Hij wist niet dat er, behalve zijn vrouw,
inmiddels ook een groepje lutheranen, zijn zwager en zijn schoondochter
met de kleinkinderen aanwezig waren.
Nog zeven Papendrechters waren uitgenodigd om ‘mee te denken’
met de ambtenaren. Voor hen geheel onverwachts werden zij de aula binnengeleid.
Daar waren de burgemeester en allerlei medewerkers van de gemeente, het
bestuur van het Oranjecomité en ruim honderd familieleden, vrienden
en relaties van de acht binnenkomers.
Deze acht mensen moesten gaan zitten aan speciaal opgestelde tafeltjes.
De aanblik van het portret van de koningin, het vaandel in de kleuren
van de gemeente en de oranjewimpels moest nu toch zelfs de meest argeloze
genodigde uit de droom helpen.
Burgemeester C.J.M. de Bruin heette iedereen welkom en begon met de toespraakjes
die voorafgingen aan het opspelden van de onderscheidingstekens. Alle
acht waren door de koningin benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Opvallend was dat de helft van de gedecoreerden veel voor hun kerkelijke
gemeente hadden gedaan. Eén dame blonk uit in langjarige inzet
voor het maatschappelijk werk en de gezinszorg. Ook het werk voor speeltuin,
voetbal- en andere sportverenigingen werd met ere genoemd.
De heer Van Leeuwen had de meeste jaren in de kerkelijke arbeid op zijn
naam staan. Vanaf 1972 is hij (met korte onderbreking) penningmeester
en later ook kerkrentmeester van de Lutherse Kerk in Dordrecht geweest.
De burgemeester roemde zijn vele werk voor de kerkrestauratie. De Trinitatiskapel
is een belangrijk monument in Dordrecht, ook omdat het op weekdagen veel
wordt gebruikt voor uitvoeringen, presentaties en huwelijksvieringen.
De heer Van Leeuwen is een bescheiden mens die geloven en werken voor
de kerk belangrijker vindt dan zijn eigen persoon.
Na afloop bood de gemeente ons een kleine receptie aan. Daarna was er
voor ons als lutheranen nóg een receptie, ten huize van de heer
en mevrouw Pull ter Gunne. Tijdens dat gezellige samenzijn reageerde de
heer Van Leeuwen op de wijze die bij hem past: blij en beduusd én
terughoudend. ‘Eigenlijk hadden meneer Hoek en meneer Korpershoek
deze onderscheiding moeten krijgen,’ zei hij. Mijn antwoord was:
‘Zij zijn allebei overleden, en u hebt met hen samengewerkt. Daarom
bent u de enige overgeblevene om deze onderscheiding te ontvangen.’
Tot slot van dit verslag kan ik iets melden dat ook dankbaar stemt. Nóg
een lutheraan is gedecoreerd, op dezelfde ochtend: mevrouw E.C. Meinen,
voorzitter van de kerkenraad van de Lutherse Kerk in Bergen op Zoom.
De lutheranen in de zuid-west hoek van ons land hebben extra reden tot
vreugde!
Ik bedank ieder die meegeholpen heeft bij het aanvragen van de decoratie
en bij het voorbereiden van de receptie.
Tot slot een woord gericht tot de heer Van Leeuwen: gelukgewenst met deze
onderscheiding en dat u hem nog jaren in dankbaarheid mag dragen!
W. Baan |