan Isack Ariensen wesenhage een geheel huis en de beterschap van het erf, op het dorp maasdam, belend ZW Staes Jacobsen, NW den dijck, ZO het huysken van Jan Dircxen van der Wier en NO den Bermsloot. Hij belooft het huiis van alle lasten te bevrijden lopende tot 1 mei 1663. Voor 450 gld. De 40e penning bedraagt 11 gld. 5 st.
Getekend door de schout en door de secretaris J. van Heysen. Van der Wier zet zijn handmerkje.

OOK GENUMMERD: FOL. 101, akte dd. 16 juni 1663.
- Jan Ariensen Maasdam, schout, Isaak Ariensen Maasdam, Thonis Cornelisen de Rucht, schepenen, verklaren ten verzoeke van de erfgenamen van Jan Willemsen Metselaer zaliger getaxeerd te hebben 2 mergen zaailand in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, zoals aan metselaer behoord hebbende en zij taxeren dit land op 600 gld.
Schout, schepenen en secretaris J. van heysen ondertekenen.

Fol 101, akte dd. 5 september 1663.
- Jan Ariensen Maasdam, schout, Isaak Ariensen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, schepenen, hebben ten verzoeke van de heer secretaris der stad Dordrecht getaxeerd 4 mergen 3 hont lands in het Oudeland van Maasdam, belend O boosemcade, Z de h.geest weyen van Moerkercken W Jop Cornelis Joppen en N het weeshuys tot Dordrecht, gelijk het zelve ten behoeve van joudffr. Anna Maria de Rradt zaliger getransporteerd en overgedragen is om het recht van collaterale successie te betalen. Is getaxeerd op 1800 gld.
Getekend door secretaris J. van Heysen.

Fol. 101 vs., akte dd. 1 november 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Hermen Lodewijcxz Montaen, Jan Dircx van der Wier, Arien Jansen Wesenhage, Isaak Ariensen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, Thonis Cornelisen de Rucht, heemraden.
- Compareren Aert Jansen van Es, weduwnaar van Berber Gelven, voor hem zelf, Jacob Heymensen, voor hem zelf en hem sterk makende, zowel voor de mondige en als testamentaire voogd van de onmondige kinderen door Berber Gelven zaliger nagelaten, met name Cornelis, Wijt, Annichjen en Heymentjen Heymensen, zijn broeders en zusters, en Ingen Jacobsen, getrouwd hebbende Maria Heymensen, voor hem zelf, Jan Damen, als getrouwd hebbende Lijsbet Heymens, voor hem zelf, Andries Ariensen Aertoom, als getrouwd hebbende Geertruyt Heymens, voor hem zelf en hem sterk makende voor Cornelis Aertsen Viskil, zijn zwager, als getrouwd hebbende Cornelia Heymens, allen kinderen erfgenamen van Heymen Jacobsen en en berber Gelven, beiden zaliger, in hun leven gewoond hebbende op Maasdam. Zij transporteren aan Jan Jansen Polder, wonende op Puttershoek, 2 mergen267 roeden zo wei- als zaailand gelegen in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend O de weduwe en erfgenamen van Jan Cornelisen timmerman, Z het maasdamsen ..t, W Mariken Jacobsdr. en N sheeren dijck. Voor 1833 gld. 15 stuivers. De 40e penning bedraagt 45 gld. 16 st. 14 penningen.
Akte getekend door de schout en heemraden Maesdam en de Rucht en secretaris J. van Heysen.

Fol. 102 vs., akte dd. 1 november 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Jan Dircx van der Wier, Isaak Ariensen Maasdam, schepenen.
- Jacob heymensen, voor hem zelf en zich sterk makende zo wel voor de mondige en als testamentaire voogd van de onmondige kinderen van Berber Gelven zaliger nagelaten, namelijk Cornelis, Wijt, Annichjen en Heymentje Heymens, zijn broeder en zusters, Jacob Damen, als getrouwd hebbende Lijsbet Heymens, voor hem zelf, Aertoom, als getrouwd hebbende Geertruyt Heymens, voor hem zelf, en hem sterk makende voor Cornelis Aertsen Viskil, zijn zwager, als getrouwd hebbende Cornelia Heymens. Zij constitueren Ingen Jacobsen, hun zwager, als getrouwd hebbende Maria Heymens, om nevens Aert Jansen van Es, weduwnaar van Berber gelven, zaliger, allen kindren of erfgenamen van heymen Jacobsen en berber Gelven, beiden zaliger, in hun leven gewoond hebbende op Maasdam, om uit hun naam te compareren voor schout en gerechten van Strijen of elders en te transporteren alzulke stukken land als de voorzegde erfgenamen zouden mogen hebben verkocht.
Getekend door de schout, secretaris J. van Heysen en de schepen Maesdam. Van der Wier plaatst zijn handmerkje.

