Vervolg Maasdam - Oud-rechterlijk archief 9
bewerkt door Kees-Jan Slijkerman


| Genealogie Hoeksche Waard | Streekmuseum Hoeksche Waard |
| Wegwijzer Genealogie | Archieven in Nederland |
| home | e-mail |

Inleiding

Oud-rechterlijk archief Maasdam, inventarisnummer 9.
Transporten, hypotheken, taxaties, aangiften collecterale successie e.d. 1667-1713.
(tot regesten bewerkt door Kees-Jan Slijkerman te Waarde, april/mei 2007).
[raadpleeg voor eigen gebruik en publikatie altijd de orginele akten !].

Vervolg Bewerking Oud-rechterlijk archief Maasdam in regestvorm

Fol. 72 verso.
21 maart 1680:
Wingert Cornelisen Geus, stedehouder, Jan Barendrecht en Aert Cornelisen Kest,schepenen van Maasdam.
-Johannis Ariensen Wesenhage, wonende op Maasdam, transporteert aan Jan Cornelisen Cortewegh, wonende op Puttershoek, een huis met de melioratie van erf etc. gelegen aan Sheerendijck onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: den dijck, Z: Wingert Cornelisen Geus, W: en N: de gemeenlants vliet, en belast met een erfpacht van 36 stuivers het jaar ten behoeve van het gemene land van Moerkerken. Koopsom 196 gld. 18 stuivers.
De stedehouder en schepen Kest plaatsen handmerkje; schepen Barendrecht en secretaris C.J. van Heijsen hun handtekening.

Fol. 73.
21 maart 1680:
Zelfde stedehouder en schepenen en secretaris.
Volgt schuldbrief van Crotewegh aan Wesenhage van 106 Car. gld. 6 stuivers.

Fol. 73 verso.
24 april 1680:
Wingert Cornelisen Geus, stedehouder, Jan Barendrecht en Reijnier Gillise Krol, schepenen van Maasdam.
-De heer Cornelis d’ Vries Aernouts uit de veertien der stad Dordrecht, bekent schuldig te zijn aan de heer Adriaen van Blijenburgh, heere van Naeltwijck, oud- borgemeester der stad Dordrecht, 1050 Car. gld. ter zake van geleende penningen, in het speciaal verbonden aan 4 mergen 589 roeden, zo weide- als zaailand met de aanwas daar aan behorende, in Nieuw-Bonaventura in de jurisdictie van Maasdam, belend O: de gemeenlantswegh, Z: de heer Rochus van Wesel zaliger, N: en W: de gemeenlants vliet.
De stedehouder plaatst zijn handmerkje; de schepenen en secretaris C.J. van Heijsen hun handtekening.

Fol. 74.
9 mei 1680:
Wingert Cornelisen Geus, stedehouder, Jan Barendrecht en Commer Ariensen Block, schepenen van Maasdam.
-Ariaenjen Joosten, wonende op Maasdam, geassisteerd met Jacob Joosten, haar broeder en gekoren voogd in dezen, bekent schuldig te zijn Reijnier Gillisen Krol, wonende op Maasdam, onze mede-schepen, 200 Car. gld. ter zake van geleende penningen, in speciaal verbonden aan 2 mergen 92 roeden , zo weide- als zaailand, in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdcitie van Maasdam, belendO: des gemeenlants vliet, W: den dijck, N: de erfgenamen van Marichjeen Jacobs en Z: de kinderen van Vas Corn(eli)sen.
De stedehouder plaatst zijn handmerkje; de schepenen en secretaris C.J. van Heijsen hun handtekening.

Fol. 74 verso.
12 juni 1680:
Wingert Cornelisen Geus, stedehouder, Pieter Thonisen en Aert Corn(eli)sen Kest, schepenen van Maasdam.
-Cornelis Joosten Boender, wonende in Strijen, als oom en voogd over de minderjarige- en hem sterk makende voor de meerderjarige kinderen van Arien Joosten Boender geprocreëerd bij Aechjen Joosten, beiden zaliger, transporteert aan Aert Ariensen Boender, wonende op Maasdam, die mede-erfgenaam is voor een vijfde part, een huis met de melioratie van erf etc. aan Sheerendijck onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: den gemelden dijck, Z: de erfgenamen van Arien Jansen Wesenhage, W: des gemeenlants vliet en N: Aris Jans van der Wier, belast met een erfpacht van jaarlijks 31 ½ stuivers ten behoeve van het gemeneland van Moerkerken. Koopsom 506 gld.
De stedehouder en schepen Kest plaatsen hun handmerkje; schepen Pieter en secretaris C.J. van Heijsen hun handtekening.

Fol. 75.
12 juni 1680:
Zelfde stedehouder en schepenen.
Volgt schuldbrief van Aert Ariensen Boender, wonende op Maasdam, aan Cornelis Joosten Boender, als oom en voogd, van 40 Car. gld. onder verband van het gekochte huis etc.

Fol. 75 verso.
22 oktober 1680:
Wingert Cornelisen Geus, stedehouder, Commer Ariensen Block, vervangende Jan Barendrecht, schepenen van Maasdam.
-Lena Jans,weduwe van Johannis Huijbrechts d Klerck, wonende op Maasdam, geassisteerd met Huijbrecht Huijbrechtse Muel, onze bode, haar gekoren voogd in dezen, en bekent schuldig te zijn aan s(injeu)r David Coster, wonende in Strijen, 150 Car. gld. ter zake van in twee termijnen aangetelde gelden, in het speciaal verzekerd op een huis met beterschap van erf aan Sheerendijck op het dorp Maasdam, belend O: de berm van die dijk, Z: Jacob Joosten, W: en N: de genoemde dijk.
De stedehouder plaatst handmerkje;schepenen Block en Barendrecht en secretaris C.J. van Heijsen hun handtekening.
Er later bijgeschreven dat op 20 oktober 1696 voor schout en schepenen compareerde Seijttie ( of: Wijttie ?) Jans, als last hebbende van David Koster Alexandersen, haar man, volgens akte gepasseerd voor notaris Jan van der Hoeven tot Rotterdam van d.d. 19 maart 1695, en aan schout en schepenen vertoond, en dat de schuldbrief is voldaan etc.Getekend door A.O. Maesdam, schout, en Pieter Otten Maeskant, Reijnier Gillisen Krol.

Fol. 76.
20 februari 1681:
De schout en gerechten van maasdam hebben op verzoek van de heer secretaris der stad Dordrecht getxeerd 5 mergen gelegen onder de jurisdictie van Maasdam, toebehoord hebbende de heer Aernout d’Pilgrum, belend O: de boosem cade, Z: de weduwe van Isebrant Goutswaert, N: en W: de erfgenamen van Isack A(rien)sen Maesdam. Getaxeer op 200 gld. de merge.
De stedehouder Wingert Cornelisen Geus plaatst handmerkje; de schepenen Commer Arisen Block en Reijnier Gillisen Krol en secretaris C.J. van heijsen hun handtekening.

Fol. 76 verso- 77.
4 september 1681:
Aert Cornelisen Kest, president-schepen, Jan Barendrecht, Commer A(rien)sen Block en Pieter Thonissen, schepenen van Maasdam.
-Johannis A(rien)sen Wesenhage, voor hem zelf, en nog bij dit gerecht gesteld voogd over de kinderen van Isack A(rien)sen Wesenhage en van de kinderen van Berber Ariensen Wesenhage, mitsgaders nog Wingert Corn(eli)sen Geus, als getrouwd gehad hebbende Jacolijntjen A(rien)s Wesenhage, en Arien A(rien)sen Wesenhage alias Spies, allen kinderen , kindskinderen en erfgenamen van Arien Jans Wesenhage en Ijeffjen jans, beiden zaliger. Zij verklaren na publiekelijk veiling verkocht te hebben te transporteren aan Reijnier Gillisen Krol, onze mede schepen, wonende op Maasdam, 1 merge 387 roeden in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend ontrent ten Oosten: de vliet, Z: den wech, W: den dijck en N: de koper. Koopsom 700 Car. gld.
Kest zet handmerkje, de schepenen en de secretaris C.J. van Heijsen plaatsen handtekening.

Fol.77 verso – 78.
11 september 1681:
akten deels verbleekt en onleesbaar.
Aert Cornelisen Kest, president-schepen, Jan Barendrecht, Reijnier Gillissen krol, Pieter Thonis, schepenen van Maasdam.
-de heer Geerard van Groenenbergh, rentmeester, als procuratie hebbende van de weledel geboren heer Niclaes van der Duijn, heer van Rijswijck, de Mije etc., wonende in ’s-Gravenhage, waarvan akte van procuratie gepasseerd voor notaris Gabriel Valette te ’s-Gravenhage d.d. […3 maart 16 .. ? ; N.B. akte verbleekt] en transporteert aan Commer A(rien)sen Block, wonende op Maasdam, 6 mergen 150 roeden land in het Oudeland van Maasdam, belend O: Lenert Vassen, Z: de maesdamse wegh, W: de heer Hendrick Coopmans N: het gemeenlantsvlietje. Koopsom ……[N.B. onleesbaar door verbleking].
Kest plaatst handmerkje; de schepenen en secretaris C.J. van Heijsen hun handtekening.

Fol. 78 verso – 79.
Zelfde schepenen en secretaris die als zodanig tekenen volgens voorgaande akte.
Schuldbrief van Block aan Van der Duijn van 800 Car.gld. vanwege landtransport volgens de voorgaande akte en onder verband van het gekochte land.
Er later bijgeschreven dat op 15 februari 1690 aan A.I. Maesdam is vertoond deze schuldbrief met quitantie en ervolgens geroyeerd.
Getekend door secretaris A.I. Maesdam.

Fol. 79 verso – 80.
6 mei 1682:
Arien Isackxs Maesdam, schout, Commer Ariensen Block en Jan. Barendrecht, schepenen van Maasdam.
-Neeltgen Wtleggers, als last en procuratie hebbende van jouffr. Catharina van den Steen, bejaarde dochter wonende tot Dordrecht, waarvan akte van procuratie was gepasseerd voor notaris Francoys Beudt tot Dordrecht d.d. 3 mei 1682. Zij transporteert aan Willem Bastiaensen Vogelaer, wonende onder de Nieuwe Mijlpoldereen ‘huys, schuyr’, boomgaard met de melioratie van erf, in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, groot 217 roeden lands op erfpacht uitgegeven bij genoemde jouffrouw, belend O: en Z: genoemde jouffrouw, W: de gemeenlantswegh, N: het land van Claes Bastiaens Gout[man ?], belast met een eeuwige erfpacht van 16 gld. 5 stuivers 8 penningen het jaar. Koopsom 190 gld.
De schout en schepenen en secretaris C.J. van Heijsen plaatsen handtekening.

Fol . 80 verso – 81.
6 mei 1682:
Zelfde funktionarissen uit voorgaande aktedie aldus tekenen.
Schuldbrief van Vogelaer aan jouffrouw Van den Steen van 16 gld. 5 stuivers 8 penningen ter zake van 217 roeden als genoemd in voorgaande akte, door Vogelaer in eeuwige erfpacht aangenomen en dat op verband van het daarop staande huis etc.

Fol. 81 verso - 82.
19 juni 1682:
Arien Isacxe Maesdam, schout, Jan Barendrecht en Pieter Thonisen, schepenen van Maasdam.
-De heer borgemeester Cornelis Quack, wonende tot Vlaardingen, transporteert aan Johannis Huijbrechtse Muel, wonende op Maasdam, zekere schuldbrief van dd. 18 november 1679 houdende als rest een kapitaal van 103 gld. met de interest van dien sedert 18 november1681 tot laste van Johannis Ariensen Wesenhage, zijnde als reste der kooppenningen van het huis van Eldert Pietersse Hordijck, waarmee hij comparant uit de goederen van dien is geprefereerd.. Quack is betaald uit handen van meester Huijbrecht ten behoeve van Johannis Huijbrechtse Meul om hetzelve werderom te verhalen op aan Johannis Ariensen Wesenhage met dezelve schuldbrief tot zijn laste staat begrepen, welke brief bij de secretaris is overgeleverd.
De schout, schepenen en secretaris C.J. van heijsen plaatsen hun handtekening.

Fol. 82 verso – 83 verso.
26 juni 1682:
Arien Isacxe Maesdam, schout, Jan Barendrecht, Reijnier Gillissen Krol, Commer Ariesen Block, Aert Cornelisen Kest en Pieter Thonisen, schepenen van Maasdam.
-Cornelis Heijmensen Capiteijn, als bij testament gestelde voogd over de nagelaten weeskinderen van Annichjen Heijmens, ten echte geprocreëerd bij Pieter Rochus Groenewechvolgens de akte van authorisatie van den hove van Holland aan de gemelde voogd verleend in dato 19 juni 1682, bij ons secrertaris voorgelezen en vertoond.
Hij transporteert aan Arien Jacobsen Noteboom, wonende op Maasdam, 2 mergen zaailand in et Oudeland van Maasdam, belend O: Cornelis van Heijsen, secretaris, Z: de maase, W: de weduwe van Thonis Jacobsen Coppen en N: den maesdamsen wech. Voldaan ‘mette halven schooff’ met 900 Car. gld.
De schout en schepenen Block en Barendrecht en secretaris C.J. van Heijsen plaatsen hun handtekening.
Er onder geschreven dat dit land verkocht en getransporteerd is ‘mette vruchten van den halven schooff staende op de voorgemelden twee mergen’. Deze vruchten zijn op verzoek van koper Noteboom door de schout en heemraden getaxeerd ‘den halven schooff’ op 70 gld. , welke van de koopsom van 900 gld. afgetrokken moet worden, blijft over 830 gld. voor de aanslag van de 40e penning.

