Dhr C.W. SLINGER PUT UIT ZIJN DOSSIER

 

  
Onze Gemeente komt toch in de ether ...

 

Op 12 april 2000 heb ik mede namens de leden van de kerkenraad van de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Dordrecht, schriftelijk gevraagd aan de Christelijke Omroep Zwijndrecht 'C O Z', Samenwerkingsverband van de Kerken binnen de lokale omroep 'ATOS', of ook de Lutherse Gemeente in Dordrecht in aanmerking kan komen voor een kerkdienstuitzending, hetzij live of van te voren opgenomen, via de ATOS radio, op zondagmorgen van 09.45-11.00 uur.

In de periode van 12 april 2000 t.e.m. mei 2002, heb ik uitsluitend telefonisch en schriftelijk contact gehad met de leden van het bestuur van de ATOS, COZ en met de leden van het bestuur van het door de Mediawet voorgeschreven Programma Beleidsbepalend Orgaan voor de programmering van een lokale omroep, afgekort PBO, alle gevestigd in Zwijndrecht.

Het feit, dat op mijn brieven aan de ATOS, COZ en PBO, inhoudelijk niet of nauwelijks werd gereageerd en op mijn schriftelijk verzoek, een bijeenkomst te organiseren tussen de besturen en de leden van de kerkenraad niet werd ingegaan, geeft duidelijk aan dat er van enige bereidheid om tot een akkoord te komen, geen sprake was. Bovendien werden er allerlei redenen genoemd die geen enkel hout sneden, om ons verzoek tot uitzending af te wijzen.
Aangezien ik het met deze gang van zaken duidelijk oneens was, heeft het bestuur van het Programma Beleidsbepalend Orgaan 'PBO' in een brief van 4 december 2000 aan mij geadviseerd, deze aangelegenheid voor te leggen aan de toezichthouder op de programma's van de omroepinstellingen, het Commissariaat voor de Media, afdeling Programma Toezicht te Hilversum. Bovendien staat in deze brief dat, wanneer het Commissariaat voor de Media zou besluiten dat het PBO een onjuiste beslissing heeft genomen en aan de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Dordrecht wel zendtijd ter beschikking dient te worden gesteld, het PBO uiteraard haar, op de bepalingen in de Mediawet gebaseerde beslissing, dan zal moeten herzien.

In februari 2001 heeft het Commissariaat voor de Media op mijn verzoek in deze zaak een uitspraak gedaan die in het voordeel van de Evangelisch-Lutherse Gemeente was en die het PBO naast zich heeft neergelegd.

Met mijn brief van 8 januari 2002 heb ik mij gewend tot het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Zwijndrecht met het verzoek in deze kwestie te bemiddelen. In de brief van 18 januari 2002 van de Gemeente Zwijndrecht, ondertekend door de burgemeester A.S. Scholten werd aan mij medegedeeld, dat deze kwestie met het bestuur van de ATOS zou worden besproken.
Dit gesprek zou binnen 2 maanden plaats vinden.

Met de brief van 15 mei 2002 van de Gemeente Zwijndrecht werd verslag gedaan van dit gesprek, waarbij ik constateerde dat in deze brief niet de eigen mening van de Gemeente Zwijndrecht (die de ATOS subsidieert) tot uitdrukking kwam maar alleen wat het bestuur van de ATOS had gezegd.

Voor mij was dit aanleiding weer contact op te nemen met het Commissariaat voor de Media te Hilversum. Mijn dossier dat de Gemeente Zwijndrecht inmiddels aan mij had geretourneerd, heb ik met een begeleidende brief naar het Commissariaat gezonden met daarbij het verzoek hieraan opnieuw aandacht te schenken.
Tevens had ik verzocht om een nader gesprek in Hilversum.

Op 29 mei j.l. heeft dit gesprek met mr. D. Oudenaarden, hoofd Zendtijd-en Kabelzaken van het Commissariaat voor de Media te Hilversum plaatsgevonden, naar aanleiding waarvan op 3 juni j.l. een uitvoerige brief is gezonden aan de Burgemeester en wethouders van de Gemeente Zwijndrecht, waarin wordt gerefereerd aan de brief van 15 mei 2002 van de Gemeente Zwijndrecht.
Een kopie van deze brief is tevens gezonden aan de ATOS en aan mij.

In deze brief staat o.a. het volgende vermeld: In tegenstelling tot hetgeen de Algemene Televisie en Radio Omroepstichting "Swindregt" (ATOS) blijkbaar in een recent overleg met U naar voren heeft gebracht, is in de Mediawet vastgelegd dat de ATOS een programma moet verzorgen dat in zodanige mate gericht is op de bevrediging van de in de gemeente levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften, dat zij geacht kan worden van algemeen nut te zijn (artikel 30, aanhef en onder b).
Deze verplichting verhindert niet dat de ATOS een programma uitzendt voor de in Zwijndrecht wonende leden of vrienden van de Evangelisch-Lutherse Gemeente, dat wordt verzorgd vanuit een kerk in een andere gemeente.

Deze uitspraak in het voordeel van de Evangelisch Lutherse Gemeente te Dordrecht, is glashelder! Ik ben benieuwd welke stappen zowel de Gemeente Zwijndrecht als het Programma Beleidsbepalend Orgaan 'PBO' naar aanleiding van deze uitspraak zullen nemen. Zodra hierover meer nieuws bekend is, verneemt U dat in de eerstvolgende uitgave van het kerkblad.

C.W. SLINGER