Fol. 103, akte dd. 10 november 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, vervangende Isaak Ariensen Maasdam, schepenen.
- Compareren Jan Pietersen, voor hem zelf, en hem sterk makende voor Arien Gerrits, zijn zwager, als getrouwd hebbende Bastiaentje Pietersdr., Geerit Pietersen, voor hem zelf, Annichje Pietersdr., voor haar zelf, allen kinderen of erfgenamen van Pieter Geeritsen Rijderkerkck en Sijghen Dircken, beiden zaliger, in hun leven gewoond hebbende op Maasdam. Zij verklaren gezamenlijk te hebben verkocht en transporteren aan Maerte Jacobs Nooteboom een huis met de beterschap van het erf met beplanting en beteling daarop en om staande, gelegen op het dorp van Maasdam, belend O den boomgaert van de erfgenamen van Vas Cornelis zaliger, Wden dijck, Z Willem Aertsen van Es en N Ariaentjen Dircken. De verkopers zullen dit goed bevrijden van lasten over het jaar 1663. Voor 431 (?) gld. 
De40e penning bedraagt 10 gld. 15 st. 12 pen.
Getekend door de schout en de schepenen en secretaris J. van Heysen.

Fol. 103 vs., akte dd. 10 november 1663.
Zelfde schout en schepenen.
- Volgt schuldbrief door Nooteboom aan verkopers uit voorgaande kate van 145 Car. gld. Hij zal dit terug betalen met jaarlijks 40 gld. onder verband van het huis etc. en zijn persoon en overige goederen.
Akte door de schout, schepenen en secretaris getekend.

Fol. 104 e.v., akte dd. 19 november 1663.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Hermen Lodewijcx Montaen, Jan Dircxen van der Wier, Arien Jansen Wesenhage, Isaak Ariensen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, Thonis Cornelisen de Rucht, heemraden.
- Compareert Aert Jansen van Es, weduwnaar van Berber Gelven zaliger, en verklaart met de kinderen en erfgenamen van Heymen Jacobsen en Berber Gelven, beiden zaliger in leven gewoond hebbende op Maasdam, aangekaveld te zijn het navolgende stuk lands, hetgeen hij verklaart te transporteren en over te dragen aan Govert Mathijsen Jongen, wonende op Puttershoek: 1 merge 187 roeden 6 voet weiland gelegen in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend W den wegh, Z Pleun Ariensen, N Gijsbert Jans van Es. De koper met gedoging van uitpad voor voornoemde Gijsbert Jans van Es ten eeuwige dage.
Koopsom 900 Car. gld. De verkoper vrijwaart het land met zijn persoon en goederen.
De 40e penning bedraagt 18 gld. 22 st. 10 pen.
Getekend door de schout, heemraden en sercretaris J. van Heysen.

Fol. 106 e.v., akte dd. 19 nov. 1663.
Zelfde schout en heemraden als in voorgaande akte.
- Aert Jansen van Es, weduwnaar van Berber Gelven, voor hem zelf, Jacob Heymensen, voor hem zelf, en hem sterk makende voor de mondige en als testamentaire voogd van de onmondige kinderen door Berber Gelven nagelaten, namelijk:Cornelis, Wijt, Annichjen en Heymentje Heymens, zijn broeder en zusters, Jacob Damen als getrouwd hebbende Lijsbeth heymens, voor hem zelf, Andries Ariensen Aertoom, als getrouwd hebbende geertruyt Heymens, voor hem zelf en hem sterk makende voor Cornelis Aertsen Viskil, zijn zwager als getrouwd hebbende Cornelia heymens, en gezamenlijk zich sterk makende voor Ingen Jacobsen van der Maes, allen kinderen of erfgenamen van Heymen Jacobsen en Berber Gelven, beiden zaliger, in leven gewoond hebbende op Maasdam. Zij transporteren aan s(injeu)r Willem Cornelisen Braat, wonende tot Dordrecht, 4 mergen 100 roeden zaailand, gelegen aan de maascant in het Oudeland van Maasdam in deze jurisdictie, belend O Thonis Jacobsen, Z de mase, W Jacob Ariens Maasdam, N den wech. Koopsom 2608 Car. gld. 6 st. De 40e penning bedraagt 65 gld. 4 st. 2 pen.
Zelfde ondertekenaars als in voorgaande akte. 

Fol. 106vs. e.v., akte dd. 27 maart 1664.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Isaak A. Maasdam en Thonis Cornelisse de Rucht, schepenen.
- Compareert Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, mede onze schepen, bekent schuldig te zijn aan Tieleman Jansen van Bracht, wonende tot Dordrecht, 500 ponden van 40 groten het stuk n.a.v. opgenomen en aangetelde penningen. Hij belooft dit geld over een jaar terug te betalen tegen interest van 5 gld. de 100 jaarlijks en hij zal de betaling te Dordrecht verrichten. Hij verhypothekeert 2 mergen 475 roeden weiland in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van maasdam, belend O de boosem kaade, Z Pleun A. en Gijsbert Jansen van Es, W den wech en N de Gemeenlants Vliet. verder tot zekerheid zij persoon en overige goederen. De 40e penning bedraagt 2 gld. 10 st.
Getekend door de schout, schepenen en secretaris J. van Heysen. 
Op 10 oktober [jaar niet vermeld] is de schuldbrief aan de secretaris vertoond en geroyeerd. getekend [A:S: ??] Maasdam.

