DE BILLY

 

Het is interessant een ras te leren kennen dat zich qua afstamming kan meten met de meest illustere rassen: de Montemboeuf of Billy. Dat ras is juist zo interessant omdat bijna alle herinneringen aan het ras verdwenen zijn. In de eerste jaren van het Tweede Franse Keizerrijk beschikte markies De Montemboeuf over een meute hele mooie honden. Na de oorlog van 1870 was deze meute verdwenen.

 

Montemboeuf

De Montemboeuf stamt af van de Griffiers of grote witte honden van de koning. Het ras behoorde aan de familie De Montemboeuf, die op kasteel Montemboeuf in de Charente woonde. Het kasteel is tijdens de Revolutie in 1789 verwoest. Het dorp Montemboeuf bestaat nog altijd en ligt niet ver van Chabanais. Markies Louis de Montemboeuf, luitenant in het leger van Lodewijk XIV, en een van de favorieten van de Zonnekoning, haalde rond 1700 zijn honden uit de koninklijke kennels. De heren de Montemboeuf waren gepassioneerde wolvenjagers. Na de dood van de laatste De Montemboeuf ging de meute over in handen van de heren de Chassaye, de Roux, de la Gueronnière en Ed. du Rivault. Graaf de Guéronnière kruiste twee teefjes van dit mooie ras met de reu Larry. Dit was de bron van graaf De Villars bij de wederopbouw van de Chien du Haut-Poitou.

 

Billy

Of De Montemboeuf enkele van zijn honden gekruist heeft met honden uit de streek is niet bekend. Wel staat vast dat de ‘streekhonden’ grote overeenkomsten vertoonden met de befaamde witte honden van de Franse koningen. Rond 1875 begon M. Gaston Hublot de Rivault, wonende in Billy (Poitou), met de wederopbouw van het ras. Hierbij maakte hij gebruik van de Chien du Haut-Poitou (Poitevin) en de Ceris. Hij wijdde de rest van zijn leven aan het ras en verkreeg een magnifiek ras dat we tegenwoordig kennen als de Billy, de naam van zijn buitenhuis. Omdat bij de wederopbouw de Céris en de Montemboeuf gekruist zijn, wordt in oude geschriften de Billy vaak als Chien de Céris-Montemboeuf vermeld. De laatste twee Billy-Montemboeufs zijn rond 1990 overleden.

 

Jagen

De Rivault was vol lof over zijn honden, de besten die hij ooit gekend had. Met zijn meute bestaande uit 20 honden heeft hij 52 seizoenen gejaagd en daarbij ruim 1800 dieren gesteld: wolven, edelherten, reeën, zwijnen en zelfs hazen.

 

Uiterlijk

De Billy heeft dus een gemeenschappelijke herkomst met de Poitevin, zij het dat het minder Engels bloed heeft. Ook hebben de Poitevin en de Billy een andere vachtkleur. De Billy heeft een wit-oranje vacht, waarbij het oranje heel licht van kleur is. De ogen hebben een zwarte omranding en de neus is eveneens zwart. Tegenwoordig heeft het heel wat verschillen met de Poitevin: het beendergestel is forser, het hoofd is erg droog met een karakteristieke niet te definiëren blik. En zo zijn er nog wel wat verschillen op te noemen. Het komt er in het geheel op neer dat de Billy minder elegant is dan de Poitevin. In de periode 1970-1980 kende de Billy een flinke teruggang maar thans gaat het weer de goede kant op. Het ras wordt voornamelijk gebruikt voor de jacht onder het geweer op wild zwijn.