Zwaluw

 

 

  

 

   Klasse: Aves (vogels)
   Orde:  Passeriformes (zangvogels)
   Familie: Hirundinidae (zwaluwen)
   Geslacht en soort: Hirundi rustica (boerenzwaluw)


  

Kenmerken Gevorkte staart met opvallend lange staartpennen, rode keel en rood voorhoofd, witte onderkant
Biotoop Landbouwgebieden, in de buurt van veeteelt- en gemengde bedrijven.
Verspreidingsgebied In vrijwel geheel Europa.
Maten, gewicht en leeftijd 20 cm lang en weegt tot 22 gram, kunnen tot 6 jaar oud worden.
Voortplanting Legt meerdere broedsels per jaar. Na 15 dagen komen de eieren uit en na 3 weken verlaten de jongen het nest.
Leefgewoonte Vliegt het grootste deel van zijn leven en vangt insekten in de vlucht.
Voedsel Insekten.

De boerenzwaluw, de naam zegt het al, komt veel voor bij boerderijen. De nesten van de boerenzwaluw worden bij voorkeur gemaakt in boerenschuren, loodsen en stallen. Van april tot oktober blijven deze trekvogels in Nederland, de winter wordt in Afrika doorgebracht.  

Licht en snel

Boerenzwaluwen zijn echte luchtacrobaten: het is bekend dat een mannetje meer succes heeft bij de vrouwtjes naarmate zijn staartpunten langer zijn. Waarschijnlijk zijn mannetjes met lange staarten wendbaarder en daardoor in staat meer insecten te vangen. Dat heeft natuurlijk grote voordelen bij het grootbrengen van jongen.
De vogel weegt ca 22 gram, maar ondanks de beperkte lichaamsmassa kunnen ze bij het vliegen snelheden van 32,4 km/u halen. Het zijn uitstekende vliegers die uitzonderlijk weinig energie nodig hebben voor hun vlucht. Ze brengen bijna de hele dag vliegend door.
 

verspreidingsgebied

 

Nuttige insektenvanger

Zowel mannetje als vrouwtje kwetteren er lustig op los terwijl ze vliegen of zitten. Beide werken aan het nest dat op een voorwerp tegen een wand wordt vastgemaakt, zoals een balk. Zij vermengen hun speeksel met aarde en klei en de buitenwanden van het nest worden versterkt met strohalmen. Het wijfje bekleedt de binnenkant met zachte veertjes. Meestal zijn er twee, maar soms wel drie broedsels per jaar. De vogel legt dan meestal 4 eieren, die circa 15 dagen worden bebroed. Het wijfje broedt in haar eentje de eitjes uit, maar manlief brengt haar ondertussen wel voedsel aan. Het voedsel bestaat bij voorkeur uit grotere insecten die binnen 500 m rond de broedplaats worden verzameld. Een nest met 5 jongen heeft, per dag, ongeveer 6 000 insecten nodig. Per week, zijn eigen voedsel inbegrepen, verslindt een boerenzwaluw zowat 50 000 insecten.
De jongen verlaten het nest vaak al na drie weken. Er wordt vaak in grotere of kleinere kolonies gebroed. Oorspronkelijk broedden de boerenzwaluwen in rotsholen, maar stilaan hebben zij het gezelschap van de mensen opgezocht.

Elk jaar op reis

In september verlaten de Nederlandse Boerenzwaluwen hun broedgebied, na wekenlang gemeenschappelijke slaapplaatsen in rietvelden (soms maïs) te hebben gebruikt. Onze vogels overwinteren vooral in West- en Centraal-Afrika, in een gebied van Ivoorkust tot Angola. De overtocht wordt overdag afgelegd. Zij vliegen in losse groepen en zoeken tegen de schemering gezamenlijke slaapplaatsen op.  Vrijwel alle oudervogels, die de terugtocht overleven, keren op de oude broedplaats terug. Van de jongen keert 80% binnen 2,5 km van de geboorteplaats terug. Voor de terugtocht nemen zij rustig hun tijd, zij vliegen ongeveer 200 km per dag. 

slaapplaats

Sombere toekomst

De naam zegt het al: boerenzwaluwen horen bij boerenbedrijven, vooral bij de melkveehouderij. Van oudsher worden ze als broedvogel in stallen en andere ruimten getolereerd en zelfs gewaardeerd als insectenverdelgers. Nu dreigt daar verandering in te komen door de sterk toegenomen aandacht voor veiligheid en hygiëne in de voedselproductie: zwaluwen zijn niet langer welkom in melkstallen en andere kleine ruimten. Boerenzwaluwen komen daardoor onnodig nog verder in de knel dan ze al zaten door de afname van het aantal boerenbedrijven, want juist die kleine ruimten bieden de beste broedplaatsen.