Generale Kerkelijke Vergadering

ds W. Baan geeft een impressie van de ochtendvergadering

GKV te Arnhem

Op zaterdag 8 november 2003 heb ik deelgenomen aan de Generale Kerkelijke Vergadering (gkv) in Arnhem. Een gkv is bedoeld als voorbereiding van een synodevergadering. Deelnemers zijn: afgevaardigden van kerkenraden, de predikanten, de pre-adviseurs van de synode en de synodeleden zelf. Eerstgenoemde groep kan in gesprek gaan met de Synodale Commissie over het beleid van de synode en de uitvoering daarvan.
De gkv van 8 november is bijeengeroepen omdat op 12 december een bijzondere, extra synodevergadering zal worden gehouden: om het besluit al dan niet te nemen, dat de Evang.-Lutherse Kerk samen met de Gereformeerde Kerken en de Ned. Hervormde Kerk in een fusie verder gaat.

‘s Ochtends ben ik aanwezig geweest en heb aan de discussie deelgenomen. Er waren, ruwweg ingedeeld, drie soorten bijdragen uit de zaal: 1e van voorstanders, oecumenisch gezinden die veel geestelijke winst verwachten uit de fusie. 2e van tegenstanders die de lutherse identiteit bedreigd zien. 3e van tegenstanders die moeite hebben met grote risico’s en ingrijpende veranderingen waaraan onze Gemeenten volgens hen zullen worden blootgesteld.
Ik was onder de derde groep te vinden, maar ben ook de tweede groep bijgevallen. Aardig is dat enkele van mijn woorden de rubriek ‘kerken’ in de kranten hebben gehaald: als plaatselijk hier en daar de oecumenische samenwerking goed verloopt, dan wil dat nog niet zeggen dat we als landelijke kerkgemeenschappen moeten fuseren. Want dan ontlopen wij de strenge, orthodoxe protestanten niet, en willen die wel met ons samenwerken?
Het ontbrak op deze gkv natuurlijk niet aan lutheranen die niet anders dan positief wilden zijn over oecumene en fusie. Het zou allemaal wel goed komen, het was toch in opdracht van Jezus zelf dat wij allen één gingen worden? En wat was er toch veel belangstelling voor Luther en onze lutherse Kerk bij de andere protestanten!
Gelukkig waren anderen kritisch en vroegen naar de toekomstige lasten die op onze Gemeenten zouden gaan drukken. Personele en financiële lasten die voor onze kleine groepjes wel eens te zwaar kunnen zijn.
Op het gebrek aan menskracht dat mogelijk ontstaat, ging de Synodale Commissie niet in. Over de hogere financiële lasten liet zij het woord over aan twee, niet lutherse, deskundigen.
Ik heb wat bevreemd naar deze beide deskundigen gekeken. Alle lof voor hun verhaal, maar het was lang en pittig, en sloot niet aan op de zorgen van enkele kerkenraadsvertegenwoordigers. Mijn indruk was, dat de Synodale Commissie niet kan garanderen dat de beoogde fusiekerk de financiële positie van kleine lutherse Gemeenten ontziet.

Hoe zal het op 12 december gaan? De synodeleden vertegenwoordigen niet de lutherse Gemeenten. Er is gebrek aan enthousiasme voor de fusie, óók in Gemeenten die voor de fusie zijn – dat heeft de synodevoorzitter hardop toegegeven. Er is tegenzin, er is zelfs tegenstand in de Gemeenten die tegen de fusie zijn. Maar de synodeleden stemmen ‘zonder last of ruggespraak.’ Met deze oude uitdrukking wordt bedoeld dat zij hun beslissing geheel naar eigen oordeel mogen nemen.
Toch hoop ik dat zij zullen inzien dat een beslissing die zij persoonlijk toejuichen maar die niet te overziene praktische problemen voor onze Gemeenten overlevert, onjuist is.

W. Baan