Fol. 107 vs. akte dd. 29 maart 1664.
-Jan A. Maasdam, schout, Arien jansen Wesenhage, Isaak Ariensen Maasdam, schepenen.
- Compareert jouffrouw Maria van der Houck, weduwe en boedelhoudster van de heer dijckgraeff Reynier Vos, wonende in Strijen, verklaart verkocht en getransporteerd te hebben aan monsieur Cornelis Smaek, wonende tot Dordrecht, een geheel huis met de beterschap van het erf etc. op het dorp van Maasdam, belend O Hermen joosten, Z Jacob Lenertsen, W de erfgenamen van Vas Cornelisen zaliger en N Jan Pietersen. Zij zal dit huis van lasten bevrijden tot 1 januari 1663. Koopsom 300 ponden ten 40 grote het stuk. De 40e penning bedraagt 7 gld. 10 st.
De schout, schepen Maasdam en secretaris J. van heysen ondertekenen. Schepen Wesenhage zet zijn handmerkje.

Fol. 108 e.v., akte dd.28 april 1664.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Hermen Lodewijcx Montaen, Jan Dircxe van der Wier, Arien Jansen Wesenhage, Isaak A. Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, en Thonis Cornelisen de Rucht, heemraden.
- Compareren Maria Heymendochter, weduwe van Ingen Jacobsen zaliger, wonende opt gadt onder 's-Gravendeel, geassisteerd met Aert Jans van Es, haar gekoren voogd in dezen, en transporteert aan jouffrouw Josina van Bercheyck, weduwe van de heer Cristiaen Koopman, wonende tot Dordrecht, 4 mergen 200 roeden zaailand in het Oudeland van Maasdam, belend O den ocker camp, Z Cornelis Jacobs Sneuckelaer met bruyckweer, W den Maasdamsen wech N d'heer Thouft tot Dordrecht. Dit land i de comparante nevens haar zuster Cornelia Heymens tezamen aanbedeeld uit de boedel van Marichjen Wijten, volgens cavelcedulle daar van zijnde, gepasseerd voor de notaris Arent van neeten binnen Dordrecht dd. 29 mei 1655, bij Ingen Jacobsen, haar comparantes man zaliger van zijn huisvrouwen zuster Cornelia Heymens mede aangenomen en aanbedeelde part en portie in het voorzegde land volgens de brief daar van gemaakt voor schout en schepenen in dato als voren.
Koopsom bedraagt 2200 Car. gld. De verkoopster zal het land bevrijden van lasten tot dato dezes. het land is bezwaard met 2050 gld. kapitaal, welke de koper overneemt.De 40e penning bedraagt 55 gld.
Getekend door de schout, heemraden Maasdam en de Rucht en secretaris J. van Heysen.

Fol. 109 e.v., akte dd. 7 mei 1664.
Jan. A.sen Maasdam, schout, Hermen Lodewijcx Montaen, Jan Dircxe van der Wier, Arien janse Wesenhage, Isaack S.sen Maasdam, Cornelissen Jacobsen Sneuckelaer, Thonis Cornelisen de Rucht, heemraden.
- Compareert Dammis Jansen van .................den, wonende in Ooltgensplaat, mede-erfgenaam van Jan Willemsen metselaer, zijn vader, heeft verkocht en getransporteerd aan Pieter Cornelise Sleewijck, wonende op Puttershoek, als getrouwd hebbende Heyltge Jans, 1 mergen zaailand, gelegen in de jurisdictie van maasdam in de dijkagie van Nieuw-Bonaventura, gemeen gelegen met gelijke 1 mergen, aanbedeeld bij dode van van de voorzegde Jan Willems metselaer, hun vader, belend Z de wey van Cornelis de Vries met hare consorten N Cornelis Symonsens erfgenamen, O. den ersten kruyswech en W streckende aen het hilleken van het maasdamse gadt.
Koopsom 600 Car. gld. De 40e penning bedraagt 15 gld.
Akte getekend door de schout, heemraden en secretaris J. van Heysen.
[p.s. akte gedeelte slecht leesbaar door verbleking]. 

Fol. 110, akte dd. 7 mei 1664.
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
- Voornoemde Sleeuwijck verklaart schuldig te zijn aan meester Nicolaes Stoop 'uytten oudt radt der stadt Dordrecht', 550 ponden tot 40 groten het stuk vanwege opgenomen penningen tegen interest van 5 de 100. Hij verhypothekeert de in de voorgenoemde akte genoemde 2 mergen gelegen in Nieuw-Bonaventura in de Graeffelijcheyt onder de jurisdictie van Maasdam, gekomen uit de boedel van zijn zaliger vader Jan Willemsen metselaer, tot Heerjansdam overleden.
De 40e penning bedraagt 13 gld. 15 st.
Akte getekend door dezelde funktionarissen als in voorgaande akte.
Op 4 december 1678 is deze schuldbrief geroyeerd.Getekend C.J. van Heysen, secretaris.