Fol. 84 – 84 verso.
17 september 1682:
Arien Isackse Maesdam, schout, Reijnier Gillissen Krol, Commer Ariensen Block en vervangende Aert Cornelisen Kest, Jan Barendrecht en Pieter Thonisen, schepenen van Maasdam.
-Willem Geeritsen Spruijt, Pieter Lenertsen Smaer, als getrouwd hebbende Grietjen Geerits Spruijt, zijnde in Strijen geboren, voor de ene helft, en Arien Janssen Maesdam, Marichjen Maesdam, weduwe van Leenert Jacobsen Hoogewerff, Jan Geeritsen Boer, als getrouwd hebbende Neeljen Jans Maesdam, wonende in Moerkerken. en Willem Michielsen Vervooren, als getrouwd hebbende Lena Jans Maesdam, wonende op Klaaswaal, voor de andere helft, tezamen erfgenamen van Neeljen Dircken, weduwe van Willem Maertensen Barendrecht, in zijn leven schout op Maasdam. Zij transporteren aan Cornelis van Heijsen, secretaris op Maasdam, 4 mergen weiland, hen comparanten aangekomen bij overlijden van gemelde Neeljen Dircken zaliger, hun grootmoeder maternel, volgens haar testamentaire dispositie van 17 december 1660, gepasseerd voor notaris Daniel Eelbo te Dordrecht, gelegen in het Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van maasdam, belend O: de boosemcade, Z: de erfgenamen van Schoormans, W: de weduwe van Isack Ariensen Maesdam en N: de gemelde erfgenamen van Schoormans met Claes van Claveren. Voldaan met 800 gld.
De schout en schepenen Block en Krol plaatsen hun handtekening.

Fol. 85 – 86 verso.
3 juli 1682:
Condities en voorwaarden waarop Wouter Spruijt als assistent van Dirck Spruijt, deurwaarder van de Domeijnen van de Edele Groot Mogende Heeren Staten van Hollant en Westvrieslant ten comptoire van Zuid-Holland uit krachte van zekere akte van authorisatie van de Edele Heere Raeden en de rentmeester Generael van Zuid-Holland verkopen bij executie en decreet volgens de rigoureusse letteren executoriael [etc. etc.] van een ‘huijs, schuijr, keet ende erve met sijn verdere gevolgen’, staande en gelegen op het dorp van Maasdam, belend W: de vliet, N: Arien Ariensen Wesenhage, O: den dijck van Nieuw-Bonaventura en Z: de weduwe van Arien Jansen van der Wier, en toebehorende Joost Willemsen Overweel, geëxecuteerde, om daar aan te verhalen hetgeen de geëxecuteerde over koop van tienden van het voorzegde comptoire schuldig is met de kosten van executie.
Volgen de voorwaarden etc.
Ingezet bij Aert Cornelise Barendrecht met 60 gld. en als hoogste inzetter koper gebleven. Borgen Jan Corn(eli)sen Barendrecht en Pieter Stichter. Aldus in het openbaar verkocht ten overstaan van de mannen van de hoge vierschaar van Zuid-Holland op het stadhuis binnen Dordrecht op 3 juni 1682, getekend Pieter Hulsthout, W. Spruijt en J.Casteleijn.
Akkoord bevonden 30 september 1682 en ondertekend door secretaris C.J. van Heijsen.
In de marge opgetekend dat op 2 september 1682 de 60 gld. zijn ontvangen. Getekend door W. Spruijt.

Fol. 87 – 87 verso.
20 oktober 1682:
Arien Isacx Maesdam, schout, Jan Barendrecht, Reijnier GillissenKrol, Commer Ariensen Block en vervangende Aert Cornelisen Kest en Pieter Thonissen, schepenen van Maasdam.
-De heer borgemeester Johan van Neurenburgh tot Dordrecht transporteert aan de heer Theodore van Zevenhove, gewezen koopman tot Rochel, tegenwoordig koopman wonende tot Rotterdam, 7 mergen 300 roenden weiland, gelegen in drie kampen of stukken in het Oudeland van Maasdam, het eerste stuk groot 2 mergen 500 roeden, belend O: de h(eilige) geestlanden, Z: Huijgh Woutersen, W: de erfgenamen van Jan Thonissen Polderman, en N: de groenwegh.
Het tweede stuk groot 2 mergen 400 roeden, belend O: de kerckweij van Maesdam, Z: de gemeenlants vliet, W: Jacob Hoffman en N: Huijgh Woutersen.
Het derde stuk groot 2 mergen 400 roeden, belend O: de bosemcade, Z: Claes van Claveren, W: de erfgenamen van Johan Schoormans. Voldaan met 2000 ponden tot 40 groten.
Getekend door de schout, schepenen Block en Krol en secretaris C.J. van Heijsen.

Fol. 88.
9 november 1682:
De schout en gerechten hebben ten verzoeke van Jacob Joosten V(er)maes, wonende op het dorp Maasdam, getaxeerd 2 mergen 92 roeden zo weide- en zaailand in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, toebehoord hebbende Ariaentie Joosten V(er)maes, belend O:de gemenelants vliet, Z: Isaac Vassen V(er)maes, W: den dick en N: Gisbert Jansen van Es. Getaxeerd op een waarde van 600 Car. gld. Dit land is belast met 200 Car. gld. hypotheek ten behoeve van Reijnier Gillisen Krol, zodat het land op 400 gld. is begroot om daarover de collaterale successie te betalen.
Getekend. A.I. Maesdam, schout, Commer Ariensen Block en Reijnier Gillisen Krol [schepenen].

Fol. 88 verso –89.
21 april 1683:
Aryen Isaacsen Maesdam, schout, Jan Cor(nelis) Baerendrecht, Commer Aryens Block en vervangende Aert Corn(eli)sen Kest en Pieter Thonisse, schepenen van Maasdam.
-Cor(nelis) Heijmansen Cappitein, als testamentaire voogd over de nagelaten weeskinderen van Heijmentie Heijmensdr, geprocreëerd bij Ysbrant Cor(nelis)sen Goutswaert en Pieter Pieterse Visser, en den Pieter Pieterse Visser als vader van zijn voorzegde kind volgens de beneficie van inventaris van den president en raden van den hoogen raede in Hollant uit de naam en vanwege de hooge overicheyt en graeffelicheijt van Holland, Zeeland en Vriesseland, aan de gemelde voogden verleend in dato 1 juni 1682. Zij transporteren aan Aert Cor(neli)sen Baerendrecht en Thonis Bastiaense Bestenbruer, wonende beiden op Maasdam, 3 mergen 400 roeden weiland in het Oudeland van Maasdam, belend O: de gemene bosum kade, Z: de boegerde en de weduwe van Isaack A(rien)sen Maesdam zaliger en W: de weduwe voornoemd en N: bruiker Commer A(rien)sen Block voornoemd. Voldaan van 1558 gld. 6 stuiver 11 penningen.
Getekend door de schout en schepen Pieter Teunisen.

Fol. 89 vers0 – 90.
8 mei 1683:
Ary Isaacsen Maesdam, schout, Jan Cor(neli)sen Baerendrecht, Commer A(rien)sen Block, Aert Cor(neli)sen Kest, Reijnier Gillissen Krol en Pieter Thonissen, schepenen van Maasdam.
-Mattheuwes Louwerise Havermaet, wonende onder ’s-Gravendeel, transporteert aan Cor(nelis) Leendertse van Es, wonende mede onder ’s-Gravendeel, 4 mergen 2 hont weiland in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: de groenewegh, Z: het verscheijt van Maesdam ende Schravendeel, W: de gemeenlans vliet, N: Joostunies Kastelein, schout tot Puttershoek. Voldaan met 1600 Car. gld.
getekend door de schout en schepen Barendrecht.

Fol. 90 verso –91.
8 mei 1683:
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
Volgt schuldbrief van Cor(nelis) Leendertsen van Es, wonende onder ’s-Gravendeel (zie voorgaande akte) aan de edele heer burgemeester Everwijn der stad Dordrecht van 600 Car. gld. onder verband van het in de voorgaande akte genoemde land.

Fol. 91 verso.
10 juni 1684:
A(rien) Isaacsen Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, en Reinier Gillisse Krol, schepenen van Maasdam.
-Isaacx Vassen transporteert aan Leendert Vassen, wonende op Maasdam, zijn broeder, een ‘huijs, bergh mette melioratie van den erve’ [etc.] aan Sheerendijck onder de jurisdictie van maasdam, belend O: Herman Joosten, Z: de maesse, W: de koper, N: de gemeenlants dick, belast met eenerfpacht van jaarlijks van 5 stuiver ten behoeve van het gemeneland van Moerkerken. Voldaan met 100 Car. gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 92.
2 juli 1684:
A(rien) Isaacsen Maesdam, schout, Jan Cor(neli)sen Barendrecht en Pieter Thonisse [van der Erve], schepenen van Maasdam.
Aert A(riensen) Boender transporteert aan Jasper A(rien)sen Boender, zijn broeder, wonende op maasdam, een ‘huijs, ceette mettemelioratie van den erve’[etc.] aan Sheerendick onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: den gemeenlantsdieck, Z: de weduwe van A.A. Spies, W: de gemeenlants vliet en N: Aris Janssen van der Wier. Belast met een erfpacht van jaarlijks 31 ½ stuiver ten behoeve van het gemeenelant van Moerkerken. Voldaan met 475 gld. (schriftelijk of met geld).
De schout en schepenen tekenen [Pieter Teunisen van de erve].

Fol. 92 verso.
2 juli 1684:
Zelde schout en schepenen als in voorgaande akte.
Volgt schuldbrief van Jasper Boender aan Aert Boender (zie voorgaande akte) van 275 Car. gld. onder verband van het gekochte huis.
Getekend als in voorgaande akte.

Fol. 92 – 92 verso.
10 maart 1685:
A(rien) Isaacsen Maesdam, schout, Jan Cor(neli)sen Barendrecht, Commer A(riensen) Block, Reijnier Gillisse Krol en Pieter Thonisse, schepenen van Maasdam.
- Thonis Gerretse Boets, wonende op Puttershoek, als getrouwd hebbende Neeltie Thunis Polderman, transporteert aan Dierck Jansen van der Linden, wonende mede op Puttershoek, 2 mergen 2 hont in het Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van Maasdam, hem verkoper aangekomen door het overlijden van zijn vrouws vader Thonis Janse Polderman, belend O: de heer Theodore van Zevenhove, koopman tot Dordrecht, en Huijgh Wouterse en Jacob Hofman, Z: de erfgenamen van Schoremans, W: de h(eilige) g(eest) weijender stad Dordrecht, en N: de gemeenlants wegh. Voldaan met 875 gld.
Getekend door de schout en schepenen Barendrecht en Krol.

Fol. 94.
19 mei 1685:
A(rien)Isaacsen Maesdam, schout, Jan Barendrecht en Pieter Thonisse, schepenen van Maasdam.
-Cor(nelis) Aertse van der Kest, Jannigtie van der Kest, Nieltie van der Kest, Cornelia van der Kest en Bastiaen Janse int Velt, voor hen zelf en hen sterk makende en caverende voor de onmondige weeskinderen van Bastiaentie van der Kest zaliger, allen kinderen en erfgenamen van Aert Cor(neli)sen van der Kest zaliger, allen wonende omtrent Heinenoord, voor 5/6e parten van een helft.en Jacob Aertse Leuwenburgh, wonende aan de Blaak, uit de naam en vanwege Aegtie A(rien)sen, weduwe van de voornoemde Van der Kest zaliger, daar voor hij zich sterk maken en caverende voor de andere helft. Zij transporteren aan Dierck Aertse van der Kest, wonende onder Maasdam aan den achter dick, mede erfgenaam van 1/6e part van de eerste helft, een ‘huijs metten bergen ende kete’met de melioratie van erf [etc.] aan den achterdick onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: de gemeenlants padtZ: de voornoemde koper,, W:de gemeenlants dick en N: het armenhuijse van Maesdam. Voldaan met 400 gld. (met akte of gereed geld).
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 94 verso.
19 mei 1685:
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
Volgt schuldbrief van koper in voorgaande akte aan verkopers in voorgaande akte van 300car. gld. onder verband van het gekocht huis etc. in voorgaande akte.

Fol. 95.
3 april 1686:
A(rien) Isaacse Maesdam, schout, Jan Barendrecht en Commer A(rien)sen Block, Reijnier Gillisse Crol en Pieter Thonisse, schepenen van Maasdam.
-Justus Castilin, schout en secretaris van Puttershoek, transporteert aan [Clun ?] Huijgen van der Rat [?], inwoner van Maasdam, 4 mergen 200 roeden zo zaai- en weiland en 18 ackeren met else daar op staande, die gelegen zijn tegen 4 mergen zaailand, “raeiende wt de vierde grip over de sloot noortwaerts op tegens de weij van mevrou Snoeck”, gelegen in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van maasdam, belend O: de wegh, Z: Cor(nelis) Liendertse van Es, W: de gemeenlants vliet en N: de verkoper. Voldaan van 1150 gld. en nog 4 ducatons.
Getekend door de schout en schepenen Barendrecht en Pieter Teunisen.

