In de discussie over Europa en het
referendum kwam af en toe iemand aan het woord – in een artikel
of een spreekbeurt – die van zichzelf zei: ‘Ik ben een Europeaan!'
Dit laat mij niet los. Ik moet u zeggen, en dat zonder mij vóór
of tégen de Europese eenwording uit te spreken – , ik moet
u zeggen dat ik het moeilijk vind: te zeggen: ik ben een Europeaan.
Bent u, ben ik, dan Nederlander, en moeten we daar alle nadruk op leggen?
Och, of u zich eerst Nederlander, dan wel eerst Europeaan noemt...,
als Kerk, als Gemeente van Christus beginnen we anders, heel anders
zelfs. Laten we de grote lijnen van de Heilige Schrift volgen. Dan horen
wij van Israëls uitverkiezing.
Kritiek uit de behoudend-christelijke hoek luidt: in de grondwet van
de Europese Unie ontbreekt een duidelijke verwijzing naar de joods-christelijke
traditie. Heeft het in het zogenaamde christelijke Europa wel echt een
rol gespeeld: dat Israël het toonaangevende volk is, omdat de Heere-God
dit volk heeft uitverkoren? De praktijk was, dat in elke eeuw de Joden
in Europa jaren van vervolging en verdrijving te lijden hebben gehad.
Zo kunnen
we de gelijkenissen van het verloren schaap en de verloren penning
ook horen. Op deze zondag benadruk ik altijd, dat u het schaap
en de penning niet eenzijdig mag betrekken op de enkeling. Het
gaat om het gemeenschappelijke verband van waaruit zij gevallen
zijn en waarin zij worden teruggebracht.
Let op de schaapskudde in Jezus' gelijkenis. Deze schaapskudde
is een metafoor, een beeld voor het volk Israël, Góds
volk. |
|
Her en der in de Joodse Bijbel (wij noemen het ‘Oude Testament')
worden de kudde en de schapen zo gebruikt. U allen kent de herder-psalm
23: ‘De Heer is
mijn Herder.' Jammer is wel, dat bij een kerkelijke uitvaart dit alleen
individualistisch toegepast wordt, namelijk op de overledene. Terwijl
er ook een achterliggende beeld is: de kudde.
In Gods schaapskudde hoort de overledene thuis, en daarom is het zo
belangrijk dat de kerkelijke gemeenschap de overledene uitdraagt en
in haar midden de gedachtenis aan hem of haar levend houdt.
Vervolgens gaan we ons best doen om dat beeld van schaapskudde zuiver
te houden. We mogen het als Kerk niet inpalmen.
Gods schaapskudde is en blijft eerst Israël, want, zo zegt het
de apostel Paulus: ‘Gods roeping is onberouwelijk.' Via Christus
horen wij ook bij het volk van God.
Wij zijn geen Joden, maar dat hoeft niet. Als we maar willen behoren
tot het volk van Gods roeping.
Gods roeping, we kunnen ook zeggen: Gods uitverkiezing. Een belast
woord, met vele misverstanden beladen. Mensen denken aan een privilege,
aan een voorkeur, aan voorgetrokken worden zelfs...
Het is daarom dat in de discussie rond een verenigd Europa de meesten
geen raad weten met gelovigen die de joods-christelijke traditie aangehaald
willen zien.
Maar hier wreekt zich een misverstand rond dat bijbelse begrip ‘uitverkiezing.'
Uitverkoren worden is niet ‘voorgetrokken worden,' integendeel!
Let op dat uitverkiezing vaak in één regel met het woord
‘roeping' opgeschreven is.
Roeping is altijd met het oog op een taak. U en ik worden aangesproken
op onze verantwoordelijkheid. Zo is ook ooit Israël uit de volkeren
weggeroepen om volk van God te zijn, de Allerhoogste Eeuwige te vertegenwoordigen
in de wereld.
Deze opdracht was zwaar en ondankbaar. Het heeft dit volk in de tijd
van de koningen en de profeten veel tegenslag en lijden opgeleverd.
De God van Israël heeft zijn bevrijdende en heilzame Torah uitgevaardigd,
maar met behulp van dat richtsnoer volk van God zijn in de wereld,
dát was menigmaal te hoog gegrepen voor Israël.
Wij als Gemeente van Christus zijn samen met Israël geroepen
om zo te leven.
Hier is een zuivere benadering van de gelijkenis van het verloren
schaap en de verloren penning:
Het terugkomen van dat schaap en van die penning wordt genoemd: bekering.
Dat woord spreekt duidelijke taal, want daar gaat het om een terugkeer
tot God en in zijn volk terug, en bij die terugkeer hoort een andere
levensstijl.
Een levensstijl die past bij ons vertrouwen en onze verwachting. Vertrouwen
op Gods belofte, verwachting van de komst van zijn koningsregering.
Mij dunkt, Gemeente, dit is een verkondiging die aansluiting heeft
op de problemen in dit land.
Die problemen zijn groot. Mensen staken die erg belangrijk werk doen,
zoals doktoren en politieagenten. Laat onze overheid het zover komen...?
Zou het kunnen dat onze regering zelf geen oplossing heeft voor al
wat onoverzichtelijk is en vastloopt in onze samenleving...?
Hoe staan wij daar in, als Kerk? Oplossingen dragen wij niet aan.
Wel hangt er veel van ons gedrag af.
Willen wij behoren tot het volk van God, willen wij niet afdwalen
als dat schaap, niet zoek raken als die penning? Dan moeten wij dicht
bij Christus blijven!
Dat klinkt als een vrome frase, maar het is in werkelijkheid vol kritische
spanning. Dicht bij Christus, dat is een gelijkvormigheid aan zijn
stijl van leven en sterven. Niet hetzelfde, maar een gelijkvormigheid.
Dan komt u te leven op gespannen voet met deze wereldeeuw. Zoals ook
het oude bijbelse volk Israël zich ánders gedroeg, niet
mee wilde doen met bloeddorstigheid en winstbejag, lichamelijke onderdrukking
en uitbuiterij. Evenzo Christus: hij heeft willen zijn in laagheid
en diepte, dicht bij de hulpelozen en hen die levende gestorven zijn.
Leven vanuit de verwachting van de toekomende eeuw, dat was geen vanzelfsprekendheid.
Dat riep spot, verzet en zelf de dood aan het kruishout over hem af.
Dit Evangelie is de grootste schat die de Kerk in deze wereldeeuw
bewaren mag. Daarom zijn wij Kerk, Gemeente van Christus. Mensen bij
elkaar, niet een gezin, ook geen volk, maar iets er tussen in. Kenmerken
van een gezin, ja; kenmerken van een volk, óók ja.
Het is een unieke saamhorigheid; in de volkerenwereld, toch niet deel
van de volkerenwereld.
Geen Joden, maar ook geen heidenen meer. Vertrouwend op de God van
Israël, en zo een volk dat deelt in de heilsverwachting van het
bijbelse Israël.
We houden dit vol in een tijd van hernieuwd antisemitisme. De heiden
verzet zich vanuit zijn diepste wezen tegen de God van Israël,
en daarom ook tegen Israël zelf.
Wij zijn geen heidenen meer...! Wij mogen horen bij de schaapskudde
die de Heere-God van
Israël heeft geformeerd en geroepen. Wij mogen de stem horen
van Christus, die waarachtige zoon van Israël.
Het is heel specifiek, heel concreet-bepaald begonnen, in de geschiedenis,
in deze wereldeeuw. Daarom is ook onze heilsverwachting aards, concreet,
lichamelijk: zo zullen wij nieuwe mensen zijn in de wereldeeuw die
komt. Dwalen wij als enkeling áf van Gods volk, dan zoekt de
opperste Herder Christus ons op. Zijn Woord klinkt en roept ons terug.
Dáárna mag je als enkeling zeggen: de Herder heeft mij
opgezocht, ik leef nu niet meer voor eigen rekening, ik zeg nu niet
meer vol zelfvertrouwen: ‘Ik ben helemaal mezelf.'
Ik ben anders geworden, omdat ik van een ander het eigendom geworden
ben.
Christus het Hoofd, wij de leden van zijn Lichaam.
Bij hem zijn wij in vrede,
Zingen wij van de troost in hem en ook als voorbereiding op onze Avondmaalsviering,
gezang 463
TERUG
NAAR DE INHOUDSOPGAVE |