Hoe komt de armoede de wereld uit ?

 

De verkondiging op de Eerste zondag na Trinitatis

Tekst  Lukas 16:19-31

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 29 mei 2005


Alleen de evangelist Lukas vertelt ons van de arme Lazarus en de rijke vrek. Dat is op zichzelf al een vraag, waarom slechts één evangelist het ons vertelt.
Voor ons is nu iets anders belangrijk. In de lutherse liturgie is deze evangelielezing vast verbonden aan de zondag die het vandaag is. We hebben het Pinksterfeest gevierd, twee weken geleden, en vorige week was het feest Trinitatis, de Drie-eenheid. Nu vandaag begint een lange reeks zondagen in de kleur groen.

Het is eigen aan de lutherse liturgie om juist vandaag, de Eerste zondag na Trinitatis, te luisteren naar het verhaal van de arme Lazarus en de rijke vrek.
Tja, allemaal christelijke en kerkelijke feesten gevierd, maar vergeet niet de arme die in uw nabijheid is....
Met deze woorden lijkt het de kant van het appèl op te gaan: een preek die u eens flink inpepert, hoezeer u tekort schiet in milddadigheid jegens de armen.

Nee, zo doen wij dat hier niet, want dat is geen evangelieverkondiging. Eer dat we het beseffen, gaan we gebukt onder schuldgevoel. De meeste kerkgangers zijn niet in staat om afdoende oplossingen te geven voor de armoede in ons land.
Een paar jaar geleden heeft een jong kerkgenootschap in ons land dat wel geprobeerd. Op zondag waren er bij de warme maaltijd thuis daklozen, letterlijk door de kerkgangers van de straat geraapt.
Zou dit de oplossing geweest zijn van de armoede van Lazarus: dat hij mocht aanzitten aan de tafel van de rijke vrek?
Het zal u niet verbazen dat het project ‘daklozen bij de gezinsmaaltijd' geen lang leven beschoren was. Het is slecht voor de saamhorigheid en het evenwicht in een gezin. Bovendien, een echte óplossing van het armoedeprobleem is het beslist niet.
Wat moet de Kerk dan doen? Misschien moeten de kerkbestuurders in actie komen.
Onze kerkelijke leiders kunnen natuurlijk niet elke week bij onze overheid op de stoep staan. Wat zou een andere mogelijkheid zijn? De kerkleiders zouden zich kunnen wenden zich tot óns met aanbevelingen en adviezen. Bijvoorbeeld met een stemadvies, ten gunste van een politieke partij die krachtig de armoede bestrijdt.
Zoiets kan weer gebeuren, nu wij van onze hoogste kerkbas-kerkbaas een advies gekregen hebben: voor de Europese grondwet te stemmen.

Hoe u over een stemadvies van een kerkleider denkt, weet ik niet, maar hier in de lutherse gemeente Dordt zijn we er niet gelukkig mee.
Het vóór of tegen is hier niet in het geding. Wat er op het spel staat, is de vrijheid van het Evangelie !

Lutheranen zijn in het algemeen tegen het gebruik van het Evangelie om een politieke mening te ondersteunen. Want zo wordt het Evangelie bezit van mensen, waarmee zij hun eigen mening uitdragen. In dat geval verliest het zijn troostende, bemoedigende kracht.
Zelf die arme Lazarus met zijn honger en zweren kan niet buiten een woord van troost en opbeuring. Hij weet ook wel dat hij, en zo vele lotgenoten, telkens het kind van rekening zijn. Maar serieus genomen worden, ook wanneer er geen echte oplossing is, dát is wat waard..

Het christelijk geloof moet de balans bewaren tussen dienst aan de armen én prediking van Gods beloften.
Beloften, zijn die nodig dan? Ja zeker wel, want wie durft de pretentie te voeren, door sociaal dienstbetoon de armoede de wereld uit te helpen?
Waarschijnlijk zal deze hulpverlening altijd tekortschieten. Vorige week was in het economische nieuws, dat de armoede in China en Zuid-Oost Azië terugloopt dankzij.... de sterk groeiende economie ! Waar blijft de Kerk dan met haar diaconale pretentie?

De Kerk moet voorzichtig en terughoudend zijn in haar adviezen en aanbevelingen. Schoenmaker houd je bij je leest, aldus het gezegde. Eerst de verkondiging van de opgestane Christus; en van hem zeggen wij dat hij altijd lotsverbonden met de armen is geweest.

Dit te prediken is ook onze opdracht jegens de landsregering. Als Kerk mengen wij ons niet in partij-politieke schermutselingen.
Luther heeft gewaarschuwd tegen het gebruik van het Evangelie als handleiding voor politiek en bestuur. Nee, zegt hij, daar is het Evangelie niet voor. Het Evangelie is de belofte van vergeving, verzoening en voltooiing. Het geeft de kracht om de moed niet te verliezen daar waar wij verantwoordelijkheid dragen.
Maar aanwijzingen hoe wij afspraken en compromissen moeten maken, zoals in de politiek gebeurt, nee, zulke aanwijzingen geeft het Evangelie niet.
Voor regeringsleiders kan het geen handleiding tot bestuur zijn. De strekking van het Evangelie is liefde en verdraagzaamheid, vertrouwen en aanvaarding.
Herhaaldelijk heeft Luther gezegd: ‘Je kunt een land niet besturen met behulp van het Evangelie. Vooral de liefde en de aanvaarding. Heel mooi, maar... :
De regeringsleider die dit alles voorop zet, geeft de beren en de wolven vrij spel,' aldus Luther. ‘Kwaadaardige onderdanen zullen misbruik maken van het vertrouwen van hun koning. In plaats van met behulp van het Evangelie moet de vorst regeren met behulp van zijn gezond verstand.'
Gewoon menselijk zijn, daar gaat het toch uiteindelijk om? Menselijk, dat had ook die rijke vrek moeten zijn in het evangelieverhaal van deze zondag. Hij had de arme Lazarus makkelijk wat kunnen geven, met een vriendelijk woord er bij.
Je lost daarmee het armoedeprobleem niet op. Maar het is een kleinschalige manier om iets te doen.

