Zoetwaterpoliep

De zoetwaterpoliep behoort tot de kleine, dikwijls onopgemerkt blijvende neteldieren. Hij is slechts 1 cm lang en leeft in plassen en poelen maar ook in aquaria die met zeewater gevuld zijn. Het dier is met het blote oog te zien als een doorzichtig draadje. Wanneer men hem vergroot, ziet men pas de bijzondere details.

Het lichaam van de zoetwaterpoliep is cilindervormig. Hij hecht zich aan de ondergrond vast met behulp van een voetschijf. Hiertegenover bevindt zich de mondopening. Deze wordt door meerdere vangarmen (tentakels) omgeven. De poliep vangt zijn prooi met zijn beweeglijke tentakels. Wanneer het dier aangeraakt wordt kan hij zich tot een klein bolletje oprollen.

De lichaamsbouw is zeer eenvoudig. Het dier bestaat uit een binnenste en een buitenste laag (endotherm en ectoderm), deze worden door een steunlaag van elkaar gescheiden. De vangarmen zijn net zo opgebouwd. Binnenin het endotherm ligt de maag. De klieren van het endotherm scheiden maagsappen af voor de stofwisseling.

Zoetwaterpoliepen planten zich voort door middel van knopvorming. Er vormen zich eerst uitstulpingen aan de zijkanten. Deze groeien steeds verder totdat ze uiteindelijk een tentakelkrans en een mondopening hebben. Hoewel ze nog aan de moederpoliep vastzitten kunnen ze zich al wel zelf voeden. Ze blijven niet meer lang bij hun moeder en zetten hun leven voort als zelfstandige poliepen. Men kan de knopvorming vergelijken met het vermeerderen van planten door stekjes (uitlopers).