Fol. 95 verso.
30 april 1686:
A(rien) Isaacsen Maesdam, schout, Jan Barendrecht en Pieter Thonisse, schepenen van Maasdam.
-Dierck Aertse van der Kest, inwoner van Maasdam, transporteert aan Pieter Hermans, in persoon aanwezig, een ‘huijs, kette’met de melioratie van erf [etc.] aan den achter dick onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: de gemeenlants Cadt (= kade ?) (of: Gadt ?] , Z: “den zal van den dick:” W: den dick en N: het nieuwe huis vande voornoemde verkoper. Voldaanmet 200 gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 96.
30 april 1686:
Schout en schepenen als in voorgaande akte.
Volgt schuldbrief van koper aan de verkoper als in voorgaande akte van 150 gld., in termijnen af te betalen [ etc.].

Fol. 96 vers- - 97,
18 september 1686:
Kopieakte:
Matteus van der Kreck, schout, Andries Sneep en Willem A(rien)sen Bijl, schepenen van het dorp en de ambachtsheerlijkheid Mijnsheerenland.
-Compareert Dierck Aertse van der Kest, wonende aan den achter dijck onder de jurisdictie van Maasdam, bekent schuldig te zijn aan de heer Samuel de Heyde van Zevender, thresaurier vant Groot Comptoir der stad Dordrecht, 600 Car. gld. vanwege geleende gelden, verzekerd op 1 merge gelegen bij het …lderseveer in de jurisdictie van Moerkerken, belend O: ………W: Jacob Hofman, Z: sheeren wegh en N: A(rien) Roelen van de Graef.
Nog 1 merge 527 roeden in de …………….onder Puttershoek, belend O: Jacob Hofman, Z: Willem van der Mast, Z: Gijsbert Hofman en N: de wegh, gekomen uit de boedel van zijn vader Aert van der Kest en Aegien Aryens, “sijn behoude moeder” zaliger en bij kaveling met de gezamenlijke erfgenamen hem comparant ten beurt gevallen.
Laatstelijk nog zijn : huysinge, schuyr”etc. aan de voorzegde achter dijck onder de jurisdictie van Maasdam. Verder onder verband van zijn persoon en andere goederen.
Getekend door Cor(nelis) van der Crest, secretaris.
Er onder genoteerd dat deze voorgaande akte voor akoord is bevonden 10 oktober 1686 en getekend secretaris A.I. Maesdam.
Verder ook genoteerd dat op 8 februari 1699 deze schuldbrief met quitantie aan de secretaris is vertoond en vervolgens geroyeerd.
Getekend A.I. Maesdam.


Fol. 97 erso
18 februari 1684:
De schout en gerechten taxeren op verzoek van de heer secretaris der stad Dordrecht, als geordonneerd zijnde van de burgemeesters en regeerders van Dordrecht, drie percelen weiland onder de jurisdictie van Maasdam, toebehoord hebbende Do. Henricus Dibberts, jonkman, en dat voor de betaling van de collaterale successie.
-4 mergen weiland, belend O: de bosum kade, Z: de berck weij van Puttershoeck ende weesenweij der stadt Dordrecht, W: de weduwe van Isaeck A(rien)sen Maesdam en N: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen. Op 225 Car. gld. de merge.
-2 mergen 500 roeden weiland, belend O: de heerCoopman en Thedore van Zevenhove en de weduwe van Klaveren, Z: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen en W: de weduwe van Isdack Ar(ien)sen Maesdam, N: de gemeenlants vliet. Getaxeerd op de merge 275 Car. gld.
-2 mergen 250 roeden weiland, belend O:Jacob Hoffman, Z: de gemeenlants vliet, W: de weduwe van Isaack Ar(ien)sen Maesdam en N: de weesweij der stadt Dordrecht.
Getaxeerd op de merge 250 Car. gld.
Getekend: A.I. Maesdam, schout, en Reijnier Gilliss. Krol en Pieter Teunisen.

Fol. 98.
26 april 1687:
De schout een gerechten taxeren op verzoek van de heer secretaris der stad Dordrecht, geordonneerd zijnde van de burgemeesters en regeerders van Dordrecht, 4 mergen 100 roeden lands onder de jurisdictie van Maasdam, toebehoord hebben jouff. Helena Bradts, en dat om de collaterale successie te betalen, belend O: de weduwe van Thonis Koppense, Z: de maese, W: de weduwe van Isack Ar(ien)sen Maesdam, N: de wegh.
Getaxeerd de merge 275 Car. gld.
Getekend: C.I. Maesdam, schout, en Pieter Teunisen vande Erve en Reijnier Gilliss. Krol.

Fol. 98 verso - 99.
13 juni 1688:
De schout en gerechten taxeren op verzoek van de heer secretaris der stad Dordrecht, als geordonneerd zijnde van burgemeesters en regeerders van Dordrecht, vijf percelen onder de jurisdictie van Maasdam, toebehoord hebbende aan de heer Mr. Heyndrick Coopman, en dat om de collaterale successie te betalen.
-2 mergen, belend O: de kerckhoff van Maeasdam,Z: de maese, W: de heer Mr. Jeau [?], N: de wegh. Getaxeerd op 375 gld.
-5 mergen, belend O: de heer Alewijn, Z: de wegh, W: de H(eilige) G(eest) bloecken [?], N: de voornoemde Alewijn. Getaxeerd de merge op300 gld.
-4 mergen 200 roeden, belend O: Commer A(rien)sen Block, Z: de wegh, W: de heer Alewijn, N: de kinderen van domine Dibbets. Getaxeerd de merge 300 gld.
-5 mergen, belend O: de weduwe van Isaack A(rien)sen Maesdam, Z: de wegh, W: Leendert vasse, N: Jacob Hoffman. Getaxeerd de merge op 300 gld.
-2 mergen 300 roeden, belend O: de bosumkaede, Z: de heer Tehodore van Zevenhoven, W: de kinderen van domine Dibbets, N: de kerckeweij van Maesdam. Getaxeerd de merge op 250 gld.
Getekend door A.I. Maesdam, schout, en Aert Barendrecht en Reijnier Gilliss. Krol.

Fol. 99 verso.
2 februari 1689:
De schout en gerechten taxeren ten verzoeke van de heer Simonm van Alewijn der stad Dordrecht 9 mergen zo weid – als zaailand onder de jurisdictie van Maasdam in het Oudeland van Maasdam, gelegen in twee percelen, om daarvoor te betalen de collaterale successie.
-4 mergen , belend O: de erfgenamen van de heer Hendrick Coopman, Z: de gemeenlants wegh, W: de voornoemde Coopman en Alewijn met het onder gemelde land, N: de voornoemde Alewijn met het ondergemelde land. Getaxeerd de merge op 375 gld.
-5 mergen, belend de voornoemde erfgenamen van Coopman en de voornoemde Alewijn, Z: de voornoemde erfgenamen van Coopman, W: het verscheijt van Maesdam en de H(eilige) G(eest) van Mijnsheerenland, N: het gemeenlants vlietie. Getaxeerd de merge op 400 gld.
Getekend: A.I. Maesdam, schout, Huijb. Huijb. Meul, Commer Ariense Block.

Fol. 100 –100 verso.
24 maart 1689:
A(rien) Isaacse Maesdam, schoot, Commer A(rien)sen Block, reijnier Gillisse Krol, Pieter Thonisse, Aert Barendrecht, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Leendert Vasse, A(rien) Jacobse Nooteb(oom), schepenen van Maasdam.
-De heer en Mr. Geeraed Jeau, advocaat van het Hof van Holland binnen de stad Dordrecht, verklaart uit krachte van de koopcedulle gepasseerd voor notaris Jan de Bedts te Dordrecht van dd. 2 maart 1689, te transporteren aan de heren Johan d’Witt, out borgemeester, en Willem d’Witt in den outraet der stad Dordrecht, 3 mergen 125 roeden in het Oudeland van Maasdam in de jurisdictie van Maasdam aan de Maeskant, belend O: nu noch de erfgenamen van Coopman, Z: de maese, W: het H(eilige) G(eest) huijs der stad Dordrecht, N: de gemeenlants wegh. Voldaan met 1490 gld.


Getekend door de schout en schepenen Muel en Pieter Teunisen.

Fol.101 – 101 verso.
24 maart 1689:
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
S(ingnieu)r Christiaen van de Raet, pontgaarder binnen de stad Dordrecht, zo voor hem zelf als met last en procuratie van juffr. Maria vande Raet, mede wonende tot Dordrecht, zijn zuster en welke procuraties is gepasseerd voor notaris Jan de Bedts binnen Dordrecht dd. 24 maart 1689, en nog authorisdatie hebbende ten regarde van zijn nog minderjarige broeder s(ingnieu)r Adriaen van (de) Raet, bij appointemente van het gerecht en de camer juditieel der stad Dordrecht dd. 23 maart 1689, verklaart uit kracht van de koopcedulle gepasseerd voor de voornoemde notaris van dd. 2 maart 1689, te transporteren aan de heren Johan de Witt, out borgemeester, en Willem de Witt, inden out raet der stad Dordrecht, 2 mergen zaailand in net Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: het kerckhoff met de weduwe van Isaack A(rien)sen Maesdam, Z: de maese, W: de heeren Johan en Willem de Witt en N: de gemeenlants wegh. Voldaan met 860 gld.
Getekend door de schout en schepenen Muel en Pieter Teunisen.

Fol. 102 – 102 verso.
24 maart 1689:
Dezelfde schout en schepenen als in voorgaande akte en dezelfde verkopende partij als in de voorgaande akte, transporteert Jacob A(rien)sen Polder, schout tot Puttershoek, 2 mergen 300 roeden weiland in het Oudeland van Maasdam, belend O: de kae, Z: Theodore van Zevenhove, W: de kinderen van domine Dibbits, N: de kercke weij van Maesdam. Voldaan met 800 gld.
Getekend door dezelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.

Fol. 103.
7 mei 1689:
A(rien) Isaacse Maesdam, schout, Aert Barendrecht en Huijbrecht Huijbrechtse Meul, schepenen van Maasdam.
-A(rien) Jacobse Noteb(oom) en Maerte Jacobse Noteb(oom) en Staes Jacobse Noteb(oom) en Cor(nelis)Jacobse Noteb(oom), tezamen gebroeders, en nog Pieter Janse Polderdick, als getrouwd hebbende Maria Jacobse Noteb(oom), hun zuster. Zij transporteren aan Jan Jooste, inwoner van Maasdam, een huis met de melioratie van erf etc. aan Sheerendick onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: den bermsloot, Z: Maerte Jacobse Noteb(oom) voornoemd, W: de voornoemde dick en N: Staes Jacobse. Voldaan met 31 gld. 10 stuivers.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol 103 verso – 104.
25 april 1689:
kopie:
De borgmeesters en schepenen der stad Dordrecht doen kondt dat Jan de Bets, notaris en procureur binnen Dordrecht, als last en procuratie hebbende van de heer Cornelis de Vries int collegie der mannen van veertigen van Dordrecht, verkocht heeft aan joffr. Helena de Vries 5 mergen zaailand in Nieuw-Bonaventura, belend O: den eersten kruijswegh van Maesdam, W: de maesdamse kerck,Z: de heer equijagiem(eeste)r Govert van Wesel en N: den houck vande geseijde kerck, en dat voor 330 gld. de merge.
Getekend: H. Hallingh
Eronder staat genoteerd dat deze kopieakte voor akkoord is bevonden op 21 mei 1689 en getekend A.I. Maesdam.

Fol. 104 verso – 105.
8 juni 1689:
A(rien) Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Pieter Thonisse, Huijbrecht Huijbrechse Muel, Leendert Vasse en A(rien) Jacobse Noote(oom), schepenen van Maasdam.
-De heer Christiaen vander Raet, koopman en burger binnen Dordrecht, en juffr. Maria vander Raet, meerderjarige dochter, “soo in prive als voor haar selven”, en voornoemde Christiaen als gestelde voogd over s(ignieu)r Adriaen vander Raet, zijn onmondige broeder, allen geinstitueerde testamentaire erfgenamen van de heer Mr. Heijndrick Coopman zaliger, in zijn leven advocaat voor het Hof van Holland, binnen de stad Dordrecht overleden, hun neef. Zij transporteren aan Aert Cor(nelisen) Barendrecht, Reijnier Gillise Crol, mede schepenen van Maasdam, en nog aan Teunis Bastiaense Bestebruer, inwoner van Maasdam, 5 mergen zaailand in het Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: de weduwe van Isaack A(rien)sen Maesdam, Z: denMaesdamse wegh en W: de kinderen en erfgenamen van zaliger Vas Cor(nelissen) met bruikwaer. Voldaan met 320 Car. gld. de merge en 6 gld. 13 stuiver 6 penningen tot een verering.
Getekend door de schout en schepenen Block en Meul.

Fol. 105 verso – 106.
8 juni 1689:
Zelfde schout en schepenen.
-Zelfde eerste partij transporteert aan zelfde kopende partij als in voorgaande akte 4 mergen 200 roeden zaailand in het Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van Maasdam, belend: Commer A(rien)sen Block, Z: den Maesdamse wegh, W: de heer Sijmon van Halewijn uijtten outraedt der stad Dordrecht, en N: het gemeenlants vlietie. Voldaan met 320 gld. de mergen en 6 gld.13 st. 4 penningen tot een verering.
Getekend door dezelfrden als in de voorgaande akte.

