Hoe voer je
een telefoongesprek?
Wat is een
telefoongesprek?
-
Er zijn twee
manieren waarop je een telefoongesprek kunt voeren. Je kunt zelf iemand bellen,
of je kunt gebeld worden.
-
Je ziet niet met
wie je aan het praten bent, dus je moet erg goed luisteren.
-
Zorg dat je
altijd een pen en papier bij de telefoon hebt liggen, zodat je aantekeningen
kunt maken tijdens het telefoongesprek.
-
Zorg dat je GEEN
kauwgom in je mond hebt tijdens het telefoneren!
Hoe ga je
aan het werk?
De telefoon aannemen als
je gebeld wordt:
-
Neem de telefoon
zo snel mogelijk op.
-
Zorg dat je
precies weet wat je moet zeggen als je de telefoon opneemt. Je begint met
‘goedemorgen of goedemiddag’. Daarna zeg je de naam van het bedrijf
(bijvoorbeeld het kinderdagverblijf waar je werkt) en daarna zeg je jouw eigen
naam. Dus dit kan zijn: “Goedemorgen, kinderdagverblijf de Pettevlet u spreekt
met Samantha de Boer.”
-
Noteer wie je
aan de lijn hebt en wat de beller te zeggen heeft. Dit doe je met steekwoorden,
want als je alles gaat opschrijven, kun je niet meer goed luisteren.
-
Zorg dat je alle
gegevens krijgt die je nodig hebt om de beller te helpen of om een boodschap
door te kunnen geven aan iemand anders. Probeer dus goed je aandacht bij het
gesprek te houden, laat je niet afleiden door dingen die om je heen gebeuren.
-
Herhaal de
gegevens die je opschrijft, ter controle.
-
Rond het gesprek
netjes af. Je zegt goedendag en je legt de hoorn pas neer nadat de beller dat
heeft gedaan.
-
Controleer of de
gegevens die je hebt opgeschreven duidelijk en goed leesbaar zijn!
De telefoon gebruiken om
zelf iemand te bellen:
-
Zoek eerst het
telefoonnummer op van degene die je gaat bellen.
-
Zorg dat je ook
weet wie je gaat bellen. Als je een groot bedrijf belt, is het handig als je
ook weet op welke afdeling die persoon werkt.
-
Noteer alvast de
vragen die je gaat stellen of de gegevens die je nodig hebt. Als je
bijvoorbeeld de thuiszorg gaat bellen, is het handig om de persoonlijke
gegevens van de persoon waarvoor je belt bij je te hebben. (bijvoorbeeld de
naam en geboortedatum van die persoon).
-
Neem de
telefoon, leg papier en een pen klaar en zorg dat je de vragen bij de telefoon
hebt liggen.
-
Toets het
telefoonnummer in.
-
Voer het
gesprek. Stel jezelf voor en zeg waar je voor belt. Spreek
duidelijk en rustig. En spreek beleefd met u, want je weet niet wie je
aan de lijn hebt! Herhaal eventueel de gegevens die je krijgt en opschrijft!
Vraag ook nog een keer de naam van de persoon die je gesproken hebt.
-
Bedank netjes
voor het gesprek en sluit het gesprek af door goedendag te zeggen.
-
Controleer of je
alles hebt opgeschreven wat je wilde weten!
Evaluatie/reflectie:
-
Vul in:
Ik heb netjes gesproken tijdens het
telefoongesprek
Ik heb een goede en duidelijke notitie
gemaakt
Dit vond ik moeilijk…..
Dit vond ik makkelijk…
Dit zou ik de volgende keer anders
aanpakken…
Dit heb ik geleerd…..
Ik heb het gesprek netjes afgerond
Ik had na afloop van het gesprek alle gegevens en ik hoefde niet
terug te bellen