GEMEENTEVERGADERING  2002


Verslag van de Gemeentevergadering op Eeuwigheidszondag, na de Eredienst (24 november 2002)

  aanwezig zijn: 21 personen

Nadat de voorzitster, mevr. W. van der Beek-Gietel iedereen welkom heeft geheten, feliciteert zij dhr Lokhorst (onze huisbewaarder) met zijn verjaardag.
Daarna blikt zij terug op het afgelopen kerkjaar. Zij memoreert de aanstelling van dhr Lokhorst en spreekt haar waardering uit over de goede samenwerking.
Erg belangrijk voor onze uitstraling naar buiten is de zaterdagmiddag openstelling van ons kerkgebouw. Op 6 april is burgemeester Bandell als eerste burger en bezoeker aanwezig geweest en heeft een toespraak gehouden.
Een ander hoogtepunt is onze reis naar Kalenberg.
   
In de Liturgieviering, wanneer het een Dienst van Woord en Gebed betreft, leest het kerkenraadslid van Dienst de Epistel. In de Avondmaalsdienst worden de ingezamelde gaven én de ouwels en de wijn naar het altaar gebracht, vlak voor het gebed over de gaven.

Ds W. Baan krijgt het woord om ten eerste iets te vertellen over zijn werk. In grote lijnen komt het overeen met hetgeen dat hij in de vorige Gemeentevergadering meedeelde. Ook nu benadrukt hij, dat de tijd voor het reguliere bezoek niet ruim voorhanden is. Met duidelijkheid van de kant van de meelevenden is hij zeer gebaat! Wel blijft hij enkele alleenstanden bezoeken.
Nieuw is de volwassencatechese. Twee dames kwamen door kennismaking op de zaterdagmiddag ook in onze Eredienst, keerden zo nu en dan terug en stellen prijs op nadere instructie over de Liturgie en het lutheranisme. Omdat de studiekring toch nog niet van start was gegaan, heeft ds Baan in overleg met de kerkenraad besloten, aan deze volwassencatechese tenminste een avond in de maand te besteden.

Ds Baan mag het woord behouden om het hoofdonderwerp van deze Gemeentevergadering in te leiden: de landelijke kerkenfusie. Hij schetst, door een aantal markante jaartallen te noemen, de stadia van het Samen-op-Weg proces tot aan het vaststellen in de Triosynode (21-22 november) van een nieuwe naam van de beoogde fusiekerk: de Protestantse Kerk in Nederland.
Hij heeft alle begrip voor de wens tot eenheid die bij velen leeft, maar zet vraagtekens bij de kwaliteit van de eenheid die wordt bereikt door de kerkenfusie. De Nederlandse Hervormde Kerk is een verdeeld huis waar men zich neerlegt bij het gescheiden optrekken van verschillende modaliteiten. De Gereformeerde Kerken hebben wel een hechtere band, maar daarin is enerzijds een sterker wordende invloed van de evangelikalen en anderzijds een groeiende sympathie voor de radicale standpunten van de theologieprofessoren Kuitert, Wiersinga en Den Heijer. Ook is er het Confessioneel Gereformeerd Beraad dat het klassieke gereformeerde kerk-zijn wil handhaven.
Onze Synode is er volstrekt van overtuigd dat er buiten deelname aan de hereniging van gereformeerden en hervormden geen toekomst meer voor het lutherse kerkgenootschap is. Het besluit tot deelname is genomen zonder de voorafgaande instemming van de Gemeentevergaderingen van de plaatselijke Gemeenten. De Synode was niet verplicht om te vragen naar die instemming, had er echter beter aan gedaan om er wel naar te vragen. Daarentegen heeft onze Synode het kerkgenootschap op een rijdende trein gezet waarvan het nu vrijwel niet meer af kan komen.