Fol. 106 – 107.
8 juni 1689:
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
-Zelfde transporterende partij als in voorgaande akte transporteert aan dezelfde kopende partij als in voorgaande akte 5 mergen zaailand in het Oudeland van Maasdam onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: de heer Sijmon van Halewijn uijtte outraedt der stad Dordrecht, Z: den maesdamsen wegh, W: de weduwe van de heer Sijmon de Vries in zijn leven uijten veertigen der stad Dordrecht, N: de voornoemde heer Van Halewijn. Voldaan met 320 gld. de mergen en 6 gld. 13 st. 6 pen. tot een verering.
Getekend als in voorgaande akte.

Fol. 107 verso – 108.
6 oktober 1689:
A(rien) Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Reijnier Gillisse Crol, Pieter Thonisse, Aert Barendrecht, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Leendert Vassen en Arijen Jacobsen Noteb(oom), schepenen van Maasdam.
-Aarnout Zanderburgh, koetsier binnen de stad Dordrecht, als last en procuratie hebbende van juffr. Helena de Vries, wonende tot Dordrecht, gepasseerd voor notaris Petris van Son binnen Dordrecht dd. 5 oktober 1689, en transporteert aan Cor(nelis) Jacobsen van Heijsen, oud-secretaris van het dorp Maasdam, 3 mergen met de avelingen daar aan behorende, en aan Pleun Huijgen van den Hoeck 2 mergen mede mede de avelingen daar aan behorende, zijnde tezamen 5 mergen zo weide- als zaailand en avelingen groot omtrent 1 hont, welke door juffr. De Vries aan Van Heijsen verkocht zijn op 18 juli 1689 en gelegen in Nieuw-Bonaventura, belend: O: den eersten kruijswegh van Maesdam, W: de Maesdamsen kreck, Z: den heere equipagie m(eeste)r Govert van Wesel en N: den hoeck van de gescheijde kreck, en in krachte van de koopcedule op 18 juli 15689 voor de notaris Jan de Bedt binnen Dordrecht residerende gepasseerd, bekent hij van de kooppenningen van de genoemde 5 mergen met de avelingen ter somme van 1775 gld. voldaan te zijn.
Getekend de schout en de schepenen Block en Meul.

Fol.108.
Ongedateerd: N.B. Deze akte is volledig genoteerd op folio 109 e.v. en gedateerd 9 augustus 1690.
Begin van een akte die doorgestreept is.
Arij Isaacse Maesdam, schout, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Pieter Otten Maeskant, Dierck Aertse van der Kest en vervangende Commer A(rien)sen Block, schepenen van Maasdam.
-S(ingnieu)r Pieter Jaques van Heijndenrijck, raad ordinaris “in den grooten raad en parlement van sijn konincklijke majesteijt van Spangien” tot Mechelen, getrouwd gehad hebbende vrouwe Anna Petronella Proost, als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen verwekt aan zijn voorzegde huisvrouw en ook uit krachte van zekere authorisatie en approbatie op 30 juni laatstleden [= 1690] bij de heren schepenen van Mechelen ….[N.B. hierna gaat de akte niet verder en is doorgestreept].

Fol. 108 verso – 109.
20 april 1690:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Blocken Huijbrecht Huijbrechtse Meul, schepenen van Maasdam.
-Jacob Heijmanse Cappiteijn, inwoner van Maasdam, verklaart schuldig te zijn aan Reijnbuergh Jillis Vinck, weduwe van Isaack A(rien)sen maesdam, 120 gld. terzake van aangetelde en uitgezette penningen, in het speciaal verbonden op zijn huis en beterschap van erf op het dorp Maasdam aan Sheere Dick, belend:den bermsloot, Z: Steven de Smit, W: den dick en N: Bastiaentie Pieters, verder zijn persoon en andere goederen.
Getekend door de schout en schepenen.
In de marge genoteerd dat op 29 april 1702 de schuldbrief met quitantie is vertoond en geroyeerd voor de weduwe van Jacob Jeijmanse Cappitein.
Getekend door A.I.Maesdam, Commer Arysen Block en Pieter Otten Maeskant.

Fol. 109 –110.
9 augustus 1690:
Zie schout en schepenen en begin van deze akte op fol. 108.
De genoemde Jaques van Heijdenrijck, nog last en procuratie hebbende van juffr. Jenne Maria Proost, zijn vrouwen zuster, beiden dochters, en nevens joncheer Jan Jaques Proost, hun broeder, kinderen en erfgenamen van wijlen joncheer Rosier Proost en vrouwe Elijsabeth vander Eijk, die mede-erfgenaam was van de heer Quirijn vander Eijk, zijnde de procuratie gepasseerd voor notaris Franchoijs Beut tot Dordrecht op 8 mei 1690. Hij transporteert aan mr. Huijbert vander Hoop, advocaat voor den hove van Holland, wonende tot Dordrecht, 4½ mergen weiland in het Oudeland van Maasdam aan den boesem kade, belend O: genoemde boesem kade, W: Huijgh Wouterse Wagemaker en Theodorus van Sevenhove en Z: de kericke van Mijnsheerenlant van Moerkercken en N: de weeshuijs van Dordrecht. Dit land is de kinderen en vrouwen zuster aangekomen bij dode van de voornoemde vrouwe Elijsabeth vander Eijk en nog volgens zeker akkoord tussen hen lieden en de voorzegde hun broeder joncheer Jan Jaques Proost bij forme van scheijdinge op 23 juli 1689 aangegaan. Belast met een cijns van jaarlijks 6 gld. 4 stuivers. Voldaan met 205 gld. de merge en nog 1 stuiver van elke gulden tot rantsoen.
Getekend door A.I. Maesdam, schout.

Fol. 110 verso - 111.
25 april 1691:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Pieter Otten Maeskant, Dierck Aertse van der Kest, schepenen van Maasdam.
-juffrou Anna Gijsbert, weduwe van Theodorus van Zevenhoven, wonende tot Rotterdam, en de heer Daniel van Zevenhoven, zo voor zich zelf als speciale last en procuratie hebbende van mons(ieu)r Jean Ferrand (akte van procuratie gepasseerd voor notaris Jophan van Aerdesteijn tot Rotterdam, dd. 23 april 1691), aan schout en schepenen vertoond, beide als executeuren van het testament van Theodorus van Zevenhoven. Zij transporteren aan Jan Arijnse Kuveijer [?], wonende op Puttershoek, 5 mergen weide- en zaailand onder het dorp Maasdam in twee stukken gelegen, het eerste groot 2 mergen 500 roeden, belend O: het weeshuijs tot Dordrecht,, Z: Huijgh Wouterse, W: Dierck Janse van dewr Linden en N: de groene wegh. Het tweede groot 2 mergen 100 roeden, belend O: de kercke weij van Maasdam en Mijnsheerenland, Z: de gemenelants vliet, W: Jacob Hoffman en N: de voorzegde Huijgh Wouterse. Voldaan met 1365 gld. , daaronder begrepen 1 stuiver van elke gulden tot rantsoen.
Het land is belast met een cijns van 7 gld. 15 st. en nog belast van 2000 gld. “daer mede het gemelte lant als uijtheems staet aengeslagen”.
Getekend de schout en de schepenen Block en Meul.

Fol. 111 verso - vervolg op fol. 112.
25 april 1691:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Pieter Otten Maeskant, Dierck Aertse van der Kest, schepenen van Maasdam.
-zelfde eerste partij als in voorgaande akte transporteert aan Maerten Aertse Joost, wonende op Puttershoek, 2 mergen 300 roeden weide- en zaailand onder het dorp Maasdam, belend O: de boesem kade, Z: de weduwe van Claes van Claveren, W: de kinderen van do. Debits en : Jacob A(rien)sen Polder. Voldaan met 748 gld. 2 st. 8 p. en daaronder begrepen 1 stuiver van de gulden tot een rantsoen.
Getekend door de schout en schepenen Block en Meul.

Tussen de voornoemde akte in:
De schout en gerechten van Maasdam attesteren dat Theordore van Zevenhove deze 7 mergen 300 roeden land daar hij hier mede verrekend heef, al voor het jaar 1687 in eigendom heeft toebehoord, want de heer borgemeester Johan van Neurenburgh tot Dordrecht heeft hem dit al heeft getransporteerd op 20 oktober 1682, gelijk blijkt bij het protocol of register fol. 87 vs. berustende ter secretarie, gedaan 9 februari en was getekend bij A.I. Maesdam, schout en Kommer Ariense Block en Pieter Otten Maeskant.

Volgt de akte:
De schout en gerechten van Maasdam attesteren. Genoemd Jan Ariense Kuvier [?] en Maerten Ariense Joost. [akte verder vrijwel onleesbaar door verbleking].

Volgende pagina:
“Cautie van het lant van d kindere van Claes Gijse woonende in Vrankrick …….[?] zijnde van dato den 9 feb. 170[2?]. De tweede den 19 maert 170[?].”[deels onleesbaar door vlek over de tekst ofwel een touwtje dat over de tekst lag en mee verfilmd is].

Fol. 112 verso – 113.
27 oktober 1691:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Pieter Otten Maeskant, Dierck Aertse van der Kest, schepenen van Maasdam.
-Pieter Dierckse Vermaes, wonende op ’s-Gravendeel, in kwaliteit als mede-erfgenaam van zijn “moeije” Aeriaentie Joosten, alhier op Maasdam overleden, en verklaart verkocht en getransporteerd te hebben aan Aert Corn(elisen) Barendrecht, inwoner van maasdam, zeker derde part in 2 mergen 92 roeden weide- en zaailand onder de jurisdictie van Maasdam in de dijkagie van Nieuw-Bonaventura, belend O: de kreck van Maesdam, Z: Isaack Vassen en den dick van Moerkercke, W: de voornoemde dick en N: Gijsbert Janse van Es. Het land is gekomen uit de boedel van Aeriaentie Joosten voornoemd en volgens haar testament aan haar broeder Jacop Joosten vermaakt zijn leven lang. Voldaan met 100 gld. en nog daarboven neemt de koper tot zijn last het derde part van zakere obligatie van 200 gld., waarmee het land is belast.
Getekend door de schout en de schepenen Block en Meul.

Fol. 113 verso en vervolg op 114.
12 juni 1692:
De schout en gerechten van Maasdam hebben ten verzoeke van de kinderen of erfgenamen van domine Bibbets, als predikantgestaand hebbende in de Groote Linde, getaxeerd drie percelen weiland onder de jurisdictie van Maasdam:
--4 mergen weiland , belend O: de bosum kade, Z: de putters hoeckse kerck en het weeshuijs der stad Dordrecht, W: de weduwe van Isaack A(rien)sen) Maesdam en N: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen. Getaxeerde de merge 300 gld. Bealst met een cijns van jaarlijks 13 gld. 10 st.
--2 mergen 500 roeden weiland, belend O: de weduwe van Klavere, Z: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen, W: de weduwe van Isaack A(rien)sen Maesdam en N: het gemeenelants vlietie en Maerte Aertse Joost. Geatxeerd op 350 gld. de merge. Alsoo danige stuckie lants als de erfgenamen van Aariantie Jooste hebben verkocht” op 27 augustus ten overstaan van schout en gerechten van Maasdam, geef ik gerechtsbodevan sherenwege het eerste gebod op 24 augustus. Het 2e gebod op 7 september.
--2 mergen 150 roeden weiland, belend O: Jacob Hoffman, Z: de gemeenelants vliet, W: de weduwe van Isaack A(rien)sen) Maesdam en N: het weeshuijs der stad Dordrecht. Getaxeerd de merge 325 gld.

Ongefolieerd en omgekeerd op pagina geschreven
18 juni 1696:
Heeft Leendert Vassen in koop aangegeven 6 mergen van Van Felterom met zijn mede [bedoeld zal zijn medeconsoorten of iets dergelijks] die het toebehoren voor de som van 2700 gld.

Op 27 juli 1696 heeft Heijndrick Heijndrickse Schulin in koop aangegeven hethuisje van Lena Timmerman voor 160 gld.

Op 17 april heeft Jacob Maertense in koop aangegeven het huisje van Heijndrick Heijndrickse Schuijllin voor 185 gld.

Fol. 114 verso.
28 juli 1692:
Compareren ter secretarie van Maasdam de gezamenlijke erfgenamen bij het testament van Jacob Joosten Vermaese geinstitueerd, dewelke verklaarden niet genegen te zijn om de boedel te aanvaarden maar in tegendeel daar afstand van te doen ten profijte van de beste gerechtigde.
Getekend A.I.. Maesdam, secretaris.

