HOE HERKEN JE VALSE PROFETEN ?

 

De verkondiging op de op Twee na Laatste Zondag van het Kerkjaar

Tekst: Mattheüs 24:26-28

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 11 nov 2007


Dit is toch een opzienbarend stukje Evangelie! Geen prettige taal op het eerste gehoor; je zou zeggen: is dát die Jezus die altijd zo zachtmoedigheid was?
Jawel, maar zachtmoedigheid betekent niet: een zacht ei zijn. Daar komt bij: Jezus spreekt niet zomaar tot de scharen; zeer bepaaldelijk richt Hij deze woorden tot zijn discipelen. Het zijn de mannen die Hem zullen opvolgen (om zo te zeggen). Zij moeten later, wanneer zij prediken tot de mensen, weten wat er op het spel staat, de gevaren kennen; zij moeten dan met ándere woorden datgene wat Jezus hun heeft voorgehouden, dóórgeven.

Zijn er dan gevaren? Ja zeker, Jezus spreekt over valse christussen en valse profeten die zullen opstaan in het laatste der dagen. Zij zullen in de nood van die laatste tijd komen met oplossingen, aantrekkelijk gepresenteerd. Dit hoort ook bij de risico's die de belijders van de Christus Jezus lopen. Jezus zegt zelf: het zal zulk een gevaarlijke tijd zijn, dat, als die dagen niet ingekort zouden worden, er dan niemand werd behouden... . Die valse christussen zouden zelfs, als het mogelijk was, de uitverkorenen verleiden.
Waar het aas is,
zullen zich de gieren verzamelen

Even heel kort - want we hebben daarover in het verleden al gesproken - : die uitverkorenen zijn niet mensen wier zaligheid vastligt in een goddelijk eeuwig besluit. De uitverkorenen zijn de élite, de keurtroepen, zij die zich geheel toewijden aan de verwachting van Gods Koningschap en daar ook naar leven.

De Heere-God zelf staat garant voor deze dienaren. Het is, wat Hem betreft, niet mogelijk dat zulke élite-dienaren verloren gaan... . Maar als het aan de valse christussen ligt, zouden ook dezen verleid worden.
Wie zijn zij, de valse profeten en de valse christussen, dat ze zo gevaarlijk zijn?

Ze zullen grote tekenen en wonderen doen, zegt Jezus. Er is dus iets te zien bij hen, iets mee te maken waarbij je ademloos staat, met stomheid geslagen. Het heet, dat Nederlanders nogal nuchter zijn, zich niet snel in vervoering laten brengen. Het zal waar zijn, maar er gingen - en gaan - tienduizenden naar Jomanda. Wat te denken van de honderdduizenden, vaak voormalige kerkgangers, die hun oren laten hangen naar predikers die genezingen verrichten en andere buitengewone verrichtingen?
Zijn dat dan de valse profeten?

Wij mogen niemand veroordelen of zelfs maar oordelen. Wel stellen we ons de vraag die Jezus zelf bij ons oproept:
Wie zijn de valse profeten, en wie de valse christussen op wie de valse profeten wijzen?
Aan de hand van Jezus' eigen woorden kunnen we toch een antwoord formuleren.

Wonderdoeners en andere, meer christelijke getinte genezers komen met een oplossing voor zorgen en ziekten, problemen die ons het leven zwaar maken.
Vertrouwen wij ons toe aan hun krachtdadigheid, dan komen wij in hun invloedssfeer.
Zij doen hun best om aan uw wensen te voldoen. Maar: Jezus heeft daarvoor nooit een knieval gedaan.

Ook om tekenen en wonderen alszodanig was het Hem niet begonnen. Hoor een uitspraak van Jezus: 'Indien u geen tekenen en wonderen ziet, zult gij niet geloven.' Ook de apostel Paulus waarschuwt voor demonische machten die grote tekenen doen. Een Lutherse epistellezing in deze tijd van het kerkjaar zegt, dat wij geen strijd hebben te leveren tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden en geestelijke boosheden in de lucht. Een voor ons wat buitenissige gedachte, maar best goed om serieus te nemen. Want wat weten wij van al wat er tussen hemel en aarde zich ophoudt, van allerhande geestelijke wezens die het contact tussen de Heere-God en ons hinderen?

De valse profeten en de valse christussen zullen grote tekenen en wonderen doen. Zij zullen daarmee grote groepen gelovigen achter zich aan krijgen. Jezus laat er op volgen: 'Ze zullen tot u zeggen: zie, daar is de Christus, Hij is in de binnenkamer, Hij is in de woestijn!'

Wat daar op tegen is? Dat je er zó naar toe kunt gaan. Dat je hem kunt zien, achter hem aan kunt lopen. Hij is in de conferentiekamer, of misschien in 'het achterkamertje', maar je weet waar hij is. Of hij is in de woestijn - in het antieke oosten de plek om zich voor te bereiden - maar misschien ook om troepen achter zich aan te krijgen.
Maar zo is het niet goed. Er is een merkwaardige tekst uit Paulus' tweede Korinthen-brief: 'Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, nu niet meer.'

Paulus bedoelt: onze Heer Jezus Christus is niet meer op aarde; wij moeten als het ware alleen verder, geleid door zijn Heilige Geest, door zijn Woord. Dat Woord omvat héél wat meer dan een wonder of een teken.