Wat kunnen kerkgenootschappen doen, gezamenlijk misschien, in een adres aan de overheid? Zij kunnen oproepen om niet wreed te zijn, geen nodeloze vernielingen aan te richten. Eerlijk zijn in de berichtgeving, mededogen met de toevallige slachtoffers, och, er is zoveel waartoe de Kerk kan oproepen op grond van de strekking van het Evangelie....
Dan kan de afloop van een oorlog nog wel eens verrassend zijn. Daarin zie je dan de werking van Gods koningsregering. Die is altijd verrassend en wonderlijk. Daar hebt u die bemoediging en troost.

God zal verrassend zijn in de onthulling van zijn koningschap. Geen organisatie, kerkelijk, politiek, staatkundig, kan daaraan iets toedoen of afdoen.
Aan de opbouw van dat o zo merkwaardige evangelieverhaal van deze zondag kunnen we het zien.
De rijke vrek is onverantwoordelijk bezig, leeft royaal en wil geen stap terugdoen. De arme Lazarus kan niks doen, ook dat is opmerkelijk. Hij heeft geen kerkleiders achter zich, om voor hem op te komen.
Het loopt slecht af met de rijke vrek en Lazarus ligt comfortabel in Abrahams schoot. Maar dat is voor het hier en nu geen oplossing...
Het verhaal is qua strekking waarschuwend: ‘zo ver mag het niet komen!' Zou het wel verkeerd aflopen, dan ligt de oplossing helemaal buiten ons.

We horen het in die evangelielezing: daar eindigt het probleem in het dodenrijk – een metafoor, een zinnebeeld van een situatie waar wij niet meer uitkomen.
Alleen God is gezaghebbende over het dodenrijk. Opnieuw metaforische taal waarmee gezegd wil zijn: het is de Allerhoogste die deze wereldeeuw uit de impasse zal halen. De Kerk gelooft en verkondigt dat het niet blijven zal bij deze schijnbaar noodlottige gang van zaken, de kloof tussen armen en rijken.
Wij laten het zover komen dat wij wegzakken in een onderwereld waar enkel de dood regeert. De Heere-God daarentegen laat ‘Mozes en de profeten' tot ons spreken; ‘die moeten jullie horen,' aldus Christus aan het slot van dit verhaal. Zij moeten zeggenschap over ons hebben, en ze hébben ons ook iets te zeggen.
Niet moralistisch, maar ook, maar juist: verkondigend, vol van belofte.
De letterlijke betekenis van de naam ‘Lazarus' is: ‘God helpt.' Een naam als een belofte.
Niet meteen zichtbaar, niet door mensen te bewerkstelligen.
Hoor de prediking van de opgestane Heere Christus en leer daaruit, dat dit het nieuwe leven is dat echt telt. De Heere-God is ten eerste een helper van de armen. De armen en de zieken en de doden, de hulpelozen, de weduwen en de wezen uit wier midden de Christus is opgestaan. Volstrekt uniek en radicaal
is deze prediking!
Wij kunnen nog zo begaafd zijn, nog zo'n succes hebben, geluk hebben — we kunnen misschien erg veel zelf — toch hebben wij een mensenleven lang tijd nodig om te leren wat precies de doorslag geeft: God helpt.... en ook de verkondiging van de opstanding uit de doden en de komst van Gods koningsregering.
Deze evangelische beloften hebben de voorrang op alle welgemeende oproepen tot de rijken om te delen met de armen.
Eerst is er de verkondiging dat de hulpelozen een helper hebben, en dat deze de Heere-God is.
De evangelist Lukas schrijft juist vanuit de geopenbaarde werkelijkheid van de opstanding.

Christus opgestaan uit de doden... allen die niet meer mogen of kunnen leven – zoals Lazarus – die mogen deel hebben aan dit nieuwe bestaan.
De Heere-God legt een totaal andere maatstaf aan, dan waarmee wij ons leven beoordelen. Hij laat ons verkondigen dat Hij de Christus Jezus uit de doden heeft opgewekt. Daarom hoeven wij ons niet meer angstvallig vast te klemmen aan ons leven, en zeker niet het in eigen hand willen houden.
Als rijken zich bekeren tot de armen, dan krijgt Gods hulp gestalte. Rijken en armen krijgen daarin hun eigen plaats. Dat is het leven van de toekomende wereldeeuw, opstandingsleven dat ons wordt verkondigd, Gods werkelijkheid. Dan is het Evangelie dat in de naam Lazarus vervat ligt, dan is dat Evangelie ook voor ons!
Dit evangelie vertolken wij lofprijzend, met
Gezang 21 , waarvan vs 4 een orgelvers is.

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE