Roeipotigen

De roeipotigen zijn middelgrote tot grote zwemvogels. Ze leven in of bij het water. Ze leven zowel in de nabijheid van zout water als van zoet water. Sommige zijn in zee gaan wonen, enkele aan de kust en weer ander aan grote rivieren.

Hun poten zijn uitstekend aan het waterleven aangepast. Drie tenen staan naar voren, de achterteen is ook naar voren gericht. Tussen de tenen zitten zwemvliezen. Daarmee kunnen de vogels zich goed voortbewegen in het water.

Enkele soorten hebben onder hun huid met lucht gevulde cellen. Ze verhinderen dat de vogel te diep in het water wegzinkt. De roeipotigen zijn relatief zwaar, door de luchtkamers wordt dit gebrek echter weer opgeheven.

Ze vangen hun prooi overwegend aan de oppervlakte van het water en niet door diep te duiken. De roeipotigen zijn zeer goede vliegers.

De orde wordt onderverdeeld in zes families: keerkringvogels, aalscholvers, pelikanen, Jan-van-genten, fregatvogels en slangehalsvogels. Het zijn allemaal zeer sociale vogels en ze broeden allemaal in grote kolonies.