Misschien denken sommigen nu: ja, dat zal allemaal wel, maar nu worden ook christelijke genezers in de hoek van de valse profeten gezet.
Misschien zijn zij geen valse profeten, en zijn ze geheel te goeder trouw. Maar misschien maken zij, zonder het zelf te beseffen, de mensen rijp voor de echte, de gróte verleidende geesten? Omdat zij de mensen aan zichzelf binden, en niet geheel en al op Christus wijzen...?

Al vaak heeft hier de verkondiging van de lijdende Christus geklonken. Luther heeft maar twee zinnen nodig om het verschil tussen de Christus Jezus en de valse christussen onder woorden te brengen; hij zegt: 'Christus is niet in de woestijn, en niet in de binnenkamer, maar is uit de maagd Maria geboren, en heeft geleden. Dat is de weg.'

Wat Luther zeggen wil, is: de Christus is geen aanvoerder die komt met plannen en oplossingen. Hij heeft op het kritieke moment zijn leven gegeven voor zijn volk. Wie heeft dat ooit gehoord van een Christus die zich terugtrekt in de binnenkamer om daar plannen uit te broeden; of van een Christus in de woestijn die daar volgelingen achter zich verzamelt?

De valse profeten wijzen de mensen op valse christussen. De valse christussen op hun beurt bieden de mensheid oplossingen; ze spelen handig in op gevoelens van onbehagen die er onder de mensen leven. De steeds weerkerende oorlog, het kwaad van de honger en de natuurramp, de onveiligheid en de problemen in de gezondheidszorg, de buitenlanders die auto's in brand steken, en noem maar op, al wat mensen angstig en onzeker maakt.

Gevaarlijk wordt het pas écht, wanneer zich mensen aandienen die pretenderen dit alles op te lossen. Profeten en christussen die streven naar grote macht, in een land, of op wereldschaal. Ze zijn er in de politiek. Het is toch griezelig wanneer iemand roept: ik word de nieuwe minister-president en ik kom met echte oplossingen...!

Ze zijn er ook in de kerk: geestelijke leiders die u beloven dat hun prediking en de genezende kracht die via hen komt, voor u de oplossing is. Het is maar hoe aantrekkelijk dit wordt gepresenteerd, en duizenden lopen achter zulke leiders aan.

Oplossingen - bood (en biedt) de Christus Jezus oplossingen? Anders gezegd, concreet gevraagd: kunt u, door het geloof in Jezus Christus, uw problemen oplossen? Denkt u ook dat door het christelijk geloof de wereld-problematiek kan worden opgelost?

Ik vermoed dat u dááraan twijfelt, wat voor waarde u ook hecht aan het christelijk geloof. Die overgrote problemen van deze tijd, en ook de smartelijke ziekten die ongeneeslijk zijn - nee... . Zelfs Jezus heeft de pretentie niet, met zijn genezingen zich als wereldredder op te werpen. Maar dat doen de valse profeten en de valse christussen wél. 'Zij zullen grote tekenen en wonderen doen', waarschuwt Jezus. De vraag is dan: wat doet Hij dan, wat hebben we aan Hem?

Denk nog eens aan dat citaat van Luther: 'Christus is niet in de woestijn, en niet in de binnenkamer, maar is uit de maagd Maria geboren, en heeft geleden. Dat is de weg.'
Christus heeft geleden... .
Welke van de valse profeten en van de valse christussen kan dat zeggen van zichzelf?

Wij geloven in de levende Heer die zich heeft laten slaan aan een kruis. Dat zegt ook iets over Jezus' houding jegens lijden en dood. Hij heeft niet zelf ingegrepen om als Gods Zoon een einde te maken aan het lijden in deze wereld. Hij heeft het kwaad bij de wortel aangepakt en moest er daaarom zelf aan kapot gaan.

Op het eerste gehoor lijkt Jezus nogal passief. Volgens Hem moeten oorlogen, rampen en wereldwijd lijden er zijn. Ze horen bij de voleinding van deze wereldeeuw, dat is niet anders. Daarom is het zo gevaarlijk om te werken aan oplossingen, oplossingen die de valse profeten en de valse christussen te bieden hebben door middel van hun tekenen en wonderen.
Wij mogen beginnen met de vergeving van zonden en de overwinning op het kwaad. Dat geeft ons de verantwoordelijkheid om, in kleine stapjes, op weg te gaan, in de verwachting van Gods koningsregering.

Zonder de menselijke verantwoordelijkheid uit te schakelen, predikt Jezus, dat God zelf zal ingrijpen. Is Hij niet Koning?
Góds ingrijpen is beslissend, en niet wat mensen kunnen doen, al zijn het grote tekenen en wonderen.

'Zoals de bliksem komt van het Oosten en licht tot het Westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn!' - dat kan alleen duiden op de onthulling van Gods koningschap. U hoeft dan niet te twijfelen, zo duidelijk is het. Waar het voer is, daar zijn de kippen - het Nederlandse gezegde dat achter Christus' woord staat: waar het aas is, komen de gieren...
Zolang die duidelijkheid er nog niet is, bidden en werken wij; eerst ons lofgebed: Gez. 296

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE