In
het Lukas-evangelie, hfst. 13, horen we dat Jezus het bericht kreeg,
dat de Romeinse landvoogd Pilatus een aantal Galileeërs had laten
afslachten. Blijkbaar riep dit de vraag op, of deze Galileeërs
dat aan hun zonden te danken hadden. We horen dan Jezus antwoorden:
(2)
... Meent u, dat deze Galileeërs groter zondaars waren dan alle
andere Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan?
(3) Neen, zeg Ik u, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo
omkomen.
(4) Of meent u, dat die achttien, op wie de toren bij Siloam viel en
die erdoor gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen die
in Jeruzalem wonen?
(5) Neen, zeg Ik u, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo
omkomen.
Deze woorden van Jezus zijn op het eerste gehoor heel wat zwakker dan
de inhoud van de Evangelielezing van de zondag. In die vaste lezing
gaat het over oorlogen en geruchten van oorlogen, hongersnoden en aardbevingen,
wreedheden en vervolgingen die over de Gemeente van Christus komen,
en zo meer.
Daarbij vergeleken is de inhoud van de kanselteksten heel wat tammer.
't Gaat immers over klein aantal mensen?
En toch moeten we er zo niet over denken.
Natuurlijk schrikken we van de omvang van een catastrofe op wereldschaal,
of een ramp die stadsdelen treft, zoals op 11 september in New York
en Washington. Maar als er, bij uw afwezigheid, op uw huis een stuk
van een vliegtuig valt? Bent u terug en komt u tot de ontdekking dat
er van thuiskomen geen sprake meer is... Zoiets blijft nog taaier in
uw geheugen vasthaken dan die aanslagen op 11 september doen.
Waarschijnlijk gaat Jezus daarom door op die boodschap over de vermoorde
Galileeërs. Verder betrekt hij er bij de 18 slachtoffers van het
omvallen van een Jeruzalemse toren.
In geen geval wil Jezus toegeven aan het diepgewortelde vooroordeel,
dat zij zondaren geweest zijn die om hun eigen schuld gestraft zijn.
Maar, dáár hebben wij wel vrede mee; we vinden het een
prima standpunt van Jezus.
Een probleem wordt het pas, wanneer we horen hoe Jezus verder gaat.
Hij zegt tot de omstanders: "Nee, maar als u zich niet bekeert, dan
zult u op soortgelijke manier omkomen!"
Nou, dát is wat! Is dit wel de Jezus zoals wij hem kennen? Of
moeten we ons idee van Jezus bijstellen, en erkennen dat hij heel hard
kon zijn?
Mij dunkt, dit is teveel een poging om Jezus te integreren, op te nemen
en te verwerken in ónze mentaliteit. Beter is het, te kijken
naar de wortels waarop Jezus gestoeld was, de traditie van waaruit hij
leefde.
Jezus spreekt hier profetisch. Profeten
in Israël zijn geen toekomstvoorspellers, maar zij verkondigen
het Woord van God. Zij roepen op tot bekering en doen dat scherp. Begrijpend
luisterende pastors zijn zij niet. Zij zijn confronterend, dan wil zeggen:
zij houden hun hoorders hun daden van machtsbegeerte en machtsmisbruik
voor, zij laten hun pijnlijk voelen, hoever zij zijn afgedwaald van
de Heere-God van Israël.
Profeten zijn scherp, en schromen niet om zeer dreigende taal te gebruiken.
Maar die is niet bedoeld als toekomstvoorspelling. Die dreigende taal
moet de hoorders aan het schrikken brengen en tot nadenken stemmen.
Vorig jaar heb ik u uitgelegd, dat de profetie niet moet uitkomen, maar
wel moet aankomen. Het moet de hoorders ráken... .
Dit wetend kunnen we Jezus volgen wanneer hij aanleiding neemt uit de
slachting van de Galileeërs en het omkomen van 18 mensen onder
een toren.
Dit gebruikt hij als voorbeelden, niet als voorspellingen. Daarom is
het slecht bijbelgebruik van enkele evangelisten op en rondom het eiland
van Dordrecht, evangelisten die de aanslagen van 11 september herleiden
op Gods straf over de zonden van de westerse mensen. Van dit bijbelgebruik
is Jezus niet te betichten. Wat overigens niet ontkent dat het hard
overkomt wat Jezus zegt: 'U zult op soortgelijke manier omkomen wanneer
u zich niet bekeert.'
Jezus neemt als het ware het risico van een schok die hij teweegbrengt
bij zijn hoorders. Maar zijn boodschap is vanuit de profetische traditie
van Israël wel duidelijk: 'U hoeft het zover niet te laten komen!
Bekeert u tot de God van uw vaderen, de God van gerechtigheid en barmhartigheid.'