De Triosynode heeft op 22 november 2002 uitgebreid gesproken over de ambtelijke vergaderingen. Er wordt mee aangeduid: de kerkenraad, de classis en de classicale vergadering, en ook de Generale Synode, de 'Kleine Synode' en het Moderamen, zowel 'breed' als 'gewoon'. De term ambtelijke vergadering is nieuw voor ons. Eigenlijk is bij ons de kerkenraad een kerkbestuur, en is er maar één ambt, het ambt van Verkondiging, dat ieder lid is opgedragen. De predikant heeft daarbij een bijzondere plaats krachtens beroeping en deskundigheid.
Aanvankelijk wilden de hervormde en gereformeerde leden van de Triosynode dat elke kerkenraad ging bestaan uit zeven leden naast de predikant. Tengevolge van de onoverkomelijke bezwaren van onze synodeleden kwam er een nieuw voorstel uit de bus: Gemeenten met minder dan 300 leden kunnen volstaan met een lager getal dan zeven, mits er een predikant in de Gemeente staat. 'Alle ambten moeten aanwezig zijn,' zo luidde de motivatie van dit laatste mits. Of is dit, zals ds Baan vermoedt, weer een symptoom van de dominocratie in de aanstaande fusiekerk? Een kerkenraad die kleiner is dan zeven leden mag, volgens ditzelfde voorstel, ook slechts één afgevaardigde sturen naar de classis in plaats van twee.
De classis en de classicale vergadering krijgen veel taken en verantwoordelijkheid. Zal het de kleine lutherse Gemeenten lukken, om zich in al die verschillende beleids- en bestuursorganen te doen vertegenwoordigen?

De triosynode heeft gekozen voor de naam Protestantse Kerk in Nederland, PKN. Het blijft voor de grote minderheid gereformeerde bonders in de Hervormde Kerk een onverteerbare zaak: ten eerste ontbreekt de verwijzing naar de Kerk der Hervorming, en ten tweede zet deze naam de andere, niet deelnemende protestantse kerkgenootschappen aan de kant, kerkgenootschappen waarmee gereformeerde bonders doorgaans goede contacten onderhouden. Te denken valt aan Christelijk Gereformeerden en Vrijgemaakt Gereformeerden, in totaal meer dan 200.000 meelevende mensen.

De besluiten in de Triosynode worden nu door de leden meegenomen naar hun eigen Synoden. Pas wanneer daar goedkeuring wordt verleend, zijn ze van kracht. De vergaderingen vinden plaats voor - en op vrijdag 13 december a.s.. In principe wordt op deze datum het verenigingsbesluit genomen.
In 2003 volgen vergaderingen over allerlei praktische zaken die geregeld moeten zijn voordat per 1 januari 2004 de kerkenfusie een feit kan zijn.

Ds Baan spreekt zijn bezorgdheid uit over de volgens hem niet evenwichtige voorlichting door de leiding van onze kerk. We krijgen veel te horen over de ‘geweldige voordelen' van de deelname aan de fusiekerk, maar over de nadelen wordt ons vrijwel niets meegedeeld.

De heer H. Van Leeuwen, kerkrentmeester, geeft uitleg over de jaarrekening van 2001. Allereerst presenteert hij met dank aan de ondertekenaars, de heren Saris en Slinger, de brief van de kascontrolecommissie. Voornoemde beide gemeenteleden hebben de jaarrekening gecontroleerd en in orde bevonden. Elk lid van de Gemeente kan zich alsnog tot dhr Van Leeuwen wenden teneinde inzage in de cijfers te krijgen. Dit verslag wordt openbaar gepubliceerd en bevat geen cijfers van ontvangsten en uitgaven.
Aanzienlijk hogere uitgaven staan voor Eneco energie, het predikantstractement, de telefoon en de exploitatie pand Vriesestraat 20. Iets hogere uitgaven staan voor het bloemenfonds. Een gunstiger beeld laten zien de rente-inkomsten, de vrijwillige bijdragen, de collecten en de giften, de synodale heffingen en het kerkblad. Twee mooie legaten hebben ook meegeholpen, het tekort over 2001 terug te brengen tot fl. 25.000,00 (2000: tekort fl. 44.000,00).
De actuele stand over het lopende jaar 2002 is bemoedigend. We komen met de vrijwillige bijdragen vlak bij het niveau van november 2001. Voor de inkomsten ten dienste van het kerkblad is dit ook te zeggen.
Maar de cijfers van 2002 kunnen in ongunstige zin uitgelegd worden, wanneer we kijken naar het Restauratiefonds. Uit dit fonds worden grote uitgaven voor kerkonderhoud gedaan. Het Restauratiefonds heeft helaas een schuld aan Kerkbeheer van meer dan fl. 31.000,00. Het is een bedrag op de rekening-courant, zodat het naast het tekort van fl. 25.000,00 staat. Hierdoor moeten we concluderen, dat wij sterk interen op vermogen.
Tot slot spreekt dhr Van Leeuwen een woord van dank uit aan dhr Vermeulen, die op zijn computer alle gegevens heeft verzameld, verwerkt en afgedrukt.