Fol. 114 verso – 115.
11 oktober 1692:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Pieter Otten Maeskant, Dierck Aertse Kest en vervangende Commer A(rien)sen Block, schepenen van maasdam.
-Maria Maertens, weduwe van Pieter A(rien)sen) Sneep, Willem Barentsen, in huwelijk hebbende Lena Maertens, Maerten A(rien)sen Maesdam, Aert Corn(elis)sen Moockhouck, zo voor hen zelf en Arij Pieterse Sneep als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van Lijsbet Jans Sneep, “des nood sijnde’, tezamen kind of kindskinderen van Annetien Joosten; item nog Schilleman Diercxse, Wouter Jansse, getrouwd met Willemtie Jacobs, en Johannes de Lange, in huwelijk hebbende Maritie Jacobs, tezamen kinderen van Jaepien Jooste, allen gezamenlijke erfgenamen van Arijaentie Jooste, op Maasdam overleden, volgens het testament van d.d. 11 april 1682 gepassseerd voor notaris Justus Casteleijn te Puttershoek.
Zij transporteren aan Arij Jacobse Noteb(oom), schepen van Maasdam, twee derde parten van 2 mergen 92 roeden gelegen int landeken van de Graswynckels, belend O: de kreck, Z: Isaack Vasse, W: den dick en N: Gisbert Janse van Es. Voldaan met 940 gld. boven een halve stuiver van elke gulden tot rantsoen.
Getekend door de schout en de schepenen Meul en Maeskant.

Fol. 115 verso.
23 januari 1693:
De schout en gerechten hebben ten verzoeke van de heren Allaert en Johannis vanden Steen, als executeurs van de boedel van jouffr. Catrina vanden Steen, bejaarde dochter, getaxeerd 5 mergen 346 roeden in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, aan haar toebehoord hebbende, belend O: de gemeenlants vliet, Z: de heer Halewin, W: den eerste Cruijswegh en N: Jan A(rien)sen Huijsman. Getaxeerd de merge op 275 Car. gld.
Getekend door schout A.I. Maesdam en Huijb. Huijb. Meul en Pieter Otten Maeskant.

Fol. 116.
16 mei 1693:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Huijbrecht Huijbrechtse Meul, Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Commer A(rien)sen Block transporteert aan Cor(nelis) Cor(nelis)sen Bestenbruer, inwoner van Maasdam, een huis met erf etc. aan Sheeren Dick onder de jurisdictie van Maasdam, belend: den dick, Z: Pieter Janse Gues, W:de maes en N: Herman Joosten. Belast met een erfpacht van 9 stuivers jaarlijks ten behoeve van het gemeneland van Moerkercken. Voldaan met 310 gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 116 verso – 117.
30 januari 1694:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer Arijnse Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-S(injeu)r Adriaen Schriver, secretaris van Puttershoek, als last en procuratie hebbende van Heijndrik Adriaensen Ros, Cor(nelis) Adriaensen Ros, Goossen Adriaensen Ros en Heijmen Adriaensen Ros, allen wonende in Sandelingenambacht, volgens akte van procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen Reijnen te Rijsoord op dd. 27 januari 1694. Hij transporteert aan de heer Johan de Witt, oud-borgemeester der stad Dordrecht, en Willem de Witt, in de oudraad en schepen der stad Dordrecht, zeker erf anders genaamd “de werff” onder de jurisdictie van Maasdam, met zijn rietveld daar aan behorende en de beplanting etc. belend O: het erf van Leendert Vassen, W: het dorps schoolhuijs, Z: de masse en N:de straatwegh. Voldaan met 240 gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 117 – 118.
27 januari 1694:
Kopie van voornoemde akte van procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen Reijnen te Rijsoord:
Heijndrik Adriaensen Ros, Cor(nelis) Adriaensen Ros, Goossen Adriaensen Ros en Heijmen Adriaensen Ros, allen wonende in Sandelingenambacht, kinderen van Adriaen Jacobsen Ros zaliger, in zijn leven schout van Sandelingenambacht, en verklaren in kwaliteit als erfgenamen van hun vader te machtigen en procuratie te geven aan s(injeu)r Adriaen Schriver, secretaris van Puttershoek, om te compareren voor schout en schepenen te Maasdam om te transporteren aan de heren Johan en Willem de Witt zeker erf anders genaamd “de Werff”. [etc. etc.].
- Er onder bijgeschreven:
Bekennen Heijndrick Adriaensen Ros, voor hem zelf als vervangende mijn bovengenoemde broeders van de heren de Witt ontvangen te hebben 240 gld. [etc.].

De kopieakte genoteerd op 30 januari 1694 en getekend door secretaris A.I. Maesdam.

Fol. 118 verso – 119.
17 april 1694:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Ingentie Huijgen, weduwe van Bastiaen Corn(eli)sen Bestenbruer, wonende op het dorp Maasdam, geassisteerd methaar zoon Thonis Bastiaense Bestenbruer en haar zwagers Arij van Dongen, als getrouwd hebbende Sigie Bastiaene Bestenbruer, en Jan Janse Barendrecht, als getrouwd hebbende Neltie Bastiaene Bestenbruer, en Siggie Joosten, als getrouwd hebbende gehad Cor(nelis) Bastiaense Bestenbruer, welke verklaren gezamenlijk in de koop te concenteren.
Zij transporteert aan Adriaen Bastiaense Bestenbruer, haar zoon, een ‘huijs, keet ende werff” onder het dorp Maasdam, belend O: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen, Z: de straet wegh, W: Commer A(rien)sen Block en N: Thonis Bastiaense Bestenbruer. Belast met een cijns of rente ten behoeve van de pastorie tot Delft van 11 stuivers jaarlijks. Voldaan met 500 gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol.119 – 119 verso.
17 april 1694:
Volgt schuldbrief ten bedrage van 300 gld. van koper aan verkoper volgens voorgaande akte onder verband van zijn persoon en goederen.
Er nadien ondergeschreven dat op 9 februari 1700 deze afgeloste schuld- of kustingbrief aan de secretaris is vertoond en geroyeerd.
Getekend door A.I. Maesdam (secretaris).

Fol. 120 – 120 verso.
10 juni 1694:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen) Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van maasdam.
-Adriaen Bastiaense Bestenbruer, inwoner van Maasdam, bekent schuldig te zijn aan de heren Frans en Pieter Dibets en juffr. Magrieta Dibets, zuster en broers, 200 gld. ter zake van verlopen pachten die zijn moeder Ingentie Huijgen schuldig was aan de voornoemde zuster en broers. Tot zekerheid voor de aflossing van dit bedrag met de verlopen interesten stelt hij een ‘huijs, keet ende werff’ op het dorp Maasdam, belend O: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen, Z: de straet, W: Commer A(Rien)sen Block en N: Theunis Bastiaense Bestenbruer en Aert Cor(neli)sen Barendrecht.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 12.
10 juni 1694:
De schout en gerechten van Maasdam hebben ten verzoeke van de heer Francois d’ Caesteker, advocaat, en Adriana Coene, weduwe van Wilhem van Claveren ter stad Dordrecht, getaxeerd 2 mergen weiland van juffr. Van Claveren zaliger, gelegen in het Oudeland van Maasdam, belend O: d’gemeenelants kade, Z: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen, W: juffr. Magrieta Dibbets en N: Maerte A(rien)sen Joost en bevonden op een waarde van 600 gld.
Getekend door de schout en gerechten.

Fol. 120 verso – 121.
16 oktober 1694:
Akte enigszins verbleekt en ten dele moeilijk leesbaar.
-Cornelis van Heijsen , oud-secretaris van Maasdam, als last en procuratie hebbende van de weduwe van de heer Dirck van Wielen [?] zaliger, volgens akte van procuratie van dd. 30 september 1694 gepasseerd voor notaris Pieter van Leechburch te Utrecht. Hij transporteert aan Hugo van Dick, notaris en procureur te Dordrecht, twee stuks land, groot 4 mergen 362 roeden, waarvan het eerste groot is 2 mergen 167 roeden en gebruikt bij Dirck Aertsen van (der) Kes en het tweede groot 2 mergen 195 roeden, en gelegen op grond van Maasdam.
Belend O: en Z: de gemeene lants vliet, W: de heer Berck en Willem van (der) Mast, N: de [oost?] wegh. Voldaan met 1000 Car. gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol 121 verso – 122.
5 november 1694:
Arij isaacse Maesdam, schout, Pieter Otten Maeskant en Dirck Aertse van der Kest, schepenen.
-Mr. Gerard Francken, advocaat, en Elias Venlo, notaris en procureur te Dordrecht, en vervangende Adriaen Hagort, mede notaris en procureur tot Dordrecht, als aangesteglde curateurs van de insolvente boedel van de heer Simon van Alewijn. Zij transporteren aan Commer Ariense Block, inwoner van Maasdam en mede-schepen, 5 mergen weiland onder het dorp Maasdam, belend O: Thonis Bastiaense Bestenbruer en Aert Barendrecht, W: gescheijden door den heijligen geest blocke van Moerkercken, Z: den wegh,N: t; gemeenelants vlietie. Voldaan met 400gld. de merge, is 2000 gld. en 1 stuiver van iedere gulden tot rantsoen.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 122 – 123.
5 november 1694:
Zelfde schout en schepenen en zelfde eerste partij als in voorgenoemde akte.
Zij transporteren aan Willem Bastiaense Polderdijck 4 mergen weiland onder het dorp Maadam annex de 5 mergen weiland die in de voorgaande akte aan Commer A. Block zijn getransporteerd. Belend O: Thonis Bastiaense Bestenbruer en Aert Barendrecht, W: gescheijden door den heijligen geest bloocke van Moerkercke, Z: den wegh en N: t’gemeenelants vlietie.
Voldaan met 470 gld. de merge en samen voor 1880 gld. met 1 stuiver van iedere gulden tot rantsoen. De kooopcondities dateren van 2 juli 1694. Er is vanaf dit land een ‘affpadt’ voor de 5 mergen die door Block gekocht zijn, strekkende van de wegh af of het begin van de 4 mergen die ten O: heeft een stuk toebehorende Aert Barendrecht en Thonis Bastiaense, Z: den wegh, W: Reijnier Gillissen Krol zijn land….. [ etc.].
Getekend door de schout en schepenen.

Fol . 123 verso - 124.
20 november 1694:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(riensen) Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van maasdam.
-De heer en Mr. Huijbert van der Hoop, wonende tot Dordrecht, voor hem en vader en voogd van zijn twee kinderen, als last en authorisatie hebbende van de borgemeesters en regeerders der stad Dordrecht volgens appointement van dd. 16 november 1694. Hij transporteert aan Jan Huijgen, wonende op Puttershoek, 4 mergen 300 roeden weiland onder de jurisdictie van Maasdam in het Oudeland, belend O: d’bosem kade, Z: d; kercke weij van Mijnsheerenland van Moerkerken, W: Jan de Knoeier en de weduwe van Huijg [Wouterse ?], N: d; wees weij. Voldaan met 1200 gld. het land is belast met een cijns van 6 gld. 4 stuivers jaarlijks.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 124 – 124 verso.
12 april 1695:
Arij isaacse maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Pieter Janse van der Linde, inwoner van Maasdam, transporteert aan Leendert Pieterse Stichter een huis en beterschap van erf aan Sheerendick onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: de dick slodt, Z: Dierck Janse van der Wier, W: den dick en N: de weduwe van Jacob Willemse van Es. Voldaan met 90 gld. Belast met een erfpacht van 16 stuivers jaarlijks ten behoeve van het gemeenelant van Moerkercken.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 125 – 125 verso.
25 april 1695:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-S(injeu)r Jan Dibidts, notaris en procureur wonende tot Dordrecht, als in huwelijk hebbende Johanna van Asperen, en nog als last en procuratie hebbende van juffr. Helena van Asperen, s(injeu)r Anhonij van Asperen, beiden wonende binnen Dordrecht, , s(injeu)r Heijndrick Caan, als getrouwd hebbende juffr. Geertruij van Asperen, wonende tot Rotterdam., waarvan de procuratie gepasseerd voor notaris Bijwaert tot Dordrecht op 10 april 1695, en nog als last en procuratie hebbende van Taha [ = Tako ?] Haio van den Honaert, predikant te Den Briel, als getrouwd hebbende juffr. Jacomina van Asperen, waarvan de procuratie is gepasseerd voor notaris Paulus van Brackel te Den Briel op 19 april 1695. Hij transporteert aan Aert Barendrecht, inwoner van Maasdam, 4 mergen in Peolwick in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: d; gemeenelantsbosom kade, Z: de schout van Puttershoek, W: d; gemeenelants dick en N: het gescheijt van Maesdam en Puttershouck. Voldaan met 1200 Car. gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 125 verso – 126.
3 mei 1695:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Wingert Corn(eli)sen Gues, inwoner van Maasdam, transporteert Arij Isaacse Wesenhagen, als diaken, ten behoeve van de Armen van Maasdam, gedaan met consent van de schout en gerechten en kerkeraad, een ‘huijs, keete’en beterschap van het erf etc. aan Sheeren dick onder de jurisdictie van Maasdam, en nog de beterschap van de griend die tegen het voornoemde erf ligt in de vliete, belend O: den dick, Z: Johannis A(rien)sen Wesenhagen, W: d’nieuwe vliet en N: Jan Corn(eli)sen Kortewegh. Voldaan met 130 gld., welke som is betaald aan Huijbrecht Huijbrechtse Meul zaliger, als blijkt uit een quitantie die aan de schout en schepenen is vertoond en voorgelezen, tot voldoening van een schuldbrief die de voornoemde Meul had spreken op het voorzegde huis en beterschap van erf en griend. Dit goed is belast met een erfpacht van 2 gld. 18 st. jaarlijks ten behoeve van het gemeenelant van Moerkercken.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 126 verso.
25 juni 1695:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Otten Maeskant en vervangende Dierck Aertse van der Kest, schepenen van Maasdam.
-Jacob van der Merck en Willem de Voogt, schout en secretaris van ’s-Gravendeel en Leerambacht, als curateurs in de geabbandonneerde boedel van Jan A(rien)sen Huijsman, transporteren aan Agatha Pieters de helft in 3 mergen zaailand met de vruchten daar op staande, gelegen in Nieuw-Bonaventura onder Maasdam aan de 1e kruijswegh, belend O± vande geheele partije de bosemkade, W: den gemeenelants wegh, Z: Willem Vogelaer en N: de heer Willem Brantwijck, heere van Blocklant, voet onder voet gemeen en ongedeeld met Geertie Jans Huijsman. Voldaan met 401 gld. 12 stuivers 8 penningen.
Getekend door de schout en de schepenen Block en Maeskant.

Fol. 127 – 127 verso.
16 juli 1695:
Arij isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Otten Maeskant en Dierck Aertse van der Kest, schepenen van Maasdam.
-Willemina Hermens Nuijssenburgh, weduwe van Govert Mattise, wonende binnen Dordrecht, geassisteerd met Jan Huijbertse Meul als haar gekoren voogd in dezen, transporteert aan Jan Corn(eli)se Kortewegh, inwoner van Maasdam, 1 merge 127 roeden weiland in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend : de weduwe van Pieter Thonisse, Z: A(rien) Dierckse Kraenendonck, W: den wech en N: Gisbert Janse van Es. Voldaan met 600 gld.
Getekend door de schout en schepenen Block en Maeskant.

Fol. 127 verso – 128.
1 oktober 1695:
Arij Isackse Maesdam, schout, Commer A(riensen) Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Justus Casteleijn, notaris wonende op Puttershoek, transporteert aan Adriaen Schriver, secretaris tot Puttershoek, een acker beplant met elzen, groot 50 ackers en gelegen aan het verloore weeghje in Nieuw-Bonaventura op de Maasdamse grond, belend O: en Z: Pleun Huijge van Houck, W: de G: Snouck ofte de weyde daer gebruijcker van is Jan Sijmonse Boertie en N: het voorzegde verloore weegje. Voldaan met 180 Car. gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 128 verso.
8 december 1695:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Oten Maeskant en Dierck Aerse van der Kest, schepenen van Maasdam.
-Roeckis Pluene Groenevelt, wonende op Cillaarshoek, transporteer aan Aert Thonise Koppen, wonende onder ’s-Gravendeel, 2 mergen zaailand onder de jurisdictie van Maasdam in Nieuw-Bonaventura, belend O: de wegh, Z: me vrou van Naeltwick, W: d’krerk [= de kerk of de kreek ?] en N:de erfgenamen van de heer d’Vries. Voldaan met 700 gld.
Getekend door de schout en de schepenen Block en Maeskant.

Fol.129.
18 januari 1696:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(riens)sen Block, Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Neeltie Snoo, als last en procuratie hebbende van haar man Isaack Vasse, wonende onder de heerlijkheid van Meerdervoort, welke is gepasseerd voor notaris Gillis Mugge binnen Dordrecht dd. 14 januari 1696, transporteert aan Leendert Vasse, zijn broeder, wonende op Maasdam, 2 mergen 186 roeden in de het land van de Graswinckel onder Maasdam, belend O: de kreck, Z: het gescheijt van ’s-Gravendeel, W: den dick en N: Aert Corn(eli)sen Barendrecht. Voldaan met 1500 gld.
Getekend door de schoput en schepenen.

Fol. 129 verso – 130.
27 februari 1696:
Arij Isackse Maesdam, schout, Commer Arijens Block en Pieter Otten Maeskant, vervangende Dirck Aersen Kest, schepenen van Maasdam.
-S(injeu)r Petrus Hartgoet, herbergier in St. Joris op Puttershoek, als last en procuratie hebbende van de dele heer en meester Mattheus van (den) Broeck, outraet der stad Dordrecht, gepasseerd voor notaris Francoys Beut te Dordrecht op dd. 21 februari 1696, transporteert aan Adriaen Schrijver, secretaris van Puttershoek, zeker stuk ‘blick en boesemkade met de rietvelde daer vooren gelegen’ in den Boesem van Maasdam, belend O: en N: tgescheijt van Puttershoek, Z: de weduwe van Pieter Teonis oft tgemeenlants vliettie, W: Aert Barendregt, mitsgaders nog een ‘kade ofte blicke’ met rietveld daar voor gelegen, belend O: de weijde van de heer Snoeck en Hendrick Huijsert ofte de gemeenlants vliet, Z: tgescheijt van s-Gravendeel, W: de vier dalve roe ofte twater van den boesem, N: theijn van de nieuwe watermolen, alles gelegen op Maasdamse grond en tegenwoordig gebruikt door Jacob van Vliet. Voldaan met 500 Car.gld.
Getekend door de schout en de schepenen Block en Maeskant.

Fol. 130 –130 verso.
27 februari 1696
Kopie van akte van 21 februari 1696.
-Compareert voor notaris Francoys Beudt te Dordrecht de edele heer en meester Mattheus van den Broeck, outraet der stad Dordrecht etc., en machtigt s(injeu)r Petrus Hartgoet, herbergier in Sint Joris op Puttershoek, om uit zijn naar te compareren voor schout en schepenen van ’s-Gravendeel, Putershoek en Maasdam om te transporteren aan Adriaen Schrijver, secretaris van Puttershoek, alle ‘de caden, blickjens en rietvelden leggende in den boesem van bonaventura op den gront van Sgravendeel, Puttershouck en Maesdam’, door hem bezeten en tegenwoordig verhuurd [etc. etc.]. De koopcondities dateren van 6 januari 1696.
De kopie is getekend op 27 februari 1696 door A.I. Maesdam als secretaris.

Fol. 131.
10 maart 1696:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Pieter Otten Maeskant en Dierck Aertse Kest, schepenen van Maasdam.
-Juffr. Agata Pieters, weduwe van de heer Matthis vander Merck, in zijn leven stadhouder van Strijen, transporteert aan Aert Janse Huijsman, wonende op Puttershoek, de helft in 3 mergen zaailand in Nieuw-Bonaventura onder Maasdam, aan den 1e kruijswegh, voet onder voet gemeen en onverdeeld liggend met Geertie Jans Huijsman, zijn zuster, belend O: van de geheele partije de bosemkade, W: den gemeenelants wegh, Z: Willem Vogelaer en N: de heer Willem Brantwijck, heere van Blocklant. Voldaan met 600 gld.
Getekend door de schout en de schepenen Block en Maeskant.

Fol. 132.
13 juni 1696:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Willem Bastiaense Polderdick, tegenwoordig wonende in Numanspolder, transporteert aan Pieter Heijndricse Zevenhuijse een huijs, schuer, baldt [? = barch?] ende d’werff ende beterschap van het erff’ [etc.], gelegen aan Sheerendick op het dorp Maasdam, met een erfpacht belast van 18 stuivers jaarlijks ten behoeve van het gemene land van Moerkerken, belend O: den voorzegde dick, Z: Reijnier Gillissen Krol, W: de vliet en N: Staes Jacobse. Voldaan met 750 gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 132 verso.
13 juni 1696:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
-Willem Bastiaense Polderdick, tegenwoordig wonende in Numanspolder, transporteert aan Pieter Janse Gues, inwoner van Maasdam, 4 mergen weiland in het Oudeland onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: Aert Barendrecht en Thonis Bastiaense Bestenbruer, Z: de wegh, W: Reijnier Gillissen Krol en Commer A(rien)sen Block, N: voornoemde Commer A. Block. Voldaan met 525 gld. de merge.
Getekend door de schout en schepenen.

Een gedrukt formulier van “Omslagen” over het jaar 1717.

Fol. 133.
13 juni 1696:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Pieter Otten Maeskant en Dierck Aertse Kest, schepenen van Maasdam.
-S(injeu)r Pieter Anthonij Dibbets, wonende tegenwoordig te Rotterdam, transporteert aan Cor(nelis) Commerse Block, wonende onder Puttershoek, 2 mergen 150 roeden dat zijn uitpad heeft op de weide van het Weeshuijs der stad Dordrecht tot aan de groenewegh, gelegen onder de jurisdictie van het Oudeland van Maasdam, belast met een cijns van 3 gld. 12 stuivers jaarlijks ten behoeve van St. Anna hoffie binnen Leiden, belend O: Jacob Hoffman, Z: de gemeenelants vliet, W: de kinderen of erfgenamen van de weduwe van Isaack A. Maesdam,, N: het voornoemde weeshuis. Voldaan met 776 gld. 5 stuivers.
Getekend door de schout en schepenen Block en Maeskant.

Fol. 133 verso.
13 november 1696:
Arij isaacse Maesdam, schout, Pieter Oten Maeskant en Reijnier Gillisse Krol, schepenen van Maasdam.
-Pieter Andriesse d’Heer, wonende op Putershoek, transporteert aan Heijndrick Heijndrickse Schuijlin, inwoner van Maasdam, en huis en beterschap van erf [etc.] aan Sheerendick onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: den dick sloot, Z: de weduwe van Jacob Willemse van Es, W: den dick, N: Willem Wingerde Gues. Het erf is belast met een erfcijns van 18 stuivers jaarlijks ten behoeve van het gemeneland van Moerkerken. Voldaan met 160 gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 134.
13 november 1696:
Zelfde schout en schepenen en zelfde partijen als in voorgaande akte.
Volgt schuldbrief van 66 gld. 10 stuivers van koper aan verkoper.

Fol. 134.
1 december 1696:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer A(rien)sen Block, Pieter Otten Maeskant, Dierck Aertse van der Kest, Reijniet Gillise Krol, schepenen van Maasdam.
-Jacob Adriaensen Polder, schout tot Puttershoek, als last en procuratie hebbende van de heer meester Feltrum de Vries, raad ordinaris in den rade inden leenhove van Brabant, residerende in ’s-Gravenhage, en juffr. Johanna de Vries, meerderjarige dochter wonende binnen Dordrecht, waarvan akte van procuratie is gepasseerd voor notaris Adriaen Meijnaert te Dordrecht op 17 augustus 1696. Hij transporteert aan Leendert Vassen, bouwman wonende tot Maasdam, 3 mergen in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, onverdeeld met de heer Petrus van Son, als getrouwd hebbende juffr. Elijsabet van Wesel, dochter van juffr. Margrieta de Vries, gelegen in een stuk van 6 mergen, belend O: de kruijswegh, Z: juffr. De weduwe wijlen de heer Cor(nelis) Straterius, W: de gemeenelants vliet en N: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen. Voldaan met 1350 Car. gld.
Getekend door de schout en de schepenen Block en Maeskant.

Fol. 135.
1 december 1696:
Zelfde schout en schepenen als in voorgaande akte.
-Jacob A(riense) Polder, wonende op Puttershoek, als last en procuratie hebbende van Petrus van Son, advocaat en procureur binnen de stad Dordrecht, en juffr. Elisabet van Wesel, zijn huisvrouw, dochter van Margrieta de Vries bij de heer Rocus van Wesel, volgens akte van procuratie voor notaris Johan van Bijwaert binnen Dordrecht dd. 23 november 1696. Hij transporteert Bastiaentie Corn(elis) Sneuckelaer, weduwe van Leendert Vassen Maesdam, de helft van 6 mergen, waarvan de wederhelft toebehoort de erfgenamen van de heer Anthonij de Vries, welke op heden mede getransporteer is, gelegen onder Maasdam in Nieuw-Bonaventura, belend O: de kruijswegh, Z: juffr. De weduwe van de heer Cor(nelis) Stratenius, W: de gemeenelants vlieten N: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen. Voldaan met 1850 gld.
Getekend door de schout en schepenen Block en Maeskant.

Fol. 135 verso – 136 verso.
10 december 1696:
Specificatie van al de goederen nagelaten door wijlen Leendert Vassen en in gemeenschap met zijn huisvrouw Basiaentie Cornelis Sneuckelaer bezeten. Taxatie voor de helft tot recht van de collaterale successie en opgegeven door Bastiaentie:
-Huis en keet en werf op het dorp Maasdam, belend O: Cor(nelis) Gielen, Z: de sraet, W: en N: Pieter Otten Maeskant.
-huis en “bergh” en worff op het dorp maasdam, belend O: Herman Joosten, Z: de maes en W: de heer de Witt, N: de straet.
-2 mergen 300 roeden zaailand in het oudeland van maasdam, belend O: ThonisBastiaense Bestenbruer, Z:Geeret de Vlught, W: Commer A(rien)sen Block, N: het gemeenelants vlietie.
-2 mergen 186 roeden weiland genaamd d’graswinckelen in Nieuw-Bonaventura, belend O: de kreck, Z: het gescheijt van Sgravendeel, W: den dick, N: Aert Barendrecht.
-6 mergen zaailand in Nieuw-Bonaventura aan den eersten kruijswegh, belend O: de voorzegde wegh, Z: juffr.de weduwe van de heer Sratenius, W: de gemeenelants vliet en N: Cor(nelis) Jacobse van Heijsen.
-2 mergen 300 roeden weiland in St. Anthonispolder, belend O: de heer advocat Honingh, Z: idem, W:de heer Neurenburgh en N: den dick.
-3 mergen zaailand in Nieuw-Bonaventura aan den eersten kruijswegh, belend O: de wegh, Z: Aert honise Coppen, W: Reijnier Gillisse Krol, N: mevrouw van Naeltwick.
-2 mergrn 200 roeden zaailand in Nieuw-Bonaventura onder ’s-Gravendeel aan den eersten kruijswegh, belend O: de gemeenelants vliet, Z: de heer de Vet, W: de wegh en N: de heer Abram Stoop.
-2 mergen 214 roeden weiland in Nieuw-Bonaventura onder ’s-Gravendeel aan den eerste kruijswegh, belend O: de wegh, Z: jacob A(riensen) Noteb(oom), W: Cor(nelis) van Erckel en N: de armen van Maasdam.
-520 roeden weiland in Nieuw-Bonaventura onsder ’s-Gravendeel aan de Maesse wegh, belend O: de kreck, Z: de wegh, W: den dick en N: het gescheijt van Maesdam.
-1 merge 1 roeden zaailand in Nieuw-Bonaventura onder ’s-Gravendeel aan den eersten kruijswegh, belend O: de wegh, Z: Jan A(rien)sen) Bleck, W: de heer d’Roever, N: Pieter A(rien)sen Noteb(oom).
Getekend: Basteijaentge Cornelijs Sneuckelaer. Zij verklaart naar waarheid opgave gedaan te hebben etc.
Genoemd is een testament gepasseerd voor notaris justus casteleijn te Puttershoek op 12 maart 1693.