Fol. 111 e.v., akte dd. 28 juni 1664.
Jan A.sen Maasdam, schout, Jan Dircxe van der Wier, Isaack Ariensen Maasdam, schepenen.
- Compareert Jacob Heymens, als testamentaire voogd en hem sterk makende voor Wijt Heymans, zijn broeder, Heymentjen Heymensdr., voor haar zelf, Annichjen Heymensdr. voor haar zelf, Anries Ariens Aertoom, getrouwd hebbende Geertruyt Heymensdr., voor hem zelf, Cornels Heymens, voor hem zelf, , allen kinderen van heymen Jacobse en Berber Gelven, beiden zaliger, in hun leven gewoond hebbende op Maasdam. Tezamen geassisteerd van Jacob Heymens, hun broeder, en Arien Jacobs, schout in Sandelingenambacht, [N.B. slecht leesbaar: ...aangesteld bij...???] Marichjen Wijtten zaliger. Zij kavelen landerijen van hen bij dode van hun grootmoeder aangekomen.
-3 mergen zo wei- als zaailand, in het Oudeland van maasdam, belend O den.................., W IsaackA. Maasdam, Z Tiele(man?) Dircken en N Jacob Leenderts. De mergen getaxeerd op op ..honderd Car. gld. en bij blinde lotinge door Jacob Heymens getrokken en gekomen aan Wijt Heymens voor de ene helft en aan Heymentjen Heymensdr. voor de andere helft.
Nog 2 mergen zaailand gelegen 'aende maescant' onder maasdam, belend O Neeltjen Dircken, W Thonis Jacobs Koppen, Zde maase en N den wech, texaeerd op 600 Car. gld. is ten deel gevallen aan Annichjen Heymensdr.
Nog 5 mergen weiland in het Oudeland van maasdam, belend O Issack A. Maasdam, W de erfgenamen van Vas Cornelisz., Z den wech, en N Eldert Pieters Hordijck, de merge teaxeerd op 750 Car. gld. en voor de ene helft gekomen aan Andries Ariens Aertoom als getrouwd hebbende Geertruyt Heymensdr. en voor de andere helft aan Cornelis Heymens, haar broeder.
Getekend door de schout, schepen maasdam en secretaris van Heysen.
Schepen Van der Wier plaatst zijn handmerkje.
Cavelcedulle is overhandigd aan Andries Aerts Aertoom en Cornelis Heymensen. Op 19 juni 1672 drie extracten gemaakt , ten 1e ten behoeve van de weduwe van Wijt Heymensen, ten 2e voor Isebrant Cornelisen Goutswaert, als getrouwd hebbende Heymentje Heymensdr., en ten 3e voor Pieter Rocken [?] als getrouwd hebbende Annichjen Heymensdr.
[N.B. akte gedeelte moeilijk leesbaar door verbleking]. 

Fol. 112 vs. e.v., akte dd. 12 juli 1664.
Jan A.sen Maasdam, schout, Isaack Ariensen Maasdam, Thonis Cornelisen de Rucht, heemraden.
- Andries Ariensen Aertoom, als getrouwd hebbende Geertjen Heymensdr., wonende onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, en Cornelis Heynmens, zijn zwager, bekennen schuldig te zijn aan jouffrouw Josina van Bergheyck, weduwe van de heer Christiaen Koopmans, wonende tot Dordrecht, 1200 ponden van 40 groten het stuk, vanwege geleende en opgenomen penningen. Zij beloven dit geld over een jaar terug te betalen met interest tegen 5 de 100. Indien zij interest betalen een maand of 6 weken na de verschijndag zullen zij mogen volstaan met interest van 4 de 100. Zij zullen de 1200 car. gld. mogen aflossen met 400 gld. in drie payen of termijnen. Zij verhypothekeren 5 mergen in het Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van Maasdam, belend OIsaack A.sen Maasdam, W de erfgenamen van Vas Cornelisen zaliger, Z den wech en NEldert Pietersen Hordijck, welk 5 mergen gekomen zijn uit de boedel van Marichjen Wijten zaliger tot Maasdam overleden, hun grootmoeder. Verder verzekerenen zij nog hun persoon en overige goederen. De 40e penning bedraagt 30 gld.
Getekend door de schout, heemraden en secretaris J. van Heysen.

Fol. 114, akte dd. 30 oktober 1664.
Jan A. Maasdam, schout, Arien Jansen Wesenhage, Isaack Ariensen Maasdam, schepenen.
- Compareert Dirck Jansen van der Wier, onze inwoner, bekent verkocht en getransporteertd te hebben aan Fleuris Jansen van der Wier, een geheel huis en de beterschap van het erf op het dorp maasdam, belend O den Dijck, W de maes, Z Steven Stevensen Smit en N Arientjen Dircken. Voldaan in kontanten met 472 Car. gld. 4 st. De 40e penning bedraagt 11 gld. 16 st.
Getekend door de schout, schepen Maasdam en secretaris J. van Heysen. Wesenhage plaatst zijn handmerkje.

Fol. 114 vs. , akte dd. 30 oktober 1664.
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
- Schuldbrief van voornoemde Fleuris aan voornoemde Dirck van 260 Car. gld. vanwege voornoemde overdracht. Hij zal betalen met termijnen van 42 Car. gld. jaarlijks.
Akte getekend door dezelfde personen als in voorgaande akte.