Mevr. G. van Vliet-Wolzak, diaken, krijgt het woord voor haar verslag van de Diaconie. Samen met dhr Van Leeuwen presenteert zij eerst de cijfers over 2001. Opvallend is dat de opbrengst van de diaconie-effecten hoger is dan die van Kerkbeheer. Daarom kon er een behoorlijk bedrag aan subsidies en giften worden afgedragen, veel hoger dan wat binnengekomen is aan collecten en giften. Er zijn geen nieuwe projecten bijgekomen. Het enige lutherse project waaraan onze Diaconie geld gegeven heeft is: de Vakantieweken op Hoekelum.

In de rondvraag stelden enkele gemeenteleden vragen over de kerkenfusie en de exploitatie.
Het bevreemdt dhr Slinger, dat de invloedrijke en sterke Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk zich al 15 jaar verzet tegen een kerkenfusie, en dat de hervormde leden van de Triosynode toch het fusiebesluit steunen.
Ds Baan antwoordt, dat het inderdaad verbijsterend is, dat zo 'eigen mensen' worden beschaamd. Maar de Hervormde Kerk is zelf verre van een eenheid, zodat er een groot vraagteken kan worden gezet achter de geestelijke waarde van de fusie.
Dhr W. Van den Bos vraagt, welke gevolgen de bezuiniging hebben voor het beroepen van een predikant. Waarom krijgen alle lutherse Gemeenten niet een classis, zoals ook de Waalse Gemeenten in de Hervormde Kerk hebben?
Ds Baan antwoord, dat volgens de nieuwe kerkorde een predikantsplaats tenminste 25 % van een voltijdsbetrekking moet omvatten. Dit betekent dat een aantal zeer kleine lutherse Gemeenten ingeval van vertrek van hun huidige predikant niet meer zelfstandig een andere kunnen beroepen. En eigen classis is al vele jaren geleden als mogelijkheid uitgesloten. Sommige voorstanders van de fusie vonden het een te benepen manier om de eenheid gestalte te geven.
Een volgende vraag van dhr Van den Bos is, hoe het lutherse geluid op landelijk - en op plaatselijk niveau kan blijven klinken.
Ds Baan antwoordt, dat vanuit het Landelijke - en de Regionale Diensten-Centrum vorming en toerusting wordt aangeboden aan de Gemeenten. Hier zal in de toekomst vast wel een prijskaartje aan komen te hangen. Verder werken enkele ‘vakmensen' in ons kerkgenootschap mee aan het gezamenlijke Seminarium.
In Dordrecht kunnen wij niet sterk naar buiten treden; wij hebben nooit de uitstraling van een missionaire Gemeente gehad. Maar we hebben toch troeven achter de hand: ons kerkgebouw met zijn bijzondere, spirituele sfeer, en onze wijze van vieren van de kerkelijke Liturgie. Daarom zijn de zaterdagmiddag-opening van ons kerkgebouw (april-september) plus de maandelijkse vesper heel erg belangrijk.
Mevr. Pull ter Gunne vraagt, of het Christusmedaillon naast de preekstoel wel of niet zal worden verwijderd. Ds Baan antwoordt namens de voorzitster, dat verwijdering in principe wel de bedoeling is, maar dat dit hoogstwaarschijnlijk grote schade zal opleveren aan het hout- en pleisterwerk. We moeten eerst onderzoeken hoe verwijdering moet gebeuren. Er hoeft niets in de plaats van het medaillon terug te komen.
Mevr. A. Van de Bos-Kramer vraagt, of er mogelijkheden zijn onderzocht om te bezuinigen op de exploitatie. De kerkenraad antwoordt dat er in de laatste kerkenraadsvergadering over gesproken is, en dat dit op de agenda van de januari-vergadering komt te staan. Details kunnen nu niet worden gegeven, daarvoor is de bespreking nog te vaag gebleven.

Mevr. Van der Beek richt een woord van dank tot predikant en cantor-organist, en betrekt daarin ook de actieve leden. Zij is dankbaar voor alle inzet en medeleven. Ds Baan spreekt een dankgebed uit, waarna de voorzitter de Gemeentevergadering sluit.

W. Baan (m.m.v. mw G. van Vliet)