Steekmuggen

Steekmuggen horen bij de meer dan 60.000 insecten soorten die slechts twee vleugels hebben (tweevleugeligen in plaats van viervleugeligen). Ze behoren tot de minder geliefde insecten want de vrouwtjes leven van het bloed dat ze uit mens en dier opzuigen. Vooral de gewone steekmug, die tot de huismuggen behoort, is vanaf april tot oktober een lastige gast.

De gewone steekmug wordt bij ons ongeveer 6-8 mm lang. Zijn lichaam is langgerekt en hij heeft lange poten. Het mannetje leeft van plantensappen en water. Men herkent hem aan zijn sterk behaarde poten.

Het vrouwtje daarentegen is een bloedzuiger. Ze tast eerst de huid af, totdat ze een bloedvat heeft gevonden. Dan plaatst ze haar snuit op het bloedvat. Met de boven- en de onderkaak, die uit stekelige borsteltjes bestaan en de lippen, die het zuigbuisje vormen, dringt de mug diep in de huid door. Ze laat onmiddellijk wat speeksel in de wond lopen, dit zorgt ervoor dat het bloed niet kan stollen.

Bij de mens veroorzaakt dit speeksel een zwelling en een jeukend gevoel. Bovendien zorgt het speeksel ervoor dat het bloed door het gewonde bloedvat blijft stromen.

De mug kan naar hartelust bloed opzuigen. Daarbij vult haar achterlijf zich met bloed.

Voor de ontwikkeling van haar eitjes heeft de steekmug warmte en stilstaand water nodig (bijvoorbeeld in een gieter of in een regenton in de tuin). De eitjes worden in kleine pakketjes in het water gelegd. De larven die zich vervolgens ontwikkelen hebben geen poten ze drijven op het water wateroppervlakte. Ze halen adem met behulp van een buisje dat aan het achterlijf zit. Op hun kop hebben ze fijne bosjes haar waarmee ze voedsel hun mond in kunnen laten drijven.

De ontstane pop is beweeglijk. Hij beschikt over twee ademhalingsbuisjes aan zijn kop die in verbinding staan met de buitenlucht. De mug verlaat zijn omhulsel via een spleet op de rugzijde.

Behalve onze onschadelijke huismug bestaan er in tropische landen veel gevaarlijkere soorten. Daartoe behoren de malariamuggen, zij kunnen de mens besmetten met moeraskoorts (malaria).