Fol. 115 e.v., akte dd. 12 november 1664.
Jan A.sen Maasdam, schout,Hermen Lodewijcxen Montaen, Thonis Cornelisen de Rucht,schepenen.
- Cornelis Gijsen Esseboom, wonende onder de jurisdictie van Strijen, bekent verkocht en getransporteerd te hebben aan Jan Cornelis Barendrecht, een'geheel huys, schuyr' en de beterschap van het erf etc. gelegen in het dorp Maasdam, belendO den Dijck, Z Jelis Reynierssen Krol, W de Vliet en NStaen Jacobssen Nooteboom, voor 518 Car. gld. De 40e penning bedraagt 12 gld. 19 st.
Akte getekend door de schout, schepen de Rucht en secretaris J. van Heysen. Montaen plaatst zijn handmerkje.

Fol. 115 vs. e.v., akte dd. 12 november 1664.
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
- Schuldbrief van Barendrecht aan esseboom van 350 car. gld. i.v.m. transport in voorgaande akte. Hij belooft af te lossen in termijnen van 100 Car. gld., waarvan de 1e verschijndag zal zijn 1 mei 1665. Arien Jansen Knoeyer, wonende op Puttershoek, stelt zich als zijn borg.
Akte getekend door dezelfde personen als in voorgaande akte.

Fol. 116 vs. e.v., akte dd. 13 december 1664.
Jan Ariensen Maasdam, schout, Hermen Lodewijcx Montaen, Jan Dircxen van der Wier, Arien Jansen Wesenhage, Isaak A.sen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, Thonis Cornelisen de Rucht,schepenen.
- Compareren meester Hendrick Verlaer, wonende op Puttershoek, als procuratie hebbende van jouffrouw Maria Manrique, weduwe en boedelhoudster van dominee Abraham Bastingius, mitsgaders Isackus Bastingius, als testamentaire voogd van het nagelaten weeskind van van de voorzegde dominee Bastingius, nog als procuratie hebbende van de heer Marinus Bras [?], mede testamentaire voogd nevens de voorzegde Isackus Bastingius, welke procuratien aan schepenen zijn vertoond en voorgelezen; de ene gedateerd 13 december 1664 en de andere 6 november 1664. Zij transporteren aan de heer advocadt Geeraert Pauw, wonende tot Dordrecht, 3 mergen 125 roeden zaailand 'aende Maascandt' in het Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van Maasdam, belend O de weduwe en erfgenamen van de heer Christiaen Koopman tot Dordrecht, Z de maas, W de groote kerck tot Dordrecht, en N den maasdamsen wech. Voldaan met 1989 gld. 3 st. De 40e penning bedraagt 49 gld. 19 st. 13 p.
Getekend door de schout, schepenen Maasdam en De Rucht en secretaris J. van Heysen.

Fol. 118 e.v., akte dd. 13 december 1664 [N.B. akte slecht leesbaar door verbleking]. 
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
- Voornoemde Pauw verklaart aan verkopers schuldig te zijn 987 gld. 3 st. vanwege voorgaand transport.
Akte door dezelfde personen getekend.
op [2 juli] 16..[? ] is schuldbrief geroyeerd [N.B. door verbleking is de bijschrijving vrijwel onleesbaar].Getekend door schout Maasdam en schepenen Maasdam en De Rucht.

Fol. 119 e.v., akte dd. 31 december 1664 [N.B. akte ten dele slecht leesbaar door verbleking].
Jan A.sen Maasdam, schout, Jan Dircxen van der Wier, en Arien Janse Wesenhage, schepenen.
- Compareert Dirck Janssen van der Wier, onze inwoner, bekent schuldig te zijn aan [Armen ?] staande onder de jurisdictie van Maasdam 100 car. gld. vanwege zekere aangetelde penninge, door hem ontvangen uit handen van armmeester Arien Janse Wesenhage, op interest tegen 20 de penning of 5 gld. de 100. Hij verhypothekeert zijn huis met de beterschap van het erf op het dorp van maasdam aan sHeeren Dijck, belend O den Berm sloten, ZJan Dircxe van der Wier, W den Dijck en N 'den Berm van den voornomden Dijck'. Verder verzekerd hij hiervoor zijn persoon en overige goederen. De 40e penning bedraagt 2 gld. 10 st.
getekend door de schout en de secretaris J. van heysen. de schepenen plaatsen hun handmerkje.

Fol. 120 e.v., akte dd. 2 maart 1665 [N.B. akte gedeelte moeilijk leesbaar door verbleking]..
Jan. A.sen Maasdam, schout, Isaack A.sen Maasdam en Thonis Cornelisen de Rucht, heemraden.
- Compareert Ariaentjen Cornelis, weduwe van Jacob Leenderts zaliger, wonende op Maasdam, geassisteerd met Huyberecht Juybereghtse Muel, schoolmeester alhier, als haar gekoren voogd in dezen, welke verklaart dat zij, noch haar nakomelingen, van de kinderen en erfgenamen van Jacob Leenderts zaliger geen pacht noch enige interest zal pretenderen ten eeuwige dage, en zo als dit land is bezwaard en belast,. van alzulke 2 mergen lands in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van 's-Gravendeel.
Zij verklaart geen interest te pretenderen van alzulke 500 Car. gld. als zij comparante zou competeren wegens het huis, van welke interest de kinderen of erfgenamen vrij zullen wezen nu en ten eeuwige dage, en verklaart de comparante dienvolgens te te vernoegen met de pacht of afkomende vruchten van 5 mergen lands zonder iets dienaangaande te mogen pretenderen.
Zij verklaart indien de opbrengst van de 5 mergen niet voldoende is om haar comparante jaarlijks de onderhouden dat in dat geval de kinderen of de erfgenamen de 500 car. gld. spruitende ter zake van het voornoemde huis zullen mogen gebruiken en aanspreken tot haar onderhoud.
Akte getekend door de schout, heemraden en de secretaris J. van Heysen. 

Fol. 121 e.v., akte dd. 25 april 1665.
Jan A.sen Maasdam, schout, Jan Dircxen van der Wier, Isaack Arienssen Maasdam, schepenen.
- Compareert Jacob Heymenssen, voor hem zelf, Jacob Damen, als getrouwd hebbende Lijsbet Heymens, voor hem zelf, Cornelis Aertssen Viskil, als getrouwd hebbende Cornelia Heymens, voor hem zelf, Andries Arienssen Aertoom, als getrouwd hebbende Geertruyt Heymens, voor hem zelf, Cornelis Heymens, voor hem zelf, Wijt Heymenssen, voor hem zelf, Maria Heymens, weduwe van Ingen Jacobsen, en Heymentje Heymensdr., geassisteerd met Jacob heymenssen, hun broeder, voor hen zelf, allen kinderen of ergenamen van Heymen Jacobs en Berber Gelven, beiden zaliger, in hun leven gewoond hebbende op Maasdam. Zij verklaren van hun vaders- en moeders erfenis van alles voldaan en betaald te zijn en de resterende penningen daarvan ontvangen te hebben uit handen van Aert Janssen van Es en dat met de som van 677 Car. gld. 7 stuivers volgens de rekening daar van zijnde, hetwelk zij veroaccordeerd waren betreffende de pachten van ca. 2 mergen zaailand gelegen 'aende maas candt', waarmee de boel belast is geweest volgens akte daar van zijnde en van welke pacht zij comparanten ten eeuwige dage voldaan verklaren te zijn met accoord tussen Aert Janssen van Es, die hier mede compareert, en verklaart daar tegen te laten lopen de doodschuld als andere onkosten van hun overleden moeder. De comparanten nemen hier genoegen mee.
Getekend door de schout en schepen Maesdam en de secretaris J. van Heysen. Van der Wier plaatst zijn handmerkje.

Fol. 122 e.v., akte dd. 12 december 1665.
Jan A.sen. Maasdam, schout, Hermen Lodewijcxen Montaen, Jan Dircxen van der Wier, Arien Janssen Wesenhage, Isaack A.sen Maasdam, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer en Thonis Cornelissen de Rucht, schepenen.
- Compareert Corn(elis) Heymensen, alhier op Maasdam geboren, die verklaart verkocht en getransporteerd te hebben aan Andries Ariensen Aaertoom, wonende in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, 2 mergen 300 roeden zaailand, gemeen voet onder voet liggend in een stuk van 5 mergen in het Oudeland van Maasdam, belend O Isaack A.sen Maasdam, W de erfgenamen van Vas Cornelissen zaliger, Z den wech en N Eldert Pieters Hordijck, gelijk de comparant is aangekomen bij overlijden van Marichjen Wijten, zijn grootmoeder, volgens cavelcedulle voor schout en schepenen van Maasdam, gepasseerd 28 januari 1664. Voldaan met 1550 Car. gld. Het land is belast met 600 gld., zijnde de helft van 1200 gld. ten behoeve van jouffrouw Josina van Bergheyck, weduwe van de heer Christiaen Koopmans, wonende tot Dordrecht, welke schuldbrief de koper overneemt.
getekend door de schout en de schepenen Maasdam en De Rucht en secretaris J. van Heysen.
Het land is verkocht en getransporteerd met de vruchten van tarwe, winter en zomergerst, welke ten verzoeke van voornoemde Aertoom door schout en schepenen zijn getaxeerd op 400 gld. en dat boven de 1550 gld.
De 40e penning bedraagt 28 gld. 15 st.

Fol. 123 e.v., akte dd. 12 december 1665.
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
- Voornoemde Aertroom verklaart aan voornoemde Cornelis Heymensen i.v.m. voorgaande transport 950 gld. schuldig te zijn onder verband van genoemd land, zijn persoon en verdere goederen. Hij belooft dit terug te betalen in termijnen van 100 gld. 
Akte door dezelfde personen getekend als in voorgaande akte.

Fol. 124 e.v., akte dd. 9 januari 1666.
Corn(elis) Jacobsen Sneuckelaer en Thonis Cornelisen de Rucht, schepenen.
- Compareert Ariaentje Cornelis, weduwe van zaliger Jacob Lenerts, wonende op Maasdam, ziek te bed liggend, prelegateert aan Fleuris Jans van der Wier met Aechje Cornelis, zijn huisvrouw, samen100 Car. gld. met een gouden 'sustringh van drie ...atten' en dat 'wt sonderlinge lieffde ende affectie door meninchvuldige diensten vande selve Fleuris jansen ende Aechje Cornelis tsamen aen haer comparante in haren hoogen ouderdom ende sieckte als andersints bewesen' en dat uit haar gereedste nagelaten goederen. Gedaan in presentie van meester Huybrecht als haar gekoren voogd in dezen, die mede compareert, die verklaart dat dit de wil van de comparante is en dat zij deze regeling meermaals had voorgedragen.
De schepenen en secretaris J. van heysen tekenen.

Fol. 125 e.v., akte dd. 25 februari 1666.
Hermen Lodewijcx Montaen, stedehouder, Corn(elis) Jacobs Sneuckelaer en Thonis Cornelissen de Rucht,schepenen.
- Aert Jansen van Es, onze inwoner, bekent schuldig te zijn aan Jan Jansen, nagelaten weeskind van Jan Jansen Barendrecht en Marichjen Jacobs, beiden zaliger, in hun leven gewoond hebbende opt Gadt, 250 Car.gld. vanwege aangetelde penningen door henm ontvangen uit handen van Thonis Jacobs Koppen als voogd van het weeskind en dat tegen een interest van de penning 20 of 5 de 100. Compareert mede Marichje Jacobsdr., wonende onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, zijn comparants moeder en stelt zich voor hem als borg.
getekend door de schepenen en secretaris J. van Heysen. Stedehouder Montaen plaatst zijn handmerkje.

Fol. 126 e.v., akte dd. 17 maart 1666 [N.B. Akte gedeeltelijk zeer slecht of geheel niet leesbaar].
Jan Ariensen Maasdam, schout, Jan Dircxe van der Wier, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, schepenen.
- Compareert Lenert Jacobsen Vermase, stedehouder van Sint Anthoniepolder, voor hem zelf, nog als oom en voogd over de nagelaten weeskinderen van Ingen jacobsen zaliger, en Marichje Jacopsdr., geassisteerd met Aert Janssen en Gijsbert Jacobsen, haar zonen, voor haar zelf, Ariaentje Jacobs, geassisteerd met met Jacob Vassen, haar zoon, voor haar zelf, Leedert Cornelisen Sneuckelaer, hem sterk maken voor Fleuris Janssen van der Wier, als getrouwd hebbende Aechje Coornelis ..... [?] en mede comparerende, tezamen kinderen van Neeltjen Jacobs zaliger, allen voorelke een 6e part,
en Arien Claessen , als getrouwd hebbende Aechje Pouwelus, zijnde een dochter van Pouwelus Jacobsen, hier voor hem zelve, dienvolgende verklaren zij comparanten, allen erfgenamen van Jacob Leenderts zaliger, gekaveld te hebben.
- 2 mergen 74 roeden zaailand gelegen in Nieuw-Bonaventura 'aen den maessen wech;, belend O Jacob Jans koeyman, W de wech, Z de vliet en N de kinderen van Ingen Jacobsen, getaxeerd op 600 gld. [N.B.......volgt pagina die geheel verbleekt is; althans op microfilm volledig onleesbaar..............].
[N.B. De daarop volgende pagina enigszins leesbaar] genoemd: 
.... Jansen van der Wier, tezamen voor een 6e part [N.B....daarna tekst vrijwel weer onleesbaar....].
Akte getekend door de schout en schepen Sneuckelaer en secretaris J. van Heysen [N.B. slecht leesbaar].

Fol. 128, dd. 16 mei 1666. [N.B. akte ten dele onleesbaar door verbleking]. 
Jan A. Maasdam, schout, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, Thonis Cornelisen de Rucht, schepenen.
- Staes Jacobsen Sneuckelaer, inze inwoner, verklaart schuldig te zijn 1..[?] car. gld. aan .......[onleesbaar....].
Akte getekend door de schout en schepenen en secretaris J. van Heysen.

Fol. 129 e.v., akte dd. 14 juni 1666. [N.B. akte ten dele slecht leesbaar door verbleking].
Jan A.sen Maasdam, schout, Isaak A.sen Maasdam, Corn(elis Jacobsen Sneuckelaer, schepenen.
- Andries Ariensen Aertoom, wonende onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, bekent schuldig te zijn aan jouffrouw Josina van Bergheyck, weduwe van de heer Christiaen Coopmans, wonende tot Dordrecht, 500 Car. gld. vanwege aangetelde penningen tegen interest 5 de 100. Hij verhypothekeert 5 mergen zaailand gelegen in het oudeland van Maasdam, belend O............[N.B. onleesbaar], Z de weduwe en erfgenamen van Vas Cornelissen zaliger, N Eldert Pieters Hordijck. verder verzekerd hij voor de terugbetaling zijn persoon en overige goederen.
Getekend door de schout, schepenen en secretaris J. van Heysen. 

Fol. 130, akte dd. 14 maart 1667.
- hebben de ondergetekende schout en heemraden van maasdam ten verzoeke van Christiaen Maeskant, secretaris van Mijnsheerenland vasn Moerkerken, als collecteur van de 20e penning, rechtelijk getaxeerd en gewaardeerd:
2 mergen 200 roeden onder Maasdam, toebehoord hebbende Jacob A .sen en Maarichjen Ymens, beiden zaliger, belend W 't gescheyt van Moerkercken ende Maesdam', N t weeshuys binnen Dordrecht, met de belasting van de jaarlijkse cijns van 3 gld. 10 st. 8 p.
Getaxeerd op een waarde van 310 gld.
Nog 1 mergen 500 roeden gelegen 'aende maascant' toebehorende als voren, belend Z de maase, N de vliet [?], W.......[?] en O 't scheyt van Moerkerken.
getaxeerd op een waarde van 300 gld. 
getekend door J. A. [Maesdam, schout],Thonis Cornelys de Rucht en Cornelis Jacobsen Sneuckelaer [heemraden] en secretaris J. van Heysen. 

