Informatie
zoeken en verwerken:
Wat is een
goede manier van informatie zoeken?
-
Bedenk van te
voren goed: wat zoek ik precies?
-
Vraag je ook af:
wat zijn goede informatiebronnen?
-
Selecteer alle
informatie die je krijgt.
Hoe ga je
aan het werk?
-
Vraag aan je
docent of je alleen moet werken of met een groepje.
-
Als je
informatie gat zoeken in boeken of tijdschriften, moet je van te voren goed
bedenken wat je wilt.
-
Tijdschriften
hebben vaak een inhoudsopgave waar je kunt vinden waar alles in het tijdschrift
over gaat. Verder kun je het tijdschrift gewoon doorbladeren op zoek naar de
juiste informatie.
-
Om in boeken te
zoeken, kun je twee dingen doen:
-
1= voor in het
boek in de inhoudsopgave kijken of daar dingen staan die je kunt gebruiken.
-
2= achterin het boek kijken in het register of daar dingen
staan die je kunt gebruiken.
-
Als je het internet gaat gebruiken, kun je het volgende doen:
-
Geef een zo
duidelijk mogelijke zoekterm op (als je een site weet waar je de informatie
kunt vinden, ga je gelijk naar die site).
-
Bekijk alle
informatie die je aangeboden krijgt.
-
Lees de
informatie goed door.
-
Bedenk nog eens wat
je precies wilt weten.
-
Vraag je af of
de informatie betrouwbaar is. (klopt alles wat er op de site staat?) Je kunt
informatie zoeken via zoekmachines Ilse en Google, maar je kunt ook zoeken via
de Davindi zoekmachine. Deze
zoekmachine wordt regelmatig bekeken door docenten en is iets betrouwbaarder
dan Ilse en Google. Bovendien zorgen die docenten er ook voor dat je gelijk de
goede informatie krijgt en niet teveel informatie waar je eigenlijk niets mee
kunt. Een andere site die je vaak via Google
vaak krijgt is Wikipedia, maar
bedenk wel dat Wikipedia door
iedereen aangepast mag worden en dat daardoor de informatie op die site ook
minder betrouwbaar wordt!
-
Vraag je ook af
of de informatie nog goed is. Is de informatie die je krijgt nog actueel
genoeg? Je kunt onderaan een site kijken wanneer de site voor het laatst is
bijgewerkt. Dan weet je of je iets met de informatie kunt gaan doen.
-
Ook moet je goed
opletten wie de informatie geeft. Is het een officiële instantie of een
werkstuk van een scholier. Heeft degene die de informatie geeft er ook echt
verstand van?
-
Als je alle
informatie hebt geselecteerd, ga je de informatie die je nodig hebt uitprinten
of overschrijven in je eigen woorden.
-
Let er goed op
dat de informatie nuttig is voor de opdracht en maak geen lange verhalen over
iets wat niet wordt gevraagd!
-
Schrijf de
stukken tekst altijd in je eigen woorden op, zoek de betekenis van moeilijke
woorden of woorden die je niet kent op in een woordenboek!
-
Zet alle
informatie in een goede volgorde en print ze uit.
Evaluatie/reflectie:
-
Beantwoord de
volgende vragen:
1.
Wat heb ik
gedaan?
2.
Wat ging er
goed?
3.
Wat ging er niet
goed?
4.
Wat ga ik de
volgende keer anders doen?
5.
Wat heb ik
geleerd?
6.
De samenwerking
ging wel/niet goed, omdat…..