Roodborstje
Klasse: Aves (vogels) |
|
Kenmerken | Gedrongen zangvogel met een olijfbruine rug en helder oranje-rode borst, tot boven de snavel. |
Biotoop |
In bossen, tuinen en parken, vooral met dichte onderbegroeiing. |
Verspreidingsgebied |
In heel Europa met uitzondering van delen van de Middellandse Zeekust en Noord-Scandinavië. Komt ook voor op de Azoren, de Canarische Eilanden en in delen van Noord-Afrika. In het oosten tot in Centraal Rusland, Turkije en Iran. |
Maten, gewicht en leeftijd | Lengte 14 cm, vleugelspanwijdte 26 cm, weegt 19,5 gram, leeft enkele jaren. |
Voortplanting |
Broedtijd april - juni, 5- 7 witte eieren met roest-bruine vlekken, kan 2x broeden, jongen verlaten na 14 dagen het nest en zijn na een jaar geslachtsrijp. |
Leefgewoonte |
Leeft solitair, behalve in de paartijd. Verdedigt een territorium. Zingt het hele jaar door, maar vooral in maart en april. Een deel overwintert hier (standvogels) en ook een deel trekt in september verder (trekvogels). |
Voedsel | Insekten, wormen, bessen en zaden. |
Pa en ma zingen beiden
In het vogelrijk zijn het meestal enkel de
mannetjes die zingen. Bij het roodborstje zingt ook het vrouwtje.Vogels
die zingen, doen dit vooral om hun territorium te markeren en een partner te
lokken.
Roodborstjes zingen het hardst, langst en indringendst in de lente als ze op
zoek zijn naar een partner. Het gezang in de vroege ochtend heeft meestal te
maken met de afbakening van het territorium.
Anders dan de meeste van onze vogels, zingen roodborstjes bijna het hele jaar
door. Als ze in de nazomer in de rui zijn, worden ze duidelijk stiller. In de
nazomer en de herfst zingen zowel jonge als volwassen vogels van beide
geslachten hun 'herfstzang' dat zachter en melancholieker klinkt en bedoeld is
om het winterterritorium aan te geven.
Mannetjes beginnen vaak al in februari met hun voorjaarslied.
Zodra de keuze op een wijfje gevallen is, lokt het mannetje het vrouwtje door
het aanbieden van voedsel. Hij brengt het vrouwtje smakelijke hapjes waar zij
met trillende vleugels om bedelt.
Het roodborst-vrouwtje krijgt door het warme lenteweer de drang om een nest te
bouwen, zij is de bouvakker. Het komvormige nest, dat bestaat uit bladeren, gras en plantenwortels en
gevoerd is met haar, wordt vlak bij de grond in dicht kreupelhout gebouwd. In de
buurt van huizen bouwen roodborstjes hun nesten vaak tussen de fundering van
veranda's en in struikgewas. Ze laten zich ook weleens verleiden door een
nestkastje dat op een geschikte, verborgen plek hangt.
Er wordt van april tot juli gebroed, maar vaak proberen roodborstjes al in
februari te nestelen. Zodra het wijfje haar eieren gelegd heeft, blijft ze elf tot
veertien dagen op het nest zitten, waar alleen nog haar bruine rug te zien is
die een prima schutkleur heeft. Gedurende deze tijd wordt zij door het mannetje gevoerd, soms wel drie keer per uur. Beide ouders verzorgen om de beurt de jongen. Na 14 dagen zijn ze vliegvlug. Nog voor de winter zoeken ze een eigen territorium. Jonge roodborstjes hebben een gevlekte borst, doordat de bleekgekleurde veren een bruine top hebben. In de eerste maanden nadat ze uitgevlogen zijn, ruien de jonge roodborstjes voor het eerst (jeugdrui). Alle veren worden vervangen door het volwassen kleed. Vogels die een vroeg eerste legsel hebben, kunnen nog een tweede keer broeden. Het gebeurt nogal eens dat het wijfje alweer op nieuwe eieren zit terwijl het mannetje zich nog bekommert om de jonge vogels uit het eerste broedsel, die net aan uitvliegen toe zijn |
Geen vriendelijk ramentikkertje
Het roodborstje is helemaal geen vriendelijk
ramentikkertje: hij is zelfs erg onverdraagzaam. Hij palmt een gebied in van
6000 tot 8000 m², en dat terwijl hij zo'n groot territorium helemaal niet
nodig heeft. Er is vastgesteld dat territoriumgevechten tussen twee
mannetjes er zeer fel aan toe gaan.
Zelfs als men een mannetje een lapje oranje stof
voorhoudt wordt het al enorm agressief. Hij wipt naar de bedreiger, plaatst zich
demonstratief voor hem, zet zijn borst uit, schudt zijn lichaam heen en weer en
stormt tenslotte al pikkend naar zijn belager. Zijn oranjerode borst dient in feite om
eventuele indringers in zijn territorium af te schrikken. Op het ogenblik dat
het mannetje een rivaal in zijn gebied bemerkt, fungeert de gekleurde borst als
een middel om angst aan te jagen. Het roodborstje steekt zijn borst vooruit en
beweegt tegelijkertijd zijn lichaam heen en weer. Meestal kiest de indringer dan
het hazenpad.
Om al deze energie te
kunnen opbrengen heeft hij dan ook een sterk hartje nodig, maar dat heeft hij.
Gedurende het vliegen klopt het hart van de roodborst meer dan acht maal zo snel
als dat van een mens!
Overwintering
Wij denken dat we hetzelfde
roodborstje het hele jaar door zien, maar dit is maar schijn.
In Zuid-Europa trekt het roodborstje niet weg in de winter, maar de vogels in ons landje trekken
in de winter meer zuidwaarts.
Het roodborstje van de Scandinavische landen komt hier bij ons overwinteren en
zoekt elk jaar opnieuw zijn vertrouwde plekje op. Het lijkt er dan op dat
we steeds hetzelfde
vogeltje zien. Het zoekt dan op de grond naar kleine dieren, maar moet zich ook tevreden stellen met allerlei zaden en bessen om in leven
te kunnen blijven.
Verhalen
In Engeland werd de postbode door zijn rode uniform wel roodborstje genoemd. De vogeltjes staan ook weleens op kerstkaarten, omdat de 'post-roodborstjes' die rondbrengen.
In de volksverhalen heeft hij zijn rode vlek gekregen van de stervende Christus. Toen deze laatste aan het kruis hing werd zijn pijn nog verhoogd door een venijnige doorn in zijn doornenkroon. Niet dat de andere stekels niet pijnlijk waren, maar deze stak net naast zijn oog. Het roodborstje, nieuwsgierig als altijd, zat op het kruis en had het opgemerkt. Met zijn sterk snaveltje brak het de stekel af en trok hem heel voorzichtig uit de wonde. Daarbij viel er een druppel bloed op zijn borst en werden zijn pluimpjes rood gekleurd. Jezus zag dit en sprak: "Aan deze druppel bloed zal men voortaan herkennen dat jij mijn lijden hebt verzacht." Vanaf dat ogenblik had het vogeltje een rode borst en werd het roodborstje genoemd.
Bekend is ook het volgende versje:
Roodborstje tikt tegen het raam
tik tik tik
Laat mij erin, laat mij erin
't is buiten koud en te guur naar mijn zin
Laat mij erin, mij erin
Meisje deed open en gaf uit haar schoot
korreltjes suiker en kruimeltjes brood
dat was het roodborstje wel naar de zin
Hij vloog het bos toen weer in.