Fol. 130 vs., akte dd. 25 j a n u a r i 1667.
Op verzoek van voornoemde secretaris Maescant taxeren de schout en heeraden van Maasdam:
2 mergen 200 roeden, gelegen onder Maasdam, toebehoord hebbend aan de personen in voornoemde akte, belend W gescheyt van Moerkerken en Maasdam, N t weeshuys binnen Dordrecht met een belastinge van een jaarlijkse cijns van 3 gld. 10 st. 12 p. 
getaxeerd op 310 gld.
Nog de helft van 1 merge 500 roeden, gelegen 'aen de maascant', belend Z de maese, N de wech, W............[?] en O t gescheyt van moekerken
getaxeerd op 300 gld.
getekend: Jan A. [Maasdam, schout], Thonis Corneliseb de Rucht en Cornelys Jacobsen Sneuckelaer [heemraden] en secretaris J. van heysen.

Fol. 131 e.v., akte dd. 10 maart 1667 [N.B. akte deel slecht leesbaar door verbleking].
Jan A. maasdam, schout, Hermen Lodewijcxen Montaen, jan Dircxe van der Wier, Arien jansen Wesenhage, Isack A.sen Maasdam, CornelisJacobsen Sneuckelaer, en Thonis Cornelisen de Rucht, heemraden.
- Compareert Pieter Cornelisen Sleewijck, wonende op Puttershoek, en verklaart verkocht en getransporteerd te hebben aan Thonis Jacobsen Koppe, wonende opt Gadt, 2 mergen zaailand, gelegen in Nieuw-Bonaventrua in de Graeffelijckheyt, belend Zde weduwe van Cornelis de Vries met haar consorten, W het hilleken vant maasdamse gadt en N de erfgenamen van Cornelis [Jansen ?....]. Dit land is bezwaard met 550 Car. gld. ten behoev van de heer en meester Nicolae Stoop wtten oudtraet der stad Dordrecht, welke de koper overneemt. De koopsom 1s 1200 Car. gld. 
Getekend door de schout, heemraden Sneuckelaer en de Rucht en secretaris J. van Heysen.
Dit land is verkocht en getransporteerd met de vruchten daarop staande en wel op 1 merge tarwe en wintergerst en die zijn getaxeerd door schout en heemraden op 100 gld. en die bovenop de koopsom van 1200 gld. komen.
De 40e penning bedraagt 27 gld. 10 st.

Fol. 132 e.v., akte dd. 30 april 1667.
Cornelis Jacobsen, stedehouder, Isack Ariensen Maasdam en Thonis Cornelisen de Rucht, schepenen.
- Compareert Hendrick Cornelissen Kasteleyn, oud 67 jaar, Joost Janssen, oud 36 jaar, Johannis Huybrechtse, oud 27 jaar, Arien Jooste, oud 40 jaar, allen wonende op Maasdam, en leggen verklaring af ten verzoeke van Jelis Reynierssen Krol, wonende op Maasdam, dat zij atestanten op 19 april 1667gezamenlijk zijn geweest voor het huis of op de dijk van de voornoemde Jelis Krol, alwaar de pachter van de bieren met zijn assistenten hen hebben verorderd te gaan ten huize van genoemde jelis Krol en aldaar 'den selven aengetast zoo met dragen ende sleepen den selven brengen met gewelt tot aen den dijck naer haer wagen die op den dijck stont omme alsoo daer op t willen sleepen ende noch eens hout de selve bij haer hadden dat siende heeft diverse reysen Jelis Reynierssen gedreycht alsoo het scheen aen het hooft als anders aentetasten ende op het lijff gesprongen ende hem gesleept de kleederen vant lijff geschuert en verscheyde reysen latten vallen en zoo totte wagen toegesleept ende aldaer naekt sittende hem noch bespotten seggen dat het Jop was die op de missinge sadt'. 
getekend door de stedehouder, schepenen en secretaris J. van Heysen.

Fol. 133, akte dd. 30 april 1667.
Cornelis Jacobsen, stedehouder, Jan Dircxe van der Wier en Thonis Cornelissen de Rucht,schepenen.
- Ten verzoeke van de schout en secretaris van Puttershoek heeben zij getaxeerd zekere 1 merge 187 roeden 6 voet weiland, gelegen in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van maasdam, belendO Cornelis JacobsSneuckelaer, W de wech, Z Pleun Ariensen en N Gijsbert jansen van Es, ten behoeve van Govert Mathijssen zaliger getransporteerd en overgedragen is om te betalen het recht van collaterale successie. getaxeerd op 625 Car. gld.
Akte getekend door de stedehouder en schepen de Rucht en secretaris J. van heysen. van der Wier plaatst zijn handmerkje.


Copyright ©: 2005 Piet en Willeke Molema-Smitshoek (Zoetermeer)
Laatste aanpassing: vrijdag 14 januari 2005.


home | e-mail | Genealogie Hoeksche Waard |