Hoe stel je een activiteitenprogramma op?

 

Wat is een activiteitenprogramma?

 

-                     Een activiteitenprogramma is een reeks van dingen die je kunt doen.

-                     De activiteiten zijn op elkaar afgestemd. Dus niet te veel zware en inspannende dingen achter elkaar.

-                     De activiteiten passen goed bij de doelgroep.

-                     De tijd die je nodig hebt voor een activiteitenprogramma is niet altijd hetzelfde.

 

Hoe ga je aan het werk?

 

-                     Vraag aan de docent of je het activiteitenprogramma alleen of in een groepje moet maken.

-                     Beschrijf de doelgroep waarvoor het activiteitenprogramma bestemd is. Gaat het om activiteiten voor ouderen of juist voor kinderen.

-                     Zijn er binnen de groep mensen die bepaalde dingen niet kunnen? Als je bijvoorbeeld werkt met mensen met een lichamelijke handicap, kan niet iedereen meedoen aan een wedstrijdje hardlopen. Geef die mensen een andere activiteit dan de rest van de groep of zorg ervoor dat de hele groep hetzelfde kan doen en verzin een andere activiteit.

-                     Ga nu de verschillende activiteiten verzinnen en maak hiervan aantekeningen. Dus schrijf op wat het is, wat de mensen moeten doen, waar je het gaat doen en welke spullen er nodig zijn.

-                     Ga dan de activiteiten in een bepaalde volgorde zetten. Denk eraan dat je niet te veel inspannende dingen achter elkaar doet en dat je ook pauzes inlast.

-                     Schrijf bij de activiteiten hoeveel tijd er ongeveer nodig is.

-                     Denk eraan dat de activiteiten wel passen bij de mensen die het moeten doen!

-                     Als je alles hebt opgeschreven, probeer je er een mooi en overzichtelijk schema van te maken!

-                     Maak een overzicht van alle spullen die je nodig hebt. Schrijf duidelijk op wat je al hebt en wat je moet kopen!

-                     Als laatste moet je bedenken hoe je de deelnemers gaat duidelijk maken wat ze moeten doen, wanneer en waar! Bijvoorbeeld door voor iedereen een uitnodiging te maken met daarop hun persoonlijke schema met activiteiten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Evaluatie/reflectie:

 

-                     Vul in:

Het activiteitenprogramma is duidelijk voor iedereen….

De activiteiten passen goed bij de mensen die het moeten doen…....

Mijn activiteitenprogramma heeft voor iedereen een activiteit

Ik heb …. tijd aan het activiteitenprogramma gewerkt

Dit vond ik moeilijk…..

Dit vond ik makkelijk…

Dit heb ik geleerd…

Heb ik het activiteitenprogramma op tijd ingeleverd?

( De samenwerking ging wel/niet goed, omdat…..)