In de
afgelopen jaren ging de verkondiging op een zondag als deze, aan het
einde van het kerkjaar, over wat men noemt 'de laatste dingen.'
Toekomstverwachting is heel belangrijk in het christelijk geloof, en
dat komt door de joodse wortels van dat geloof. Het christelijk geloof
is, net als de overtuiging van vele praktiserende joden, geen wereldbeschouwing.
Het gaat dus niet om een verklaring van de oorsprong aller dingen, of
om beschouwing over het goede en het kwade, of over de zonde en waar
die toch wel uit voortkomt.
Gelovige joden en christenen zien uit naar verlossing en zoeken naar
een levensweg in de verwachting van die verlossing.
Hier is het raamwerk waarbinnen de apostel Paulus een eigen stijl van
aanspreken beoefent. Hij spreekt de eerste christelijke Gemeenten aan,
en die van de Thessalonicensen is er één van.
Op het eerste gehoor lijkt Paulus te moraliseren: de ongeregelden terechtwijzen,
de zwakken steunen, niet kwaad met kwaad vergelden, het goede doen,
blij zijn en altijd bidden... Enzovoorts.
Prachtig, zou je zeggen. Hele mooie instructies voor een gezond gemeenteleven.
Komen altijd van pas... tijdloos, altijd geldend...
Wie dit zegt, bedoelt het goed, maar heeft het mis. Het is niet algemeen
geldend, we moeten deze apostolische vermaningen laten staan in het
verband van de eerste brief aan de christenen te Thessalonica.
Dit is een van de oudste brieven van Paulus, waarschijnlijk een twintig
jaar ná de prediking van Jezus onder zijn volksgenoten.
Twintig jaar later, dat is erg weinig, en dus is de heilsverwachting
van Jezus nog heel zuiver aanwezig. We lezen daarvan in die eerste Thessalonicensen-brief.
De christenen in Thessalonica verwachtten een spoedige wederkomst van
de Heere Christus. Ze
gebruikten in de verwoording van die verwachting toenmalig bekende en
aanvaarde beelden. Bijvoorbeeld een wolk als voertuig, de bliksem, de
engel met de bazuin.
De Christus Jezus zou dan de nieuwe wereldeeuw inluiden. Maar zover
was het nog niet, toen Paulus zijn brieven naar Thessalonica schreef.
Hoe moeten zij zich gedragen, hoe zullen zij leven, terwijl zij eigenlijk
met hun geloofsgedachten al met de wereldeeuw die aanstaande is, bezig
zijn...?
Dan komen de apostolische vermaningen van Paulus, niet als algemeen
geldende adviezen. Ze zijn bedoeld om het vol te houden als Gemeente
van Christus in de laatste dagen van de huidige wereldeeuw.
Een Gemeente met heilsverwachting! Anders gezegd: alleen de hoop en
de heilsverwachting geven deze Gemeente het doorzettingsvermogen om
in deze tijd staande te blijven.
Algemeen geldende richtlijnen voor goed en kwaad, de moraal, hoe christelijk
ook van gehalte, schieten tekort.
Vorige week heeft premier Balkenende in de Eerste Kamer van ons Parlement
een plan verdedigd. Hij wil iets in het voorwoord van de toekomstige
Europese Grondwet opnemen. Een verwijzing naar de joods-christelijk
traditie. De joods-christelijke traditie als een belangrijke bron van
de Europese beschaving.
Deze pleitrede past prima in het gedachtegoed van het cda, de partij
van Balkenende. Daar zijn normen en waarden erg belangrijk. Wanneer
partijleiders op tournee zijn, benadrukken zij hoeveel moeite het cda
zal doen om de aloude normen en waarden in ere te herstellen. Altijd
weer goed voor flink wat stemmen, stemmen van mensen die later steevast
verzuchten, dat het weer niet heeft geholpen.
Hoe komt dat toch... Die normen en waarden zijn prima, daar ligt het
niet aan... of wel?
Nee,
moreel hoogstaande instructies en hartelijke adviezen zijn op zichzelf
goed. Maar wat hebben mensen er aan wanneer ze geen hoop en verwachting
koesteren?
U
bent ontstemd over landgenoten die door hun gedrag laten merken dat
ze met niets en niemand rekening willen houden. Alleen hun eigen belang
telt.
U bent boos op jongeren die van alles in de stad vernielen, omdat het
(denken ze) toch van niemand is. De politie moet ze oppakken, ze moeten
worden opgesloten, er moet ander onderwijs komen, hun moeten normen
en waarden worden bijgebracht...
Ja, zo blijven er tienduizenden ambtenaren, politiemensen, welzijnswerkers
en onderwijsgevenden aan het werk. Soms worden er kleine succesjes geboekt,
maar wezenlijke verbeteringen komen er niet. Ze zijn er ook nooit geweest
op die manier. Een samenleving is niet maakbaar, mensen kun je niet
van buitenaf veranderen.
Wanneer u en ik geen hoop en verwachting koesteren, waarvoor zullen
wij ons druk maken behalve dan voor onze buik en portemonnee die allebei
vol moeten zijn?
Maar als onze geesten leeg zijn en onze harten koud? Het beste onderwijs
en de mooiste normen en waarden zullen tekortschieten.
De
christenen in Thessalonica hadden iets om naar uit te zien, om op te
hopen. Zij verwachtten de komst van het Rijk Gods, de wederkomst van
Christus, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Ja, sommige kanten hiervan zijn gebonden aan de ideeën van die
tijd.