Haas
Klasse: Mammalia
(zoogdieren)
|
|
Kenmerken |
Heeft opvallende lange achterpoten en oren. De vacht is grijs-, rood- of geelbruin, de buik en de onderkant van de staart zijn wit, de wangen zijn geel en de toppen van de oren zijn zwart. |
Biotoop |
Hazen hebben een voorkeur voor gras- en bouwland en hebben hun leger bij bosranden, onder heggen, of in het hoge gras. |
Verspreidingsgebied |
De Europese Haas komt voor in geheel Europa, behalve in IJsland en Noord Scandinavië. |
Maten, gewicht en leeftijd | Kopromplengte 50-65 cm, oorlengte 9-15 cm, staartlengte 9 cm; gewicht 3 tot 5 kg; wordt 4 tot 5 jaar oud. |
Voortplanting | Paartijd is van januari tot juli, 4 tot 6 nesten per jaar, per worp 1 tot 6 jongen; draagtijd ongeveer 42 dagen, zoogtijd ongeveer 1 maand. |
Leefgewoonte |
Hazen leven solitair (alleen) en komen alleen bij elkaar tijdens de paartijd. Ze zijn voornamelijk actief in de vooravond en ’s nachts. Overdag kiezen ze hun rustplaats, het 'leger', in bosranden, ruigten of onder heggen. |
Voedsel |
Ze eten grassen, kruiden, graan, maïs, klaver en aardappelen. |
Hazen lijken op konijnen, maar er zijn toch veel verschillen. Zo hebben hazen
langere achterpoten en langere oren. Bovendien leven ze niet in holen onder de
grond, maar in legers boven de grond. Dat zijn kuiltjes in het veld waar ze
rusten en hun jongen ter wereld brengen.
De grote oren (lepels) kunnen zich in de richting van het geluid draaien, zodat
ze het gevaar aan kunnen horen komen. De snorharen helpen om in het donker de
weg te vinden. Ze kunnen daarbij ook heel goed ruiken. De ogen zijn groot en
rond en staan aan weerszijden van de kop. Daardoor kunnen ze een groot gebied
overzien.
Hazen zijn snelle renners. Ze kunnen wel een snelheid van 60 km/u halen.
Bijzonder is dat ze tijdens het rennen scherpe bochten kunnen maken (haken
slaan) om aan hun vijand te ontkomen. Door zijn waakzaamheid en snelheid wordt
een volwassen dier zelden het slachtoffer van rovers zoals buizerds, uilen en
vossen.
Hazen
zijn planteneters en hebben een spijsvertering die zo ontwikkeld is, dat er
grote hoeveelheden voedsel tegelijk verwerkt kunnen worden. De uitwerpselen zijn
of zacht en vochtig of hard en vezelrijk. Ze eten de zachte en vochtige
uitwerpselen weer op en zo halen ze de optimale voedingswaarde uit het voedsel
dat ze eten.
Het voedsel
bestaat grotendeels uit grassen en kruiden, toch eten hazen ook wel ander
plantaardig materiaal, afhankelijk van het leefgebied en het seizoen. Als er een
tekort aan gras is, eten hazen knoppen, scheuten, twijgjes, bast, zaden en
bessen en gedroogde grassen en kruiden.
|
|
Gevechten tussen mannetjes in de lente |
De haas heeft langere achterpoten en langere oren dan het konijn |
Snel zelfstandig
Vanaf januari tot juli is de haas in de stemming om te paren.
Onvermoeibaar huppelt de rammelaar (mannetje) achter de moerhaas (vrouwtje) aan.
Met andere mannetjes levert hij hevige gevechten. De draagtijd duurt ongeveer 42
dagen. Meestal bestaat een worp uit 2-3 jongen, die zich elk in een apart,
ondiep kuiltje in de bodem schuilhouden. Tussen eind januari en oktober worden
doorgaans zo'n vier nesten geboren. Een haas kan zo gemiddeld elf jongen per
jaar op de wereld zetten.
Een jonge haas komt met een volledig ontwikkelde vacht en open ogen ter wereld.
Jonge hazen hebben wel vaak een witte vlek op de kop. Al na één of enkele dagen
verlaten de jongen de geboorteplek. Ze komen daar elke dag, drie kwartier na
zonsondergang, weer terug. De moeder komt meestal een kwartiertje later om ze te
zogen. Dat doet ze totdat de haasjes ongeveer een maand oud zijn. Daarna moeten
de jonge hazen voor zichzelf zorgen.
|
|
In dit veld valt de haas nauwelijks op |
Haas houdt zich schuil |
Kwetsbaar
Belangrijke doodsoorzaken van hazen en konijnen zijn ziekten zoals myxomatose, VHS en EBHS. Ook bij de jacht komen veel hazen om. De grootste bedreiging van de soort vormen de moderne landbouwmethoden en onkruidbestrijdingsmiddelen.Via zijn voedsel krijgt hij insecticiden naar binnen en vele jonge dieren worden het slachtoffer van landbouwmachines, bij voorbeeld van maaimachines in de hooilanden.