Op 27 december 1696 de 20epenning ontvangen van bastiaentie Corn(eli)s Sneuckelaer olgens akte van taxatie gedaan bij de schout en schepenen van Maasdam, St. Athonispolder en ’s-Gravendeel, met de som van 264 gld. 1 stuiver[etc. etc.]

Fol 137 – 137 verso.
10 december 1696:
Taxatie door schout en schepenen van Maasdam van de onroerende goederen van de zonder nakomelingen gestorven Leendert Vassen.(Zie de betreffende landerijen in voorgaande akte).
-huis op dorp maasdam 800 gld.
-2e huis ald. 700 gld.
-2 mr. 300 r. 275 gld. de merge
-2 mr. 186 r. 500 gld.
-6 mr. 450 gld. de merge.

Fol. 138.
16 maart 1697:
kopie akte:
Op 12 december 1696 hebben de schout en schepenen van St. Anthonispolder getaxeerd voor de ene helft ten verzoeke van Arijen Isacxe van Maesdam, secretaris van Maasdam, 2 mergen 300 roeden in de jurisdictie van St. Anhonispolder, belend O: en Z: de heer advocadt Honinck, W: de heer en mr. Willem van Noreburgh, N: de polderse noordijck, op 320 gld.de merge, nagelaten door Leendert Fassen zaliger.
-Kopie getekend door A.I. Maesdam op 16 maart 1697.

Fol. 138 verso – 139.
16 maart 1697:
Kopie akte van 12 december1696 van taxatie voor de elft door Jacob vander Merck, schout, Willem Vroman, Dirck van Bommel en Koen van der Linden, schepenen van ’s-Gravendeel en Leerambacht, ten verzoeke van Arijen Isaaxe van Maesdam, secretaris van Maasdam, van onroerend goederen nagelaten door Leendert vassen, zonder wettige nakomelingen overleden.
-3 mr. 315 gld. de merge
-2 mr.200 r. 320 gld. de merge.
-2 mr. 214r. 5 voeten, 210 gld. de merge.
-520 r. 400 gld.
-1 mr. 1 r. 225 gld.
[zie de voorgaande akten voor die landerijen].
Kopie getekend 16 maart 1697 door secretaris A.I. Maesdam.

Fol.139 verso.
9 december 1696:
De schout en schepenen van Maasdam hebben ten verzoeke van de secretaris van Puttershoek getaxeerd voor een helft 3 mr. zaailand in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van maasdam, toebehoord hebbende Geertie Jans Huijsman zaliger, voet onder voet gemeen gelegen met Aert Janse Huijsman, haar broeder, belend O: van de geheele partije de bosem kade, W: den gemeenelants wegh, Z: Willem Vogelaer, N: mevrou van Blocklant. Aarde: 600 gld.
Geekend A.I. Maesdam, schout, Commer Arijesen Block en Pieter Otten Maeskant.

Fol. 140 – 140 verso.
1 mei 1700:
De schout en schepenen van Maasdam hebben getaxeerd voor de collaterale successie ten verzoeke van de secretaris en de regeerders der stad Dordrecht de landen en huizen in de jurisdictie van Maasdam nagelaten door het overlijden van borgemeester Johan d’Witt.
-5 mergen 125 roeden met daarop een huis en een huisje etc., belend O: het kerckhoff en Arij Isacse Maesdam, schout en secretaris van Maasdam, W: het lant dat desen naer genoemde hr. Borgemer. Johan d‘ Witt in zijn leven heeft aen gecocht met zijnen broeder Willem d Witt van het H. geesthuijs van Dordrecht en nog niet is getransporteerd, Z: de maese, N:den gemeenelants wegh.: 5500gld.
-een ledig erffke, belend O: Arijen Bastiaense van der Wael, W: het dorps schoolhuijs van Maasdam, Z: de maese en N: de straetwegh: 250 gld.
-drie avelingen samen groot 1 merge, belend O: de oude vliet, W: de nieuwevliet, Z: veel verscheijde griendighgien, N: het gescheijt van Maasdam en Puttershoek: 400 gld.
Getekend A.I. Maesdam, schout, Commer Arijsen Block en Reijnier Gillissen Krol.

Fol. 141 – 141 verso.
10 oktober 1703:
De schout en schepenen van Maasdam taxeren voor de collatere successie ten verzoeke van de secretaris van Dordrecht op orde van de borgemeesters en regeerders van die stad, het huis en de landerijen nagelaten door overlijden van Willem d’Witt.
-Huis, tuin, schuur, stal, boomgaard etc. groot ca. 5 mergen 525 roeden, belend O: het kerckhoff en Arij Isaacse Maesdam, schout en secretaris van Maasdam, W: Cor(nelis) jacobse van Heijsen, Z: de Maese, N: den gemeenelants wegh.: 5500 gld.
-een erffken, belend O: Arij Bastiaense vander Wael, W: het dorp schoolhuijs van Maasdam, Z: de Maese en N: der straet: 250 gld.
-drie avelingen tezsamen groot ca. 1 merge, belend O: en W: de oude en de nieuwe vliedt, Zveelverscheijde griendighgen en N: het gescheijt van maasdam en Puttershoek. 200 gld.
Getekend: A.I. Maesdam, schout, Commer Arijsen Block en Reijnier Gillissen Krol.

Fol. 142.
3 maart 1706:
Specificatie van al de goederen die Emmijtge Heijndricks Kasteleijn zaliger met de dood heeft nagelatenen in gemeenschap met haar man Jan Jooste Meijdam heeft bezeten en dat ter taxatie voor de collaterale successie.
-een huijs en worff op het dorp Maasdam, belend O: den bermsloth, W: den dick, Z: Maerte Jacobse Noteb(oom) en N: een vervallen huijske.
Onderkant van de akte vooral verbleekt en handtekeningen niet te herkennen.Er staat een handmerkje : H.H.van Jan Jooste.

Fol.142 verso.
5 maart 1706:
Compareert Jan Jooste Meijdam, weduwnaar van Emmigtije Heyndricks Kasteleijn, wonende te Maasdam, dewelke verklaart in conformitie van de ordonnantie van de 20e penning, niet meer goederen van zijn vrouw zaliger aan te hebben te geven [etc.].
Getekend A.I. Maesdam, Reijnier Gillisen Krol en Arij Bastiaense van d(e)r Wael.
Er onder staat genoteerd dat:
op 5 maart 1706 de 20e penning te hebben van Jan Jooste Meijdam volgens deakte van taxatie die gedaan is bij schout en schepenen van Maasdam. 8 gld. 5 stuivers.

Fol. 143.
5 maart 1706:
Verbleekte en ten dele moeilijk leesbare akte.
Arij Isaecse Maesdam, schout, Reijnier Gillisen Krol, Arij Bastiaense vander Wael, schepenen van Maasdam.
Zij taxeren een huis en worff op het dorp Maasdam, belend O: den bermslooth, W: den dick, Z: Maerten jacobse Noteb(oom), O: een vervallen huisje, nagelaten door Emmigije Heijndricks Kasteleijn, zonder wetteige nakomelingen overleden.Getaxeerd op 300 gld.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 143 verso.
6 maart 1706:
Specificatie van de goederen nagelaten door zaliger Floris Janse van der Wier, in het gemeen bezeten met zijn huisvrouw Eijgie Corn(elis) Sneuckelaer, en dat voor taxatie der 20e penning voor collaterale successie.
-huis en keet en worff op het dorp maasdam, belend O: den dick.
Verder door verbleking onleesbaar.

Fol. 144.
9 maart 1706:
Eijgie Corn(eli)sen Sneuckelaer, wonende te Maasdam, verklaart niet meer goederen van haar overleden man geërfd te hebben die onder de collaterale successie vallen vanwege de 20e penning.
Gertekend A.I. Maesdam, schout, Commer Arijsen Block, Pieter Otten Maeskant.
Eronder genoteerd dat op 9 maart 1706 Eijgie de 20e penning betaald heeft etc. = 10 gld. 12 penningen.

Fol. 144.
9 maart 1706:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer Ariense Block, Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
Zij taxeren ten verzoeke van de secretaris van Maasdam (= schout A.I. Maesdam) een huis met keet en werff op het dorp maasdam, belend O: den dick W: de mase, Z: jan Heijndrickse Santberge en N: Pieter Janse Gues en bevonden op een waarde van 450 gld.. Dit goed is belast met 85 gld. hypotheek ten behoeve van de armen onde de diakenen van Maasdam , hetgeen afgetrokken wordt, zodat er 365 overblijft voor aanslag in de collaterale successie. Dit is nagelaten door Floris janse van der Wier, zonder wettige nakomelingen overleden.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 145.
25 maart 1706:
Specificatie van al de goederen nagelaten door Jacob Isaacse Wesenhagen en in gemeenschap met Arij en Nelligje Isaacse Wesenhagen, zijn broeder en zuster, bezeten, opgegeven door Jan Jooste Overweel als getrouwd hebbende voornoemde Nelligje Isaacke Wesenhagen.
-een huis en keete en worf op het dorp Maasdam, belend O: den berm van den dick, W: den dick, Z: Jacob Ariense Noteb(oom) en N: Aert Ariense van der Wier.
Getekend Jan Joosten Overweel.

Fol. 145 verso.
27 maart 1706:
Jan Jooste Overweel, getrouwd hebbende Nelligge Isaacke Wesenhagen, wonende op Maasdam, verklaart vanwege de 20e penning, geen meer goederen aan te moeten geven nagelaten door Jacob Isaacse Wesenhagen.
Getekend: A.I. Maesdam, schout, Commer Arijsen Block en Pieter Otten Maeskant.
Eronder genoteerd dat op 27 maart 1706 Jan Jooste Overweel van wege de erfgenamen van Jacob Isaacse Wesenhagen zaliger volgens de akte van taxatie de 20e penning wegens collaterale successie voldaan heeft: 11 gld.

Fol. 146.
27 maart 1706:
Arij Isaacse Maesdam, schout, Commer Ariense Block en Pieter Otten Maeskant, schepenen van Maasdam.
Zij taxeren een huis en twee keten en worff op het dorp Maasdam, belend O: den berm van den dick, W: den dick, Z: Jacob Ariense Noteb(oom) en N: Aert Ariense van der Wier op 600 gld., waarvan over een derde part betaald moet worden de 20e penning wegens collaterale successie ter zake van het overlijden van Jacob Isaacse Wesenhagen.
Getekend door de schout en schepenen.

Fol. 146 verso.
22 augustus 1707:
De schout en schepenen taxeren ten verzoeke van Maria Jacobs, als weduwe van Maerte Ariense Joost, de helft in een stuk van 2 mergen 300 roeden weiland in het Oudeland van Maasdam, toebehoord hebbende de voornoemde weduwe en haar man zaliger en dat voor de betaling van de 20e penning vanwege de collaterale successie. Belend O: de bosem kade, W: de voorzegde schout met zijn broeder Jacon Isaackse Maesdam, Z: van desgelijcken met de weduwe van Willem van Claveren, N: Jacob Ariense Polder.getaxeerd op 315 gld.
Getekend A.I. maesdam, schout, en Commer Arijsen Block en Pieter Otten Maeskant.

Fol. 147.
29 oktober 1707:
Specificatie van de goederen die Willem Staesse Noteb(oom) met de dood heeft nagelaten en in gemeenschap had bezeten met zijn huisvrouw Jacomintie Staesse Sneuckelaer, en dat om daarover voor een helft de 20e penning der collaterale successie te betalen.
-huis en worff op het dorp Maasdam, belend O: den berm van den dick, W: den dick, Z: Leendert Pieterse Stichter en N: Leendert Corn(elis)sen Sneuckelaer.
Getekend: handmerkje van Jacomintie Staesse Snueckelaer.

Fol. 147 verso.
29 oktober 1707:
Jacomintie Staesse Sneuckelaer, wonende op Maasdam, verklaart niet meer goederen aan te moeten geven voor de 20e penning die zij van haar man geërfd heeft.
Getekend door de schout A.I. Maesdam en Commer Arysen Block en Pieter Otten Maeskant.
Eronder genoteerd dat zij op 29 oktober 1707 de 20e penning betaald heeft: 2 gld. 15 st.

Fol. 148.
29 oktober 1707:
Op verzoek van de secretaris taxeren de schout en schepenen een huisje en worff op mhet dorp Maasdam, belend O: den berm van den dick, W: den dick, Z: Leendert Pieterse Stichter en N: Leendert Corn(elis) Sneuckelaer op 100 gld., waarvan over de helft de 20e penning betaald moet worden vanwege collaterale successie vanwege het overlijden van Willem taesse Noteb(oom)
Getekend A.I. Maesdam, schout, Commer Arisen Block en Pieter Oten Maeskant.

Fol. 148 verso.
22 maart 1708:
Specificatie van goederen die Johanna Pleunen van Hoeck met de dood heeft nagelaten om de 20e penning van te voldoen wegens de collaterale successie en opgegeven bij Huijgo Pleunen van Hoeck.
-4 mergen 200 roeden weiland onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: de wegh, Z: Henderick Huijserde, W: en N: Adriaan Schrijver. Het land is belast met 600 gld. volgens een cavelceel, die Huijgo Pleunen van Hoeck daarop sprekende heeft.
Getekend: Hugo Pleunen van Huck.

Fol. 149.
22 maart 1708:
Huijgo Pleunen van Hoeck verklaart niet meer goederen aan te brengen [volgens voorgaande akte].
Getekend L A.I. Maesdam, schout, en Commer Arysen Block, Pieter Otten Maeskant.
Eronder genoteerd dat van Huijgo ontvangen is de betaling voor de 20e penning: 55 gld.

Fol. 149 verso.
22 maart 1708:
De schout en schepenen als in voorgaande akte taxeren ten verzoeke van de secretaris van Maasdam de voornoemde 4 mergen 200 roeden weiland in Nieuw-Bonaventura nagelaten door Johanna Pleunen van Hoeck op 1600 gld. en het land is belast met 600 gld. volgens een cavel cedule die Huijgo Pleunen van Hoeck daar op sprekende heeft. Blijft over een aan te slagen bedrag van 1000 gld. voor de 200e penning.
Getekend als in voorgaande akte.

Volgt een los vel met voorschrift om vogels en vissen met de hand te vangen, gevolgd door een vel met allerlei krabbels met cijfers. Ook staat daarop geschreven “Aart Johannis van der Meul 1715”.

Fol. 150 – 151.
30 juni 1708:
Specificatie van al de goederen die Arij Isacks Maasdam, in zijn leven schout en secretaris van Maasdam, met de dood heeft nagelaten en in gemeenschap bezeten met zijn broeder jacob isacks Maasdam en voor de helft belast met collaterale successie. Aangegeven door Jacob Isacks Maasdam.
-huis en twee keten en worff en 1 merge 300 roeden boomgaard waar het huis op staat, gelegen op het dorp Maasdam, belend O:de vliet, Z: de maase, W: de heer Mateeuwis Rees en N: de straat.
-een huis en worff op het dorp Maasdam, belend O: den dijck, W: de oude vliet, Z: Jan Arijens Ambachtzeer en N: Bastiaen Cleijssen.
-2 mergen 400roeden weiland in het oudeland van Maasdam, belend O: Commer A. Block, Z: de wegh, W: Henderik vand(e)r Plold(e)r, en : Aart CornelisBarendrecht en Tonis Bastiaens Bestebroer.
-3 mergen 100 roeden zaailand in het Oudeland van Maasdam, belendO: de groote kerck tot Dordrecht, Z: Pieter Barendt en Maeijken Arijens Hofman en W: de polderwegh en N: Pieter Barendt voornoemd.
-2 mergen 500 roeden zaailand in het oudeland van maasdam, belend O: de heer van Claveren, Z: Cor(nelis) jacobs van Heijsen en Henderik van de Polder, W: Johan Isacks Maasdam en N: de gemeenelantsvliet en Maria jacobs Visser.
-Obligatie op het gemeenelant op het kantoor van de heer Stoop tot Dordrecht houdende kapitaal 317 gld., zijnde cappitaleeningh.
-2 mergen 400 roeden zaailand in de heijlighe geestblocken onder Mijnsheerenland van Moerkerken, belend O: Commer A. Block, W: Gijsbert Jansvan Es, N: Gilles Isacks Maasdam en Z: Johannis Huijbrechtss van der Meul.
-3 mergen 200 roeden als voren, belend O: Cor(nelis) jacobsvan Heijsden, W: Tonis Bastiaens Bestebroer en N: juffr. Stratenis, Z: de wegh.
-13 mergen 267 roeden zaailand onder ’s-Gravendeel in Nieuw-Bonaventura, belend O: Henderick Huijsert, W: Koen van der Linde en Cor(nelis) Gout, N: de gemeenelants vliet, Z: de wegh.
-2 mergen 144 roeden zaailand als voren, bel. O: Jacob Maasdam met bruikweer, W: Henderick van der Linde, N: Henderick Huijsert en Z: de wegh.
-4 mergenzaailand als voren, bel. O: Cor(nelis) Gout, W: Koen van der Linde, N: de wegh en Z: Henderick Huijsert.
-3 mergen 200 roeden zaailand als voren, bel. O: Henderick van der Linde,W: de kade, N: Henderick Huijsert, Z: de wegh.
-een kade met een rietveld en de helft van de meen put zijnde wiel, bel.O: voors. lant, W: ’t gescheijt van der zelven put, N: Adriaen Schrijver en Z: de wegh.
-2 mergen 593 roeden zaailand in Oud-Bonaventura onder Oud-Strijen, bel. O: den dijck, Z: Gijsbert jans van Es, W: den poldersendijck, N:Coen van der Linde.
Eronder genoteerd dat Jacob Isacks Maasdam ter secretarie compareerde en de 20e penning heeft voldaan. 30 juni 1708, getekend Reijnier Gillesen krol, Arij Bastiaense van der Wael
J.H.. vand(e)r Meul secretaris.

Fol. 151.
23 september 1708:
Ontvangen van jacob Isacks Maasdam voor de 20e penning ontvangen volgens akte van taxatie gedaan door de schepenen van Maasdam en schout en schepenen van Mijnsheerenlandvan Moerkerken, ‘d-Gravendeel en Strijen. 291 gld. [etc.].

Fol. 151 verso – 152.
30 juni 1709:
De schepenen van Maasdam taxeren op verzoek van de secretaris goederen bij dode nagelaten door Arij Isacks Maasdam [etc.].

Fol. 152 verso.
21 mei 1708:
kopie akte
De schout en schepenen van Mijnsheerenland taxeren ten verzoeke van Johannis Huij. Van der Meul, secretaris van Maasdam, goederen onder Mijnsheerenland nagelaten door Arij Isacks Maasdam [etc.].

Fol. 153 – 153 verso.
28 juni 1708:
kopie akte.
Henderik Spronk, schout, Arijen Jans de Vries, Dirck Dircks Quartel, schepenen van ’s-Gravendeel en Leerambacht, taxeren ten verzoeke van de secretaris van Maasdam onder ’s-Gravendeel gelegen goederen nagelaten bij Arijen Ysacks Maasdam, in leven schout en secretaris van Maasdam [etc.].

Fol. 154.
9juni 1708:
kopie akte.
Jan Hoeksewegh, Johannis Reyerkerk en Gijsbert Blaek, schepenen van Strijen, taxeren ten verzoeke van de secretaris van Maasdam onder Strijen gelegen goederen nagelaten bij Arij Isacks Maasdam [etc.].

Fol. 154 erso – 155.
6 juli 1709:
Specificatie van de bij dode van jan Cornelis Kortewegh nagelaten goederen die hij met zijn huisvrouw Ariaentie Leenderts Weeda in gemeenschap bezeten heeft en dat voor de collaterale successie en aangegeven bij zijn huisvrouw.
-huis met keet op het dorp Maasdam, belend O: den dijck, W:den ouden vliet, Z: den armen van Maasdam en N:het eynde van den berm van den dijck van Moerkercken.
-stukje weiland van 1 merge 1 hont in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend O: Neeltie Jacobs, Z: Dirck Dircks Kranendonck en W: de wegh en N: Gijsbert Jans van Es.
Handmerkje van Ariaentie Leenders Weeda.

Fol. 155.
6 juli 1709:
Aariaentie Leendrs, wonende te Maasdam, verklaart ter secretarie naar waarheid de aangifte als voornoemd gedaan te hebben.
Getekend: J.J. Maesdam, schout, Commer Arysen Block, Pieter Otten Maeskant.

Fol. 155 verso.
6 juli 1709:
Taxatie van de schout en schepenen van de goederen als voornoemd.
Getekend als in voorgaande akte.

Fol. 156 – 157.
8 september 1711:
Specificatie van de goederen nagelaten bij dode van Jacob Isacks Maasdam, in zijn leven schout van Maasdam, aangegeven door Gillis Isacks Maasdam [etc.].
Getekend: J.H. van der Meul, secretaris. Commer Aryensen Block, Pieter Otten Maeskant, Arij van d(e)r wael.

Fol. 157verso – 158.
19 september 1711:
Volgt taxatie van de voornoemde goederen door de schout en schepenen van Maasdam.
Getekend als voorgaande akte + Reijnier Krol.

Fol. 158 verso.
13 augustus 1711:
kopie akte
Cornelis Clock, schout, Aert Vos en Gijsbert Blaeck, schepenen van Strijen, taxeren op verzoek van J.H. van de Meul, secretaris van Maasdam, de onder Strijen gelegen goederen van voornoemde overleden Maesdam.
Getekend. S. v(an) Hessel, secretaris.
Akte gekopieëerd 29 augustus 1711; getekend J.H. van de Meul, secretaris.

Fol. 159 .
15 augustus 1711:
kopie akte
De schout en schepenen van Mijnsheerenland van Moerkerken taxeren de aldaar gelegen landerijen nagelaten bij voornoemde Maasdam.
Getekend C. Buijsters secretaris.

Fol. 159 verso.
4 september 1711:
Commer Arijens Block, Pieter Otte Maeskant, Reijnier Krol, schepenen van maasdam, hebben vermits het overlijden van ons schout op het verzoek van de secretaris van ’s-Gravendeel getaxeerd de aldaar gelegen goederen nagelaten bij Dirck A. Kranendonck ten behoeve van de aanslag in de collaterale successie.
Getekend: J.H. van de Meul, secretaris, en de voornoemde schepenen.

Fol. 160- 160 verso.
1711:
kopie akte
Henderick Gruijter Provysion, schout, Cornelis den Boes, Henderik van Leendt, schepenen van ’s-Gravendeel en Leerambacht, taxweren ten verzoeke van de secretaris van Maasdam de onder ’s-Gravendeel nagelaten goederen van voornoemdejacob isacks Maasdam.
Getekend. W.D. Voogt, secretaris.
Kopie gemaakt op 14 november 1711; getekend : J.H. van de Meul, secretaris.

Fol. 161.
1 januari 1712:
Specificatie van de goederen nagelaten door Hugo Pleunen van Hoeck op aangifte door Cornelis jacobs van Heijsden, oud-secretaris van Maasdam, en dat voor de collaterale successie.

161 verso.
1 januari 1712:
Cor(nelis) Jacobs van Heijsden, wonende op Maasdam, geeft aan ten de goederen als
voornoemd naar waarheid aan gegeven te hebben.
Getekend: Commer Arysse Block, Pieter Otten Maeskant, Reijnier Krol, Arij Bastiaense van der Wael.
J.H. van dr Meul, secretaris.

Fol. 161 verso
9 mei 1712:
Voornoemde Van Heijsden heeft betaling van de collaterale successie verricht.

Fol. 162.
1 januari 1712:
De schout en schepenen van Maasdam taxeren de goederen nagelaten bij dode van Huijgo Pleunen van Hoeck.
Getekend als in voorgaande akte.

Fol. 162 verso.
10 februari 1713:
Specificatie van de goederen nagelaten bij dode van Jan Hendricxz. Zantbergen en dat ten behoeve van de collaterale successie op aangifte van Geeret V(or)wijck. Hij tekent.

Fol. 163.
18 februari 1713.
Voornoemde Geeret V(or)wijck, wonende op Maasdam, en verklaart naar waarheid de goederen aangegeven te hebben.
Getekend: Gillis Maasdam, Reijnier Krol, Arij van der Wael en J.H. van dr Meul, secretaris.

Fol. 163 verso.
18 februari 1713:
De schout en schepenen van Maasdam taxeren ten verzoeke van de secretaris van
Maasdam de goederen nagelaten door Jan Hendericxz. Zantbergen.
Getekend als in voorgaande akte.

Fol. 164.
18 maart 1713:
kopie akte
Cornelis Block, schout, Jan Hoekseweg en Jan Brugman, schepenen van Strijen, taxeren
ten verzoeke van de secretaris van Maasdam de goederen onder Strijen nagelaten bij dode van Jan Hendricxz. Zantbergen.
Kopie gemaakt 4 juli 1713; getekend J.H. van dr Meul, secretaris.


Copyright ©: 2007 Piet en Willeke Molema-Smitshoek (Zoetermeer)
Laatste aanpassing: woensdag 19 september 2007.


home | e-mail | Genealogie Hoeksche Waard |