Wenkkrabben

Wenkkrabben behoren tot de tienpotige kreeften en daarmee tot de "hogere" kreeftachtigen. Ze leven in de kustgebieden van de Stille Oceaan, de Middellandse Zee en de zuidelijke Atlantische Oceaan. Men treft ze meestal op het strand aan. Hier zijn ze voortdurend op zoek naar voedsel.

Wenkkrabben zijn meestal maar enkele centimeters lang. Ze leven alleen in zelf gegraven onderkomens. Vooral de mannetjes kunnen prachtige kleuren hebben. Hun naam hebben de wenkkrabben te danken aan de enorme, vaak bontgekleurde scharen van de mannetjes. Met de tang wenken ze in de paartijd naar de vrouwtjes, ze proberen ze op deze wijze naar zich toe te lokken. Voor andere mannetjes vormt het een signaal dat aangeeft dat ze op het punt staan het territorium van een ander te betreden. Ook tijdens gevechten met rivalen maken ze gebruik van de grote scharen.

Bij gevaar werpt het mannetje de schaar af. De kleine schaar aan de andere kant, die hij gebruikt om mee te eten, groeit uit tot een nieuwe wenkschaar. Op de plek van de oude wenkschaar ontwikkelt zich een nieuwe kleine eetschaar.

Het voedsel van de wenkkrabben bestaat uit organische afvalstoffen. Deze vinden ze in het slik dat ze met hun voorste scharen doorschoffelen. Het zoeken naar voedsel is voor de vrouwtjes veel gemakkelijker want zij worden niet gehinderd door de grote wenkschaar.

Wanneer het een mannetje gelukt is om de aandacht van een vrouwtje te trekken, kruipt hij langzaam in zijn zelfgegraven onderkomen en wacht hij of het vrouwtje hem ook volgt. Dan vindt in zijn onderkomen de paring plaats. Aansluitend legt het vrouwtje de bevruchte eitjes in het zeewater.

Nu komen de kleine krabbenlarven uit. Ze zwemmen eerst in het plankton, deze massa bestaat uit een ongelooflijke hoeveelheid kleine planten en dieren. Gedurende hun groeiperiode vervellen de larven meerdere keren, iedere keer gaan ze meer op een krab lijken. Tenslotte worden ze op het strand gespoeld.