Die boodschap, die oproep tot bekering,
blijft actueel en klemmend. Een oproep, belangrijker dan de vraag of
God het was die de vliegtuigen op 11 september heeft laten invliegen
op de wolkenkrabbers in New York en op het Pentagon in Washington.
Jezus
wandelt in een oosterse stad
|
|
Jezus
was in verschillende opzichten een kind van zijn tijd, maar uit niets
maak ik op dat hij geloofde dat Gód die toren in Jeruzalem had
omvergeduwd.
Het is misschien wat te veel op de veronderstellende toer, maar ik waag
de gedachte uit te spreken, dat de slachting van die Galileeërs en
het omvallen van die toren toch gevolgen waren van eigen, welomschreven
daden.
Dan moeten we niet zeggen:deze mensen waren grote zondaren, ze waren slecht,
want dat is veel te algemeen. Dat zegt toch niks?
Jezus mist bij hen en bij zijn hoorders
hetzelfde, namelijk: bekering. Hij mist een levende band met de Allerhoogste,
een oriëntatie op Hem die als vrucht een leefstijl heeft die heilzaam
is.
Een hele groep Galileeërs gedood door de landvoogd Pilatus. Ja maar
u denkt toch niet dat die Pilatus voor tijdverdrijf en vermaak een slachting
aanrichtte? Dát was riskant, dat kon opstand tot gevolg hebben.
Maar deze mensen zouden Zeloten kunnen zijn geweest, verzetsmensen tegen
de Romeinse bezetters.
Naar alle waarschijnlijkheid hebben deze mensen door het agressief combineren
van godsdienst en politiek de landvoogd geïrriteerd. Tegen zúlk
gedrag staan in de profetische boeken op verschillende plaatsen waarschuwingen.
En dan die toren die omvalt - daarbij moet ik denken aan wat in menige
oosterse stad oogluikend toegestaan wordt: het veel te hoog bouwen op
veel te fragiele fundamenten. Ja ik weet het, het is maar een veronderstelling,
maar Jezus zelf heeft zich kritisch uitgelaten over de bouwzucht en het
aangapen van mooie tempelgebouwen in Jeruzalem. Dat was een trots op de
uiterlijke vorm die niet hoorde bij een levende band met de Heere-God
van Israël. Op die manier houden we de beide voorbeelden uit de kanselteksten
dicht bij de oproep tot bekering.
Het is Jezus dus niet te doen om mensen tot zondaren te verklaren of hen
in algemene schuld neer te drukken. Waar het bij u aan schort, zo wil
hij zeggen, is een levende, vruchtbare oriëntatie op de God van uw
vaderen. We kunnen denken aan een van de hoofdpunten uit de prediking
van zijn voorloper Johannes de Doper: 'Brengt dan vruchten voort, der
bekering waardig!"
Het lijkt dat Jezus het zijn hoorders niet gemakkelijk maakte. Maar probeer
u te verplaatsen in deze mensen. Bedenk, hoe fris en duidelijk de woorden
op hen zijn overgekomen.
Jezus pint mensen niet vast op hun schuld. Hij zegt niet, dat sommigen
mensen best en braaf zijn maar andere slecht en ongelovig. Hoe zou hij
het kúnnen zeggen? Jezus weigert, op grond van de misère
van sommige mensen, conclusies te trekken aangaande hun geloof of zedelijk
leven.
Daarentegen wijst hij wel ieder van ons op onze eigen verantwoordelijkheid.
En dat onheil zoals een slachting of een omvallende toren dan? Jezus zegt:
'Als u zich niet bekeert, zult u op soortgelijke wijze omkomen.' Dus toch
een bedreiging in het algemeen?
Nee, want ten eerste is dit geen toekomstvoorspelling. Het al dan niet
uitkomen ligt in hoge mate aan óns.
Je kunt zó op jezelf gefixeerd leven, dat je onheil naar jezelf
toetrekt, over jezelf afroept. Maar dat onheil is dan een kwalijke vrucht
van een leven dat geen oriëntatie kent. Het woord oriëntatie
komt van oriens, het licht dat opkomt in het oosten. Een mens die
denkt, zichzelve genoeg te zijn, geen ijkpunt buiten zichzelf nodig te
hebben, geen lichtpunt om zich aan te oriënteren, komt uiteindelijk
zichzelf keihard tegen...
Naar Jezus' onderwijs is een levende band met de Allerhoogste de bron
en de drijfveer van een rechtvaardig leven, een leven van heelheid, vrede.
Het is dan geen garantie dat ons geen onheil treffen zal.
Wel mogen we oprecht en met een eerlijk geweten rekenen op Gods nabijheid
en kracht. Wij blijven bij Hem, want Hij is overwinnaar van het kwade.
Zingen wij daarvan gezang 296
TERUG NAAR
DE INHOUDSOPGAVE
|