Hoe observeer je?
Wat is observeren?
-
Observeren is het
kijken en luisteren naar en het voelen van een situatie.
-
Door te observeren
krijg je informatie over een situatie.
-
Observeren heeft
betrekking op feiten die iedereen hetzelfde ziet. Bijvoorbeeld dat een kikker
groen is. Dat zijn objectieve gegevens.
-
Maar observeren heeft
ook betrekking op gegevens die alleen jij zo ervaart. Bijvoorbeeld dat kikkers
enge en vieze beesten zijn. Dat zijn subjectieve gegevens.
Hoe ga je aan het werk?
-
Werk alleen.
-
Vraag aan de docent
welke situatie je moet observeren.
-
Maak als het mogelijk
is, gebruik van zoveel mogelijk zintuigen tijdens het observeren. Dus
luisteren, kijken, ruiken, voelen en misschien proeven.
-
Als je een situatie met
iemand anders moet observeren, kun je gebruik maken van de volgende vragen:
-
Zit of staat
de leerling rechtop?
-
Doet de
leerling goed mee met de rest?
-
Is de
leerling geïnteresseerd?
-
Nodigt de
leerling anderen uit om mee te doen of te denken?
-
Zorgt de
leerling ervoor dat anderen actief mee blijven doen?
-
Maakt de
leerling oogcontact?
-
Herhaalt de
leerling wat er gezegd is?
-
Is de
leerling duidelijk?
-
Praat de
leerling duidelijk en niet binnensmonds? En praat de leerling niet te snel?
Evaluatie/reflectie:
-
Vul in:
Je hebt: |
Voldoende |
Onvoldoende |
Niet in orde |
Duidelijk de situatie
omschreven. |
|
|
|
Al je zintuigen gebruikt
tijdens het observeren. |
|
|
|
Door te observeren genoeg
informatie gekregen over de situatie. |
|
|
|
Alle vragen kunnen
beantwoorden in goede Nederlandse zinnen. |
|
|
|