Zeesterren

Zeesterren behoren tot de stekelhuidigen. Er zijn meer dan 1600 verschillende soorten zeesterren. Meestal zijn ze plat en hebben beweeglijke, soms stekelige armen en een buigzaam lichaam.

De meeste soorten hebben vijf armen, verschillende soorten hebben echter 6-7 armen. De zogenaamde zonnesterren hebben zelfs vijftig armen.

Aan de onderkant van de armen van de zeester bevinden zich een groot aantal dubbele rijen voetjes. Op de bovenkant van het lichaam bevinden zich stekels, grijptangen of knobbels. Ten behoeve van de ademhaling heeft hij ook op blaasjes gelijkende uitstulpingen.

Door de kleurpigmenten in hun huid hebben zeesterren vaak een mooie kleur. Vele van hen zijn oranje, geel of roodachtig van kleur. Er zijn echter ook blauwe en groene soorten.

Zeesterren worden gemiddeld 10 tot 20 cm groot, enkele soorten worden niet groter dan enkele centimeters. Sommige soorten die in de diepzee leven hebben een spanwijdte van meer dan 1 meter!

Een zeester heeft een eenvoudige stofwisseling. Aan de onderkant, ergens in het midden, zit de mond. De mond gaat bijna direct over in de zeer rekbare maag. Wanneer de zeester een prooi met zijn voetjes heeft gepakt stulpt hij de maag door de mondopening naar buiten. Deze wordt nu door de maag bedekt.

De prooi wordt met spijsverteringssappen bedekt en zacht gemaakt. De vloeibare voedselbrij wordt door de zeester opgezogen.

Ze eten onder andere slakken, vissen en mosselen. Zeesterren kunnen de schelpen van de mosselen met hun voetjes openen.

De zintuigen zijn niet bijzonder goed ontwikkeld. Alleen aan de uiteinden van de armen bevinden zich lichtcellen (pigmenten). Hiermee kunnen ze hun richting bepalen. Chemische prikkels worden via talrijke zintuigcellen in de huid opgevangen.

Zeesterren planten zich geslachtelijk voort door middel van eieren. Hieruit ontstaan tweezijdig symmetrische larven. Zij maken een complexe metamorfose door voor ze uiteindelijk veranderen in een zeester zijn.

Andere soorten planten zich ongeslachtelijk voort. Deze kunnen zich delen. Ontbrekende stukken groeien weer aan.